Kerk en revolutie
als inzet TV-geding
p
OVER OECUMENE, VREDE EN DE KERK IN DEZE WERELD
Alleen in
China
NIEUWE
UITGAVEN
I
TV geen doorgeefluik
moeilijk
zonde
w
Is geloven
u I
ZATERDAG 27 NOVEMBER 1971
14
Erbij
ZATl
n
n
(Van onze redacteur geestelijk leven)
Verzetsdaden
Polarisatie werd in uitzending duidelijk
Staphorster theologie
Communicatie
Emotie
Voor de onthechten
Belijdenis
Bijbel aan stoot
Zwaarden en ploegijzers
Het probleem van kerk en revolutie blijft de ge
moederen bezighouden. Daarom was de televisie
uitzending „Kort Geding” van zondagavond zo’n be
langrijke zaak. Voor- en tegenstanders konden zich
daar beraden over de stelling „De kerken kunnen hun
opdracht alleen vervullen door partij te kiezen voor de
armen en verdrukten in hun revolutionaire strijd”. De
beslissing viel zeer duidelijk ten nadele van de stelling
„We willen even bescheiden als beslist een blad zijn voor mensen, die
met hoofd, hart en handen willen geloven, hopen en liefhebben, in welke
maatschappelijke milieus, kerkelijke kaders, politieke partijen of andere
communicale contacten ook min of meer beleefd”. Aldus de wijze waarop
het nieuwe maandblad H3 zich aan de lezers voorstelt. Het blad wil in
hoofdzaak informatie geven door „artikelen, doordenkertjes, korte be
richten, verzen en verhalen, die men doorgaans niet zo in het algemeen
en soms ook met naam en toenaam genoemd in andere uitgaven aantreft.
Het is onze wens stilaan tot een onafhankelijk oecumenisch blad uit te
groeien, in beide betekenissen van het woord: „de gehele bewoonde
wereld” en „interkerkelijk”.
Vijfentwintig woorden
uit: de jury verwierp haar aanvankelijk met 14 tegen 5
met twee onthoudingen. Na de pleidooien bleken ook
de twee weifelaars zich nog aan de „anti-revolutio-
naire” kant te hebben opgesteld. Velen zullen deze
uitzending hebben gezien, maar wellicht is het toch
dienstig nog eens in het kort een overzicht te geven
van de verschillende argumenten, die werden gebruikt
in dit korte geding, waar dr. G. ter Schegget en de
parlementariër M. W. Schakel tegenover elkaar
stonden.
- -
ast
(Van onze correspondent)
I
EX
D
DS. W. J. KOOLE
E
DE HEER SCHAKEL (AR)
DANIËL DE LANGE
Willem
andere
E'.
KEES MAAS
DOROTHEE SÖLLE
De Katholieke Bijbelstichting heeft
met medewerking van het Nederlands
Bijbel Genootschap zojuist „Bijbel aan
stoot” het licht doen zien. Ook dit is
weer zo’n korte krachtige uitgave.
Het boekje biedt voornamelijk een
De Bijbelkioskvereniging heeft een
boekje „Met andere woorden” van de
hand van ds. E. Pijlman uitgebracht.
Het boekje handelt over vijfentwintig
woorden, die in de bijbel voorkomen.
Hij hadlt telkens enkele centrale pun
ten van die woorden naar voren
vertelde over zijn
in de oorlog. „Ik
De strijd tegen Hitler door de Be
kennende Kirche, de houding van de
Witte Paters in Mozambique: dat geeft
Het doel wordt door de redactie als
volgt geformuleerd: „Er bestaan meer
dere vredesbladen, maar voor het „ge
wone publiek” zijn ze vaak te moeilijk
en te uitgebreid. Streven van ons blad
is: begrijpelijk voor elke Nederlander,
christen niet, maar
veroordelen”.
De tijd van „het doorgeven van het
evangelie” is voor ds. Koole onverbid
delijk voorbij. „Deze gelovigen willen
alleen maar doorgeven wat geweest is.
Uit het Oude en het Nieuwe Testament
blijkt dat er destijds volop communica
tie is geweest. Dat moet maar genoeg
zijn, vinden deze mensen nu. Maar dat
noem ik een vorm van bevestiging van
wat ooit plaatsvond.
