GEHANDICAPTEN WILLEN INTEGRATIE
IN HET MAATSCHAPPELIJK VERKEER
Ga heen en wandel
iiisi
Jii'l 1 ifcL iHT'l
te»
g|
Geen out-laws
MANKEERT
U NIETS
Maatstaven
Verstoppen
VRIJDAG 24 DECEMBER 1971
Erbij
„Als ik iemand enigszins rot zie lopen dan spreek ik hem aan. Ik zeg: waarom komt u
niet bij ons aan sport doen? Dan krijg je een reactie als: „ja, ik ga me daar met een stelletje
zielige figuren spelen. Die zijn allemaal veel erger dan ik”. Nou, ze moesten ons eens bezig
zien”.
h hJill
i'
L
verscheen monter en opgewekt
stappend een heer, die zware
koffers droeg. Even later zat hij
in een rolstoel en nam deel aan
de strijd rolstoelbasketbal.
Het begrip sport voor inva
liden schrikt veel mensen af.
Men denkt dan altijd met trieste
figuren te maken te hebben. Om
die image wat kwijt te raken be
sloot men in Amsterdam niet
meer te spreken over zitvolley
bal voor invaliden, maar ge
woon over zitvolleybal. Er
kwam een propagandas tukje in
een plaatselijk blad. Men kon
zich aanmelden als lid. Prompt
dienden zich vijf meisjes aan.
Ze vonden het wel leuk om aan
zitvolleybal te gaan doen. Ze
wilden alles weten over trai-
ningsuren enz. Het bestuurslid
begon voorzichtig te informeren
langs allerlei omwegen, waarom
de meisjes wilden meedoen. Het
kwam er op neer: mankeert u
niets? De meisjes mankeerden
niets. Ze werden geen lid.
Iets van dezelfde aard gebeur
de er bij het damestafeltennis.
Toen een Argentijns meisje
haar wedstrijd gewonnen had
stapte ze uit de rolstoel.
Bij de wereldspelen in Israel
Ba
KliM
Bij wereldspelen of wereld
kampioenschappen voor gehan
dicapten doen zich nu en dan
merkwaardige toestanden voor.
Zo kon bij de wereldkampioen
schappen in St. Etienoe dit
jaar iedereen met een handicap
deelnemen. Bij de Stoke Maind-
field Games in Engeland is dat
anders. Daar kunnen alleen
door bepaalde ziekten gehandi
capten aan meedoen.
In St. Etienne dan verscheen
bij het tafeltennis de Spaanse
kampioen in een rolstoel achter
de tafel. Alles in orde. Maar de
ze man was ook gewoon tafel-
tenniskampioen van Spanje, dus
onder normale omstandigheden
Hij had slechts een zeer lichte
handicap en trok daarom in de
Franse stad wel in een rolstoel
ten strijde. Hij verdween lo
pend uit de zaal
j-. J
H";
puf
Ir Ji®»
■i.
b Kgj
MS- SS
4
V'
■gt
■l.
I
WIJ ZIJN NIET ZIELIG
De Haarlemse.club De Muggen in actie op een trainingsavond zitvolleybal.
HANS ROMBOUTS.
sterdam) een open tafeltennistoemooi.
De afdeling 'zitvolleybal van de ISA
heeft ook nauwe contacten met AMVJ,
de befaamde volleybalvereniging.
gesproken te worden. „Het is alleen de
eerste stap naar de sporthal, naar het
zwembad”, aldus Peter Waldram, „die
moeilijk is. Men geneert zich zo gauw.
Maar men moest eens weten wat voor
voldoening het geeft lekker te kunnen
sporten”.
