I p s SM B I Ui EENS ZUL JIJ DE GELIEFDE VAN DE KONING ZIJN BRiir ..OM Sm I T 29 december 1721 15 april 1764 Waarzegster voorspelde 9-jarige burgerdochter Jeanette Poisson: VRIJDAG 24 DECEMBER 1971 Erbij 1721, nu Bouwkoorts Behalve V erleidelijke koning Gemaskerd bal Rijtoertjes BijnaamKoninginnetje Weelde en armoede i Weliswaar was het de naam van haar wettige vader, de belasting pachter Francois Poisson, maar haar moeder had ook een minnaar, een minnaar die een heel wat mooiere naam droeg: hij heette Le Normant de Tournehem, was ge zant geweest in Zweden en ook hij had als pachter van de belastingen veel geld verdiend. Het is een poos niet zo goed gegaan met Poisson r hij werd beschuldigd van fraude en moest om gevangenschap te ontlopen de wijk nemen naar het buitenland. Maar de bewonderaar van zijn vrouw deed zijn best voor hem en na acht jaar werd vader Poisson gerehabiliteerd. Op welke wijze Tournehem dit succes be reikt heeft blijft wat duister, maar dat Poisson hem dankbaar was is buiten kijf. Ja, van dat ogenblik af leefde het drietal in pais en vree met en bij elkaar. Nu was de acht tiende eeuw in dit opzicht heel liberaal. Er is een verhaal over een jonge echtgenoot die, thuiskomen de, zijn vrouw in bed aantrof met haar minnaar. Ontsteld riep hij uit: Maar liefste, wees toch wat voorzichtig! Stel je voor dat een ander hier zou zijn binnengeko men! En het is wel wat in deze sfeer dat de kleine Jeanette op groeide. AN ADELLIJKE of aanzienlijke geboorte was zij niet. Dat blijkt al uit haar naam. Toen zij op oudejaarsdag van 250 jaar geleden, werd ge doopt, ontving zij de naam Jeanette Poisson, op z’n Hol lands Jannetje Vis. En het is zelfs de vraag of zij op deze weinig aristocratische naam recht had. 0^ V ■■Hg? <1 üW I gr i een de LODEWIJK XV groteFranse toneelschrij - Dr. P. H. SCHRODER Cochin: Voorstelling van de opera Acis en Galathea in het theater van de Markiezin de Pompadour in 1749. Cochin: Bal in de Galerie des Glacés te Versailles op 25 februari 1745. vers als Racine uit het hoofd te leren en in haar kring gold ze voor een uitstekende amateuractrice. Ook zong en musiceerde zij aardig. Maar vooral was zij beeldschoon. Er bestaan vele portretten van haar toen zij aan het hof te Versailles schitterde, waarvan het eigenaardige is dat ze niet zo erg op elkaar lijken. Zij had een levendig gezichtje dat elk ogenblik van uitdruk king veranderde en waarvan vooral de stralende ogen de aandacht trokken. Als jong meisje had zij een betoverend figuur. Maar wat haar grootste charme vormde, was haar geest. Ze kon amu sant vertellen en geestig uit de hoek komen. Maar een meisje uit de burger klasse bleef ze. En die kwamen niet aan het hof. vrouwelijk schoon. Het lijkt overigens heel waarschijnlijk dat Jeanne de ko- ning toen al liefhad, wat iets anders is dan dat ze op hem verliefd was. Dat waren honderden jonge meisjes in dié tijd. Maar voor haar is Lodewijk de grote en enige liefde geweest, haar leven lang. Merkwaardig daarbij is dat zij in wezen een koele vrouw was voor wie seksualiteit weinig betekende. Zij wilde de koning winnen en boeien door haar persoonlijkheid en dat is haar ook gelukt. Maar het gevolg was dat zij altijd in angst en vreze leefde dat haar minnaar haar „geheim” zou ontdekken, dat hij zou bespeuren hoe zij met hulp van allerlei aphrodisiaca, veelal kwak zalversmiddelen, ernaar streefde zijn verlangens te bevredigen. Het is uit de mémoires van haar kamerdienares dat we daar allerlei over weten. Maar zo ver was het nog niet. elke première werden zij uitgenodigd. Daarvoor voelde markiezin te