Ik ben óók rechtzinnig, maar ik ver
taal, wat in de Bijbel aan de orde komr,
m de werkelijkheid. Dat is naar mijn
opvatting de zin van het bedrijven van
omroep. Wij voelen ons communicato-
ren door de kerk te verbinden met de
vragen, die de wereld stelt. Zo moeten
we pleiten voor meer menselijkheid.
Het IKOR stelt zich ten doel de kerk
van binnen naar buiten te keren. We
maken er geen speciaal voor de kerk
ingerichte huistelevisie van.”
„Belijdenis’ is een uitgave van Ten
Have n.v., Baarn.
Ph
1
l
2
„U moet er niet teveel van verwach
ten. Het biedt geen kant-en-klaar
oplossingen voor alle mogelijke vragen.
Maar misschien zet het wel aan het
denken. En op een spoor voor verder
onderzoek”. Aldus ds. Pijlman.
nieuwing”.
„Het IKOR besteedt veel te weinig
aandacht aan het belijden van de kerk.
Ons evangelie is te horizontaal: wat we
te zeggen hebben, heeft betrekking op
de aarde, en te weinig verbinding met
de lijn naar boven. „Kenmerk” houdt
zich te veel bezig met Angola, Zuid-
Afrika en Vietnam. Onze programma
makers werken te veel naar eigen in
zicht en te weinig naar het inzicht van
de kerk”.
Maar volgens ds. Koole is het type
rend voor deze kritiek van rechtzinnige
kant, dat zij zelf niet aan het woord wil
komen. „Wij hebben onze critici voort
durend aangeboden om deel te nemen
aan onze programma’s. Maar dat aanbod
De redactie van dit tweemaandelijks
verschijnende blad bestaat uit me
vrouw J. H. H. Gerding-Eggink, D.
Prins en Henk Meendering. Uit de titel
blijkt al wel, dat dit blad op de vrede
gericht is.
In het slotbetoog liet ds. Ter Scheg-
get ds. Buskes per filmbeeld aan het
woord. „De kerken moeten voor de
onthechten kiezen”, zei deze, „ook in de
strijd tegen het onrecht. Hij die het
geweld van de gevestigde orde aan
vaardt heeft geen recht dit te veroor
delen. Als door de schuld van de
hébbers revolutionair geweld losbreekt
Daniel de Lange stelde dat de kerk
zich achter het canaille moet scharen.
De terughouding van de kerk ontstaat
door morele hoogmoed, maar ook door
morele angst. De kerk is bang dat de
achterban niet volgen kan. „Het ge
weld is er, mensen worden verdrukt
door heersende machten. Het eerste
geweld is dat van de onderdrukkers.
Maar de kerken hebben in het verle
den niet gedaan wat hen werd opge
dragen door de Heer, zij hebben ge
streefd naar een rustig behoud van de
bestaande toestand.
heer Roolvink weer stelde dat de zen
ding de mensen mondig maakt. Ge
weldloze actie noemde hij het juiste
middel, Martin Lurther King zijn ide
aal.
Tenslotte kwam dr. C. J. Verplanke
zeggen dat hij het nooit zou kunnen
aanvaarden als de kerk zich achter
kapers van vliegtuigen en ontvoerders
van diplomaten stelt Het revolutionai
re geweld ontaarde tot geweld tegen
vrouwen en kinderen
In het blad van de lutherse gemeen
te in Doetinchem werd een Chinees
verhaaltje afgédrukt, ter stimulering
van het financiële meeleven. Het is
inderdaad een treffende geschiedenis.
„In China was het de gewoonte dat
de gasten ter bruiloft iets in natura
meenamen om voor de bruidegom de
kosten te drukken. Zo was een afge
sproken dat de gasten voor de wijn
zouden zorgen. Ieder zou een kruikje
meenemen, en het ledigen in een groot
vat.
moet ik naast hem staan. Zonder het
geweld te sanctioneren, dat mag ik als
ook zonder het te
Reckman wilde toch niet de huidige
dictaturen in leven houden uit angst
voor nieuwe.
Maar er was een Chinees, die dat op
het moment niet zo best uitkwam. Niet
het er heen gaan was zijn probleem,
maar dat meenemen van wat. Weet je
wat, dacht hij, ik doe wat water in
mijn kruikje. Niemand ziet het. En één
kruikje op zoveel wijndat zal nie
mand proeven. Zo gezegd, zo gedaan.
