Johan Venhorst, trainer
Nederlandse Kano Bond
heeft zelf nog nooit gevaren
"PROFSPORT KAN TOCH WEL IETS MENSELIJKER"
o
o
■BI
Billik
21
20
v: >4
Mal
B I
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1971
Erbij
>T
DOORZETTEN
OVERWERK
BENADERING
VROUW
MUYS
BRIEFJES
De wankele, progressieve stappen van de lilliput onder de nationale
sportorganisaties, de Nederlandse Kano Bond, behoren tot het verleden.
Niet langer zal in de Bondswedstrijdcommissie (BWC) door topsporters
worden gediscussieerd over de grootte van een dagvergoeding. Die tijd
is voorbij. In de schema’s van de nieuwe trainer Johan Venhorst past
slechts een zeer bescheiden vorm van inspraak en dan nog alleen de
medezeggenschap, die betrekking heeft op vergroting van de prestaties.
De zevenendertigjarige Venhorst is de derde oefenmeester van de kano-
bond na de legendarische (en dat niet alleen omdat hij voor veel marken
werd weggekocht door de Westduitsers) Karel Muys. Runeman was de
eerste, Wim van Zaane de tweede. Beiden spendeerden slechts een korte
tijd hun krachten aan de schriele kanobond. die slechts zestienhonderd
leden telt. In tegenstelling tot hen hoopt Venhorst als bondscoach
de Olympische Spelen te halen. Tenminste tot aan dit evenement reiken
zijn plannen.
HARDE KLAP
Joop Zoetemelk-Tino Tabak, een
ideaal koppel. Althans, zo zag het
er in het voorbije wielerseizoen
naar uit. Zoetemelk, de rijk geta
lenteerde, nog steeds ietwat
schuchtere leider en Tino Tabak,
zijn onverzettelijke meesterknecht.
In het voorseizoen groeide het duo
uit tot een hechte eenheid. Vooral
in de etappekoersen, Parijs-Nice,
Ronde van Andalusië, Ronde van
Luxemburg en de Spaanse natio
nale omloop, drong Tino Tabak
zich steeds meer naar voren als
„de man achter de aanvoerder”,
als eerste hulp, bereid om tot de
laatste snik voor zijn baas te vech
ten. Hoe goed het tussen die twee
„klikte” manifesteerde zich duide
lijk in de eerste week van de Tour
de France, waaraan de 25-jarige
Tabak op voorspraak van Joop
Zoetemelk deel mocht nemen. Nie
mand minder dan Ronde van
Vlaanderen-winnaar Eef Dolman
werd daarvoor gepasseerd.
MjÊ
KNECHT
GEEN DANK VOOR DE
geen prijs gedaan
THEO KLEIN
5.
die
door
Venhorst
wat
gezien,
het
I.
JOHN DRIESKENS.
„Ik ben blij, dat de chef d’équipe een
vrouw is. Dat is handig. Ik zie me al
Hy vertelt daarover: „In de eerste
week van de Tour de France moest er
voor ploegleider Brik Schotte om de
eerste plaats in bjjna alle klassementen
gereden worden. Dat was veel te veel.
Op een gegeven moment had je in onze
ploeg van tien man vyf beschermde
renners en vyf knechten, die bovendien
als het even kon mee moesten werken
voor de eerste plaats in het algemeen
ploegenklassement. Ik was meegegaan
om air knecht van Joop Zoetemelk te
dienen Daarbjj kwam nog dat ik me
zelf in die eerste ritten nog by de eerste
vjjf handhaafde. Toen in die situatie op
een gegeven moment tijdens de koers
Schotte naar me toe kwam om te zeg
gen dat ik voorin ook nog voor het
ploegenklassement moest gaan ryden,
werd dat me toch te veel”.
