IN
i mp o rü 3 nt-t ht-
0E\)ÏL
RPer
ONDERWIJS
AMERIKA
fer IScO'i
Hogi; ih^P">rt/c(nb-^Pe>Sor>t-
pcL-fc he r
the.
Openbare school
Buiten het getto
van
Ziektebeelden
Free school
Agressie
Verzet en afbraak
>1
EEN
OVER
Voor de dichtgespijkerde ramen
van de school hangt kippegaas. Al
les in de klassen is „kinderbesten-
dig”, en dus lelijk of onhandelbaar.
De school heeft een speciale onder
wijzer aangesteld om slaag uit te
delen (met een stuk hout) aan
„raddraaiers”. De kinderen die de
school bezoeken zijn schrikbarend:
de meesten van hen zijn volleerde
dieven en dievegges, op tienjarige
leeftijd verslaafd aan drugs; ge
regelde bezoekers van de kinder
rechter met ouders die nogal
eens in de gevangenis zitten. Maar
schrikbarender en misdadiger nog
kunnen de scholen zijn waarin
deze kinderen moeten opffromen.
In de greep
de staat
„School is dead” is de wat
afschrikwekkende titel van
een boekje dat kort geleden
zonder veel gerucht in Neder
land in de handel kwam.
Hoewel in Amerika in deze
tijd de boekwinkels vol staan
met litteratuur over de on
voorstelbare krisis waarin het
Amerikaanse onderwijs ver
keert, is nog maar weinig
van deze onthullingen overge
waaid naar Europa. En niet
alleen die onthullingen, maar
ook de problematiek van dat
onderwijs is hier weinig be
kend geworden.
Heel duidelijk wordt dat als je
als aanstaand onderwijzer, gewend
aan de nogal gemoedelijke at
mosfeer van Nederlandse lagere
scholen, voor het eerst binnenkomt
in een negergettoschool in Los An
geles, op (zoals een onderwijzer
het uitdrukt) „de ruigste plaats
ter wereld”.
ONZE MEDEWERKER BAS
BAAN - EEN DER REDACTEU
REN VAN ONZE RUBRIEK
DICHTERBIJ - IS ONLANGS
TERUGGEKEERD VAN EEN VER
BLIJF VAN EEN JAAR IN AME
RIKA. BAS BAAN, DIE STUDEERT
AAN DE RIJKS PEDAGOGISCHE
ACADEMIE IN HAARLEM,
BRACHT DE HELFT VAN DAT
JAAR DOOR OP EEN DER
GETTOSCHOLEN. OVER DE
INDRUK DIE HET AMERIKAAN
SE ONDERWIJSSYSTEEM OP
HEM PERSOONLIJK ALS AAN
STAAND ONDERWIJZER MAAK
TE, SCHREEF HIJ ONDER
STAAND VERHAAL.
De school is dood
De
Vervolg volgende tekstpagina.
Erbij
zien dat de „ziekte” natuurlijk
ook buiten de school heerst.
In een vergadering van de American
Medical Association, bijna twee jaar ge
leden, werd voor het eerst de uitwer
king van deze aanpassingspillen in een
film over een „hyperaktief” kind ver
toond. Slechts één van de aanwezige
artsen reageerde met de woorden: „Je
zus Christus, dat kind had iemand nodig
die zijn energie richting gaf, niet, niet
iemand die hem verdovende pillen liet
slikken!” Door zijn kollega’s werd zijn
uitlating als niet ter zake doend wegge-
wimpeld.
Op deze foto, genomen in een free
school in Los Angeles, gooit een
jongen met klei naar afbeeldingen
van een vader en moeder onzicht
baar op deze foto). Dit is in veel
free schools een legaal middel om
agressie te uiten.
se) versie van het oude ambachtelijk
leren, waarin het kind zelf zijn
„school” maakt door her en der in de
leer te gaan, net zo lang als het hem
zelf zint.
tests. De parallelklassen van de school
zijn gerangschikt van A tot en met C,
waarbij de A-klassen de „intelligente”
leerlingen en de C-klassen de „domme”
leerlingen herbergen. In de praktijk
komt het erop neer dat in de „intelli
gente” klassen de rustige kinderen bij
elkaar worden gezet, terwijl in de C-
klassen onhandelbare kinderen zitten.