veel voor de kunst en haar beoefenaars. dit iets meer grapje was. Nu terug naar Jeanette of Reinette, koninginnetje, zoals ze na het bezoek aan madame Lebon in de familiekring dikwijls werd genoemd. Zij groeide met haar jongere broertje Abel op zoals kinderen uit de gegoede burger stand in die eeuw opgroeiden. Zij leer de paardrijden en kostuumnaaien, wat in die tijd toen er nog geen modehui zen bestonden en iedere dame haar eigen garderobe ontwierp, natuurlijk van veel betekenis was. Uit de japon was de smaak van de draagster en haar fantasie af te lezen en in beide blonk Jeanette uit. Haar uitstekende geheugen maakte het haar gemakkelijk verzen van grote Franse toneelschrij- waarbij Frankrijk een bondgenoot schap sloot met Oostenrijk en Pruisen steun vond bij Engeland, is onzeker en zelfs twijfelachtig. De minnares des konings had natuurlijk invloed op ve lerlei zaken maar de buitenlandse poli tiek werd toch in hoofdzaak buiten haar om beslist. En dat was maar goed ook, want van staatszaken had Mada me la Marquise de Pompadour maar weinig verstand. Zij was bereid ie mands benoeming tot gezant of gene raal te bepleiten als de betrokkene mooi verzen kon declameren of haar sympathiek was om zijn belangstelling voor Sèvres-porselein, waaraan zij zelf haar hart verpand had. Maar daarmee wint men geen oorlogen en behaalt men geen successen in de politiek. In 1745 trouwde de Franse troonop volger, de Dauphin, met een Spaans prinsesje. Ter ere van dit belangrijke feit vierde Versailles feest met een bal masqué waarop iedereen welkom was die zich de luxe van een feestgewaad kon veroorloven. Er was wel deurbe- waking, maar weldra stroomden de zalen zó vol dat er geen oog meer op te houden was Genode en ongenode gasten verdrongen elkaar aan de buf fetten vol taarten en gevogelte. Jeanne Lenormant d’Etioles, gekleed als Diana, de godin van de jacht, hield zich wat afzijdig. Anders dan de andere dames was zij rustig. Op bijzondere wijze had Louis haar doen weten hoe zij hem in zijn vermomming kon herkennen. Zijn kamerdienaar had het haar meege deeld. En toen acht gedaanten, gekleed als taxisboompjes uit de tuin van Ver sailles, de zaal binnenkwamen, wist zij dat de koning een van die boompjes was en welk. En Louis vond even snel en feilloos de schone madame d’Etioles en maakte haar tot de zijne. En van die avond af was zij veroordeeld eeu wige charme te bezitten. Met duizend vondsten en vondstjes van haar geest en haar spel bekoorde zij haar min naar. Alles was erop gericht de koning te beletten zich te vervelen. Want ver veling was de ernstige kwaal waaraan Lodewijk XV van tijd tot tijd leed en mensen in wier gezelschap hij er een aanval van kreeg, ontvingen snel een wenk zich terug te trekken en het hof te verlaten. Het was dus nodig telkens iets nieuws te verzinnen om de aan dacht van de vorstelijke minnaar Maar tekenend voor de geest in Ver sailles is de uitspraak wel. Inmiddels veranderde langzamerhand de verhouding tussen Lodewijk en de markiezin. Aan zijn zinnelijke begeer ten kon zij steeds minder voldoen, maar de band tussen beiden werd daardoor niet verbroken, zelfs niet ver zwakt. De hoop van Madames vijanden dat zij ten val zou komen, werd nim mer verwezenlijkt, mede doordat zij er geen bezwaar tegen maakte dat haar minnaar andere relaties aanknoopte. De koning was nu eenmaal onverzadig baar, dat feit moest zij aanvaarden. Dit viel haar te gemakkelijker doordat zij voor velerlei mensen en zaken een grote belangstelling koesterde Dat mannen als Voltaire en Quesnay, de hofarts, haar bewonderden, bewijst dat zij geen