DE WONDERLIJKE WERELD VAN
ST. EUSTATIUS EN SABA
Bewoners blijven
in leven zonder
middelen van
bestaan
Overheid verkoopt grond om
salarissen te kunnen betalen
Nederlands voor de schooljeugd
een overbodige
ballast
Op straat en
thuis alles
Engels
Amerikaanse
hotelbouw in
Amsterdam
.0
11
o
SABA
Ramp
DINSDAG 21 DECEMBER 1971
urn
iiniiiim
nnmnniinmfmiiiiinnuinn
Ex-,,Golden Rock”
(Van onze correspondent)
Eenheid op papier
„Ziekenhuis”
„Kapitalisten”
Columbus...
'fc Verbindingen
Enige indicatie
(Van onze correspondent)
WILLEMSTAD (Curasao) Het leven op St. Eustatius met op 21 vier
kante kilometer 1.600 inwoners, is nogal primitief. Dat ervaar je al als je
op St. Maarten in het vliegtuig stapt. Ruim twintig passagiers klemvast
in een kabine ter grootte van een minibusje maken het gebruik van veilig
heidsriemen eigenlijk overbodig. Als op het laatste moment nog een late
klant komt aanhollen, mag hij op de plaats van de tweede piloot zitten die
dan achterblijft. Als „No Smoking” aanfloept, steekt de eerste piloot, ex-
oorlogsvlieger, een verse pijp op en slaan de passagiers een fors kruisteken,
waarna ze de ogen stijf dichtknijpen.
WILLEMSTED (Curasao) Op de Bovenwindse Eilanden is men, meer
nog dan op Curacao, nogal geschrokken van het rumoer rondom het bezoek
van de Venezolaanse president Caldera aan Curacao en van de onafhanke-
lijkheidsboodschap, die begin september door de Nederlandse parlemen
taire missie tijdens het bezoek aan de Nederlandse Antillen is gepredikt.
„We prefer to go back to Holland”, zegt gedeputeerde (wethouder) J.
Brooks op Saba. Een uitspraak, die in Nederland weinig weerklank zal
vinden, maar die op de Bovenwindse Eilanden goed is voor een verkiezings
overwinning. Voor Saba en St. Eustacius, twee eilandjes zonder enige eigen
bron van inkomsten, is het een kwestie van zelfbehoud. De nood is hoog
en de ervaring heeft geleerd dat men van het naburige St. Maarten geen
hulp heeft te verwachten.
till
Geen
WWVXA/WWW^WVWWWWVWUWW\/\/WVW\/WW
XXINMNXv
■Ml
VOLKSWONINGEN OP ST. EUSTATIUS
Twee
voor
Zestig percent van de moeders is onge
huwd. Tweeënvijftig percent van het aan
tal inwoners bestaat uit kinderen beneden
15 jaar. Verder zijn er veel ouden van
dagen en nog wat werkschuwe jongeren.
Waar iedereen van leeft is ook voor het
eilandbestuur een raadsel.
hoofdplaats ..The Bottom”. Saba „The
Unspoiled Queen” staat er op de toe
ristenfolder ziet er opmerkelijk vriendelij
ker uit, dan St. Eustatius. Veel groener en
schoner, met tegen de berghelling een
paar dorpjes, die met hun witgevefde of
uit natuursteen opgetrokken huisjes het
eiland het uiterlijk geven van een Madu-
rodam op ware grootte
Via de Welvaartsweg en de Drs. Kort-
halsweg de ontwikkelingshulp laat
overal sporen achter komen we in
Oranjestad. Veel forten en ruines, die nog
dateren uit de periode van de Amerikaan
se Vrijheidsoorlog, toen St. Eustatius als
vestiging van de Westindische Compagnie
een belangrijke rol speelde in de wapen
smokkel naar de Verenigde Staten. De
bijnaam „Golden Roek” heeft Oranjestad
uit deze periode overgehouden.
De enige in bedrijf zijnde logiesgelegen-
heid is een voormalig officiersverblijf, dat
als „Government Guest House" deels
dienst doet als stadhuis deels als herberg
voor enkele uit de koers geraakte toeris
ten. Hun kamers komen uit op de trouw
zaal met een grote jeugdfoto van prinses
Juliana.