„Pas laat op de avond kwamen ploegleider Schotte en zijn assistent Foré
even kijken hoe het met me was. Ik kreeg geld en instructies voor de thuisreis
en daar was het mee af. De volgende morgen moest ik met de trein vani
Grenoble naar Genève, waar ik het vliegtuig naar Amsterdam kon nemen. Ik
kon van narigheid bijna niet op mijn benen staan, maar toch moest ik met mijn
zware koffer alleen op reis. Eenmaal thuisgekomen heb ik drie weken rust
moeten houden om een beetje op te knappen Ik realiseerde me dat ik nog tè
veel vertrouwen in de mensen om me heen had gehad. Die fout zal ik in het
vervolg niet meer maken
„Pas na uren kwamen Eddie Schutz en Joop Zoetemelk na de koers als
eersten bij me informeren hoe het er mee was Daar ben ik ze nu nog dankbaar
voor. Zelfs toen er ’s avonds gegeten moest worden had ik nog geen dokter,
official of verzorger bij me gehad. Pas onder het eten kwamen zij tot de
ontdekking dat er ergens nog een zekere Tino Tabak moest liggen. Een Zwit
serse verzorger kwam kijken en sprak er tegen de dokter schande van dat ze
me zo aan mijn lot overlieten. Die arts gaf me toen antibiotica. Ik ging er nog
harder van zweten”.
Mosterd schreef in het Kano-Bulle-
tin: „Eén van de bestuursbeslissingen
waarachter ook ik heb gestaan, was
het invoeren van meer inspraak voor
de wedstrijdvaarders. Wat blijkt nu
achteraf? Dit experiment, mag toch als
„verkeerd gedaan” beschouwd worden.
Twee belangrijke zaken zijn hiervan
de oorzaak. 1. Wij bestuursleden heb
ben niet kunnen overzien wat de ge
volgen zouden zyn. 2. De wedstryd-
vaarders zijn er nog lang niet toe in
staat.
r,
i,
De kanobond heeft de suggestie van
Mosterd kennelijk willen opvolgen.
Venhorsts plannen, slechts suggesties
van de kanoërs te accepteren die be
trekking hebben op vergroting van de
prestaties, zijn geaccepteerd. Zaterdag
bracht Johan Venhorst zijn theorie al
in de praktijk. Hij vertelde de vaarders
voor de training, dat zij na de panne-
koeken met koffie hun op- en/of
Dat gevecht tot het bittere eind ty
peert de krachtmens Tabak. Opgeven
komt by hem niet in zyn woordenboek
voor, tenzij zich onoverkomelijke moei
lijkheden, zoals ziekte of ernstige pech,
voordoen. Zolang dat echter niet het
geval is, blijft hy rijden. „Afstappen
kan ik altijd nog”, is zijn devies. Op dat
gebied heeft hij in het afgelopen sei
zoen al enkele sterke staaltjes getoond.
In de beruchte Ardennen-klassieker
LuikBastenakenLuik, een moorde
naar met honderden kleine heuvels, bij
voorbeeld. Toen reed Tabak al ver voor
de finish in een hopeloze positie op een
uur van de leider. Voor hem nog zwoeg
den slechts 27 overblijvers, de pryzen
waren dus al weg. Maar dat deerde hem
maar niet alleen in het Franse spekta
kel. Daarvóór had hij hem al opge
merkt in de Italiaanse klassieker Mi
laanSan Remo. Tino Tabak vertelt:
„Na 140 kilometer zat ik kapot. Ik zag
dat Joop Zoetemelk stopte en ik wilde
zijn voorbeeld eigenlijk volgen. Maar
toen ik bij Joop kwam, merkte ik dat
hij ruzie had met Schotte. Daar moest
ik niets van hebben, dus reed ik door.
Tot mijn stomme verbazing werd ik
veel late ingehaald door een auto met
Brik Schotte en verder de hele Mars
Flandria-ploeg. Ze waren allemaal af
gestapt. Schotte gaf me toen opdracht
om er ook maar mée te stoppen. Wat
was ik blij dat ik die martelgang kon
beëindigen. Uit mezelf had ik het voor
„De Pel heeft me de verzekering ge
geven dat er niet op de voorhand een
kopman aangewezen zal worden. De
ploeg zal rijden voor de coureur die er
in het algemeen klassement het beste
voorstaat”. En mocht bijvoorbeeld Rini
Wagtmans zich in de loop van het sei
zoen als de grote aanvoerder opwerpen
dan is Tabak bereid om voor hem de
slavenarbeid te doen die hij in het af
gelopen seizoen voor Joop Zoetemelk
verrichte. Maar dan ook alleen voor
Wagtmans en niet zoals het in het af
gelopen seizoen bij Mars-Flandria voor
kwam dat de neo-prof naast zijn nor
male dagelijkse werk voor Joop Zoete
melk nog verschillende klusjes op zijn
schouders kreeg.
