Binnenkort
schrijver van boek
beslissing
naar
van een stad
heeft iets
Blijstra’s boek
burgemeester
voor
R. Blij st ra's
leven in
kort bestek
REIN BLIJSTRA,
over weg
strand
„We zijn hard bezig ons land
„Mijn benadering
onbewoonbaar te maken”
„Haarlem: heel oud, heel nieuw”
apostelach tig99
i
I i
m
Arbeidssituatie in
ruilbeurs in
Concertgebouw
stedebouwkunde
ZJÜL|
Raakpunt tussen
literatuur en
gewest Haarlem
verslechtert
Internationale
Mi
13
12
t i^llB
1
WOENSDAG 10 NOVEMBER 1971
Door Haarlem of niet?
r-
Onvoldoende
Studie
-fr Lezen en reizen
Stedebouw
-<
HAARLEM „Nooit heb ik geschreven over iets dat ik niet gezien
heb”. Dit zegt Rein Blijstra, de schrijver van het zojuist verschenen boek
„Haarlem: heel oud, heel nieuw”, met betrekking tot architectuur en
stedebouw. Hij moet dan wel heel wat gezien hebben in zijn zeventig
jarige leven, want op zijn naam staat een indruwekkend oeuvre van
artikelen en werken op dit gebied. Hij is tot de stedebouw gekomen door
zijn belangstelling voor mensen en voor wat zij maken. „Voor een land-
schap dat niet gestoffeerd wordt door een mens of door wat hij gemaakt
heeft, heb ik geen belangstelling”, zegt hij.
3
0
Planologie
Raakpunt
„DE POORT VAN VELSEN”
IJMUIDEN
Klassieken
Exclusieve
couture
II
feil'
11
ADVERTENTIE
van
I
J. P. BOS
ADVERTENTIE
PLEIN 1945 - 4
Telefoon 1 65 51 - 0 2550
De jaren vijftig vormden voor Blij
stra een studieperiode. Naar aanleiding
van de wederopbouw van Rotterdam,
waarover hij 79 kranteartikelen publi
ceerde die de gemeente er toe brachten
hem opdracht te geven tot het schrij
ven van een boek (Rotterdam, stad in
beweging), dook hij pas goed in de
Modehuis
HAARLEM Op zondag 14 november
houdt de adeliug Haarlem van de Neder
landse Verenignig „De Verzamelaar” weer
haar grote internationale naj aarsruilbeurs
in de grote zaal van het Concertgebouw in
Haarlem Op deze ruilbeurs is gelegenheid
voor verzamelaars op elk gebied te ruilen
en zo hun eigen verzameling uit te brei
den. Er zijn onder meer: munten, lucifers
merken, post- en sluitzegels, old-timers,
oude ansichtkaarten, suikerzakjes, voet-
balplaatjes enzovoorts. Alle verzamelaars
en ook zij die pas zijn begonnen met het
verzamelen of nog willen beginnen zijn
welkom, De zaal is geopend van 10.00 tot
17.00 uur.
HAARLEM. In het gewest Haarlem
vindt een snel toenemende ontspanning op
de arbeidsmarkt plaats Wat het manne
naanbod betreft is de geregistreerde reser
ve 45 percent en bit de vrouwen 20
percent hoger dan vorig jaar. De vraag
naar mannelijk personeel is in .vergelij
king met vorig jaar met ruim 25 percent
en bij de vrouwen met 30 percent ge
daald. Voor werknemers boven de 18 jaar
is de situatie op de arbeidsmarkt beslist
niet gunstig te noemen Aldus het maan-
drapport van het Gewestelijk Arbeidsbu
reau in Haarlem.
De toekomst van Haarlem ziet Blij
stra als zeer interessant in relatie tot
het Noordzeekanaalgebied, het Spaarn-
wouderbos en de randgemeenten.
Daarom heeft hij het plan, te beginnen
met Heemstede, in ons blad over die
plaatsen en gebieden te gaan schrijven.
Het gaat hierbij om heel Noord- en
Zuid-Kennemerland met de TJmond.
