HUBERT LAMPO
Lateraal denken: een
De zwanen van Stonehenge: over
boeiende bezigheid
magisch-realistische litteratuur
Cees Nooteboom
Rapport over
zijn is leuk,
schrijven
maar
geweldloze
weerbaarheid
„Schrijver
is vervelend”
RUUSBROECDE
WONDERBARE
ONDANKS OMZWAAI NAAR REALITEIT
LIEVER DICHTEN DAN SCHRIJVEN
BOEKENWEEK
==WIJ ONTVINGEN
™:s:riWIJ ONTVINGEN
WOENSDAG 23 FEBRUARI 1972
FILOSOFIE VAN DE BONO
A nima-figuren
Goede essays
Wegwijzer
(Van onze redactie in Amsterdam)
Weinig kans
Bitter Bolivia
Geen gelijkhebberskreet
AMSTERDAM „Poëzie is erg
belangrijk voor me. Het zijn hel
dere momenten waarin ik mezelf
aan mezelf onthul, zonder het op
dat moment te weten. Poëzie is het
enige wat ik nooit als werk heb
gezien, nooit ook met tegenzin heb
gedaan. Een verhaal, een toneel
stuk of een reisreportage zie ik
wel allemaal als werk, met meer
of minder tegenzin. Ik begin het
geleidelijk aan leuker te vinden»
Schrijver zijn is leuk, maar schrij
ven is vervelend”. Dit zegt Cees
Nooteboom naar aanleiding van
zijn onlangs bij de Bezige Bij ver
schenen „Gemaakte gedichten”,
waarvan Cees de gesloten gedich
ten de fijnste vindt.
Niet hoogdravend
HUBERT LAMPO, de schrijver van „De
komst van Joachim Stiller”, van „De heks
en de archeoloog”, „De belofte aan Rachel”,
„Terugkeer naar Atlantis” en nog veel meer,
is magisch-realist. In Vlaanderen vindt hij op
dat gebied als evenknie alleen Herman Teir-
linck met een breed oeuvre en Johan Daisne
van „De trap van steen en wolken” en ook
nog veel meer. Lampi is het niet zó maar,
omdat het genre hem min of meer zou liggen,
nog veel meer. Lampo is het niet zó maar,
meer gelezen worden. Integendeel, hij
schrijft magisch-realistisch (en dus religieus,
en dós mystiek) omdat het een levensbehoef
te is. Hij is een geïnspireerde en behalve dat
een kénner. Bij dat kennen is studie inbe
grepen. En die studie in dit geval van de
achtergronden van de magisch-realistische
litteratuur heeft hem ingegeven om „De
zwanen van Stonehenge” te schrijven, uit
gegeven bij Meulenhoff in Amsterdam.
J
en
HEIN STEEHOUWER
H.S.
BILT-
CEES NOOTEBOOM
TOREN
J.F.
I
HET BLIJFT bij namen noemen, want iedere
essay met een essay beantwoorden vergt een zelfde
dik boek als „De zwanen van Stonehenge” is. Toch
Veel bedachtzamer praat Cees over
rijn proza, zijn reportages. Voor Ave
nue is hij naar Mali geweest en naar
UJJdJ
„De draaikolk van een werelddeel
dat aan zijn ketting rukt, schrijft
Cees in „Bitter Bolivia. Een ketting
die ruwer wordt aangehaald naarmate
de schakels zwakker worden. Een ket
ting die wij, in onze tijd, zullen zien
breken. Dat is een vrij sterke bewe-
Madame De la Fayette, „La Princesse de Clèves”,
opvallend tussen de mythologische romans uit die
tijd. Het is alleen een historische verhandeling als
inleiding tot de wérkelijke essays over de magisch-
realistische litteratuur, die op een eerbiedwaardige
ouderdom mag bogen. „De reizen van Sinte Bran-
daan” worden niet kritisch nagereisd, maar wel
wordt de Saksische Beowulf genoemd als ingang
tot de ridderromans, die als bij uitstek fantastisch
mogen gelden. Er wordt niet zoveel over geschre
ven, veel méér en ook goed over de King Arthur-
legende, Parsival en de queeste van de Heilige
Graal natuurlijk. De magiër Merlijn (die figuur
stond voor Tolkien’s Gandalf) duikt uit die verhalen
op en dan vertelt Lampo boeiend over diens af
komst, de mythische tovenaar, die hij een Kreten
zer wil doen zijn, die debet was aan het bouwen of
ontwerpen van Stonehenge circa 3000 jaar geleden.
