Max de slaaf
IOC eiste
kampioen
van
onmogelijke prestatie
Verschil tussen Zeno Lampe
Karl Schranz
en
DAN
NOG
T
WAT
de ski’s en hij twee maanden niet”
„Ik sta per jaar twee maanden op
J ift
16
Bedrog
Veel tijd
Favoriet
Handig
llllll n
fc ----
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1972
Erbij
ve
dan dat van andere Nederlandse
internationale
l
sport
volgende keer nationaal skikam-
pioen geworden. Tijdens de wed
strijden om het Nederlands kam
pioenschap in het Franse Val
d’Isère eindigde de 22-jarige stu
dent aan de T.H. in Delft, van de
twintig deelnemers op de eerste
plaats. Na de afdaling, de slalom
en de reuzen-slalom zag zijn to-
taaikïassement er iets beter uit
gegeven is Zeno Lampe ook deze
winter voor de tweede achtereen-
Zonder dat er in de publiciteits
media veel ruchtbaarheid aan is
relativiteits
theorie over
pr
gr
de
r
ZAT
z
zifter Avery Brundage in Sapporo
nodig had om ook één keer met
grote koppen, zelfs de Nederland
se pers te halen.
cracks op de smalle latten, zoals
Kalkoen, Bakker, Van Waaning en
de jeugdige revelatie van dit sei
zoen, Lody Pieters. Namen die het
grote publiek in Nederland, dat
oppervlakkig kennis neemt van
het internationale skigebeuren
(geef ons tenslotte maar schaat
sen), wellicht nog minder zullen
zeggen dan het Oostenrijkse feno
meen Karl Schranz, die een rel
van de eerste orde met IOC-voor-
f®
l®r
■l
a
van
m
5
wel
1
HANS ROMBOUTS
MARC SERNÉ
cie ook. Schranz had in Sapporo alleen
maar kans op goud in de voor het
publiek zo spectaculaire maar riskante
afdaling. Het is daarbij onjuist dat hij
daarbij is afgeschilderd als één van de
beste skiërs aller tijden. Dat blijft voor
mij Jean Claude Killy, die in Grenoble
drie gouden medailles heeft gewonnen.
Ik begrijp natuurlijk wel dat er een
den laten vallen. Op een gegeven ogen
blik wordt een snelheidscorrectie erg
moeilijk. Men moet intuïtief aanvoelen
tot hoever men kan gaan”
zo
lir
Wi
ti
b
h
s
j
2
W'
b6
„f
lij
zt
t:
ii
k
een droomwens zal blijven. Een illus
tratie: de Nederlandse Ski Vereniging
telt een dikke 5500 leden, waarvan er
misschien vijftig de wedstrijdsport be
oefenen. De „Bayrische Skiverein” (een
onderbond van de Westduitse Ski
Bond, een land dat nog niet eens tot de
wereldtop hoort) heeft ruim 100.000
leden.
En dat terwijl de NOS er niet in
slaagde om het voor Nederland zo
belangrijke schaatsgebeuren ook direct
op de buis te krijgen. Ook dat heeft te
maken met een gradatieverschil. De
belangrijkheid van het schaatsen valt
universeel gezien, ook al klinkt dit op
dit moment een beetje clichématig, op
geen enkele manier te vergelijken met
de skisport.
Het staat wel in schril contrast tot
het klimaat waarin de Nederlandse
skiërs voortploeteren om de kwalitei
ten nog enigszins op te voeren. Van het
geld uit NSF-subsidies (5500 leden is
enorme herrie is geweest. Kneisel heeft
als één van de grootste skifabrikanten
zulke enorme economische belangen op
het spel staan dat het vaak niet duide
lijk is wie nu uiteindelijk de belang
rijkste beslissingen neemt, Kneisel of
de trainer van de Oostenrijkse ski-
ploeg. „Dat Schranz tenslotte is uitge
sloten vind ik juist. Hij verdiende ka
pitalen aan de sport en kon echt geen
amateur meer worden genoemd”.