„Maar nogmaals: dan kom je in de
planologie Eigenlijk zou er één plano
logie voor West-Europa moeten zijn.
Bijvoorbeeld de EEG zonder Italië. De
wereld wordt steeds kleiner.”
Een groot deel van de vraag is specifiek
gericht op jeugdig personeel. Laat men de
categorie personeel beneden 18 jaar buiten
beschouwing dan ziet de situatie er niet
best uit. Van 19-jarigen en ouderen zijn
er 761 mannen en 25' vrouwen zonder
werk en staan aanvragen open voor 1149
mannen en 318 vrouwen.
Bij de mannen nam het aanbod ten
opzichte van de vorige maand voorname
lijk toe-bij de bouwvakarbeiders, metaal
bewerkers, horeca-personeel, chauffeurs,
kantoorpersoneel en ongeschoolde arbei
ders. Een daling van de vraag deed zich
voor bij metaalbewerkers en kantoorper
soneel. Bij de vrouwen nam het aanbod
toe van naaisters, verkoopsters en horeca-
personeel. De vraag naar verkoopsters,
kantoorpersoneel en sociaal- en genees
kundig personeel nam af. Het werkloos
heidspercentage over oktober 1971 bedroeg
in het gewest Haarlem 1.30 in de provin
cie Noord-Holland 1,7 en in het hele land
2,0.
kelen over Haarlem?” vroeg Blijstra,
„Dan kan ik er helemaal in duiken”.
Het literaire werk is Blijstra er bij
blijven doen. Het verhaal „De lafaard
van Thermopylai” uit de kortelings
verschenen bundel „Het slachtoffer
was de dader” verraadt zijn Griekse
instelling. „De klassieken lees ik men
selijk. Altijd met de gedachte: Hier
zijn mensen aan de gang. Dat betekent
voor mij een doorbreking. Ik ben geen
geboren, maar een getogen schrijver. Ik
doe het als ik niet anders kan. De taal
vind ik niet interessant. Die is voor mij
alleen maar middel om mijn gedachten
over te brengen.”
Hij ziet een raakpunt tussen littera
tuur en stedebouw:
„Elke letterkundige moet eigenlijk
aan stedebouw doen. Hij moet zich
kunnen voorstellen wat er gebeurt
wanneer een aantal mensen met elkaar
in een omgeving zijn Dat moet een
stedebouwkundige ook kunnen. Er zou
een goede wisselwerking kunnen zijn
tussen stedebouwkundige en letterkun
dige. Een voorbeeld daarvan is Borde-
wijk, maar hij zit vast in de 19e eeuw.
Je moet alleen maar schrijven over
wat je ziét. Een plattegrond geeft de
levendige elementen niet weer. Denk
alleen maar aan mensen in parken”.
Door zijn belangstelling voor kunst
voelde hij zich al vroeg aangetrokken
tot de architectuur. Ten aanzien hier-
,van deelt hij zijn leven in drie perio
den: de belangstelling ervoor, de om
gang met bevriende architecten, met
wie hij talloze gesprekken voerde en
de gelegenheid die hij kreeg om er
over te schrijven.
Die belangstelling voor mensen blijkt
ook uit zijn litteraire werk. Hiermee is
hij zijn loopbaan begonnen en hij is
dit werk er bij blijven doen. Beter dan
in welk werk van hem ook komt in
die ene, dit jaar verschenen, bundel
verhalen „Het slachtoffer was de da
der” naar voren wat Blijstra’s kenmer
kende thema’s zijn: vreemde landen,
bouwkunde, psychologie en science fic
tion.
stedebouw. Zijn werk „Nederlandse ar
chitectuur sinds 1900” werd een groot
succes en werd vertaald in het Frans,
Duits, Engels en Spaans. Van onder
meer de gemeenten Amersfoort en
Emmen kreeg hij het verzoek brochu
res over die plaatsen te schrijven. Een
serie artikelen over Den Haag leidde
tot het boek ,,’s-Gravenhage, stad om
de vijver”. Uitgeverij Bruna vroeg hem
ter gelegenheid van het eeuwfeest van
dit bedrijf een boek over Utrecht te
schrijven („2000 jaar Utrecht”). Naar
aanleiding van de goede kritiek op het
boek over Rotterdam verzocht Haar
lems Dagblad een boekje over het
nieuwe stadsdeel Schalkwijk te schrij
ven. „Waarom niet eerst een serie arti-
1945 een boek schreef dat na de
oorlog uitkwam, en in Spanje en Italië.