Een fantastische theorie? Goed, maar Lampo is
als magisch-realist intuïtief gescherpt en hij beoogt
geen wetenschap te bedrijven, doch slechts de bron
nen op te sporen van een aantal Europese mythen
en legenden. En hij doet dat bijzonder onder
houdend.
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boe kenboe kenboekenboe ken!
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
„Ik ben ontzettend bewust van taal,
als ik ermee bezig ben. De dingen die
je met taal kunt doen zijn oneindig. Ik
geloof niet dat het zo belangrijk is dat
dingen feitelijk begrepen worden. Als
het maar zo is dat er iets gebéurt. En
of de lezer bij mijn beelden andere
beelden zet of ziet. Als die taal maar
werkt. Als de rangschikking van die
taal maar een werking heeft die meer
of minder overeenkomt met wat er
met mij gebeerde toen ik het deed.
Door de taal aan te schroeven tot een
bepaalde, concrete vorm, die ook nog,
met een mal woord, een zekere
schoonheid vertoont, wordt die mede
deling misschien veel heftiger.
„Mijn poëzie staat voor mijzelf apart
van wat er verder gebeurt. Niet dat ik
er een hoge plaats voor opeis, maar het
is niet het soort poëzie dat geschreven
wordt op het ogenblik, dacht ik. Ter
wijl ik erg veel hedendaagse poëzie
waardeer, zou ik niet weten bij wie je
mij nu zou moeten rangschikken. Het
is een eigenzinnige, duidelijk voor an
deren vrij duistere, of hoogdravende en
vervelende, en ondoordringbare mede
deling. Er zijn mensen die vinden dat
je zo niet mag schrijven, dat je het
allemaal veel lichter moet doen, maar
ik zie het niet als hoogdravend”
HET NEDERLANDS Instituut voor
Vredesvraagstukken in Den Haag heeft
onlangs een rapport uitgebracht over
mogelijkheden en onmogelijkheden in
zake geweldloze weerbaarheid. Het
rapport, ais boekje verschenen onder
de titel „Geweldloze weerbaarheid, al
ternatief voor militaire defensie?”
wordt gedistribueerd door Meulenhoff-
Bruna.
UITGEVERIJ NIJGH VAN DIT-
MAR - ROTTERDAM.
„Afscheid van Streuvels”, Hedwlg
Spellers, Georges Adé, Georges Wilde-
meersch en Albert Godfroid, zorgden
voor de samenstelling.
DIE ZWANEN VAN STONEHENGE zijn alleen
een „vluchtige” aanleiding tot zijn serie essays.
Lezers van Bres-Planète weten, dat Lampo in dat
blad eerder over Stonehenge heeft gepubliceerd.
Hij ziet het archaïsch monument van Stonehenge
namens velen overigens als een stenen com
puter, dienstig om zonne- en sterrestanden af te
lezen. De merktekens, gevormd door de stenen van
deze „kalender” staan op een bepaalde tijd van
„het grote jaar” in correlatief verband met het
sterrebeeld De Zwaan. Daérom mysterieuze broe
derschappen rondom een „Zwanemaaltijd” (zie de
„Bruiloft in Kana” van Jeroen Bosch), daarom
Zwane-ridders, Lohengrin voorop, en wellicht Nils
Holgerson van Selma Lagerlöf op zijn gans als laat
naneefje, niet te vergeten natuurlijk Hans Ander
sen en het oud-Hollandse versje „Witte zwanen,
zwarte zwanen, wie wil er mee Engel(l)and varen”.