„Noem mij maar gekke Gerrit”, zegt de
gerant, een buiten het nest gevallen Ne
derlander, die via de wilde vaart en de
inpakafdeling van een Amerikaanse com-
puterfabriek in de horecasector van St.
Eustatius is beland. Hi’ is in dienst van
een Amerikaan, die op St. Eustatius grote
activiteiten ontplooit in de groothandel.
Hij heeft het bedrijf op zijn beurt ge
pacht van een landgenoot in New York,
die het weer gehuurd heeft van de eilan
delijke overheid.
De zestienhonderd bewoners van St.
Eustatius en de ongeveei duizend Sabanen
moeten leven van datgene wat overschiet
uit de nadelige begrotingssaldi van Cu
racao en Aruba. Dan toch maar liever
Nederland. De band met het moederland
mag dan niet zo natuurlijk zijn, de band
met Curacao en Aruba is dat zeker niet.
„Wij kunnen het niet helpen, dat wij bij
de Nederlandse Antillen zijn ingedeeld,
zegt een verongelijkte Sabaan. „Dat heb
ben de Hollanders gedaan”.
Het ziekenhuis van St. Eustatius kwam
ruim een jaar geleden in het nieuws, toen
een Nederlandse arts, die drie jaar op het
eiland gepionierd had in enkele Neder
landse kranten een uitvoerig verslag gaf
Het sprongetje naar St. Eustatius duurt
nog geen tien minuten. Dan staan we op
de President Roosevelt luchthaven, een
soort slecht onderhouden voetbalveld met
een kleedlokaal als stationsgebouw. Een
politieagent, tevens ambtenaar van de
Vreemdelingendienst, douanebeambte en
luchthavenmeester, is ook belast met de
brandbeveiliging op de luchthaven Maar
daar kan hij moeilijk een dagtaak aan
hebben. Het enige brandblusapparaat kan
maximaal twee minuten schuim produce
ren. Daarna is de voorraad schuimblus-
middelen van St. Eustatius uitgeput Het
kruisteken van de medepassagiers heeft
een diepe betekenis.
De taxichauffeur kent de weg van het
vliegveld naar Oranjestad blindelings,
want een groot gedeelte van de rit ver
toeft hij onder het dashboard om een
draadje los of vast te maken. Desondanks
kan een leek constateren, dat de motor
niet goed loopt. „Het ligt aan de benzine”,
zegt de chauffeur. „We hebben er deze
maand teveel water in”. Dat kun je van de
radiateur niet zeggen, gezien de hoeveel
heid stoom, die na drie moeizaam geno
men heuveltjes onder de motorkap van
daan komt.
ï.-. «iX*
Op St. Eustatius staan veel ruïnes van
forten uit de tijd van de West-Indi-
sche Compagnie. Eén ervan dient als
onderdak voor de telefooncentrale van
het eiland.
in de Voorstraat op St Maarten evenmin
ver als in de Kalverstraat in Amsterdam.
Op de Bovenwinden wordt namelijk En
gels gesproken: een zangerige variant op
het Oxford-Engels, waarbij uitbundige ge
baren er wonderwel in slagen een beperk
te woordenschat te compenseren.
Maar om de koninkrijksband in stand
te houden wordt er echter van de eerste
klas lagere school af les gegeven in het
Nederland. Daar merk je verder weinig
van. Een lagereschoolleerling op Saba
kan wel de Nederlandse tuinbouwgebie
den opnoemen en iets over Willem de
Zwijger vertellen, maar als je hem de
weg wil vragen, kun je het maar beter in
het Engels doen. Dan kom je tenminste
nog ergens.