Maar toen men op de bruiloft aan het
drinken zou gaan, vonden de gasten in
hun glas alleen maar water, puur wa
ter".
Het landelijk Centrum voor Gerefor
meerd Jeugdwerk organiseert in sa
menwerking met het Toerustingscen-
trum te Baarn een weekeinde op 11 en
12 december met als thema „Is geloven
moeilijk?”
Jongeren van 18 tot 30 jaar kunnen
aan dit weekeinde deelnemen. Het
wordt gehouden in het jongerenvor
mingscentrum „De Drieburg”, Hoofd
straat 252 te Driebergen.
Aanmelding en informaties: De Drie
burg, Driebergen, tel. 03438-3193.
In korte en inderdaad vaak krachti
ge hoofdstukken pakt ds. Pijlman de
woorden aan. De volgorde is alfabe
tisch, het begin is „dag”, het einde
„zonde”. Een beetje vreemd, om aan
het eind over zonde te lezen, nadat men
enkele hoofdstakken daarvoor „red
ding” heeft aangetroffen. Maar de be
schouwing over de zonde besluit dan
ook aldus: „Eigenlijk weten we alleen
echt wat zonde is als we die vergeving
kennen, als we ons de zonde hebben
laten vergeven. En van daaruit mogen
we dan ook de „goede strijd” beginnen,
zoals Paulus dat noemt, de strijd tegen
de zonde. Niet alleen om ons eigen
kleine leven, maar ook tegen de zonde
in de wereld”.
Het boekje is bescheiden maar spre
kend geïllustreerd. «Bijbel Kiosk Vere
niging, Hoofdstraat 55, Driebergen).
die lager onderwijs heeft gehad. Ons
blad gaat niet uit van een bepaalde
partij of godsdienstige stroming; al ho
pen wij dat ons blad in zoveel moge
lijke partijen en kerken verbreid wordt.
Wij willen de mensen critisch ma
ken, ten opzichte van de militaire
dienstplicht en de bewapening. En om
dat we in Nederland wonen in de
eerste plaats ten opzichte van de hoge
defensie-uitgaven in Nederland. We
willen zover onze beperkte ruimte
toelaat berichten opnemen, waaraan
de grote pers te weinig aandacht be
steedt”.
weer wat de plicht van de kerk is.
Niet het instandhouden van de binnen
kerkelijke eenheid is belangrijk, maar
het solidair zijn met de naaste.
Sjaloomvoortrekkei Piet Reckman
zei dat men door de informatiemedia
haarfijn weten kan hoe de armen en
verdrukten ervoor staan. „De beul
heeft het drukste werk in Zuid-Afrika.
Daar worden twee mensen per week
terechtgesteld. Drieduizend mensen
worden iedere dag op grond van de
passenwetten vervolgd. In Angola en
Mozambique werken de niet-blanken
voor zestig cent per dag op de planta
ges van de blanke bezitters. Als zij in
opstand komen dreigt de napalm”.
Het Tweede Kamerlid Schakel (A.R.)
trachtte steeds weer zijn tegenstanders
op hun pacifisme vast te pinnen. Reck
man zei doodleuk „Pacifisme betekent
vechten voor vrede*', en toen de heer
Schakel opmerkte dat revoluties uiterst
zelden geweldloos geschieden zei hij,
dat als het geweld van de economische
en politieke structuur zodanig is dat de
enige kans tegengeweld is, hij zich
(goed gevoed en goed gekleed) niet
geroepen acht dit geweld te veroorde
len. „Integendeel, dan moet ik solidair
zijn”.
Revoluties kunnen tot dictaturen lei
den, zoals de heer Schakel stelde, maar
Naast bijbelteksten worden steeds
teksten geplaatst, ontleend aan actuele
uitspraken en publikaties, zoals de en-
De heer Schakel
eigen verzetsdaden
deed dat niet omdat de kerk mij ertoe
opriep, maar omdat mijp geweten mij
daartoe aandreef. De taak van de kerk
is: de accu van het geweten der leden
opladen, maar niet het zegenen van
wapens. Het leven aan boord van het
ruimteschip wereld is niet zo zwart
wit, zodat bij de verdrukte alles goed,
bij de onderdrukkers alles kwaad is.