De sleutel, die in dat versje gebroken is en door
geen ene timmerman kan worden gemaakt is
door Hubert Lampo gevonden. Hij heeft de gebro
ken delen gesoldeerd het echte lassen zou je mis
schien alleen aan Louis Borges moeten overlaten
maar je ziet er geen barst van, om een tube-lijm-
fabriek „ergens in Nederland” in dit gezelschap te
citeren.
HET BOEK BEGINT met een essay over de eerste
psycho-realistische roman in Frankrijk (1678) van
heeft Lampo zijn stof niet uitputtend behandeld. Dat
is ook bijna onmogelijk. Zelf schrijft hij, dat hij zijn
verhandeling bijna geheel op grond van parate
kennis heeft geschreven. Het is dus geen standaard
werk. Wat het wel is? Een goede handleiding in
het duistere woud van de magisch-realistische
litteratuur en een aanmaning om zich erin te ver
diepen. Je zou er toe komen om de door hem be
schreven romans, zo je die nog niet hebt, ijlings op
de kop te gaan tikken. Zo animerend is dit boek
dus wel, ondanks de wat snelle vogelvlucht van
Huberts Zwanen.
ER IS EEN HANG naar mystiek. Er
zijn hippies van allerhand geestelijke
komaf, die retraites meemaken in het,
overigens slinkende getal, kloosters.
Misschien is het een vlucht, wellicht
een opgang, wie zal het zeggen? In
ieder geval zoeken ze een Europese
bron, in tegenstelling tot vele anderen,
die de weg naar het oosten en vaak
de ondergang kiezen.
Zoeken ze goed? Komen ze in die
kloosters de geest van Ruusbroec nog
tegen? Wie zich behalve dan de
hippies op die geest wil bezinnen
kan dat doen. Voor hem is er nu
„Ruusbroec de Wonderbare” een uitste
kend geschrift van dr. W.H. Beuken,
een uitgave van Tjeenk Willink-Noor-
duijn in Culemborg.
De middeleeuwse mystiek is een on
uitputtelijk onderwerp.Wie er over le
zen wil kan niet buiten Ruusbroec. die
levende in de eerste helft van de
veertiende eeuw zo’n grote invloed
heeft geijgd op Geert Groote, Thomas
van Kempen en andere leidslieden uit
de kring van Windesheim.Hier dus de
ingang van die typisch Nederlandse
mystiek, een bloemlezing van uitste
kend gekozen fragmenten uit de tek
sten van Ruusbroec (oorspronkelijk
weergegeven) en met een inleiding en
verhelderende aantekeningen van dr.
Beuken.
Niet alleen Ruusbroecs ’’leer” wordt
besproken, ook zijn leven en een tijds
beeld. Vroegere beschouwingen, waar
uit de schrijver heeft geput worden
alle genoemd en zo kan men dit boekje
als een inleiding naar méér zien. Dr.
Beuken heeft door zijn uitleg de tek
sten leesbaarder gemaakt en wie rich
de tijd gunt kan met "Hetinnighe
leven” of „De gheestelike brulocht” op
adem komen in een tijd, die nu en dan
tot diep ademhalen dwingt.
HUBERT LAMPO geraakt dichter bij huis en
wordt dan ook beter controleerbaar als we de litte
ratuur van onze dagen gaan naderen.
Wat hij schrijft over Ayesha uit „She”, de mys
terieus geromantiseerde priesteres, het wonderlijke
hersenspinsel van Rider Haggard, is een uitsteken
de ontleding van de animagestalte in de zin van
Carl Gustav Jung. Op die keper beschouwt hij
„L’Atlantide” van Benoit eveneens en een hele serie
romanfiguren, Yvonne de Galais uit Alain-Four-
niers „Le Grand Meaulness”, Rosa Fröhlicht uit
„Der blaue Engel” van Heinrich Mann komen op
die wijze aan de orde.