De schoolkinderen zijn de enigen die
deze koninkrijksballasi met zich mee
moeten dragen. In alle overige sectoren
van de bovenwimdse samenleving is het
Nederlands als officiële taal al lang ver
vangen door het Engels Het nuttig effect
van het onderwijs komt daardoor wel
enigszins in gedrang. Van de twee lagere
AMSTERDAM Sonesta International
Hotels Corporation in Boston (V.S.) wü in
Amsterdam een hotelcomplex bouwen met
financiële steun van de Nederlandse re
gering. Het project vergt twaalf miljoen
dollar De Nederlandse Investeringsbank
heeft 3,1 mi1? oen dollar toegezegd voor een
langlopende 'woede hypotheek. De maat
schappij verwacht dat de onderhande-
lingen over de financiering van een eerste
hypotheek deze maand afgesloten zullen
worden.
Engels thuis en op straat, maar op
school wordt les gegeven in het Neder
lands en dat is dan samen met een foto
van de koningin in alle officiële en semi-
officiële gebouwen en de Delftsblauwe
klompjes (Made in Hongkong) in de sou
venirwinkels de enige indicatie, dat wij
De bewoners van Saba, het eilandje op
enkele kilometers van St. Eustatius hebben
met dezelfde noodtoestanden te kampen.
De hele oppervlakte van Saba, 13 vier
kante kilometer, wordt in beslag genomen
door de Mount Scenery een uitgewerkte
vulkaan, die steil uit zee oprijst. Op het
enige vlakke gedeelte van het eiland, een
plateau op 50 meter boven de zeespiegel
tegen de berg geplakt ligt het vliegveld.
Er is nauwelijks ruimte voor een airstip
van 400 meter. Vanuil de lucht lijkt het
onmogelijk, dat een vliegtuig op dat opge
lapte stukje asfalt zonder ongelukken aan
de grond kan komen. Maar de „Winair”-
piloot speelt het klaar zonder zelfs zijn
pijp uit zijn mond te nemen „Opstijgen
gaat nog veel gemakkelijker”, zegt hij, „ik
rijd gewoon de baan af en dan vliegen
we”.
De enige weg op het eiland kronkelt
van het vliegveld tegen de berg op en aan
de andere zijde naar beneden tot in de
scholen op St. Eustatius zijn aan het
einde van het afgelopen schooljaar zeven
leerlingen naar Curasao vertrokken om
verder te studeren. De overigen zullen het
Nederlands, waar zij zeven jaar of langer
mee zijn geplaagd, nooie meer gebruiken.
Toch is er weinig weerstand te bespeu
ren tegen het Nederlands in het onder
wijs. „You should know your own langu
age first” zegt gedeputeerde J. Brooks
van Saba. En hiermee bedoelt hij dan het
Nederlands, dat hij zelf niet beheerst
De enige regelmatige verbinding met de
buitenwereld is het vliegtuigje van en
naar St. Maarten. Als het regent laat de
„Winair” het echter afweten, hetgeen ge
zien de toestand van het vliegveld wel te
verklaren valt. De „24-uurs”-radioverbin-
ding met St. Maarten functioneert gemid
deld twee uur per dag De proviandering
wordt verzorgd door een kustvaarder die,
als alles meezit, eenmaal per maand bij
Oranjestad het anker laat vallen want er
Is geen haven en geen steiger. De lading
wordt per roeiboot aan land gebracht. Als
ons nog steeds in het Koninkrijk der
Nederlanden bevinden Op St. Maarten
leest men de San Juan Star uit Puerto
Rico. Radio en televisie staan afgestemd
op Portoricaanse golflengten. De Curaqao-
se dagbladen, die met enige dagen vertra
ging op de Bovenwinden arriveren, vinden
alleen enige aftrek bij de ambtenaren en
bij een handjevol Nederlandse onderwij
zers, die op Curacao een paar krantepa-
gina’s per dag vulden zijn op de Boven
winden nauwelijks doorgedrongen.
Dokter Smit, een jonge Nederlandse
arts, beschikt in zijn ziekenhuis over één
gediplomeerde verpleegster en een aantal
meisjes in witte-,jurken, wier enige kennis
bestaat uit hetgeen zü zich nog uit hun
lagere schooltijd herinneren. De bedden
zijn al jaren rijp voor de schroothoop. De
matrassen zijn volledig vergaan.