Terwijl zijn beroemde collega’s in
Sapporo druk met elkaar in de slag
waren om het te verdelen goud be
perkten Lampe’s contacten zich met
deze skiërs tot de beeldbuis. Wedstrij
den die wel live werden uitgezonden.
Lampe: „De Franse televisie heeft dat
uitstekend verzorgd. Ik heb alle belang
rijke wedstrijden rechtstreeks in Val
d’Isère op de televisie kunnen volgen.”
Daarom wekt het ook nauwelijks
verwondering dat met name in een
land als Oostenrijk de ski-industrie
van vitaal belang is voor de economie.
Het mag ons Nederlanders een
beetje vreemd aandoen dat Schranz bij
zijn terugkomst uit Sapporo in Wenen
door de president en enkele ministers
als een soort martelaar werd afgeschil
derd voor de duizenden mensen die
waren samengestroomd, maar staan
wij niet met zijn honderdduizenden op
de Coolsingel als Feyenoord de Euro-
pa-cup wint? Lampe meent dan ook:
„Iedere wedstrijd tussen de Franse,
Zwitserse en Oostenrijkse top is een
prestigeslag van de eerste orde. Die
rel met Schranz is vreselijk overtrok
ken. Handig uitgebuit door de commer-
Ard Schenk verdient ook meer dan
de meeste mensen vermoeden. Lampe:
„Als dat zo is dan had Schenk ook
moeten worden afgewezen. Maar waar
ligt de grens. Zelfs lokale „amateurs”,
vaak ook studenten evenals alle Ne
derlandse wedstrjjdcory feeën, houden
in de grote skilanden wel zo’n bedrag
over dat zij in een mooi autootje
kunnen rondtoeren en een ruim gevul
de portemonnee hebben”.
Het favoriete punt van Lampe is de
afdaling. Hij gaat daarin wat snelheid
betreft niet eens zo gek minder snel
dan Schranz. Lampe echter: „Ook met
een snelheid die ruim boven de 100
kilometer per uur ligt. Maar om
Schranz weer even als vergelijking te
nemen: die remt veel minder vaak dan
ik moet doen. Ik moet veel meer
wenden om de snelheid een beetje af
te remmen. Het is soms wel een beetje
angstig als je ziet met wat voor snel
heden de grote jongens zich naar bene-
Zeno Lampe heeft nog nooit een
been gebroken. Daarom begint hij zich
volgend jaar ook met name toe te leg
gen op de F(éderation) I(nternationale
de S(ki)-wedstrijden op het universitair
vlak. Deze kortweg FIS-U genoemde
wedstrijden moeten dan de springplank
vormen voor de wereldkampioenschap
pen over twee jaar, altijd twee seizoe
nen na de Olympische Spelen, in 1974.
waar hij zeker nog aan deel wil ne
men. Hij moet nog drie jaar studeren,
dus wat dat betreft zit het wel goed.
Lampe: „Je kunt je als Nederlander
eigenlijk alleen maar goed op een sei
zoen voorbereiden als je student bent.
Er gaat namelijk veel tijd in het
trainingsprogramma en de wedstrijden
zitten. Tijd, die je, als je werkt, een
voudig niet hebt. Daarom wil ik zolang
ik studeer zeker met het wedstrijdskiën
doorgaan. Hoe het daarna ligt zie ik
wel verder.”
Ook de richtlijnen van het IOC zijn
daarop afgestemd. Lampe kon niet naar
Sapporo omdat men van hem een pres
tatie eiste die hem bij de eerste vijf
tien zou brengen. Lampe: „Dan zou je
tot de besten ter wereld behoren. En dat
is voor een Nederlander te enen male
niet weggelegd. Of je zou in het bui
tenland moeten gaan wonen. Nu be
perkt het contact met de bergen zich
tot ons zomerkamp van twee maanden
in Oostenrijk (’s morgens skiën en
’s middags zwemmen of conditietrai
ning) en de twee maanden in de winter.
