geen last veroorzaken een vrouw VBOÏJW EERST WETEN, DAN ETEN ”Een hoed mag 11# Verre keukens niet alleen Dag zalig s makend zuster! Boeken Katja Robinski na 25 jaar hoeden maken: ■sS* r t'b w 18 Ml Hoeden Materiaal hoeden en Voor deel fijn boekje een een d at zeker vervolg verdient SCHOONHEID MILITAIRE BLOEMETJES V r ou welij kheden Jeugd f JL 1 Mt Iffl 19 ZATERDAG 6 NOVEMBER 1971 WIS (Van een medewerkster) Ro- 8F 1 fc dil F n 1. i men toe voorbereid boekje. WWVWWWVWWWWWWWWWWWWWWV' een etentje. GASTON GOURMET G. G. **W**AA*VWWWVVVVWVVWVVWWVWWVVVV\AA/WVAAAAAA*WWVVWVAIWWWWVVWVVVVWWWWWWVVWVVVWWWV^ Het klinkt allemaal wat negatief be sef ik en wellicht weinig bemoedigend voor schrijfster Nita Baars, van wie bij de Uitgeverij W. van Hoeve in Den Het is een voor een deel fijn boekje geworden, maar al die rijen vreemde naampjes van gerechten en vertaling moeten eruit! Spieken doen Nederlan ders buitenshuis toch niet in een daar- Het boekje is voorzien van een aan tal kleurenfoto’s die u het water in de mond zullen doen lopen. De tekeninge tjes van illustrator Rein van Looij, vroeger serietjes cartoons door zo’n boekje heen hebben we lang gemist, maar nu toch weer teruggevonden. Ze verlenen er een extra charme aan. Het is qua receptuur zeker niet al- leen-zalig(s)makend. Over het Spaanse nationale gerecht, Paella, zouden mevr. Halverhout en ik ernstige verschillen van mening kunnen krijgen. Maar dat is niet bepalend, want de Spaanse koks uit de verschillende streken van het land van Franco kunnen dat morgen ook. verre van Niemand neemt een boekje mee naar een restaurant om daarin te „spieken”, indien hij de benamingen op de kaart niet kent. Zeker een Nederlander niet, die houdt het dan wel bij zijn biefstuk met gebakken aarpeltjes en doperre- tjes, wanneer hij eens buitenshuis eet. willen leren en daartoe een cursus bij Robinski kunnen volgen. En als Katja Robinski over het hoedenvak praat be doelt ze het gehele métier: van het ontwerpen tot en met het maken en afwerken. Wie zo’n opmerking plaatst is verze kerd van een levendige discussie over hoeden èn hoeden. Katja Robinski, met wijd opengesperde ogen: „Geen hoed in dit klimaat? Ik zeg altijd: een vrouw kan in dit klimaat niet zonder hoeden. Maar kijk, je kunt niet zeggen dat een hoed een hoed is, want dat is helemaal niet waar. Een goede hoed mag een vrouw geen last veroorzaken. Een hoed moet je neer kunnen gooien. Je moet Al die hatelijke opmerkingen over de badpakken waarin de dames voor de jury moeten verschijnen, vindt dit doorgewinterde jurylid trouwens ook niet aardig. „Een badpak is het meest geschikte kledingstuk om te ontdekken of een meisje geen valse hulpmiddelen gebruikt. Het belangrijkste is dat wij het A. leiding in het hoedenvak in Parijs, kwam in 1939 naar Nederland en had het aanvankelijk zeer moeilijk met kli maat en bedekte hemel in deze contrei en. 5. ij s, 7. 'i e t, r. Vooruitkijkend na 25 jaar hoeden- maken ziet Katja Robinski de toekomst van het hoedenvak toch allerminst somber in. „De jonge mensen van nu „IN HET BEGIN dacht ik dat ik hier zou doodgaan. Maar ik ben nu van alles gaan houden. Van de schoonheid van de Nederlandse kleuren, van de zogenoemd stugge Nederlanders van wie ik in de oorlogsjaren alleen maar positieve dingen heb ondervonden. Als ik kon schrijven zou ik een hymne op de Nederlander in oorlogstijd willen schrijven. Voor mij zijn de Nederlan ders één van de minst chauvinistische volken die ik ken.” „DIEPPE IS geen kazerne, maar een school vol bloemen”, zegt (in Paris Match) mevrouw Geneviève le Creurer. Ze heeft de rang van kapitein, is draagster van twee hoge oorlogsonder scheidingen en is als eerste vrouw benoemd tot commandant van een mi litaire school in Dieppe die vrouwelijk landmachtpersoneel opleidt. 