In de keuken wordt een wrakke ijskast
met een touwtje dichtgehouden. De pan
nen moeten 12 jaar geleden nieuw zijn
geweest.Omdat de omheining van het zie
kenhuis een meer symbolisch karakter
heeft, lopen kippen en ander kleinvee ook
buiten het bezoekuur door de gangen.
Achter het ziekenhuis staat een station
car: een weinig hoopgevende combinatie
van ambulance en begrafenisauto.
klapstoeltjes dienen als onderstel
brancard of doodkist.
Een instrumentarium is er niet,
röntgentoestel, maar ook geen injecties
puit. Prikken worden gegeven met een
voor eenmalig gebruik bedoelde wegwerp-
spuit, die door het herhaalde uitkoken
vrijwel onbruikbaar is.
De voorganger van dr. Smit klaagde in
het krantenartikel over een tekort aan
geneesmiddelen. Die zijn er nu helemaal
niet meer, omdat het eilandbestuur de
rekeningen niet kan betalen. Ernstige zie
ken moeten naar het ziekenhuis op St.
Maarten. Geen tien minuten vliegen, maar
vooral ’s nachts een hele expeditie.
Dr. Smit: „Ik zat laatst midden in de
nacht met een acuut geval. De radiover
binding met St. Maarten deed het zoals
gewoonlijk niet. Gelukkig woont een van
de piloten van „Winair’ op St. Eustatius.
Die komt ’s avonds met een vliegtuigje
naar huis. Ik heb die man met veel
moeite uit zijn bed gekregen. In het
pikdonker zijn we van onze „luchthaven”
opgestegen. De ezels, die er ’s nachts
ronddolen, waren door het lawaai geluk
kig op de loop gegaan We hebben een
tijdje boven het vliegveld van St. Maarten
rondgecirkeld, in de hoop dat iemand de
baanverlichting zou ontsteken. Die bleek
kapot, zodat de piloot het daar ook in het
donker moest klaren De patiënt werd
naar het ziekenhuis' gebracht. Ik was
nauwelijks thuis of ik moest bij de admi
nistrateur (burgemeester) op het matje
komen. Daar ik als ambtenaar zonder zijn
toestemming het eiland had verlaten
kreeg ik een officiële berisping.”
Een aanbod van Amerikaanse en Ne
st. Maarten, Saba en St. Eustatius vor
men samen het eilandengebied der Boven
windse Eilanden. Maar ook deze admini
stratieve eenheid lijkt alleen op papier te
bestaan.
In tegenstelling tot Saba en St. Eustati
us, de twee meest armlastige gebieden van
de Nederlandse Antillen, heeft St. Maar
ten de laatste jaren een stormachtige
ontwikkeling doorgemaakt in de toeristen
sector. Als dit zo doorgaat verwacht men
binnen vijf jaar financieel onafhankelijk
te zijn.
Claude Wathey, de ongekroonde koning
van St. Maarten, voelt er echter niets
voor om de buit met de andere twee
eilanden te delen. Vandaar zijn pogingen
om St. Maarten los te maken van Saba en
St. Eustatius. Het feit dat hij zijn politieke
greep op deze twee eilanden bij de laatste
verkiezingen heeft verloren, kan deze af
scheidingsbeweging slechts versnellen.
Saba en St. Eustatius hebben echter als
autonoom gebied weinig bestaansrecht en
nog minder bestaandsmiddelen. „Liever
afhankelijk van Nederland dan van Cu
racao” is dan ook niet zo’n onbegrijpelijke
leuze.
Alle hoop is gevestigd op het tover
woord toerisme. Maar ook op Saba heb
ben de Amerikanen hun activiteiten tot
nu toe hoofdzakelijk beperkt tot grond
aankopen. „We hebben geen enkel pro
bleem meer met die Amerikaanse grond-
speculanten”, zegt de administrateur. „We
zijn namelijk uitverkocht”.
„Columbus heeft zich persoonlijk met
de ontdekking van de Bovenwindse Eilan
den beziggehouden”, zegt men op St.
Maarten. En als je zoiets maar star blijft
volhouden komt het vanzelf eens een keer
in de Amerikaanse geschiedenisboeken,
waardoor er ongetwijfeld nog meer Ame
rikaanse toeristen naar St. Maarten zullen
komen.