Als de staat kiest voor één kerk
wordt de geestelijke vrijheid aangetast,
maar als de kerk kiest voor één stro
ming, gebeurt hetzelfde, dat leeft zij op
gespannen voet met de geestelijke vrij
heid van haar leden”.
We zeiden het al, de heer Schakel
won het geding, en gezien de eerste en
tweede uitslag ‘hebben alle betogen
weinig invloed gehad. Maar toch was
bij een landelijk onderzoek gebleken
dat een kleine meerderheid achter de
stelling stond, hetgeen meer zegt dan
dat het publiek in de zaal zich volledig
op de hand van Ter Schegget c.s.
toonde. Maar het belangrijkste van al
les is waarschijnlijk dat een onderzoek
heeft uitgewezen dat meer dan 70 per
cent van de kerkgangers nog nooit
vanaf de preekstoel iets over deze
problemen heeft gehoord, en dat een
gelijk percentage niet weet hoe zijn
predikant er over denkt. Dan is er
blijkbaar ook geen sprake van het
opladen van de „accu van het gewe
ten”, maar wel van een proberen de
achterban niet te verliezen.
Discussies zoals dl’ „kort geding” zijn
uiterst nuttig. Daarom hebben we hier
dan ook nog eens een samenvatting
afgedrukt. Maar he’ is ook belangrijk
dat in de gemeente de discussie hier
over op gang komt.
vertaling en voor een deel een bewer
king van Bibel Provokativ, dat vorig
jaar in Duitsland verscheen onder aus
piciën van zowel Evangelisches als Ka-
tholisches Bibelwerk te Stuttgart.
Het bevat een bloemlezing van bij
belteksten en daar tussendoor een bon
te verzameling van berichten en bewe
ringen betreffende de problematiek
van de „derde wereld”.
cycliek „Populorim progressio”, het
„blauwe boekje” en gedichten van Do
rothea Sölle. Het formaat is handzaam,
men kan het gemakkelijk bij zich
steken en er heerlijk in grasduinen.
Proefnummer van dit blad, dat on
der meer in de Wereldwinkels te koop
is, zijn aan te vragen bij de admini
stratie, Markweg 4a, Renkum.
Ds. Koole zegt van alle critiek op zijn
omroep „met veel emotie” te hebben
kennis genomen. Maar allé wantrouwen
en protesten, die volgens hem in feite
zijn te herleiden tot critiek op de geën
gageerdheid van zijn programma’s, zijn
niet zo maar uit de lucht komen vallen.
„Al jaren kampen wij met communi-
catiestoringen tussen bestuur en pro
grammamakers. Critiek hebben wij met
name steeds te duchten gehad van de
Confessionele vereniging en de Gere
formeerde Bond. Voortdurend horen wij
uit de rechtse hoek dat wij voor eigen
kerkmensen niet herkenbaar zijn. Wij
bedrijven ideologische theologie, vindt
Graafland. Te veel zijn onze program
ma’s doordrenkt van maatschappij-ver
werd nimmer aanvaard. Om te begin
nen wil het toeval dat het grootste deel
van de IKOR-CVK-programma’s op
zondag moet worden opgenomen (de
NOS werkt op zondag voor de sport en
de kerk). Dat is voor velen een onover
komelijk bezwaar. Maar bovendien: zij
willen wel hun zegje doen, maar dan in
de vorm van een monoloog. En dat wil
len wij nou juist niet.”
Een van de bronnen voor dit „Bijbel
aan stoot” is „Belijdenis” van Dorothee
Sölle. Een bundel meditaties, die in
Nederland al aan de tweede druk toe
is. Een merkwaardig mengsel van tref
fende gedichten, diepe gedachten en
nogal clichématige ontboezemingen.
De leidende gedachte is de plaatsbe-
kleding en dat is niet verwonderlijk
voor de schrijfster van een boek van
die naam. Niet beter is dit begrip te
illustreren dan door deze strofe: „Er
werd een controleur gezocht, jij bent
het geworden totdat hij komt".