Aan een nieuwe leerkracht geven de
onderwijzers van de gettoschool advie
zen over alle kunstgrepen om orde te
houden: welke beloften, bedreigingen
en beloningen indruk maken, naar
welke onderwijzer een kind dat sabo
teert gestuurd moet worden, enzovoort.
Eén onderwijzeres heeft met behulp
van deze methoden en volmaakte ste
riele orde geschapen. Ze zegt nooit één
woord in de klas tegen de kinderen
elke morgen deelt ze een stencil uit
met de opgaven die die dag gemaakt
moeten worden. Wie haar te lastig is
tieve methoden voor deze kinderen te
scheppen. Gedurende het afgelopen
jaar heeft Open Space met bevredigen
de resultaten zestien „ruziemakers” van
Broadway-school onderwezen”.
De ervaringen van deze drop-outs in
Broadway-school zijn dermate weer
zinwekkend geweest dat aanvankelijk
al hun interesse en kinderlijke verba
zing verdwenen lijken te zijn. Om die
belangstelling weer te activeren ver
vangt Open Space hoofdarbeid groten
deels door handenarbeid en kunstzinni
ge therapie. Veel aandacht wordt be
steed aan de wereld buiten de school:
elke dag gaan groepjes kinderen met
een paar onderwijzers de stad in om
tentoonstellingen, fabrieken, parken,
bedrijven enzovoort te bezoeken, of ze
Scholen die door Amerikaanse peda
gogen vergeleken worden met gevange
nissen; het met voeten treden van de
meest elementaire rechten van het
kind; terugvallen op de instelling van
de 19de-eeuwse „luister-zit-stil-school”;
de invloed van de staat op alles wat de
school doet; de intellect-cultus.dat
zijn enkele factoren die ertoe hebben
geleid dat grote pedagogen als John
Holt, Herbert Kohl en Ivan Illich het
openbaar onderwijs in hun land volle
dig hebben afgezworen. Zij zoeken
naar nieuwe onderwijswegen waaraan
in Europa in de verste verte nog niet
wordt gedacht. Ivan Illich (schrijver
van het binnenkort in Nederland ver
schijnende boek „Deschooling Society”)
ziet maar twee mogelijkheden: „We
kunnen de school van de staat loskop
pelen óf we kunnen de cultuur ont
scholen.” Hij wil het liefst het hele
instituut school met de grond gelijk
maken en teruggaan tot een (eigentijd-
was het
om de
maken wandelingen in een van de
natuurreservaten buiten de stad. Om
dat de meesten tot aan hun tiende of
twaalfde jaar nog nooit iets van de
wereld buiten het getto hebben gezien,
zijn die eerste ontmoetingen vaak diep
indrukwekkend, soms beangstigend. De
eerste keer dat de groep in een van de
canyons buiten Los Angeles komt is de
omgeving zo nieuw en schrikaanjagend
voor de kinderen, dat ze een uur lang
in de auto’s blijven zitten voor ze een
eerste wandeling in die nieuwe wereld
durven te maken.
De diepgewortelde angst blijkt ook
voortdurend uit wat ze schrijven, teke
nen en zeggen. Het beeld dat een
meisje heeft van de vader, wordt in
haar opstelletje vervormd tot het beeld
van een duivel. Een andere leerlinge
maakt op een gegeven moment een
tekening van een wanstaltig mens.
Plotseling kijkt ze ernaar en zegt: „Ik
heb het verknoeid.” En even later,
bijna geluidloos: „Ik heb mijn hele
leven verknoeid.” In enkele gevallen
maakt die angst geleidelijk plaats voor
een vernieuwde interesse.
wordt met een veelbeduidende wenk
de klas uit gestuurd naar de hoofdon
derwijzer, om een pak slaag te krijgen.
Ze geeft een nieuwe onderwijzer de
volgende raad: „Deze kinderen onder
wijzen is hetzelfde als dieren dresse
ren. Voor alles wat je ze wilt laten
doen moet je ze mooi laten zitten
De kinderen die vaak nog op
twaalfjarige leeftijd niet kunnen le
zen, worden naar een hulponderwijzer
gestuurd. De meesten van hen stuurt
die onderwijzer na een week weer
terug naar de klas met de mededeling
dat hij alleen die leerlingen neemt „die
aanleg voor lezen hebben”.