In zijn boek „Reiziger in Hellas” zegt
Blijstra indien wij mensen op
ogenblikken, dat de Goden geen tijd
hadden, ook landschappen mochten
bouwen, dan zou het landschap dat ik
van het terras van mijn huis zie, een
„klassiek” kunstwerk kunnen zijn, be
staande uit vele elementen, die vere
nigd zijn tot een harmonisch en on
wrikbaar geheel”. Hij verzucht nu dat
we bezig zijn het landschap heel hard
te verpesten, vooral zo’n gevoelig land
schap als Nederland.
„Ik ben als functionalist begonnen
en behoorde tot de modernen van die
tijd, maar langzamerhand word ik zo
bang dat er allerlei lelijke dingen met
het landschap worden gedaan, dat ik
me nu aangetrokken ga voelen tot het
streven van Heemschut. Laten we be
houden wat we hebben, want we zijn
hard bezig ons land onbewoonbaar te
maken. Bij de aanleg van wegen doen
we dingen, waarvan ik me af vraag: Is
dat nou nodig?, omdat het ten koste
van het woonklimaat gaat”.
Over de stedebouw: „We hebben een
behoorlijke reserve van goede architec
ten, maar ze krijgen niet voldoende
opdrachten. Vooral de jongeren hebben
te weinig kansen. De stedebouw gaat
gebogen onder de last van: Laten we
het zo zuinig mogelijk doen”.
Rein Blijstra maakt met zijn zeven
tig jaar niet de indruk het allemaal
wel gezien te hebben. Hij blijft kijken
en schrijven. Volgende week ver
trekt hy met zijn vrouw als trouwe
reisgezel weer voor een paar maanden
naar Spanje. Stedebouw kijken in Bar
celona en Taragona. Hfi zal er in zjjn
leven waarschijnlijk nooit meer mee
ophouden.
Tijdens een bijeenkomst in het Haar
lemse stadhuis heeft Mr. H. C. van der
Mije namens de directie van Grafi
sche Bedrijven Damiate n.v., uitgeef
ster van ons blad, aan burgemeester
mr. dr. L. de Gou het boek „Haarlem:
heel oud, heel nieuw” aangeboden.
Dit gebeurde in het bijzijn van de
schrijver, de heer R. Blijstra (links).
Op de foto bekijkt burgemeester De
Gou het boek dat het eerste stan
daardwerk over de stedebouw van
Haarlem is.
Hoe gaat Blijstra te werk als hij
over een stad gaat schrijven? Hoe
beziet hij die stad?
„Ik begin met er veel te wandelen
en foto’s te maken als registratie. Een
stad betekent voor mij een intensieve
kennismaking. Dat is iets dat door
mensen gemaakt is en bewoond wordt.
De mensen en het bouwen zijn een een
heid geworden. Mijn vrouw heeft wel
eensg ezegd: Het is alsof jij een stad
verovert. Dan denk ik: Daar komt je
aan. Je wilt die stad helemaal in je op
nemen. Ik verzamel dan plattegron-
ren, praat met mensen. Dan gebeurt
er een hele poos niets. Dan komt het
creatieve ogenblik. Dan ga ik me pre
pareren. Ik word er gewéldig door
gepakt. Dat heeft iets apostelachtigs: ik
heb er behoefte aan iemand mee te
hemen op mijn wandelingen: Moet je
dit zien, moet je dat zien.
wordt aangelegd.
De minister heeft hierover het advies
van de rijksplanologische commissie ge
vraagd, maar deze wilde op haar beurt
eerst wachten op meer gedetailleerde ge
gevens o.m. van een verkeersonderzoek.