650 jongen Frangaises staan onder haar orders. De kapiteme gelooft dat ze het met het handhaven van de orde onder haar jonge blommen niet al te moeilijk zal krijgen: zelf is ze, behalve militair, ook moeder van een gezin. Slechts een kritische aantekening: Ik heb in de wenken voor het ovenge- bruik de waarschuwing gemist, dat de gebruiksters van zo’n oven er toch echt rekening mee moeten houden, dat aardgas meer hitte afgeeft dan het vroeger gebruikte mijngas en dat daar door de oventijden echt met voorzich tigheid gehanteerd moeten worden. „Het ontwerpen en maken van hoe den, dat is voor mij één onverbrekelijk geheel. Als je in dit vak iets wilt worden moet je het van A tot Z beheersen”, zegt ze, gebarend met twee handen die even expressief zijn als het gezicht met de opvallende en zorgvul dig opgemaakte ogen. Is het hoedenvak in die 25 jaar niet op retour geraakt? Kleding wordt immers steeds informe ler, bovendien lijkt het Nederlandse klimaat eerder aan te sporen tot het dragen van storm vaste regenhoedjes en hoofddoeken dan van een hoed. Uit de brede kast onder de hoge ramen komen de hoeden met het Ro- binski-etiket tevoorschijn. Hoeden die vaak soepele mutsen zijn, bedrieglijk eenvoudig van model, vederlicht en kreukvrij. Een zwarte zijden avondca- NA DEZE LOFZANG op het tweede vaderland haar levenswerk: de hoeden. Bij Katja Robinski zijn die hoeden geen aanleiding tot spectaculaire half jaarlijkse modeshows en maar zelden tot enige naar buiten gerichte publici teit. Des te meer gaat er om achter de onopvallende gevel van haar huis aan de Amsterdamse Emmastraat. Daar zijn in die 25 jaar de contacten ge groeid met een kring van particuliere cliënten èn met een heel andere groep: de jonge mensen die het hoedenvak „Geen probleem meer met die bui tenlandse namen op de menukaart!" Da’s natuurlijk gewoon een kreet om een boekje goed verkocht te krijgen en waarschijnlijk zelfs niet eens door de schrijfster bedacht. Ik vond het na lezing precies zo’n kreet als: „Doodt negenennegentig procent van alle huis- houd-bacterieën”. „Maar om dat laatste procent kan het juist gaan”, merkte een van de jongste huisgenootjes sne dig op. Zo is het. Haag een Sleutel paperback (in pocket- vorm) is verschenen, onder de titel: Eerst weten, dan eten. Bijzonder charmante kleding voor verpleegsters tekende Jorn Langberg, de ontwerper van Christian Dior in Londen. Onlangs werd zij getoond op de London Nursing Exhibition in de Seymour Hall. Van links naar rechts: Claudette met culotte; Hedi met een kostuum met cape, afgezet met volants en Marion met een mouwloze japon, die een zijsluiting heeft met een split; alles in witte dril. puchon met smalle bontrand ligt naast een vilten flaphoed, mooi voorbeeld van het hoofddeksel dat met „de kneep hier en de deuk daar” steeds even anders is. Geen hoeden om in een hoedendoos te stoppen omdat ze geen stootje kunnen hebben. Mooie klassieke materialen, waaronder veel fijne wol len jersey en zuiver zijde. Over die materialen zegt Katja Ro binski: „Er is enerzijds wel een verrij king gekomen. Er zijn veel meer stof fen, kleuren, dessins dan vroeger. Aan de andere kant zie ik duidelijk een verarming. Alles in de mode is zo kortstondig geworden, de materialen worden minder van kwaliteit. Het zal steeds moeilijker worden om goede stoffen te vinden. En ik kan nu een maal niet werken met materiaal waar ik niet voor 100 percent achter sta. Het maken van een hoed is duur geworden. In arbeidsuren kun je niet meer reke nen, dan zou een hoed op dit moment al onbetaalbaar worden”. kunnen zien of een figuur de juiste verhoudingen heeft. Soms ziet een meisje er betoverend uit in een avond jurk maar afschuwelijk in een bad pak”, aldus (in Nova) schoonheidsken- ner Morley. Voor een vrouw die in Amsterdam bij het GEB huishoudelijke voorlich ting bedrijft is dit een „misser”. Want veel kan mislukken, en zij beseft dat wanneer zij deze regelen leest, Indien de keukenwekker niet precies wordt afgesteld. Zeker omdat de vertaling van ver schillende moeilijke namen niet correct is. Maar dat is slechts bijzaak. willen immers hoeden dragen. De jeugd is gek op hoeden, heeft ook vaak gekke ideeën. Speelsheid is het sleutel woord in dit vak. Bij mij is het als noodzaak gegroeid uit een aanvankelijk speelse hobby. Dat probeer ik ook op mijn leerlingen over te dragen: hoeden ontwerpen en maken moet spelender wijs en met plezier kunnen gebeuren. Als ik zonder die voorwaarden een hoed probeer te maken wordt het ge garandeerd een misbaksel. Hoeden, dat is zoiets als bloemen op je tafel.” De mode van vandaag? Katja Ro binski: „Wat mij met stomheid slaat is de manier waarop iedereen maar alles klakkeloos blijft nadoen, zonder enige zelfkritiek. Er lopen zo ontstellend veel vrouwen rond die karikaturen van zichzelf zijn. Dunnen benen, dikke be nen: ze trekken alles aan, van mini tot maxi. Teenagers met te dikke bovenbe nen lopen in supermini, huismoeders met brede heupen en dijen trekken dit najaar een strakzittend broekpak