Na Columbus moesten de Bovenwinden
nog ruim twintig keer veranderen voordat
Peter Stuyvesant er uiteindelijk de Ne
derlandse vlag plantte. Omdat hij bij het
verrichten van dit wapenfeit een been
verspeelde, wordt hij op de Nederlandse
Antillen nog steeds als held vereerd, wat
iets te veel eer lijkt voor een kaperkapi
tein, die voor de Westindische Compagnie
fortuinen heeft verdiend in de slavenhan
del.
De band die in deze periode ontstond
tussen de Bovenwindse Eilanden en de
Benedenwindse Eilanden Curacau
Aruba en Bonaire heeft het nooit veel
eerder kunnen brengen dan een louter
administratief contact.
Een Curacaoenaar voelt zich op St.
Maarten in het buitenland en dat mag
ook wel na een reis van ruim 800 kilome
ter waar een DC-9 ruim tweeënhalf uur
voor nodig heeft, inclusief een tussenlan
ding in Puerto Rico. Met het papiamento
van de Benedenwindse Eilanden kom je
De ongeveer duizend Sabanen, verspreid
over vier dorpen, zijn verdeeld in twee
streng gescheiden bevolkingsgroepen. De
blanken, afstammelingen van Engelse en
Nederlandse kolonisten, wonen in „Heli’s
Gate” en „English Quarter”. De andere
twee dorpen worden bewoond door kleur
lingen. Een bijna volledig Zuidafrikaanse
toestand met voor elke groep een eigen
kerk en een eigen club. Met dit verschil
echter, dat de rassenscheiding op Saba
niet van bovenaf is opgelegd, maar per
tradidtie in stand gehouden wordt. Ge
mengde huwelijken zijn uitgesloten.
omtrent de wantoestanden bij de zieken
verzorging. Het krantenartikel sloeg op
Curacao harder in dan in Nederland.
Spoorslags togen dan ook enkele Antilli
aanse ministers naar de Bovenwinden,
waar zij tot hun schrik moesten constate
ren,dat het verhaal van de Nederlandse
arts akelig waarheidsgetrouw was. Terug
op Curacao verklaarden zij evenwel dat
het allemaal nogal meeviel. Vervolgens
gebeurde er niets, zodat de tegenwoordige
gouvemementsarts er nog veel slechter
aan toe is.
de boot te laat komt of een maand
overslaat zit het eiland een tijdje zonder
suiker of melkpoeder. Maar het ergste
wat een inwoner kan overkomen is, dat
de bieraanvoer stagneert. Er wordt waar
schijnlijk meer bier geconsumeerd dan
drinkwater. Het hele eiland is bezaaid met
lege bierflesjes.
Een avond zonder storing in de elektri
citeitsvoorziening is zeldzaam. De water
voorziening is afhankelijk van de regen
val. Bussen butaangas moeten van overzee
komen. De gasvoorziening is dus even
onbetrouwbaar als de scheepsverbinding.
De telefoon is nog van het slingertype.
De telefooncentrale bevindt zich in een
hokje boven op de ruïnes van een oud
fort. Een juffrouw met krulspelden en
een haakwerkje moet achter een prikbord
de verbindingen tot stand brengen. Het is
elke keer weer een verrassing wie je aan
de lijn krijgt. Soms prikt ze echter de
eerste keer al goed.
Een kippenhok even buiten Oranjestad
blijkt het slachthuis te zijn. Onder toe
zicht van een groepje kinderen, ettelijke
honden en zwermen vliegen worden gei
ten en ander kleinvee op de meest ele
mentaire wijze geslacht en ontleed.
Drie politieagenten vormen samen ook
het brandweerkorps. Voor uitslaande
branden staat hun in theorie een jeep ter
beschikking. Meestal is deze echter uitge
leend aan een van de plaatselijke keuter
boertjes.