In het algemeen moet men diep graven om achter
gegevens over de schrijver van De Golem, Gustav
Meyrink te komen. Lampo levert die gegevens,
evenals over Sir James-George Frazer en diens „The
golden bough” en over Arthur Machen, een fantas
tische schrijver (evenals Frazer) uit de kring van
The Golden Dawn, het Engelse esoterische genoot
schap, dat in de vorige eeuw bloeide. Kafka komt
aan de orde als magisch-realistisch schrijver en
natuurlijk Borges.
ring. Cees: „Ik ben van mening dat het
in Latijns-Amerika nooit zo kan blij
ven gaan als het ging. Daarvan rijn nu
de tekenen al overal, hoewel men er
nog vreselijk vast in het zadel zit. Ja,
maar in onze tijd?
„Wat noem je in onze tijd? China,
dat in goed twintig jaar van een feo
dale staat veranderde in een puur
communistisch model. Dat zie ik in
Zuid-Amerika niet zo snel gebeuren.
Maar toch sneller dan je denkt. Sneller
dan in Zuid-Afrika. Het is geen gelijk
hebberskreet, maar als je de hele ont
wikkeling ziet, de bevolkingsgroei, de
guerrillas. Aan alle kanten wordt er
aan getrokken. President Barrientos,
die 21 vliegtuigongelukken overleefde
en om het leven kwam toen zijn
helikopter neerstortte, noemde Bolivia
tegenover Cees Nooteboom „een bede
laar op een zilveren troon. Kan het
Nooteboom irriteren dat mensen de
ambitie om verder te komen kennelijk
niet hebben?
„Nee, helemaal niet, die irritatie ligt
op heel andere vlakken. Bijvoorbeeld
op dat van d e stupide bureaucratie.
Van een man die achter een bureau
jou rit te hinderen terwijl hij dat
helemaal niet in de gaten heeft. Als je
drie dagen staat te zeuren om een
permissie die uiteindelijk gunstig is
voor zo’n man omdat je over zijn land
schrijft. De ambassadeur in Parijs
vindt het geweldig dat je komt en zijn
land bekend maakt. Maar ergens, op
zo’n kantoor, rit een hele grote zwarte
meneer en die zegt, je mag niet foto
graferen. De mensen die vanuit Neder
land daarheen gegaan zijn om die
mensen te helpen bij hun ontwikke
ling, stuiten daar natuurlijk nog veel
vaKer op. Dat moet vaak bitter zijn.
UITGEVERIJ NELISSEN
HOVEN - BLOEMENDAAL.
Basil Davidson: „Afrikanen”, een in
leiding tot hun cultuur” vertaald door
mevrouw Margrit de Sabloniére, die
gespecialiseerd is op het gebied van
Afrikaanse culturen, waardoor een ide
ale samenwerking tot stand is geko
men. De schrijver is niet alleen een
erkend specialist van het huidige Afri
ka, maar wordt bovendien door de
inlandse bevolking ook als zodanig er
kend en geaccepteerd. Hij heeft uitge
breid in dit immens grote Afrika,
waarvan de delen onderling zo ver
schillend zijn, rondgezworven. Hij
schrijft heel boeiend over Afrika op
cultureel, religieus en politiek terrein,
hoe dit land zich ontwikkelde en hoe
men dit moet zien in het licht van de
historie van dit Afrikaanse land. Het
boek is ingedeeld in vijf delen: I „De
Wereld van Afrika”. II „Sociale Char
ters”. III „Geloofsstructuren”. IV „Ver-
anderingstechnieken”. V „Zondvloed en
het heden”. In de epiloog „Afrikaanse
lotsbestemmingen” wordt een visie op
de toekomst gesuggereerd. Wanneer
men Afrika niet alleen ziet als het
land waar men „Safari” moet gaan
houden, maar wanneer men oprecht
geïnteresseerd is in de cultuur van het
volk van Afrika, de Afrikanen zelf, is
dit een uitstekend boek om u te infor
meren. De schrijver intensiveert zijn
verhaal door tal van voorbeelden uit
het dagelijks leven van de inlander:
hij vertelt bijvoorbeeld over de positie
van de inheemse vrouw, de macht van
de koningen, hun bijgeloof en magie,
de inwijdingsrituelen van jonge man
nen, de heksen en tovenaars, de onder
linge veten en oorlogenen nog veel
meer. Het boek is uitstekend verzorgd,
de foto’s en tekeningen leveren goede
duidelijke bijdragen.