Intussen hebben G.S. Provinciale Wa
terstaat gemachtigd de wegenplannen in
overleg met de gemeenten nader uit te
werken. De resultaten van het door Haar
lem ingestelde verkeersonderzoek worden
hierbij, aldus de beleidsnota bij de provin
ciale begroting, van groot belang ge
noemd.
REINDER BLIJSTRA is in 1901 in
Harlingen geboren. In 1908 verhuisde
hjj naar Sneek, waar hij twee jaar de
hbs bezocht. Het einddiploma b.ehaalde
hjj in Amsterdam, dat sinds 1916 zjjn
woonplaats is op de perioden na dat hij
in het buitenland woonde.
IN 1926 richtte Bljjstra met E. du
Perron, Paul van Ostajjen en Gaston
Burssens het blad „Avontuur” op. Het
beleefde slechts drie nummers, doordat
Van Ostajjen in 1928 stierf.
IN 1928 trouwde Bljjstra met Maria
van der Meulen, die hem op de vele
reizen die hjj sinds 1934 door alle lan
den van Europa maakte, vergezelde.
Mede door haar belangstelling voor
Griekenland werd Bljjstra een „reizi
ger in Hellas”. Op de rotsen van Aigina
las hjj de klassieke schrjjvers. Hjj vond
er gastvrjjheid in het huis van de
Griekse schrjjver Nicolai Kazantzaki,
wiens in het Frans geschreven roman
„Le jardin des rochers”. hjj vertaalde.
Zjjn contact met de klassieke wereld
leverde een groot aantal werken op.
IN 1937 keerde Bljjstra terug naar
Amsterdam. Hjj werkte verscheidene
jaren mee aan een geïllustreerd week
blad. In de oorlog kwam hieraan een
eind, toen hjj moest onderduiken. Bjj dr.
J. Odinot in Landsmeer deelde hjj de
klandestiene gastvrjjheid met onder
meer de architect Ben Merkelbach. Met
hem had Bljjstra lange gesprekken over
moderne architectuur. Een bjj hem
reeds lang aanwezige belangstelling
werd hierdoor geactiveerd en dit leidde
tot een lange reeks van artikelen en
boekwerken op het gebied van de ar
chitectuur en stedebouw.
IN 1954 ontving Rein Bljjstra de „Ver-
zetsprjjs” en in 1959 de Marianne Phi-
lipsprijs. In 1955 werd zijn novelle „Een
schot in de bergen” samen met „Hoog
tevrees” in de Boekvinkserie uitgege
ven, bekroond met de Novellenprjjs van
Amsterdam.
NA DE BEVRIJDING werd Bljjstra
chef van de kunstredactie van Het Vrjje
Volk, in welk blad hjj verscheidene ar
tikelenseries over stedebouw publiceer
de. Zjjn kritische arbeid zette hjj buiten
de journalistiek voort in bjjdragen voor
literaire en architectonische tijdschrif
ten. Van 1951 tot 1959 was hjj als redac
teur verbonden aan het Maandblad voor
Architectuur en Gebonden Kunsten.
BLIJSTRA is tot vandaag de dag ac
tief gebleven op literair en architecto
nisch terrein en hij heeft het plan nog
vele steden en landen te bezoeken.
Rein Blijstra dacht er aanvankelijk
over architect te worden, maar hij zag
er van af, omdat hij zo slecht tekende.
Op zijn hbs-examenlijst prijkte een
onvoldoende. Toen wilde hij toneelspe
ler worden, maar vond zich daarvoor
te lelijk. Hij koos de uitgeverij en de
journalistiek als zijn werkterrein. Hij
had een aandeel in verscheidene popu
lair-wetenschappelijke uitgaven, ver
taalde enkele buitenlandse romans en
begon aan zijn uitgebreide litterair-
kritische arbeid.