Belijdenis bevat ook Dorothee Sölle’s
Credo, dat ook in Bijbel aan stoot, zij
het in een wat andere vertaling, is te
vinden. Een Credo, dat we met graagte
in zijn geheel afdrukken, omdat het
een nader inzicht geeft in de gedach
tenwereld van de Dorothee Sölle van
het Politieke Avondgebed:
„Ik geloof in God die de wereld niet
af heeft geschapen, als iets dat altijd
zo moet blijven, die niet regeert vol
gens eeuwige wetten die onverander
lijk van kracht zijn, niet volgens na
tuurlijke ordeningen, van armen en
rijken, deskundigen en onwetenden,
heersers en afhankelijken, ik geloof in
God, die de tegenspraak wil van wat
leeft, en de verandering van alles, door
ons werk, door onze politiek.
Ik geloof in Jezus Christus, die ge
lijk had toen hij, een enkeling die niets
kan beginnen, precies zoals wij, werkte
aan de verandering van alles, en daar
aan te gronde ging, met hem als
maatstaf erken ik, aat ons verstand is
verminkt, onze fantasie verstrikt, onze
moeite verspild, omdat we niet leven
zoals hij leefde, elke dag vrees ik, dat
hij vergeefs is gestorven, omdat hij in
onze kerken begraven is, omdat we
zijn revolutie hebben verraden, gehoor
zaam en bang, voor de autoriteiten, ik
geloof in Jezus Christus, die opstaat in
ons leven”.
De redactie van het nieuwe blad
berust bij Wika O. Bult en J. Timmer.
Het eerste nummer van dit maandblad,
„voor mensen, die met hoofd, hart en
handen willen geloven, hopen en lief
hebben”, wordt geopend door een be
schouwing over de wereldraad van
Kerken. Maar het eigene van het blad
zit meer in de korte rubrieken, die
vaak een zeer persoonlijke aanpak ver
raden. „Als de toren van Babel zou
worden gevonden, viel dit bouwwerk
onder monumentenzorg”, zo vinden we
ergens en in een artikel over „beenneu-
rose” wordt gefilosofeerd over de wij
ze, waarop de naakte aap zich voortbe
weegt.
In de rubriek „Uit het leven gegre
pen” vindt men tal van korte uitspra
ken en opmerkingen. Zo vonden we
bijvoorbeeld deze „Zodra b.v. Philips
gaat adverteren: „Sticht een commune,
dan bent u van al die „tweede” appa
raten af”, zouden evangelie en indus
trie met elkaar doeltreffend in een
spannende verhouding zijn gebracht.
En we citeren ook de volgende uit
spraken:
„Vrijwel nimmer komen kerken zó
in het nieuws dan wanneer ze bouw
vallig worden en daardoor als „levens
gevaarlijk” bestempeld, hoewel ze zo
lange tijd „levensreddend” hebben wil
len zijn”.
„Is het veelvuldig spreken en schrij
ven over de zogenaamde „derde we
reld” geen subtiele vorm van discrimi
natie om de suprematie van de „eer
ste” en „tweede” wereld te handha
ven?”
(Proefnummers: Postbus 46, Heeren-
veen).
De redactie van ELK, het Evange
lisch luthers weekblad, zegt dat met
dit verhaal is als met zovele mooie
verhalen: het wordt ook verteld als
elders gebeurd. „In onze versie” aldus
ELK, „gaat het over een Frans dorp,
waar men samen een cadeau aan de
pastoor wilde geven en dit zou doen
via een groot vat dat op de markt
werd neergezet. Maar ieder dacht
enzen toen het vat was aangebo
den enz En zo zijn er ongetwijfeld
nog veel meer versies bekend.
HILVERSUM. „Het medium tele
visie is geen doorgeefluik voor kerke
lijke boodschappen. Met televisie kun
je bemiddelen. Wij willen in voortdu
rend gesprek zijn met gelovigen. Maar
vooral óók met twijfelenden, ongelovi
gen of zelfs tegenstanders. Als men
mij kan aantonen dat ik het evangelie
met onze televisie-programma’s schade
doe, dan gooi ik die programma’s van
daag nog om. Maar als wordt gezegd,
dat tv voortaan het reclamebureau
voor de kerk moet zijn en dat wij voor
nieuwslezer mogen spelen, dan ga ik
juist door in de richting, die we heb
ben ingeslagen.”
Aan het woord is de 41-jarige her
vormde predikant W. J. Koole, al ne
gen jaar directeur van de IKOR-televi-
sie. Voor de eerste maal woonde hij de
Hervormde Synode in Driebergen bij.
