Bols voor tweede
keer in carrière
SUPREMATIE VAN WERELDKAMPIOEN ARD SCHENK
VOORKWAM DE BELONING NOORSE SLAVENARBEID
Voorgangers
van Schenk
SCHENK
VIERDE
Eddie Verheijen als een kind
TOP-ZESTIEN VAN OSLO
blij met zijn prestaties
zo
2t ereoeoum
1
Hbfl
III"1 i
M lr fflill
Ir
11
MAANDAG 21 FEBRUARI 1972
Smaak
Reden
Flinke tik
JAN BOLS
EDDIE VERHEIJEN
(respectievelijk
500, 5000,
(Van onze sportredactie)
op
15.22.09(1)
171.548
2.03.06(1)
7.22.84(1)
40.14(1)
1. Schenk (Ned)
174.305
15.52.45(7)
2.04.40(2)
40.14(1)
7.30.76(5)
2. Grönvold (Nor)
174.493
15.26.52(2)
2.06.48(7)
41.01(9)
7.29.97(2)
3. Bols (Ned)
15.32.72(3)
175.028
2.05.95(4)
41.37(13)
7.30.39(4)
4. Stensen (Nor)
15.36.94(4)
175.446
2.05.78(3)
7.30.32(3)
41.64(14)
5. Verheijen (Ned)
15.44.01(5)
177.174
2.07.74(9)
7.31.44(6)
42.25(20)
6. Verkerk (Ned)
177.338
2.07.38(8)
15.56.43(10)
7.40.17(10)
41.04(10)
7. Claeson (Zwe)
16.06.43(13)
177.505
2.09.19(15)
7.36.24(8)
40.50(4)
8. Lavroesjkin (Rus)
16.09.29(14)
2.06.23(5)
177.801
7.45.60(15)
40.70(7)
9. Koskinen (Fin)
16.13.02(15)
177.882
2.06.30(6)
7.44.11(14)
40.72(8)
10. Tveter (Nor)
178.232
15.54.65(9)
7.39.50(9)
2.08.22(10)
41.81(15)
11. Ivanov (Rus)
16.06.36(12)
178.962
2.09.13(14)
7.35.41(7)
42.06(17)
12. Olsen (Nor)
15.49.65(6)
2.09.58(17)
179.398
7.43.12(12)
42.41(22)
13. Guttormsen (Nor)
179.477
15.52.59(8)
7.42.04(11)
2.09.01(12)
42.64(23)
14. Van Dijk (Ned)
179.508
16.21.11(16)
7.46.80(16)
2.09.34(16)
40.66(6)
15. Carroll (VS)
16.00.24(11)
179.699
2.09.60(18)
7.43.61(13)
42.12(19)
16. Tsjekoelajev (Rus)
£F
Wat dit weekeinde plotseling ook
gold voor de lange afstanden. Bols legt
uit: „Op de tien kilometer behoorde ik
Maar juist in het Bislet-stadicn, dat
voor de meeste rijders een extra-beko-
ring heeft, wilde Eddie Verheijen de
pessimisten in het ongelijk stellen. „De
laatste dagen heb ik van verschillende
kanten horen mompelen, dat Verheijen
dit seizoen toch eigenlijk nog niets had
gepresteerd. Daarom was dit toernooi
voor mij ook zo belangrijk. Tk ben
naar Oslo gekomen met de bedoeling
nu eindelijk eens een keer op het ere
podium te komen. En dat is er geluk
kig uitgekomen. Wat mij in Davos en
voelde plotseling sterk te gaan versnel
len. Pfrommer: „Eerst draaide hij
rondjes van 35, maar toen moet Kees
erg goed hebben aangevoeld, dat hij
dat tempo niet kon vasthouden. En
even snel zakte hij weer terug naar
rondjes van 37 en 38. Maar met zijn
zesde plaats ben ik beslist niet onte
vreden.”
Een tactische fout maakte Van Dijk
op de tien kilometer, op welke afstand
hij niet voldoende geduld kon opbren
gen om in de slotrit tegen Guttormsen
op het juiste moment toe te slaan.
Hetgeen hij onmiddellijk beaamde: „Ik
heb de aanval iets te vroeg ingezet,
waardoor Guttormsen nog net terug
kon komen. Jammer, want anders had
ik hem zeker verslagen.” Het beteken
de de enige nederlaag die een Neder
landse rijder op de tien kilometer
moest incasseren. Zoals dat eveneens
gold voor de 1500 en 5000 meter, op
welke afstanden alle ritten in de Ne
derlandse triomf eindigden.