Na de nationale kampioenschappen be
ginnen de wedstrijden voor ons pas. Ik
ski zo’n tien toernooien per seizoen.
Doorgaans citadel-wedstrijden, toer-
tooien die worden georganiseerd door
lokale sponsors of een plaatselijk dag
blad in verschillende wintersportoor-
den”.
Middellandse Zee te krijgen, teneinde
de wereld voor eens en voorgoed
duidelijk te maken, wat nu precies
eigenlijk een Siciliaanse opening (van
andermans beurs) is De maffia kijkt
de zaak eens aan, hoewel men de
lippen al gaat aflikken. Voorlopig
houdt men het nog op de steun aan
het Amerikaanse profboksen met de
beruchte consortiums. Maar nu er zo
veel hard en grof geld in de schakerij
gestopt gaat worden, zou men wel
eens Joe F azier opzij kunnen gaan
schuiven onr vervolgens Fischer en het
edele spel op de 64 velden in be
scherming te nemen. Max en zijn
bond ziin bij deze gewaarschuwd.
Overmens dit schaakgevecht van
de eeuw, wat zeg ik, van de hele
christelijke beschavingsperiode, wat
zeg ik, ook \an de on-christelijke be
schavingsperiode, is een uiterst ge
heime missie (niet R.K., maar diplo
matiek). Nixon en Brezjnev hebben
besloten om terug te keren naar
het vere pacifistische verleden.
Zoals David en Goliath moesten be
slissen of Isiaelieten dan wel Philis-
tijnen verder de macht in handen
zouden hebben, zo worden Bobby de
Israëliet en Boris de Philistijn nu
het veld ingestuurd om uit te maken
of de VS dan wel de USSR de ko
mende decennia zullen heersen. Nix
en Brez kijken zelf wel uit om Pen
tagon en K emlin te verlaten voor een
tweegevecht
De wapens van deze kampioenen:
met de ordinaire knots of de indertijd
wel lepe maar thans inefficiënte ka
tapult met steen van wijlen David,
maar de grijze brij der hersenen.
Roerend met de lepel der schaak-
kunst in die brij, waarin begrippen
als Can. Kann en de Drakenvariant
rorddrijven als vetkralen op de soep,
zullen Fischer en Spasski eikaars
weke plekken moeten vinden. Tot heil
van hun land en vooral van hun por
temonnee
De moordenaars zijn onder ons. De
koningsmoordenaars uit de Verenigde
Staten van Noord-Amerika en de Unie
van Socialistische Sovjet-Republie-
ken. Zij hebben de continenten afge
schuimd om een zo hoog mogelijke
gage in de hebzuchtige zakken te
krijgen. Het niet-loze Fischertje en
Spasski hebben er heel wat spats
over gemaakt, waar zij een ontmoeting
tussen elkanders koningskinderen op
het bord kenden arrangeren teneinde
te trachten die daarna om te leggen.
De Russen beschuldigden de Yanks
van gangstermethoden. Daar keken de
Amerikanen niet van op. Zijn ze aan
gewend (Vietnam enz.). Van zijn kant
had de ex-majoor (of kolonel of zo
iets) Edmundson, die de moneyma-
kende lijfwacht van Fischer is, de Rus
sen ook niet van de vriendelijkste
kant geschiioerd.
De mannen, die brood en kaviaar
op de schaakplank willen zien, eisen
tonnen (niet vol kaviaar maar in baar
geld). Zij eisen, dat er boven het
tcernooiveld goed licht is. Zij eisen
een zachte onpartijdige vloerbedek
king. Zij eisen, dat ze stoelen krijgen
met zittingen, die niet aan de billen
plakken. Zij eisen dat ze een niet-
wiebelend tafeltje in de zaal zullen
aantreffen, zodat de stukken er niet
afdonderen. Zij eisen, dat die stukken
hanteerbaar zijn (zoals biljarters altijd
chicanes hebben over de ballen, die
nooit deugen, behalve als er hoge ge
middelden mee gehaald worden).