Hij heeft het geweten. Stormen van
critiek zijn over zijn hoofd gegaan
Tweeënhalf uur lang. Koole en zijn
collega van de IKOR-radio, ds. J. W.
de Haan, hebben twee minuten de tijd
gehad om op de ernstige grieven te
reageren. Eén minuut per man is niet
veel.
De critiek kwam uit alle windstre
ken. Een dominee uit Boven-Hardinx-
veld vond dat de Hervormde Kerk zich
maar uit het IKOR moest terugtrekken
en zelf maar een omroep moest begin
nen. Een medestander uit Huizen (N.-
H.) opperde het idee om de zendtijd
van het IKOR aan de Evangelische
Omroep te schenken. Zien actiegroepen
het IKOR soms als een gemakkelijke
spreekbuis voor hun doeleinden? vroeg
weer een andere dominee achterdoch
tig.
Dr. Graafland, zelf bestuurslid van
de kerkelijke omroep, tikte ds. Koole
eigenlijk het allerhardst op de vingers.
Hij meende dat het IKOR gevangen is
„in de fanatieke ideologie van de dia
loog, waarbij de belijdende stem van
de kerk niet overtuigend overkomt.”
Het IKOR is veel te zelfstandig. De
informatie, die het IKOR verschaft,
ligt altijd in de lijn van een horizon
taal evangelie.
Met grote meerderheid van stemmen
besloot de Synode dat er een „grondige
gelovige heroriëntering” van de kerke
lijke radio en televisie moet plaatsvin
den, dat de communicatie tussen kerk
en IKOR moet worden versterkt en dat
er wijzigingen in bestuur en program-
ma-commissies moeten komen.
De derde getuige dr. S. Wielenga,
predikant in Berlijn, sprak van een
soort „Staphorster theologie” voor de
politiek. De bestaande situatie is de wil
van God, hoogstens kunnen we bidden.
„Maar het evangelie is niet onpartij
dig”, riep hij uit.
Voor het eerst kwam toen het thema
duidelijk naar voren, dat de heer
Schakel later steeds weer zou hante
ren: „De kerk mag geen wapens zege
nen, dus ook niet van revolutionairen”.
Dr. Wielenga zei daarop dat wij de
verdrukten niet kunnen voorschrijven
welke middelen ze mogen hanteren,
terwijl we in feite het geweld van het
gezag ondersteunen. „Jezus heeft ner
gens tot geweld opgeroepen”, zei de
heer Schakel, maar hij kreeg lik op
stuk: „Jezus heeft ook geen christelijke
partijen opgericht”
„Uit Jezus’ woorden en optreden we
ten zijn volgelingen heus wel waar ze
moeten staan”, aldus ds. Wielenga, „ze
moeten kiezen tussen het recht en de
mammon”.
Prof. W. H. Velema, de eerste getui
ge tegen de stelling, sprak over een
„beschouwing met duidelijk marxisti
sche achtergrond. Het evangelie wordt
gereduceerd tot maatschappelijke kri
tiek. Het is de taak van de kerk de
boodschap te verkondigen. Achter deze
stelling ligt een stuk ongeloof van,- de
kerk in eigen boodschap”.
Prof. Velema maakte zeer duidelijk
onderscheid tussen kerk en christenen.
De kerk moet verkondigen, of de
christenen individueel in de geest van
de stelling kunnen handelen is vers
twee. „Moet de kerk als Pilatus de
handen in onschuld wassen?” vroeg ds.
ter Schegget. „Nee”, was het antwoord,
„de kerk moet onrecht onrecht noe
men”.
Oud-minister Roolvink kwam vertel
len dat men niet moet onderschatten
wat de kerk allemaal heeft gedaan.
Was de heer Schakel al met de actie
van Willem Duys aangekomen, hij
wees op een VARA uitzending over de
zusters van barmhartigheid in Calcut
ta.
„Hier gaat het om vriendelijke beje
gening en liefdesgave, maar wat er
moet gebeuren is architectonische kri
tiek”, zei ds. ter Schegget, „de zending
is nooit verder gekomen dan een edele
vorm van weldadigheid”, waarop de
Een ander tijdschrift, dat ons ter
kennismaking werd toegestuurd, is
„Smeed de zwaarden tot ploegijzers".
illustratie uit „Met
woorden”.
3.