Uit pure vreugde sprong Eddie Ver
heijen in een touringcar vol met Ne
derlandse supporters, die hij zo graag
deelgenoot wilde maken van zijn on
uitsprekelijke vreugde. Voor hem, de dit
weekeinde zo onwaarschijnlijk sterk
rijdende Deventenaar, telde op dat mo
ment de derde wereldtitel van Ard
Schenk niet. Voor hem golden slechts
zijn derde plaatsen op de 5000 en 1500
meter, op welke afstanden hij voor de
eerste keer in zijn wisselvallige
schaatscarrière was doorgedrongen tot
het ereschavot
jarenlang tot de beste drie. Maar dan
kom je in Sapporo en dan krijg je op
de vijf en tien kilometer ineens een
flinke tik oan je oren. Daarom zat ik
hier voor het begin van de 5000 en
10.000 meter ook in de kleedkamer met
het gevoel van: zal het nu wel of zal
het niet gaan. Achteraf mag ik blij
zijn, dat ik beide keren achter Stensen
moest rijden, want anders had ik die
bronzen plak wel kunnen vergeten.
Dan zou Stensen beslist sneller dan ik
hebben gereden."
Evenals de andere leden van de
kernploeg kan ook Jappie van Dijk
terugzien op een voortreffelijk toer-
OSLO. Ondanks de vier triom
fen van Ard Schenk tijdens de strijd
om het wereldkampioenschap bezet
hij nog niet de eerste plaats in de
ranglijst van afstandoverwinningen
in dergelijke toernooien. Schenk ver
grootte weliswaar zijn verzameling
zeges van acht tot twaalf, maar komt
daarmee nog niet verder dan de vier
de positie. Hij passeerde wel Jaap
Eden, die tot elf ritov er winning en
was gekomen. De Noor Oscar Mathi-
sen voert het klassement nog aan
met zestien zegepralen.
Het klassement luidt: 1. Oscar Ma-
thisen (Noor) 16 keer eerste, 2. Ivar
Ballangrud (Noord) 15, 3. Clas Thun-
berg (Fin) 14, 4. Ard Schenk (Ned)
12, 5. Jaap Eden (Ned) 11, 6. Peter
Östlund (Noor), Oleg Gontsjerenko
(Rus), Knut Johannesen (Noor) en
Kees Verkerk (Ned) 7.
En daarvan had hij gedroomd. Al in
Sapporo, bij de elfde Olympische Win
terspelen, toen er voor hem niet meer
was weggelegd dan een startbewijs op
de 500 en 1500 meter, zijn zwakste
afstanden. Daarom was Eddie Verheij
en zondagmiddag met het brons op de
1500 meter zo mogelijk nog gelukkiger
dan met het brons op de vijf kilometer
van de dag daarvoor. „Mijn 1500 meter
is nu eenmaal niet mijn sterkste af
stand”, grijnsde Verheijen. „Bovendien
zijn er in een Europees of wereld toer
nooi in feite nog maar twee plaatsen
vacant, want met Ard Schenk als deel
nemer is één plaats al bij voorbaat
gereserveerd.”
Een man, van wie men na zijn
recente krachtsexplosie op de tien kilo
meter in Sapporo aanzienlijk meer had
verwacht, maar die zijn Japanse belof
te in Oslo in het geheel niet kon
waarmaken, was Kees Verkerk. De in
de laatste maanden zo in zichzelf ge
keerde Puttershoeker, die ook zondaga
vond in Oslo elk contact met de pers
media schuwde, voelde zelfs niet de
behoefte om zijn gedeeltelijke falen te
verontschuldigen. En daarvoor had hij
toch eigenlijk alle reden.
daarvoor nog nooit was gelukt, daarin
ben ik nu eindelijk geslaagd.”
Bijna zes jaar heeft Eddie Verheijen
er over gedaan om het drama van
Deventer te vergeten. Vijf seizoenen
lang presteerde hij in feite minder dan
hij in werkelijkheid kon. Hetgeen voor
een niet onaanzienlijk deel is terug te
voeren op het Europees kampioenschap
van 1966 in Deventer, toen hij de inzet
was van een diepgaand conflict tussen
schaatscoach Anton Huyskes en de
verantwoordelijke schaatsleiders. Na
dat voor hem zo triest verlopen Euro
pese titelgevecht was zijn zelfvertrou
wen volledig weggeslagen. Zelfvertrou
wen, dat Eddie Verheijen bij stukjes en
beetjes terugvond
Zijn derde plaatsen op de 1500 en
5000 meter en zijn vijfde plaats in het
totaalklassement in Oslo, zijn voor de
Deventenaar alleen maar de bevesti
ging van zijn nog steeds stijgende pres-
tatiecurve. Verheijen: „Wanneer ik
naar mijn prestaties kijk, geloof ik dat
ik elk jaar dichter naar de wereldtop
toekruip. Wat naar mijn smaak direct
te maken heeft met techniek, mentali
teit en wedstrijdervaring. Want die
punten rijn toch wel degelijk van es
sentieel belang.”