Terug naar de crisis zelf, die zich
voornamelijk in de openbare school
af speelt. Hoe is het mogelijk dat een
dergelijk instituut zo decadent is ge
worden? Om die vraag te beantwoor
den is het noodzakelijk om de „ziekte
verwekkers” te leren kennen.
Ivan Illich noemt niet voor niets de
staat als de grootste bedreiging voor de
scholen. Het is de staat die via de
zogenoemde „Boards of Education” het
leerplan van a tot z voorschrijft. Daar
bij niet geleid door inzichten van peda
gogen en psychologen, maar door zijn
eigen politiek. Onderwijs is politiek
geworden; weinig meer en niet minder
dan dat. Alles tot aan de schoolboeken
toe, is door de staat voorgeschreven.
Nog hinderlijker en gevaarlijker is
die invloed waar het gaat om het
inhameren van bepaalde waarden en
normen. Daarvan een letterlijk overge
nomen voorbeeld van een aardrijks
kundeles in een derde klas, die de
onderwijzeres begint met de vraag:
„Wie van jullie heeft er vanmor
gen naar de vlag gekeken?” Een
paar vingers gaan omhoog. „Wat
voor gevoel kreeg je daarbij, José?”
„Ik kreeg er een trots gevoel van,
juf.’
„Wat kun je doen om te zorgen
dat Amerika trots op je is, José?”
„Ik kan dingen doen voor onze
vlag, juf.”
„Goed José. Dingen voor onze vlag
doen, betekent dingen voor ons land
doen.”
De onderwijzeres slaat het hand
boek open dat de lessen van woord
tot woord voorschrijft, en leest voor
zichzelf: „Zo, door het kind te hel
pen om een gevoel van patriottisme
te ontwikkelen, zullen coöperatieve
gedragsvormen ontstaan waar zowel
het individu als de maatschappij
voordeel uit trekken. Andere gewens
te karaktertrekken worden ontwik
keld door een begrip en waardering
van de betekenis van de kleuren van
de vlag.”
Intussen maken de kinderen van
papier volgens de voorschriften van
het leerboek een grote Amerikaanse
vlag met op iedere ster een naam. In
de komende weken zal de onderwij
zeres elke middag een van de namen
afroepen en een leerling laten ver
tellen „wat hij die dag deed om
Amerika trots op hem te maken.”
Maar niet alleen waarden en normen
ook het gedrag wordt door veel
scholen tot in details voorgeschreven.
In zo’n lagere schoolklas kun je bij
voorbeeld het volgende lijstje van ge
boden en verboden tegenkomen:
1. Hij respecteert de normen die afge
sproken zijn door zijn groep (school,
stad, staat) en werkt mee om ze te
handhaven.
2. Hij is eerlijk en betrouwbaar.
3. Hij is hoffelijk en vriendelijk.
4. Hij werkt mee in alle schoolactivi
teiten.
5. Hij probeert het goede voorbeeld te
geven aan anderen.
6. Hij is trots op zijn werk.
Er zijn kinderen die deze soms
vreemdsoortige deugden slaafs volgen
en zich gedurende zes jaar kunnen
conformeren aan „het belang van de
groep” zonder zich af te vragen of die
normen van school, stad en staat wel
in alle gevallen juist zijn. Dat zijn
degenen die het twijfelachtige geluk
hebben, zonder moeite de school te
kunnen doorlopen. Degenen die onge
schikt zijn voor dat smalle pad van de
„deugd” worden van school verwijderd,
worden drop-out. Hoeveel kinderen het
slachtoffer zijn van deze verengde op-
voedingsmentaliteit, weet niemand.
Niet alleen moet het kind zich in het
keurslijf van „de goede burger” steken
om de school te kunnen doorlopen. De
staat eist ook een intellectuele exerci
tie die voor veel kinderen ondraaglijk
is. Sinds de economische crisis van dit
jaar krijgen de meeste scholen net
genoeg geld voor deze zwaar-intellec-
tuele basisprogramma’s. Tekenen, mu
ziek, gymnastiek en andere expressie
vakken worden massaal overboord ge
gooid om het zinkende schoolschip
drijvend te houden.