Tinc Tabak voelde zich in zijn rechts
gevoel aangetast en protesteerde, een
actie die in professionele wielerkringen
van zeker een nieuweling niet geaccep
teerd wordt. Joop Zoetemelk kwam zijn
landgenoot echter te hulp in zijn strijd
tegen de Belgische ovennacht, wat leid
de tot een fikse ruzie tussen de kopman
en zijn ploegbaas. Tino Tabak: „Joop
Zoetemelk had toen veel moeilijkheden
kunnen voorkomen als hij eerder was
opgetreden. Als kopman moet je niet
alleen zelf goed fietsen maar ook or
ganiseren. Je moet laten blijken dat je
de baas bent. En dat ligt niet in de
aard van Joop Zoetemelk. Die is vaak
te aardig, hij kropt alles net zo lang op
tot het eens tot een uitbarsting komt en
dan is het net een bom die ontploft”.
Enkele dagen na de explosie, kwam
voor Tino Tabak het einde van zijn
eerste Franse ronde. Doodziek, met
hoge koorts moest hij in de rit naar Gre
noble de strijd staken „Ik reed al en
kele dagen met koorts, maar ik wilde
koste wat het kost Parijs halen. Afstap
pen doe ik pas als ik beslist niet meer
verder kan. Maar in die etappe naar
Grenoble was het zo erg, dat ik op den
duur niet meer wist waar ik mee bezig
Slechts de kerngroep van Venhorst
zal voorlopig van deze research profi
teren. Niet de vier vaarders, die omdat
zij te weinig inzet toonden uit de
selectie zijn gestoten. Venhorst heeft
een aversie tegen slabakken. Hij traint
elke dag een uur en heeft bovendien
naast zijn onderwijzend werk een ex-
tra-taak op zich genomen nu in de
buurt, een zeer kapitaalkrachtige wijk
in Blaricum, een pyromaan werkzaam
is. Hij is toegetreden tot de burger
wacht en patrouilleert twee uren in de
avond of in de nacht met een walkie
talkie in de hand in de hoop de
brandstichter op heterdaad te betrap
pen. De vier gedwongen uitgetreden
topvaarders zullen in het voorjaar
weer een kans van hem krijgen. Zij
zullen zich, kondigt hij aan, in de
tussentijd wel waar moeten maken
door zeer zorgvuldig te trainen.
De bondsoefenmeester zal zich on
dertussen ook verder bekwamen. Aan
het eind van de maand vertrekt hij op
kosten van de bond voor een dag of
drie, vier naar West-Duitsland. Daar
zal Karel Muys hem inwijden in de
geheimen van de kano.
In zijn eerste Tour de France ondervond hij hoe onmenselijk hard het leven
voor een coureur in dit grootste wielerevenement ter wereld kan zijn. Tabak:
„Nadat ik in de etappe naar Grenoble doodziek op het publiek ingereden was,
werd ik door een ambulance naar mijn hote’ gereden. Twee ziekenverplegers
hielpen me mijn kamer te vinden en legder me na lang zoeken op bed. Ze
vertrokken weer, terwijl ik zo zwak was dat ik mijn eigen kleren niet meer
uit kon krijgen. Zo bleef ik uren liggen. Ik had hoge koorts^ geen eten, en
ik kon niet de kracht opbrengen om van mijn bed te komen Op dat moment
verwerkte ik de bitterste teleurstelling uit mijn leven”.
„Ik kreeg in de gaten hoe weinig de mensen om me heen, waar ik mijn
vertrouwen aan gegeven had, in werkelijkheid om me gaven. Toen ik nog fit
was en voorin kon rijden, kwam er dagelijks een verzorger. Ik hoefde na de
wedstrijd maar op bed te gaan liggen en hij zorgde verder voor alles. Trok
mijn bezwete kleren uit, waste me helemaal met eau de cologne en gaf massage.