De invalide sportbeoefenaars hebben
uitgebreide competities. Er zijn kampi
oenschappen, nationaal en internatio
naal. De wereldkampioenschappen en
para-olympics, de z.g. Spelen voor ge
handicapten zijn de hoogtepunten. Nu
komt men met die wedstrijdenreeksen
in moeilijkheden. Want hoe moeten de
maatstaven zijn om de tegenstanders
van gelijk niveau bijeen te krijgen? Er
zijn zoveel soorten handicaps. In Ne
derland heeft de NIS, die in twee jaar
uitgroeide van 1500 naar 3000 leden,
1-
En dan tenslotte het belangrijkste
argument voor sportbeoefening (met
gelegenheid tot prestaties): het zelfver
trouwen wordt enorm opgevijzeld en
de contacten, die men krijgt zijn onbe
taalbaar. Men hoeft daar bijvoorbeeld
maar naar te informeren bij de BOS,
de Bond van Ouders van Spastici, die
ook lid is van de NIS. Trouwens, als
men de invalide sportmensen bezig
ziet, hoeft er verder niet meer over
De Integratie van gehandicapten in
het normale maatschappelijke verkeer
op alle terreinen is ook een
zaak, die bij de gehandicapte sportbe
oefenaars sterk leeft. Waldram: „Als
invalide schaam je je ergens voor in
het begin. Maar je moet er boven
staan. Daar draagt de sport belangrijk
toe bij. Jarenlang hebben wij in het
verdomhoekje gezeten, maar dat ver
andert. Ook op sociaal gebied gaan we
de goede kant op. Er wordt nu gedacht
aan de grote categorie van gehandicap
ten. Neem de opzet van veel openbare
gebouwen. Er wordt nu rekening ge
houden met gehandicapten (brede deu
ren, brede toiletten, geen trappen)”.
sport één (rolstoelbasketbal, zitvolley
bal, zwemmen, tafeltennis, atletiek,
handboogschieten, gewichtheffen). De
NIS kreeg ook een eigen sportcentrum,
een fort bij Maartensdijk.
„Sommigen lopen veel beroerder dan
ik, maar vinden gewoon dat ze niet
met ons vergeleken kunnen worden.
Een man met verschrikkelijke platvoe
ten zou bijvoorbeeld bij ons wel aan
sport kunnen doen, zoals het zitvolley
bal. Normaal kan hij sportbeoefening
wel vergeten”. Een belangrijk punt is
natuurlijk, dat niemand zich graag in
„het torentje opsluit met alleen maar
gehandicapten”. Dat is ook een be
zwaar van velen, die sport beoefenen
in NIS-verband. Daarom is die integra-
tie-gedachte zo belangrijk. Nu treffen
alleen gehandicapten elkaar maar in
hun competities.
Er zijn wel enkele uitzonderingen. In
Amsterdam speelt bijvoorbeeld een ta-
feltennisclub van de ISA ook mee in
de vierde klas van de NTTB-competi-
tie. In het begin lieten de tegenstan
ders de gehandicapten in rolstoel maar
winnen, omdat ze het (al weer) zo
zielig vonden. Maar men kreeg al rap
in de gaten, dat het allemaal zo ge
makkelijk niet ging. De wedstrijden
werden volwaardige matches. De rol-
stoel-tafeltennissers bleken hun tegen
standers kort spel, waar ze meesters in
zijn, op te kunnen dringen. Alleen voor
de dubbelspelen is het reglement aan
gepast, omdat er met rolstoelen na
tuurlijk niet zo snel gemanipuleerd
kan worden. Binnenkort houden Ned-
Lloyd en ISA (Invaliden Sportclub Am-
Gëen sombere gezichten bij De Muggen
Wanneer invaliden samen sport bedrijven dan gaat dat niet bepaald zachtzinnig.
Want gehandicapten zijn geen doetjes. Niets is verdrietelijker voor hen dan te horen,
dat zij zulke zielige figuren zouden zijn. Invalide of zo men wil minder valide
sportbeoefenaars kennen geen enkel pardon bij hun wedstrijden. De meesten vinden
dat gewoon een goed teken. Voor kreten als: „steek je been ook maar eens een keer
uit', terwijl de man een been mikt, kijkt men elkaar niet kwaad aan. Sportslieden
met een handicap, die in georganiseerd verband (Nederlandse Invaliden Sportbond)
actief zijn, willen nog meer dan „normale" atleten op winst spelen. Ze leven zich er
helemaal in uit. Door de NIS krijgen ze daartoe de gelegenheid. Maar nog liever was
het hun, als ze geïntegreerd in het gewone maatschappelijke vlak, sport zouden kun
nen beoefenen. Volgens Peter Waldram, lid van de redactie-commissie van het
bondsorgaan van de NIS en nauwelijks in zijn enthousiaste woordenstroom te stop
pen propagandist voor sportbeoefening door gehandicapten, zal er wellicht over een
aantal jaren geen organisatie als de NIS meer zijn. „Dan zullen de NIS-clubs hope
lijk opgegaan zijn in de bestaande organisaties van de valide sportbonden. De NIS
zal er dan alleen maar blijven als een soort overkoepelend orgaan voor de contacten”.
Abebe Bikila, winnaar van de Olym
pische marathon in Rome en Tokio,
kreeg ’n anto-ongeluk en werd gedeel
telijk verlamd. Hij neemt nu regelma
tig deel aan internationale handboog-
wedstrijden. Wellicht zal hij in Mün
chen op de Spelen ook present zijn.