Naast de staatsinvloed is de invloed
van een typisch Amerikaanse psycho
logie, het neo-behaviorisme, moeilijker
naspeurbaar, maar allerminst minder
misleidend. De oorzaak van die invloed
vraag, hoe het komt dat de
school zich in deze richting heeft ont
wikkeld, ligt nu nog open. Het ant
woord op die vraag en dat is nu
niet meer verwonderlijk ligt bij een
belangrijk moment in de wereldpoli
tiek. Daarmee blijkt hoezeer de school
een verlengstuk van de staat is gewor
den.
In de vijftiger jaren kregen alle
vernieuwingspogingen in het Ameri
kaanse onderwijs de wind van voren.
De oorzaak van plotselinge kritiek op
alles wat buiten het boekje van lezen,
schrijven en rekenen ging was de
plotselinge schok die door Amerika
voer toen de Russen hun eerste spoet
nik lanceerden. Plotseling was nationa
le veiligheid belangrijker dan een on
bezorgde kindertijd: de „expert-maat-
schappij” had specialisten en technici
nodig om Rusland de baas te blijven.
Terwijl voordien de school tot doel
gehad had „hoe te leven,” werd plotse
ling het roer omgegooid naar „hoe te
leren.” Enorme bedragen werden be
steed aan het opvijzelen van akademi-
sche vakken. De harde lijn van een
zuiver intellektuele opvoeding verving
het brede pad waarlangs het kind zijn
eigen kindergangetje kon gaan.
Uit deze angst om de eerste plaats in
de wereld te verliezen is de huidige
openbare school geboren. Die angst is
nu nog voelbaar in de meeste van die
scholen. Erger nog: die angst is er zo
diep doorgedrongen dat er geen hoop is
voor de toekomst van die kinderen die
nu in de „gevangenis” van die Ameri
kaanse scholen zitten.
Uit het schrift van een negenjarig meisje uit het getto. Het woord „father”
werd door haar uitgegumd en vervangen door „devil”. Andere kinderen
schreven op de vraag, wat het belangrijkste voor hen was, onder meer: „Het
belangrijkste voor mij is werken”, „Het belangrijkste voor mij is: houd je
smoel dicht”, „Het belangrijkste voor mij is verhuizen naar San Francisco, in
een mooi huis”.
Als de grote vakantie nadert komen
in een gettoschool de rellen: in Broad
way-school wordt herhaaldelijk brand
gesticht, ruiten worden ingegooid, een
onderwijzer wordt buiten de school
plotseling door een kind aangevallen
en met een auto-antenne afgeranseld.
In een klas breekt plotseling een com
plete oorlog los, waarbij banken wor
den omgegooid, de inhoud van een kast
het raam uitgesmeten, en de onderwij
zer de klas wordt uitgejaagd.
Zulke explosieve ontladingen van
agressie blijken telkens veroorzaakt te
worden door de enorme druk die op de
kinderen wordt uitgeoefend eenzij
dig intellectueel werk en harde ge
dragsregels en zijn voor een groot
deel te vermijden. In het programma
voor drop-outs, waar de meest „onhan
delbare’ kinderen worden samenge
bracht, wordt bijvoorbeeld zodanig
therapeutisch gewerkt dat die uitbar
stingen sterk worden teruggebracht.
Dit programma voor drop-outs, Open
Space genoemd, schrijft ergens in een
publikatie: „Een aanzienlijk aantal
Broadway-leerlingen haat de school.
Toch blijven ze komen. Anderen heb
ben allesbehalve profijt van de leerer
varingen en zijn gewoonlijk absent.
Als ze aanwezig zijn, zijn ze altijd in
conflict en dus niet in staat om posi
tieve leerervaringen op te doen. Open
Space gelooft 'dat het de plicht van het
openbare schoolsysteem is om alterna-
De in Amerika meest bekend gewor
den radikale oplossing voor de krisis in
de klas is de zogenoemde „Free
school”. Dit schooltype is in Nederland
bekend geworden onder de naam van
de Engelse school „Summerhill”.
Sinds 1921 werkst A. S. Neill in zijn
school „Summerhill” met een opvoe
dingsidee dat hij „zelfregulatie” noemt.