Van het behang, dat de toernooizaal
zal dragen willen de HH Schakers
dwingend een kopie. Een motiefje van
rode stars en stripes is in ieder geval
taboe. Spasski is allergisch voor
kersen, dus geen kersen op het be
hang, anders gaat he* feest mooi niet
door. Bobby Fischer heeft hoogte
vrees (alleen letterlijk dan natuurlijk)
en wil dus geen haarspeldbochten op
de muur
De Russen hebben als speciale
wens dan nog, dat er een redelijk
zaaltje voor (minimaal) vijftig perso
nen (analyzeuren en secundanten) is.
En de slaaf van deze nouveaux
riches met hun nukken en flauwekul
bij het wereldkampioenschap
halma hoorde je noch de titelhouder
uit Halmaherra, noch zijn uitdager uit
de Hoge Tatra over de toch inderdaad
eigenlijk wel spekgladde stukken
is Max Euwe, de doctor, onze Max.
Hij, de professor, vloog als een be
zetene langs de meridianen om uit
eindelijk toch maar een zaaltje te
vinden, waar dat stevige tafeltje tegen
een achtergrond van plausibel behang
geplaatst kan worden tot tevredenheid
van beide heren. Nu heeft hij twee
tafeltjes gevonden, één in Belgrado
en één in Reykjavik.
Max de slaaf, van een kapitalist
(VS) en een communist (USSR). Het
moet de weledelzeergeleerde heer
(Buitenveldert, Holland) bepaald niet
lekker gezeten hebben om terwille
van het spekken van de imperialis
tische er rode geldbuidels zulke aan
het wezen van het nobele schaak
vreemde en onwaardige zaken te heb
ben moeten regelen. Ook al was het
vroeger met bijv. Lasker al niet an
ders. Maar wat dan nog? Max is Max
en schaak is schaak Euwe, de oud-
wereldkampioen, eens zelf de schaak-
koning, gewerd tot een pion. Of is het
in dit reis- en trekverband beter te
zeggen: gewerd tot een loper?
En dan niet eens voor een Sici
liaanse opening, want de maffia legde
nog geen harde dollars op tafel om
de schakers naar hun eiland in de
wat dat betreft geen vetpot) en de
toto-uitkeringen heeft de Nederlandse
skiploeg bij belangrijke wedstrijden de
beschikking over een eigen trainer, de
Fransman Albert Bozon. De „Leen
Pfrommer van de skiërs” kan echter
ook geen ijzer met handen breken. De
eerste de beste lokale vedette, die bij
wijze van spreken eerder kon skiën
dan lopen, zou in Val d’Isère getri
omfeerd hebben over de Belgen, die nu
de wedstrijden van de „pays plats” op
hun naam schreven. Wat dat betreft is
het logisch dat de Nederlandse kampi
oenschappen op de ski ook in Frank
rijk moeten worden gehouden omdat
men bij de Wassenaarse slag of
Kraantje Lek geen sneeuwmachine
heeft, of zoals het er deze winter
uitziet, zelfs geen sneeuw te zien
krijgt.
Het verschil tussen Schranz en Lam
pe wordt door de laatste ook
treffend geïllustreerd als hij opmerkt:
„Wij (Nederlanders) staan ieder jaar in
totaal misschien twee maanden op de
ski’s en zij (Oostenrijkers) twee maan
den niet” Voor de rest is iedere verge
lijking volstrekt zinloos, want Schranz
c.s. behoren tot een wereld, die met de
Fransen, Zwitsers, Italianen, Amerika
nen en die ene Spanjaard Ochoa (Lam
pe: „Dat deze man goud won in de sla
lom was voor mij de grootste verrassing
van de Olympische Spelen”), die de
absolute top vormt. Een klasse die
vanwege allerlei factoren voor de
„pays plats” ook altijd niet meer dan
-
■S'
HHHhBEBHMhhmI