Die indeling is een geweldig lastig
probleem, waarover zich een medische
commissie is gaan buigen, omdat de
huidige regeling toch niet voldoet. In
die commissie zitten dr. De Jongste
van de NSF, dr. v.d. Maas, revalidatie
arts en bondsarts van de NIS, en J.
Vos, medewerker aan het medisch-fy-
sisch laboratorium in Nijmegen. Deze
commissie zou ook de richtlijnen voor
de medische keuring moeten aangeven
van invalide sportbeoefenaars.
Met die klasse-indeling hangt ook de
medaille-waardering bij prestaties sa
men. Vroeger werd er rijkelijk met
kampioens-medailles gestrooid. Nu
moet er in elke klasse bij een titel
strijd een aantal van minstens vijf
deelnemers zijn.
Natuurlijk kan men zich af vragen:
waarom daar nu ook al medailles? Het
antwoord is simpel. Omdat vooral in
valide sportbeoefenaars, die normaal al
minder kansen hebben, ook strijd wil
len leveren op gelijk niveau met ande
ren. Prestaties stimuleren nu eenmaal
ook de sportbeoefening. Die sportbeoe
fening is met name voor gehandicapten
van groot belang, omdat ze toch al
aanmerkelijk minder lichaamsbeweging
hebben dan gewone mensen.
Het streven van vele gehandicapten
is er op gericht om hun clubs te laten
opgaan in bestaande gewone verenigin
gen, zodat ze niet meer als eet. soort
out-laws door het sportieve leven gaan.
Ze kunnen dan ook deelnemen aan de
totale clubactiviteiten met niet-invali-
den. De handicap-clubs, die tegen el
kaar blijven duelleren, vormen dan
gewoon onderafdelingen. Een schitte
rend voorbeeld van zo’n integratie-
vorm kan men vinden bij de Roosen-
daalse vereniging Blauw Wit. Daar is
naast de afdelingen zoals voetbal en
handbal ook een afdeling sport door
gehandicapten. De Utrechtse atletiek-
club Vitesse organiseerde dit jaar de
nationale kampioenschappen voor de
gehandicapte collega’s. Waldram: „Daar
moeten we naar toe. Dat is de goede
situatie”.
De Nederlandse Invaliden Sportbond
heeft lang de naam gehad (en het is
nog niet helemaal verdwenen) dat het
nauw gelieerd was aan het militaire
apparaat. Sinds 1961 zijn echter de
banden met de Bond van Militaire
Oorlogsslachtoffers losgekoppeld. De
militaire slachtoffers hebben wel de
impuls gegeven tot de sportbeoefening
door invaliden. Toen zij uit de revali
datiecentra de maatschappij ingingen
hadden zij er behoefte aan om met
sport door te gaan. De verbinding met
de militaire autoriteiten bleef, ook al
kwamen er steeds meer „burgers” bij
de sportverenigingen. De clubs kregen
nog steeds alle faciliteiten, zoals het
spelen in kazernecomplexen. Voor vele
is dat nog het geval.
In 1961 vond men echter de tijd
gekomen om de banden los te maken.
Er kwam een driemansbestuur, waar
van secretaris-penningmeester Van
Leeuwen het meeste werk op de
schouders nam. Het bestuur werd en
kele jaren geleden vernieuwd en uitge
breid tot zeven man, voor elke tak van
negen klassen ingesteld. Dit geldt dan
voor individuele sporten zoals zwem
men en atletiek. Die klassen 'moeten
dan zoveel mogelijk het verschil in
handicaps opvangen.
De mensen met een handicap ver
stoppen zich. Ze sluiten zich op en
gebruiken de mogelijkheden niet die er
zijn om meer mens te zijn. Zo vraagt
Waldram zich terecht af, waar al die
door verkeersongelukken gehandicap
ten blijven. „Dat aantal groeit onrust
barend, maar een grotere toeloop naar
de Invaliden Sportbond zien we nog
niet. Misschien weten de meesten het
niet. Het is jammer, dat ze niet van de
faciliteiten, die er zijn, gebruik maken.
Onze wedstrijden, onze clubs zijn goe
de mogelijkheden om ongedwongen
contacten te leggen”.
Een man als Peter Waldram (voet-
prothese) voelt zich niet gehandicapt.
A 1
iSHfc’ i:' ill.. .1
Sr WtW'