Niet onwetendheid en domheid zijn de
bron van alle naschoolse ellende, maar
de onderdrukking van het natuurlijke
kind. Neill en zijn navolgers in Ameri
ka redeneren als volgt: als alleen het
intellekt wordt opgevoed, wordt het
kind tot een volwassene die geen raad
weet met zijn emoties en driften.
„Alleen wanneer het kind een be
paalde interesse heeft uitgeleefd is hij
vrij om verder te gaan naar iets
nieuws”, schrijft Neill in zijn boek
„Summerhill - a radical approach to
child rearing”. Emotionele onderdruk
king wreekt zich later op het leven in
neurosen, tenslotte in psychosomatische
ziekten.
Om alle kinderlijke agressie en emo
ties de vrije loop te laten voor ze zich
ophopen in innerlijke spanningen, ge
bruiken Free Schools soms de merk
waardigste middelen. In „Modern
Play School” in Los Angeles kunnen
kinderen met klei of plastic zakken
met water gooien naar de afbeelding
van een vader of moeder, met messen
en hamers inhakken op bonken klei,
stapels kartonnen dozen omschop
pen Met opgevouwen kranten wor
den klappen gegeven op tafels en stoe
len, of een zwaardgevecht ten beste
gegeven. Wat er van die kranten over
is kun je aan duizend stukken scheu
ren en als serpentine rondstrooien.
is weer de staat, in wiens straatje deze
stroming precies past. Het duurzaam
vergiftigen van kinderen met collectie
ve regels, en met name de techniek
van de „gedragsomvorming” (behavior
modification) is het werk van dit neo-
behaviorisme.
De tegenwoordige leidsman van deze
stroming in de psychologie, B. F. Skin
ner, kwam kort geleden ter sprake in
het weekblad „Time”, in een artikel
dat getiteld was: „We kunnen geen
vrijheid toestaan.”
Skinner’s volledige boodschap luidt
ongeveer als volgt: we kunnen de vrij
heid niet meer toestaan als een onder
deel van de westerse maatschappij.
Vrijheid moet vervangen worden door
controle van de mens, zijn gedrag en
zijn cultuur.
In zijn boek „Walden Two” doet
Skinner een merkwaardige onthulling
over de oorsprong van de methoden die
hij toepast: „Ik heb maar één idee in
mijn hele leven gehad. Een echte idéé
fixe. Om het botweg te zeggen: het
idee om mijn zin te krijgen. Het woord
„controle” drukt het goed uit. De con
trole van menselijk gedrag. In mijn
vroegere experimenteerdagen
een waanzinnig verlangen
touwtjes in handen te hebben. Ik her
inner me de woede die ik voelde als
mijn hypothese niet uitkwam. Ik kon
wel schreeuwen tegen de proefperso
nen van mijn experimenten: „Gedraag
je verdomme! Gedraag je zoals het
hoort!”
Skinner’s ideeën over de controle
van het gedrag worden in Amerika
niet alleen toegepast in vele scholen,
maar ook in psychiatrische inrichtin
gen, gevangenissen en fabrieken. Veel
scholen geven bijvoorbeeld punten aan
die leerlingen die nauwgezet de ge
dragsvoorschriften opvolgen. Met die
punten krijgen de kinderen dan be
paalde privileges, snoep of een geldbe
drag. Zo kregen de kinderen in het
getto waar ik als onderwijzer werkte
10 dollarcent voor elk bezoek dat ze
brachten aan een niet verplichte les
over.... etiquette.
Een jongen van 17 jaar uit het New-
yorkse getto Harlem schrijft over zijn
school:
„Het begon allemaal vijf jaar ge
leden, in de zesde klas. De onderwij
zer gaf ons werk op en ik was het
eerst klaar dus ik dacht dat ik eens
lol kon hebben. Dus ik maakte een
tekening van een man die zelfmoord
pleegde en ik schreef dat die man
zei dat hij zichzelf ging doodsteken.
En de meester zag het en dacht dat
ik van plan was om me dood te
steken. Hij gaf het aan de hoofdon
derwijzer en de hoofdonderwijzer
gaf het aan de dokter en die gaf het
aan een psychiater in New Jersey en
de psychiater zei dat ik geestelijk
gestoord was”.