BOSCH KEUNING - BAARN.
Virginia M. Axline: „Dibs”, het ge
vecht van een gestoord kind, op zoek
naar eigen identiteit”.
UITGEVERIJ IN DEN
BAARN.
Lisa Hobbs: „Liefde en bevrijding”,
de nieuwe vrouw in de nieuwe maat
schappij.
Bolivia, waar Che Guevara het leven
liet. „Bitter Bolivia, Maanland Mali” is
de titel van het boek (Bezige Bij)
waarin de reportages die in Avenue
‘reeds zijn verschenen, zijn opgenomen.
Als je de stijl vergelijkt met die van
Cees’ eerste boek. „Philip en de ande
ren”, is er in beginsel niet zoveel
verschil. Het is nu wat minder poë
tisch.
„Aan de oppervlakte geredeneerd zou
je zeggen, daar had je een poëtisch
jong mens. God wat is die jongen
veranderd. Van mager is hij dik ge
worden, maar ook is hij van het zwe
verige, dromerig poëtische af naar ie
mand die feitelijke reportages kan
schrijven. Zij het versierd met litterai
re vormgeving”, aldus Cees.
„Nu geloof ik dat dat in de kern
allemaal al aanwezig was. Je hebt
mensen die meteen al heel duidelijk
hun persoonlijkheid gevormd hebben
en met een ijzeren consequentie dat
hun leven lang volhouden. Maar bij
mij kun je eerder zeggen dat het grote
conflict, zich heeft voorgedaan na
„Philip en de anderen”.
Ben je je van zo’n crisis bewust
geweest? „Ik had niet in de gaten wat
er aan de hand was. Maar ik heb dus
gewoon, een beetje mal, een ernstige
crisis gehad, waarvan ik later begreep
dat het een late overgang was van zeer
vaag naar tamelijk concreet” Vindt
dat ergens zijn weerslag? „Ja, in de
„Ridder is gestorven”. Ik vind dat het
daar heel duidelijk in staat, al was ik
me daar zelf toen niet zo van be
wust. maar daar is dus eigenlijk het
failliet van het fraaie schrijven. zon
der dat ik daarna toegekomen ben, op
litterair gebied, aan de volgende ver
snelling”.
Ligt daarin ook de oorzaak dat „De
ridder steeds maar niet uitkwam? „Ja,
ik heb er drie jaar over gedaan.
Geschreven en herschreven „Nee, ik
heb er gewoon lang over gedaan. Het
boek is niet zo geweldig ontvangen,
hoewel ik er wel prijzen voor heb
ontvangen. Ik zie het zelf als een
definitief soort afscheid. Niet van ie
mand die ik niet was, maar van een
deel van m’n soort. Als je1 is kort
gezegd, in het leven word je wat
harder.
aarden in hoogdravende bombast,
maar daarentegen uitblinken in een
evenwichtig en eenvoudig taalgebruik.
Daardoor worden zowel de beschou
wingen als de denkspelletjes voor bre
de kringen toegankelijk.
„Het mechanisme van ons denken” is
ontegenzeggelqk met meer pretenties
en voor een ander publiek geschreven
dan „In vijftien dagen leren denken”,
allebei uitgaven van Paris in Amster
dam. Maar dat is minder belangrijk.
Het gaat e r de auteur in de eerste
plaats om het denken vanaf de school
banken ontwikkeld te zien. Met andere
woorden: mee: nadruk op de ontwik
keling van de ongebonden gedachten
ontwikkeling dan op parate kennis.