onbelangrijke vrouw was. Dat zij een verfijnde smaak had, bewijst de keuze der stukken die zij liet opvoeren in het intieme theatertje dat zij voor zichzelf had laten bouwen en waar zij optrad in rollen die haar lagen, meest al die van de kwieke soubrette die wel deugdzaam maar niet preuts is en die de heren op bevallige wijze naar haar bandje zet Maar ook heldhaftige en kwijnende vrouwen schijnt zij voortreffelijk te hebben uitgebeeld als men tenminste de uitverkorenen mag geloven die een invitatie ontvingen. En wie door Madame de Pompadour werd uitgenodigd haar spel te bewonderen, wist tevens dat hij zich koesterde in de gunst van de koning. Wat al intrigues werden er gesponnen om dat doel te bereiken' Behalve Madame deelden ook de auteur en de componist in het succes. Al waren ze niet van adel, voor Koning Lodewijk had dus minnares sen, uit één adellijke familie zelfs drie zusters na elkaar en het was juist na de dood van de derde dat Madame d’Etioles' dagelijks een rijtoertje placht te maken in het bos van Sénart, waar de vorst een jachthuis Choisy had. De ene keer was zij in het blauw en bestuurde een roze phaeton, een open rijtuigje met vier wielen; de volgendé keer droeg zij een roze kleedje en mende de paarden voor een lichtblau we phaeton. Zo trok ze natuurlijk de aandacht van Lodewijk die als een echte Bourbon een zwak had voor en medegevoel, maar smart verveeld» hem gauw en na korte tijd leefde d» markiezin weer het gewone leven alsof er niets was gebeurd. Maar haar ge zondheid die toch niet sterk was, wai geknakt. Het is zeer waarschijnlijk dat zij tuberculose had. En naarmate zij ouder en zwakker werd, kreeg zij meer behoefte zich te verzoenen met de kerk. Maar de jezuïeten waren streng en stelden eisen waaraan zij onmoge lijk kon voldoen: afscheid nemen van koning en hof, terugkeer tot haar echt genoot. In het jaar waarin de Societas Jesu uit Frankrijk werd verbannen, biechtte de markiezin de Pompadour bij een vriendelijke oude geestelijke die scheen te willen aanvaarden dat haar zonden die de kerk zo streng beoordeelde, in haar eigen ogen zo zwaar niet waren. Ik heb toch mijn hele leven gewijd aan de man die ik liefheb, zeide zij zachtjes. Toen stierf zij. Het was 15 april 1764, de markiezin was 43 jaar oud. Onmiddellijk na haar overlijden werd haar lichaam uit Ver sailles naar Parijs overgebracht want onder het dak van ’s konings paleis mocht geen dode vertoeven. Een week later werd het stoffelijk overschot ter aarde besteld naast de kleine Alexan drine in de kerk der capucijnen op de Place Vendóme. Het was onstuimig voorjaarsweer met storm en regenvlagen. Lodewijk XV stond voo’- het raam in zijn werk kamer en keek naar buiten: „Mevrouw de markiezin treft slecht weer” hoorde men hem mompelen. Verdriet? Cynis me? Wie zal het zeggen? gaande te houden, van schertsende ge sprekken tot toneelvoorstellingen, van intieme feestelijkheden tot diepgaande beschouwingen over bouwkundeen politiek. Weldra werd Jeanne onder scheiden met de titel Markiezin de Pompadour, na jaren zelfs met die van Hertogin de Pompadour. Het pleit voor haar dat zij zich nooit voor haar eigenlijke naam heeft geschaamd. Maar zij was ook weer zozeer vrouw dat zij haar leven lang de man gehaat heeft die eens van haar zei: „Het is jammer dat Frankrijk door een viswijf geregeerd wordt." Die man was Fre- derik de Grote, koning van Pruisen en bondgenoot van Frankrijk tegenover Engeland en Oostenrijk. De belediging trof Madame de Pompadour diep, maar of die werkelijk heeft bijgedragen tot de renversement des alliances in 1756, Toen zij negen