In een ander opstel, van een neger
jongen van 16 jaar, is het moeilijk uit
te maken wat fantasie is en wat wer
kelijkheid maar daardoor wordt de
beleving van de werkelijkheid juist
nog weerzinwekkender:
„José is achterlijk en toen ik wist
dat hij achterlijk was bracht ik hem
naar het achterlijke ziekenhuis en ze
gaven me 100 dollar voor hem. De
dokter zei: Nou en of is hij achter
lijk, en dank je wel.”
Binnen vrijwel elke gettoschool is
het onderwijzen gereduceerd tot een
aaneenschakeling van zinloze, vaak ge
welddadige ordemaatregelen. De onder
wijzers die er terechtkomen zijn in
veel gevallen „weggedegradeerd” uit de
scholen buiten het getto, omdat ze daar
niet voldeden aan de eisen van de
school. Dat betekent dat ze hier voor
nog veel grotere problemen gesteld
worden, waarop hun enige antwoord
meestal fysiek geweld is.
In Broadway-school in Los Angeles,
waar ik een half jaar werkte in een
programma voor drop-outs (kinderen
die door de onderwijzers als „hopeloze
gevallen” zijn opgegeven en van de
eigenlijke school worden verwijderd)
spreken de leerkrachten over de kinde
ren als „de dieren” of „de bende”.
Broadway-school (60 percent neger
kinderen, 30 percent Mexicanen, 10
percent blanken) heeft de meeste drop-
outs van alle scholen n de stad, de
meeste kindermisdaden, en de laagste
scores op door de staat voorgeschre
ven lagere school lees- en reken
in het onderwijs uiten de invloeden
van de staat (en behaviorisme) zich op
zo veel verschillende wijzen, dat ik
slechts enkele voorbeelden kan noe
men.
Over het verschijnsel van de drop-
out, het kind dat van school verwij
derd wordt, is al gesproken. Binnen de
school vallen de meest harde klappen
onder de minderheidsgroepen: Mexica
nen, Puerto-Ricanen, negers enz. De
oorzaak daarvan wordt wel aangeduid
met de term „immigratie-syndroom”
van oudsher is de Amerikaanse school
erop ingesteld, buitenlanders (immi
granten) met zachte of harde hand te
maken tot „echte Amerikanen”.
Vandaar dat voor Europese begrip
pen zo overdreven patriottisme in
de school. Voor die bevolkingsgroepen
die gewend zijn aan andere normen en
waarden dan die in de school gepredikt
worden (en dat zijn juist de minder
heidsgroepen) is de aanpassing aan de
„Amerikaanse droom” dubbel zo pijn
lijk. De school toont bijvoorbeeld de
Spaans sprekende Mexicaan, dat zijn
taal en cultuur minderwaardig zijn: op
school wordt Engels gesproken en
Amerikaans gedacht. Dat betekent voor
elke Mexicaan dat hij pas in de eerste
klas Engels begint te leren, en dat hij
daarmee plotseling een ander leven
dan dat in zijn gezin moet leiden. Die
ontwikkeling betekent een gemiddelde
achterstand van vier jaar op de school
prestaties van blanke kinderen, en ein
digt meestal met verwijdering van
school.
Misschien nog erger eraan toe is het
nerveuse of „hyperaktieve” kind. Vorig
jaar werd bekend dat 5 a 10 percent van
de 620.000 schoolkinderen in Ohama
door artsen pillen kregen voorgeschre
ven die hun gedrag veranderde. Er werd
toen geschat dat tenminste 3 miljoen
kinderen in de Verenigde Staten op deze
wijze werden aangepast aan de school.
Vaak worden deze praktijken binnen de
school, soms zelfs zonder medeweten
van ouders, toegepast. Zo is het in som
mige scholen gewoonte, een kind dat de
onderwijzer te wild wordt naar de
schoolverpleegster te sturen. Zo’n kind
moet dan een uur stil liggen op een bed
(de beste methode om het kind nóg wil
der te maken), of krijgt een pilletje uit
het verdovingsarsenaal, waarmee tijde
lijk het ongewenste gedrag werd wegge
nomen. (Onnodig te zeggen dat deze pil
len alles doen behalve duurzaam gene
zen). De vanzelfsprekendheid waarmee
deze ontwikkelingen zich afspelen laat
A’iiï