Niet tevreden is hjj echter over de
manier waarop Verkerk zich voorbe
reidde op het internationaal toernooi.
Pfrommer: „Ik ben er nu eenmaal
geen voorstander van om je uren van
tevoren als het ware op te sluiten.
Naar mijn smaak concentreert Kees
zich te lang op een bepaalde afstand.
Maar ik kan hem dat moeilijk kwalijk
nemen. Hij heeft dat nu eenmaal altijd
zo gedaan en niet zonder succes.”
Ook Pfrommer zal zich inmiddels
wel hebben getroost met de gedachte,
dat hij nooit dié greep op Verkerk zal
krijgen zoals hij die op andere schaat
sers heeft. Hetgeen niettemin straks
wel degelijk van invloed zal zijn op
zijn uiteindelijke beslissing tot het al
dan niet aanblijven als schaatscoach.
Van Jan Bols, die evenals in Davos
achter Schenk en Grönvold op de der
de plaats eindigde, kan Pfrommer in
ieder geval de volle steun verwachten.
Zeker nu de Hoogevener voor de twee
de keer in zijn internationale schaats
carrière is doorgedrongen tot het ere
podium. Een positie, die na de 5000
meter eigenlijk geen moment meer in
gevaar is geweest, doordat Bols zowel
op de 1500 als de 10.000 meter achter
Stensen, zijn voornaamste bedreiger, in
de baan kwam. Bols: „Toch had ik de
1500 meter nog wel graag iets sneller
willen rijden. Misschien dat er dan
zelfs nog een kleine kans was geweest
om Grönvold van de tweede plaats te
verdringen. Maar in vergelijking met
de tijd van Ard heb ik beslist geen
slechte 1500 meter gereden. De laatste
jaren ben ik op de korte afstanden
nooit zo erg zeker geweest.”
(Van onze sportredactie)
OSLO Harder had de klap voor Johs Tenmann eigenlijk niet kunnen
aankomen. Terwijl een glunderende Leen Pfrommer onophoudelijk han
den moest schudden, keek de Noorse schaatscoach verdwaasd voor zich
uit. Totaal versuft dwaalden zijn blikken over het eindklassement, dat
voor de Noor een vernietigende aanblik bood. Vier Nederlanders waren
bij de eerste zes geëindigd, slechts een tweede (Grönvold) en een vierde
plaats (Stensen) waren het loon voor de slavenarbeid die de Noorse
schaatsers in de zomer van vorig jaar onder zijn supervisie hadden ver
richt. Dieper dan ooit gingen de Noren gebukt onder het strenge regime
van Ard Schenk, de almachtige op de internationale ijspistes. Zaterdag
avond, nadat Ard Schenk vanuit de tweede groep vernietigend had uit
gehaald op de vijf kilometer, sprak Grönvold: „Na afloop van de 500 me
ter had ik nog een stille hoop Schenk van zijn derde wereldtitel te kun
nen afhouden, maar na de 5000 meter bekroop mij opnieuw dat machte-»
loze gevoel. Net zoals in Davos, toen ik al heb gezegd, dat tegen een man
van dit kaliber niet is te vechten. Door niemand. Maar het staat nu al
vast, dat ik het volgend jaar ook schaats. Alleen hoop ik, dat Schenk dan
stopt
Leen Pfrommer over de grootste
kampioen van dit moderne hardrijden:
„Over Ard hoeven we eigenlijk hele
maal niet meer te praiten. Hij is een
enorme kampioen, die voorlopig door
niemand is te evenaren. Vorig jaar in
Gotenburg kon je dit eigenlijk al zien
aankomen. Het had dit seizoen eigen
lijk alleen mis kunnen gaan wanneer
zijn studie wat minder goed was verlo
pen. Dan zou dat vermoedelijk ook een
terugslag hebben gehad op zijn schaats-
prestatïes. Maar toen hij eenmaal ge
slaagd was, wist ik, dat hij het dit
seizoen weer helemaal zou gaan ma
ken.”
nooi. Helemaal tevreden was de Fries
echter niet: „Mijn 500 meter was rond
uit slecht”. Pfrommer daarover:
„Wanneer Jappie kans zou zien op de
500 meter binnen twee seconden van
de winnaar te eindigen, dan zou hij
praktisch verzekerd zijn van een plaats
bij de eerste 12.” Van Dijk weer: „Door
die slechte 500 meter wilde ik proberen
die achterstand op de vijf kilometer
voor een belangrijk deel weg te wer
ken. Daardoor heb ik vermoedelijk wat
geforceerd gereden, waardoor mijn tijd
toch iets minder was dan ik eigenlijk
had gehoopt. Tenslotte is de 5000 meter
mijn sterkste afstand.”