Maar vanaf het moment dat ik niet meer kon fietsen was dat voorbij. Voor de
mensen om me heen werd ik waardeloos. Ze behandelden me als een beest.
Wat heb ik toen een afknapper gekregen. Ik wist wel dat het leven voor een
prof hard was, maar daarom kan het toch nog wel menselijk blijven”.
„De resultaten”, vervolgt Mosterd,
„zyn er dan ook naar. Dat is dit jaar
wel gebleken. Een wedstrijdvaarder,
die zich in deze tijd met alle inzet en
volle concentratie aan de wedstrijd
sport moet geven om aan de top te
komen en daar te blijven, kan niet
ongestraft zijn concentratie op zijn
sport verminderen of zelfs tot
minimum beperken door zich te gaan
bemoeien met beleids- en organisatori
sche kwesties. Er ontstaan allerlei me
ningsverschillen tussen leiding en top
sporters. De stemming daalt. Er ont
staan onaangename situaties. Resultaat:
de bestuurders gaan met minder ple
zier hun werk doen en de wedstrijd
vaarder komt internationaal niet meer
mee. Beide partyen zouden dit toch
graag willen voorkomen. Het is in de
praktijk niet altijd even gemakkelijk
de klok terug te zetten, want dan
wordt er al gauw gezegd: „Ja, maar
dat kan nu niet meer.” Toch kan ik
niet nalaten er op aan te dringen:
„Keer terug naar de oude situatie.' De
bestuurder voor de organisatie en de
topsporters voor de sport.”
tot het ambitieuze plan van de kleine
bond de topsporters volledige inspraak
te geven. Zo kregen de kanoërs bij
voorbeeld stemrecht in de bondswed
strijdcommissie. En dat alles met het
positieve oogmerk de gebruikelijke
moeilijkheden in de topsport te voor
komen. Het opmerkelijke was echter
dat de kanobond (dankzij of deson
danks?) met meer hinderpalen werd
geconfronteerd dan voor de lancering
van het plan het geval was.
Venhorst, onderwijzer lichamelijke
opvoeding aan een LTS in Bussum en
aan een huishoudschool te Soest, kreeg
zijn opleiding op het CIOS te Over-
veen. Pas op achtentwintigjarige leef
tijd. Negen jaar geleden verliet hij
namelijk de cavalerie als reserve-
wachtmeester. In dienst maakte hij
zijn beroepskeuze, nadat hij was opge
leid tot sport-onderofficier. In Over-
veen specialiseerde hij zich in boksen
en zwemmen onder leiding van twee
docenten, die hij graag vermeld wil
zien: „Meneer Jelles en meneer Pee-
man„Na een uitstapje naar Londen
las hij in de krant, dat de kanobond
een functie te vergeven had. Hij meld
de zich telefonisch en hij werd uit een
aantal kandidaten gekozen. Jongstle
den zaterdag gaf hij in Overveen zijn
eerste training aan de nationale kano
selectie. Na de training verorberden
trainer, pupillen en de vrouwelyke
chef d’équipe Elly de Jong uit Leeu
warden koffie en pannekoeken in het
etablissement Kraantje Lek.
aanmerkingen bij hem kwijt konden.
Veel suggesties schijnen er na het
hapje niet tevoorschijn te zijn geko
men. Later kwamen er wel briefjes,
die door Venhorst als waardevolle
bouwstenen voor de training worden
was. Op een gegeven moment zag ik een
spandoek over de weg. Ik dacht dat ik
eindelijk bij de finish was. Man, wat
luchtte het me op toen ik over de streep
ging. Ik kon mijn stuur niet meer hou
den en reed zo het publiek in”. Later
drong het pas tot hem door dat het
spandoek alleen over de weg hing om
de plaats voor een tussentijdse premie-
sprirn aan te geven. De finish lag in
werkelijkheid vele tientallen kilometers
verder In een ambulance werd de
doodvermoeide Tabak naar zijn hotel
gereden.
niet. „Als ik eenmaal ergens aan be
gin, dan wil ik het afmaken. Opgeven
is er niet by.”