was, nam haar moe der haar mee naar een toentertijd bekende waarzegster, van wie wij zelfs de naam weten: madame Lebon. Deze helderziende voorspelde het kind dat zij de geliefde van de koning zou worden. Wij weten dat dit een histori sche gebeurtenis is geweest uit het testament van Madame de Pompadour. Daarin legateerde zij madame Lebon een bedrag van 600 livres, ongeveer 300, „omdat zij mij toen ik negen was heeft voorspeld dat ik de geliefde van de koning zou worden.” Alleen al om dit zinnetje moeten wij blij zijn dat dit testament bestaat. In het algemeen is het gelukkig dat er de eeuwen door mensen zijn geweest die hun laatste wil hebben opgesteld, die herinnerin gen of memoires hebben geschreven, die dagboeken hebben bijgehouden of correspondentie hebben gevoerd. En wat moeten we voorts dankbaar zijn dat er altijd weer snuffelaars worden gevonden die al die geschriften van vaak matigeen soms vervelende in houd bestuderen en er de belangrijke, soms alleen maar pikante en amusante feitjes aan ontlenen waardoor wij al lerlei merkwaardigs weten over het leven onzer voorouders. Ik noem er nu maar één dat ik toevallig tegenkwam. Het staat niet in direct verband met Madame de Pompadour, maar is wel uit haar tijd. Toen de hertog de Riche lieu, een neef van de grote kardinaal, in 1746 naar Saksen werd gezonden om de hand van prinses Marie-José te vragen voor de Franse troonopvolger en bij die gelegenheid aan het Saksi sche hof een galadiner aanbood, ver- trokken zijn gasten stuk voor stuk met medeneming van zijn tafelzilver. Hij schreef naar huis: „Ik heb maar ge daan of ik het niet zag om de onder- handelingen niet te bemoeilijken. Maar het speet me wel.” En zo zijn er duizenden anekdotes te vinden, als men maar ijverig zoekt. En het moet erkend worden dat op beide terreinen Frankrijk onder Lode wijk XV het onderspit heeft moeten delven. In de zevenjarige oorlog (1756- 1763) verloor het bijna al zijn koloniën in Amerika en Voor-Indië aan Enge land, deels door de onbekwaamheid van zijn generaals, maar deels ook omdat het vooruitstrevende Frankrijk tegen elke vorm van kolonisatie gekant was. Mannen als Voltaire, Rousseau en Montesquieu verdedigden met vuur het recht op vrijheid van alle volkeren en de openbare mening volgde hen in zoverre dat zij zich verzette tegen het brengen van offers aan mensenlevens en geld om gebieden te behouden waarvan men nauwelijks meer wist dan dat ze veraf in onherbergzame De laatsten konden van haar ook opdrachten verwachten om in haar kastelen wandschilderingen te vervaar digen, tapijten te weven, meubels te ontwerpen. Haar bouwkoorts is zo duur als een oorlog, zeiden haar vijan den smalend. In een paar jaar tijd gaf ze 150.000 francs uit voor het kasteel La Selle, 150.000 voor Crézy, 200.000 voor Brimborion en nogmaals 150.000 voor Compiègne, alleen voor de aan koop. En dan waren er nog de land huizen die haar architecten lieten ver bouwen, waarvan de Hermitage te Versailles met zijn heerlijke tuin en die te Fontainebleau haar het liefst waren. Het enige kasteel dat zij zelf liet bouwen, was Bellevue waarvoor Lassurance de tekeningen maakte, maar dat zij haar persoonlijke stempel gaf met allerlei kleine wijzigingen. Beeldhouwers als Pigalle en Falconnet, schilders als Boucher, Oudry en Van- loo kregen opdrachten van haar In de Hermitage met de koning, desnoods met enkele uitverkorenen alleen te zijn, ver van de hofetiquette van Ver sailles met talloze ingewikkelde regels en voorschriften, was haar ideaal. Dan wist zij hem altijd weer te boeien en te amuseren. Dat hij vandaar dan naar het