HAARLEM. De schitterende
prestatie van Ard Schenk bij de we
reldkampioenschappen 1972 in Oslo,
staat niet alleen. Reeds in 1896 bij
de titelstrijd in Sint Petersburg (Le
ningrad) werd Jaap Eden wereld
kampioen door het winnen van vier
afstanden met tijden van 50,2 - 2.36,2
9.03,2 - 18.55,4. Acht jaar moest daar
na gewacht worden voordat weder
om een rijder erin slaagde de we
reldkroon te grijpen met het winnen
van vier afstanden. Het was de ook
in ons land zeer bekende Noorse rij
der Peter Sinnerud, de man op wiens
boerderij de Nederlandse schaatsen
rijders vele jaren gastvrij werden
ontvangen, die in Kristiania, het te
genwoordige Oslo, de prestatie van
Jaap Eden evenaarde met de tijden:
46,2 - 2.34,8 - 9 26,4 - 19.15,2. Later
werd de Noor gediskwalificeerd om
dat hij tijdens het toernooi geen
amateur meer geweest zou zijn. Ze
ven jaar duurde het voordat er weer
een rijder opstond die tot een derge
lijke verrichting kwam. De Rus Ni
kolai Sprunnikoff werd in 1911 te
Trondheim tot wereldkampioen uit
geroepen. Zijn tijden waren: 46,4 -
2.26 - 9.10,2 - 18.13,-. Een jaar later
explodeerde de schier legendarische
Noor Oscar Mathisen tijdens het we
reldkampioenschap in Kristiania,
door vier afstanden te winnen met
tijden van 44,2 - 2.20,8 - 8.45,2 -
17.46,3. En in 1972 schaarde Ard
Schenk zich in deze rij van onver
getelijke schaatsenrijders, na een
jaar dat zijn weerga in de schaats
sport nog niet heeft gehad: Europees
kampioen door het winnen van drie
afstanden, drievoudig Olympisch
kampioen en nu wereldkampioen
met tijden: 40.14 - 2.03.06 - 7.22.84 -
15.22.09.
Het „blok” van het wereldkampioenschap schaatsenrijden voor heren ziet er als volgt uit
1500. 10.000 meter en totaal).
OSLO. Meer dan zes jaar had hij
hierop gewacht. Een plaats op het
erepodium in een internationaal titel
gevecht. Zijn in de wintermaanden al
tijd sterk gebruinde gelaat straalde van
vreugde en trots. Eindelijk was zijn
diepste verlangen als schaatsenrijder in
vervulling gegaan. Zingend holde Eddie
Verheijen zondagavond, ruim een uur
na de ceremonie protocollair in het
sfeervolle Bislet-stadion, door de stra
ten van Oslo. Niets was hem, de anders
zo nuchtere en bloedserieuze Deventer
onderwijzer, te dol.
Pfrommer: „Ik vind het voor Kees
bijzonder sneu dat hij uitgerekend
twee dagen voor dit kampioenschap
verkouden werd. Te meer, daar hij
zich van dit titelgevecht zo ontzettend
veel had voorgesteld. Hij had zich er
ook erg goed op voorbereid. Door die
verkoudheid raakte hij psychologisch
zo zwaar aangeslagen, dat dit vermoede
lijk ook de oorzaak is van zijn ronduit
slechte 500 meter. Die slechte tijd
heeft de zaak in feite alleen nog maar
verergerd.”
Toch zou het onredelijk zijn te be
weren, dat de nog altijd grenzeloos
populaire Puttershoeker in Oslo volle
dig heeft gefaald. Zeker niet op de vijf
kilometer, op welke afstand hij zelfs
nog erg hoog in het klassement eindig
de. Pfrommer sprak zondagavond zelfs
van een „verdomde goede vijf kilome
ter”. Tegenover zijn zeker niet zwakke
5000 meter stond echter een uiterst
grillige tien kilometer, op welke af
stand Verkerk halverwege de drang
j ||l-