Dus sappelde hij door om ruim zestig
minuten na de winnaar over de streep
te gaan. Tabak: „Er was niemand meer
in het stadion. Maar ik werd gekwali
ficeerd. Ik ben er nu nog steeds trots
op dat ik in die wedstrijd niet opge
geven heb.” De moraal van de Egmond-
se coureur, vader van een zoontje,
wordt alom bewonderd. Voornamelijk
daarom is hij ook een gewild werkne
mer. Niet voor niets informeerde de
Italiaanse ploegleider Adorni, baas in
de Salvarani-stal in de Tour de Fran
ce naar de mogelijkheden om de Ne
derlander in zijn equipe te krijgen.
De Italiaan was geïmponeerd door
de vechtlust van Tabak in de Tour,
Hoewel
van de
herinnert, verwacht hij veel
zijn persoonlijke benadering,
gezegd veel zullen d?
niet bij de ex-militair Venhorst in te
brengen hebben. Hij is het geheel en al
eens met de ex-secretaris van de BWC
Hans Mosterd. Onlangs stelde het
voormalig bestuurslid in het Kano-
Bulletin (het informatieblad van de
Nederlandse Kano Bond) dat inspraak
voor wedstrijdvaarders het best als een
taboe kan worden gezien. Mosterd was
maanden geleden mede-initiatiefnemer
Die klap kwam hard aan. De Noord-
hollander voelde zich bedrogen. „Ik had
niet gedacht dat Joop dit zou doen, na
al het werk dat ik in het afgelopen sei
zoen voor hem verzet heb”, aldus Ta
bak. Hy zorgde na die tegenvaller vlug
dat hy onder dak kwam by de enige
puur-Nederlandse formatie van Kees
Pellenaars, die hem al eerder had laten
merken dat er by Goudsmit-Hoff even
tueel een plaats voor hem was. Tabak:
„De voorwaarden waaronder ik by de
Pel kon komen zijn me enorm meege
vallen. Ik verdien onderhand het drie
dubbele van mijn salaris bij Mars-Flan-
dria. Bovendien wordt er voor al myn
sociale voorzieningen gezorgd. Dat is
ook een groot voordeel”.
Met Pellenaars zelf heeft hij nog
maar twee keer gesproken. „Dat lijkt
me geen makkelijke man. Het is er een
die precies zegt waar het op staat. Het
zit er dan ook wel in dat wij het nog
eens met elkaar aan de stok krijgen.
Maar dat vind ik niet erg. Ik heb lie
ver op zijn tijd eens een flinke ruzie
dan dat alle problemen in een ploeg
worden opgekropt. Dan komt het toch
eens tot een uitbarsting en dan zeg je
dingen waar je later spijt van hebt”.
Met de ondertekening van zijn con
tract bij Goudsmit-Hoff kwam er defi
nitief een einde aan de samenwerking
tussen Tabak en Zoetemelk. Dat de ver
standhouding toch al verre van roos
kleurig was bleek tijdens de ronde van
Bleijerheide, waar baas en knecht el
kaar voor het eerst na de splitsing weer
zagen. Tabak: „Joop vroeg toen of ik
mijn contract bij Bellenaars al getekend
had. Als dat zo was dan mocht ik niet
mee naar Parijs-Tours. Voor mij was de
lol er toen helemaal af; ik ben ook niet
meegegaan”. Daarmee kwam er een
kink in de planning van Tabak, die
zich voorgenomen had twee jaar knech-
tenwerk te doen om daarna zelf naar de
macht te grijpen.
Door die nieuwe wending wordt hij
min of meer verplicht al in het komen
de seizoen door te breken. Hij zegt:
zwemmen en ook te boksen. Kracht
sporten zoals kanoën veroorzaken een
enorme belasting. Door te zwemmen
ontwikkel je een juist gevoel voor
ontspanning van de spieren. Daaraan
mankeert bij de kano-ploeg wel het
een en ander. Ik heb zaterdag nog al
korte, hoekige spieren
waarop veel te veel valse spanning
stond.”
boodschappen doen. Dat kan ik niet. Zo
zyn er veel organisatorische karweitjes.
Dat is vaak typisch vrouwenwerk.