,In die eerste periode merkte ik dat
het voor mij makkelijker was dan
voor iemand die niet met kunst te
maken had, om met architecten te
praten. Er zijn maar weinig journalis
ten die zich hebben verdiept in stede
bouw en beroepsstedebouwkundigen
kunnen meestal niet schrijven. In de
jaren dertig had ik veel contact met
architecten en het was Ben Merkel
bach die steeds maar tegen me zei: Jij
moet over stedebouw schrijven Mijn
eerste stuk verscheen onder de titel
„Landlust” in Panorama en behandelde
een beroemd complex van Merkelbach
in Amsterdam. Na de oorlog kreeg ik
bij de krant (Het Vrije Volk) gelegen
heid, ja ik werd er uitgedaagd om over
architectuur te schrijven”.
Het gaat er toch alleen maar om droog
te winkelen? Je zou beneden overdekte
winkelstraten kunnen maken en boven
onoverdekte woonstraten. Alleen moe
ten we oppassen voor voorbeelden uit
het buitenland. Die zijn niet altijd
geschikt voor ons land. De oplossing is
altijd gebonden aan plaats, klimaat,
mensen, mentaliteit en niet te vergeten
de economie. Er worden helaas veel
dingen uit andere landen verkeerd ge
bruikt.”
P DEZE PAGINA treft de lezer
I I ter gelegenheid van het ver-
\_z schijnen van R. Bljjstra’s boek
werk „Haarlem: heel oud, heel
nieuw” dat wjj gisteren aankondig-
den, een gesprek met en verdere bij
zonderheden over de schrijver aan.
HET BOEK van de heer Blijstra
handelt over de stedebouw van
Haarlem, dat de zesde stad van Ne
derland is, een centrumfunctie ver
vult in Zuid-Kennemerland en tal
van raakpunten met de IJmond
heeft. De schrijver projecteert de
toekomst van Haarlem tegen de ont
wikkeling van het Noordzeekanaal
gebied. Voor het bepalen van de
koers naar de toekomst is het van
belang te weten wat er in het ver
leden is gebeurd.
HET IS DE GROTE verdienste van
Blijstra’s boek dat het het bouwhis
torische verleden van Haarlem, van
het ontstaan van de stad door de
(zeven) eeuwen heen tot heden, op
een wijze die uniek kan worden ge
noemd, onder de loep neemt.
Zijn visie op de stedebouw: „De tijd
is misschien niet ver meer dat we met
staalstructuren gaan bouwen, een stad
op twee of drie niveaus, wat de straten
betreft, met ontmoetingspleintjes.
Overdekte winkelcentra die om zes uur
sluiten vormen een doods stuk stad.
HAARLEM. Minister Schut van
Volksgezondheid en Ruimtelijke Ordening
zal rond de jaarwisseling een beslissing
nemen over het verzoekschrift van de
ISK-gemeenten inzake de wegenplannen,
zoals die in het herziene streekplan van
Zuid-Kennemerland zijn vastgesteld.
Zoals bekend besloten de Staten in mei
1970, dat de toekomstige oost-west verbin
ding naar Zandvoort niet bezuiden de
agglomeratie Groot-Haarlem het advies
van de ISK en G.S. mag komen, maar
dwars door Haarlem zou moeten lopen
met een voortzetting benoorden Aerden-
hout. Ook het voorstel van een grote
ringweg bij Zandvoort werd verworpen.
In een brief aan de Kroon protesteer
den de Kennemer gemeenten tegen deze
beslissing en verzochten zij te bevorderen,
dat de minister een aanwijzing zal geven
om het streekplan alsnog in die zin te
veranderen dat de grote ringweg er wel
komt en de Zandvoort-baan ten zuiden
van Aerdenhout tot aan de kruising met
de langs de spoorlijn HaarlemLeiden
geprojecteerde noord-zuidverbinding
Blijstra kende de geschiedenis van
de architectuur door veel lezen en veel
reizen. Hij bezocht alle landen
Europa en daarbuiten Tunis, Egypte,
Japan en de Verenigde Staten. Hij
woonde in Griekenland, waar hij in
mr
IJmuiden Plein 1940-1945 nr. 48
voor uw BRUILOFTEN, RE
CEPTIES. PARTIJEN en VER
GADERINGEN.
I