Voor het transport van huisvuil, water
en zand en voor het legen van beerputten
beschikt het eilandbestuur over een
vrachtauto die op instorten staat. Hij
wordt gestald in de „dienstgarage” De
twee monteurs hebben echter geen tijd
voor reparatiewerkzaamheden. Een groot
gedeelte van de dag werken ze als taxi
chauffeur in de buurt van het vliegveld.
In het gunstigste geval wordt het huis
vuil één keer per maand opgehaald. De
vuilnisbakken worden daarom meestal
langs de kant van de weg geleegd.
Riolering is in Oranjestad onbekend, ’s
Morgens vroeg worden de nachtspiegels
op straat geleegd.
Achter het sehilderachtige uiterlijk van
Saba gaan dezelfde problemen schuil als
op St. Eustatius Geen eigen inkomsten,
grote werkloosheid, geen sociale voorzie
ningen en weinig geld van de landsover-
heid. Na de eerste zes maanden van dit
jaar waren de begrotingsgelden al volledig
uitgeput. Een Nederlandse onderwijzeres,
die op eilandskosten voor geneeskundige
behandeling naar Nederland moest, bete
kende voor het eilandbestuur een finan
ciële ramo.
''XX'XXXX'^XxXX’^XK^x^x^vS&S^^.
*xw*****^^^»»*t^jjj|
^***w**^'n.' .((((nnn'mnnijm^iui
XXXXXXXX^XX^XXKXXXN^^^
derlandse mariniers, die op St. Eustatius
een gezamenlijke oefening hadden gehou
den, om het hospitaal aan geneesmiddelen
en nieuwe bedden te helpen, werd door
het vorige eilandbestuur niet aanvaard.
„We hebben het niet nodig” zo werd
gezegd. Na de verkiezingsnederlaag van de
Democratische Partij heeft de WIMP, de
„West Indian Progressive Movement” het
bestuur overgenomen. Dr. Smit heeft nu
weer hoop dat het de zaken grondig gaat
saneren.
Maar ook het meest welwillende eiland
bestuur kan weinig uitrichten zonder fi
nanciële middelen. Het toerisme, de mo
ney-maker van het naburige St. Maarten,
stelt op St. Eustatius niets voor. Het
eilandje heeft trouwens op dit gebied
weinig te bieden: een grijsachtig strandje
voor Oranjestad en wat ruines uit de tijd
van de Westindische Compagnie. Wat ech
ter weer niet belet, dat een aantal Ameri
kanen het grootste gedeelte van het eiland
heeft opgekocht. Verder dan het plaatsen
van borden, waarop de toekomstige wel
vaartsstaat met hotels bungalows, casino’s
en golfbanen wordt beschreven, gaan ze
echter niet.
De enige werkgever op St. Eustatius is
het eilandbestuur. Vooi 24 zijn enkele
gelukkigen twee dagen per week in dienst
van Openbare Werken Materiaal voor
nieuwbouw of onderhoudswerken is er
echter niet. De werkzaamheden bestaan
meestal uit grassnijden Wie wil werken
moet zijn geluk buiten het eiland beproe
ven, hetgeen een duidelijke weerslag heeft
op de samenstelling van de bevolking:
veel moeders met hele reeksen kinderen.
De bewoners van St Eustatius blijken
in staat te zijn om zonder middelen van
bestaan in leven te blijven. St. Eustatius j
is de meest noodlijdende nederzetting in
het Koninkrijk, een eiland zonder eigen
inkomsten. Alleen een handjevol „kapita
listen”, die meer dan 3.000,per jaar
verdienen, betalen belasting. Voor het
overige is men afhankelijk van de gelden
die de landsregering (Curacao en Aruba)
via St. Maarten waar het grootste
gedeelte blijft hangen kan en wil
afschuiven. Het is meestal net niet vol
doende om de salarissen van 'een paar
ambtenaren en de rekeningen van het
voorafgaande jaar te betalen. Enkele
maanden geleden moest het eilandbe
stuur een stuk grond aan een Amerikaan
se grondspeculant verkopen om de sala
rissen van de onderwijzers te kunnen
betalen. Gezien de geringe oppervlakte
van het eiland kan deze wijze van finan
ciering slechts een paar maal herhaald
worden.