Elly de Jong heeft bijvoorbeeld zater
dag de tafeltjes besproken in Kraantje
Lek. Zij heeft me ook voorgesteld aan
de groep. Het bestuur was daar niet
bij. Zo hoort het ook. In alle rust wil
ik de kanoërs voorbereiden.
Valse spanning zal er niet zijn in
zijn verhouding met de topsporters.
Venhorst zich de namen
geselecteerden niet precies
van
Zoals
de kanoërs(sters)
gerubriceerd.
De notities van de kanoërs hebben
de opzet van Venhorst de tot nu toe
gevolgde trainingsmethode volgens zijn
inzichten te herzien niet veranderd.
Venhorst is gek op intervaltraining.
„Ik doe alles in interval. Ik heb ge
merkt, dat de basisconditie van de
groep goed is, maar dat de kanoërs
zich niet in een korte periode bijvoor
beeld twee minuten want zo lang
duurt de vijfhonderd meter volledig
leeg kunnen maken.
Ik wil ze ook minder met halters
laten werken. Tot nu toe arbeidden ze
uitsluitend met halters. Bovendien heb
ik deze week nog een gesprek op het
Coronel-instituut (afdeling van de VU).
Daar zullen de kanoërs gecontroleerd
worden. Dat instituut gaat voor mij de
duw- en de trekbeweging van de indivi
duele vaarders meten. Er zijn namelijk
kanoërs die het moeten hebben van het
drukken en er zijn er ook die veel
afhankelijker zijn van hun trekbewe
ging om snelheid te maken.”
Tijdens die eerste schermutselingen
in het Franse land streden Tabak en
Zoetemelk, onder de Mars-Flandna-
kleuren zij aan zij. Samen leverden zy
het voornaamste aandeel in de vroeg-
tijdige opmars van Brik Schottes deta
chement, dat spoedig resulteerde in
een eerste plaats in het ploegenklasse
ment, de witte en de groene trui en
niet minder dan drie man bij de eerste
vijf in het algemeen klassement. Daar
bij waren ook Tino Tabak en Joop Zoe
temelk. Eerstejaars prof Tino Tabak,
uit het Noordhollandse Egmond aan
Zee, reed zich voor het oog van de hele
internationale wielerclan in de kijker.
Buitenlandse ploegbazen begonnen in-
teresse te tonen voor de blonde Hol
lander en Joop Zoetemelk stak zijn be
wondering voor de in Nieuw Zeeland
opgegroeide Tabak niet onder stoelen
of banken. Een carrière als „knecht der
knechten” leek veilig gesteld.
Dat idee werd nog versterkt door de
afspraak dat het tweetal zich na af
loop van het seizoen samen bij een
nieuwe werkgever zou melden. Tino
Tabak: „Joop zou weggaan bij Flandria,
maar desondanks bleef de afspraak dat
wij samen zouden blijven. De dag voor
Zoetemelk naar Brussel ging, waar hy
tenslotte toch zijn overeenkomst met
Flandria zou verlengen, heb ik Her
man Krott (zijn zaakwaarnemer red.)
nog gebeld. Ik wist niet beter dat Joop
als enige Nederlandse renner naar
Brussel zou gaan. Maar de volgende
dag moest ik uit de kranten lezen dat
hij samen met Jan Janssen en Eef Dol
man een nieuw contract had getekend
Wat die voorbereiding inhoudt is nog
niet tot in details te preciseren. Ven
horst heeft zelf namelijk geen kano;
nog sterker hij heeft nog nooit in zo’n
wankel vaartuig het water bedwongen.
Zijn kennis van het kanoën haalde hij
uit boeken. Het geschrift van de Hon
gaar Granek dient hem tot leidraad.
Alhoewel Venhorst het bij voorbaat
niet op alle punten eens is met deze
kano-deskundige. Zo zijn er ook pun
ten van verschil met de opvattingen,
die de trainers van de kanobond vóór
Venhorst huldigden.
„Ik heb gemerkt dat er in de groep
een aversie bestaat tegen zwemmen als
training. Hoe dat komt begrijp ik niet.
Zelfs mijllopers hebben van het zwem
men gebruik gemaakt als conditietrai
ning. Ik heb zelf een schermcursus
gevolgd. Ik was verplicht dagelijks te