beruchte Parc aux Cerfs ging, het landhuisje dat men het bordeel des konings noemde, daarom schijnt de markiezin niet veel gegeven te hebben. In het onvermijdelijke moet men zich schikken en zelfs moet men daarbij een opgewekt gelaat tonen. Die kunst verstond de markiezin uitstekend, ook als zij moe was of ziek. En dat gebeur de in latere jaren dikwijls. Het leven was druk, men moest altijd op zijn hoede zijn voor intriges, mocht geen feest of ontvangst overslaan, al duur den die tot in het holst van de nacht. Een droevige gebeurtenis waar zij nooit overheen kwam, was de dood van haar tienjarige dochtertje Alexan drine, het enige kind uit haar kortston dige huwelijk met d’Etioles. Het kind overleed aan blindedarmontsteking en de moeder die juist een huwelijk had gearrangeerd met de twaalfjarige her tog de Picquigny was buiten zichzelf van verdriet. De koning was vol zorg streken waren gelegen, waar het óf drukkend warm of afschuwelijk koud was. Dat men die verloor werd dus niet betreurd. Pas later heeft men er de koning en zijn minnares een verwijt van gemaakt dat zij Frankrijks belan gen hadden opgeofferd aan de luxe van het hof. En inderdaad heeft de algemene weeldezucht, niet alleen die van Lodewijk en Madame de Pompa dour, het land schatten gekost. De belastingen drukten in hoofdzaak op de derde stand: adel en geestelijkheid wa ren óf vrijgesteld of onttrokken zich aan betaling. De burgerij en de boeren moesten dus al'es opbrengen en in grote delen van Frankrijk heerste de bitterste armoede en zelfs hongersnood. Het blijkt niet dat de regering in Versailles daar oog voor had. Aan de koning wordt de uitspraak toegeschre ven: „Après nous le déluge”, na mij de zondvloed, dus: het zal mijn tijd wel duren en wat daarna komt is mij onverschillig. Of Lodewijk XV dit werkelijk heeft gezegd, blijft onzeker. Die koning was Lodewijk XV, achterkleinzoon van de Zonnekoning, die in 1715 was overleden. Zijn opvol ger was toen een kind van vijf en tot hij op zijn zestiende meerderjarig werd verklaard, werd Frankrijk door regen ten bestuurd. In 1726 nam „le Bien- Aimé” de regering zelf over. Hij was slank en knap, had een verleidelijke oogopslag en een eigenaardige wat hese stem die iets bijzonder aantrekkelijks had, vooral voor vrouwen. Voor litte ratuur en muziek had hij weinig be langstelling, maar hij was dol op ja gen. In latere jaren en vooral onder invloed van Madame de Pompadour was het de architectuur die hem boei de en samen hebben zij heel wat landhuizen en kastelen laten bouwen. Lodewijk was in 1725 getrouwd met Maria Leczinska, de dochter van de koning van Polen-in-ballingschap Sta nislaus Leczinski, die placht te zeggen dat zijn vrouw en zijn dochter de saaiste vrouwen van Europa waren. „Als ik ze zie, moet ik even erg geeuwen als tijdens de mis”, zei hij. Daar kwam nog iets bij. De Poissons hadden wel geld, maar niet zo’n goede reputatie en net weer niet genoeg geld om de reputatie over het hoofd te zien. Het was dus niet gemakkelijk een geschikte echtgenoot voor Reinette te vinden. Le Normant de Tournehem evenwel bracht ook deze affaire tot een passende oplossing. In 1741 huwde Jeanette de neef van haar „pleegva der”, Le Normant d’Etioles die als huwelijkscadeau aan zijn bruidje het kasteel d’Etioles in het bos van Sénart dicht bij Versailles aanbood. Het ver haal gaat dat zijn vrouwtje plechtig beloofde hem nooit te zullen verlaten, behalve natuurlijk voor de koning, voegde zij er glimlachend aan toe. Haar man heeft toen niet begrepen dat dan alleen maar tï!’

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 19