aan. Er is totaal geen harmonie. Het is even dwaas als wanneer ik ’s ochtends in een gedecolleteerde avondjurk de markt in de Albert Cuypstraat op zou gaan. De manier waarop mode op het ogenblik wordt geïnterpreteerd, daar heb ik gewoon hartzeer van.” er met een kneep hier en een deuk daar steeds iets anders van kunnen maken. En nog iets: een hoed maak je niet voor een vrouw, maar bij een vrouw. Ze mag zich geen moment opgeprikt of geposeerd voelen met die hoed.” vraagt waar relaties heen te gaan en wat dan te bestellen, zowel als de vader van het grote gezin, die een tijd heeft gespaard om zijn vrouw eens te verrassen met L i"/ Nita Baars zelf geeft ergens de raad: „Het is toch veel beter eerst te infor meren en te weten wat er gaat komen dan u later te beklagen bij de ober of de gerant omdat u een gegrild kippetje had willen hebben en haan in wijnsaus kreeg, of als u een steak au poivre bestelde de ober later terug te sturen met de biefstuk omdat u niet van peper houdt?”. De idee op zich is niet slecht. U vindt erin vermeld vreemde gerechten van A-Z. Maar die namen kunnen u toch gestolen worden? Wie bestelt te genwoordig een „Homard Laguipière? Ik heb zo’n toegeruste kreeft nog nim mer op de kaart zien staan in ons eigen land. In feite tref ik de kreeft (de heel grote dan) maar in weinig restau rants meer op de kaart aan. En zie ik er een dan is het een bijkans adembe nemende verrassing. De kreeft is onder de schaaldieren wel zo exclusief ge worden, dat het nog eens zo ver zal komen, dat op de kaart „prijs op aanvraag” gedrukt zal worden, zoals bij de duurste automerken gebruikelijk schijnt te zijn. „Uit verre keukens” heet boekje van mevrouw Heleen M. Halverhout, dat voor het eerst ver scheen in 1954 onder de titel: „Interna tionale recepten”. Het is nu, onder de nieuwe naam, aan zijn achtste druk toe. En na deze zullen er nog wel enige volgen, voorspel ik u; alleen al om het uiterlijk van het boekje; een van de kloekste kookboekjes van het vernieuwde Van Dishoeck Culinaire fonds. „IN LONDEN kocht ik een ge weldige cape. Die heeft twee maanden in de kast gehangen om dat ik er geen hoed bij had. Met elke hoed of muts die ik erbij op- zette was ik moeder-de-vrouw die ook eens een hoedje draagt”. Hoedenontwerpster Katja binski loopt op dikgezoolde san dalen door de kamers van haar woning in het oude Zuid van Am sterdam. Ze komt terug met een zwarte cape met ruitvoering, zet er een dieprode hoed bij op en be kijkt walgend haar eigen spiegel beeld. Ze gooit het hoofddeksel in een stoel en zet de zwierige zwart leren pet op die het resultaat is van twee maanden piekeren. „EEN HOED groeit vaak langzaam. Dat kan een enorme kwelling zijn”, zegt Katja Robinski, binnenkort een kwart eeuw in het hoedenvak. Russin van geboorte en nog altijd volkomen on-Nederlands in verschijning, doen en laten, hoezeer ze na ruim 30 jaar verblijf toch in Nederland geworteld is. Ze bracht haar jonge jaren door in Polen, Duitsland, Italië, kreeg haar op- Er moet gewoon een vervolg komen met nog meer informatie, nog meer eenvoudige tips, in dezelfde prettig leesbare stijl. Daar is iedereen mee gediend: de zakenman, die zich af- eens met de nu weer SCHOONHEIDSWEDSTRIJDEN en zogenoemde missverkiezingen zijn doornen in het oog der dolle Mina’s over de hele wereld. Zij vergelijken de hupse kandidaten voor zulke wedstrij den gaarne met vee dat zich gewillig ter keuring laat voeren. Daarmee is een zekere heer Eric Morley, een der grote mannen in de schoonheidsbusi- ness, het allerminst eens. Morley die al meer dan 20 jaar jurylid bij schoon- heidswedstrijden over de hele wereld is, ziet het meer zo: een koe op een veemarkt staat alleen maar droevig te kijken, een toekomstige schoonheidsko ningin daarentegen moet „houding, in telligentie en goede benen” hebben. Nita Baars die een heel vlotte pen voert, heeft haar zakelijke informatie, de vertaling van al die vreemde ter- op de spijskaart, „gelardeerd” (doorregen) met kleine verhaaltjes, anekdotes, aanvullende informaties, goede wenken, tips. Uiteraard (daar voor heeft het met culinaire geneugten te maken) in een smeuïge stijl ge schreven. Ik zou nog meer informaties van haar samengebracht willen zien in een andere pocket, tegen dezelfde prijs, op dezelfde heldere wijze verteld en met weglating van al die moeilijke namen i At "w i F

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 19