Want, zo zegt De Bono in een van zijn
pamfletten: het is te gek dat wij in
feite trots zijn op een stilstand in het
denken. En dat zijn wij wanneer wij
er gelukkig mee zijn te denken en te
redeneren als de oude Grieken.
JOHN BINDELS
TOT VOOR KORT leefden ideeën
langer dan mensen, maar vandaag is
het net andersom. Daarom is er een
grote behoefte aan mentaal gereed
schap dat het mogelijk maakt ideeën
om te buigen. Dat zegt de 38-jarige dr.
Edward de. Bono, Maltezer van ge
boorte, medicus en docent in Cambrid
ge. Hij is de man van het „laterale”
denken, waarmee hij het sprongsgewij
ze denken, in horizontale richting, wil
typeren.
De Bono onderscheidt verschillende
vormen van denken. Allereerst het na
tuurlijk denken, dat van cliché naar
cliché gaat, door afwezigheid van con
trole dromen in zich sluit, dat ook
volledig wordt beheerst door beelden
die met de behoefte in verbinding
staan en dat een volslagen gebrek aan
proporties tooont. Natuurlijk denken,
zegt De Bono, is denken in indrukken,
in de onmogelijkheid om alternatieven
te herkennen. Het isg eboseerd op per
soonlijke ervaringen.
Het natuurlijk denken kan worden
ingetoomd door het woord „niet”. Er is
dan sprake van een controle op basis
van logica. Een doelmatige manier om
het natuurlijke denken te gebruiken.
Het wordt zo logisch denken. Onder
wiskundig denken verstaat De Bono
een gedachtenspel met symbolen
regels.
Bij deze vormen is het min of meer
tevoren bekend waar de denker heen
wil. Hij denkt verticaal, diept zaken
uit, terwijl hij voortgaat op de ingesla
gen weg. Het laterale denken heeft
geen voorspelbare uitkomst. Het is
volslagen ongebonden en creatief en
heeft ais doel de geest tot inzicht op te
wekken. De Bono vindt dat in het
laterale denken niet iedere stap juist
hoeft te zijn zoals in het verticale
denken. Als de conclusie maar juist is.
Je weet nooit precies wat je zoekt,
totdat je het gevonden hebt, zo defini
eert hij het. Met verticaal denken be
weeg je alleen als er een richting is
waarin je je bewegen kunt. Met late
raal denken beweeg je om een richting
te vinden. Lateraal denken vergroot als
het ware het effect van het verticale
denken door er richting aan te geven.
Je kijkt niet in de juiste richting
wanneer je op een betere manier in de
verkeerde richting ziet, redeneert De
Bono.
Hij draagt zijn denkbeelden uit in
twee boeken die goed op elkaar aan
sluiten en om overigens uiteenlo
pende redenen lezenswaardig zijn.
Ze hebben gemeen dat ze nergens ont-
In het rapport komen de samenstel
lers tot de slotsom dat de kans op
bescherming van essentiële menselijke
waarden door middel van geweldloos
verzet uiterst miniem is. Men gaat
uitvoerig in op de vraag of geweldloze
weerbaarheid voldoende uitzicht biedt
op het ofwel voorkomen van een oor
log en het stuiten van een militaire
opmars ofwel de essentie van de demo
cratische rechtsorde en de principes
van menselijkheid te redden. Hiertoe
wordt uitvoerig ingegaan op een aantal
voorbeelden uit de geschiedenis, name
lijk de bezetting van het Ruhrgebied
door Frankrijk en België in 1932, het
Deense en Noorse verzet in de tweede
wereldoorlog en de inval in Tsjecho-
Slowakije in de zomer van 1968.
Duidelijk wordt dat men in geen van
deze gevallen door middel van geweld
loos verzet de vijand van onaanvaard
baar optreden heeft kunnen weerhou
den. Bovendien zijn geweldloos en ge
welddadig verzet vaak door elkaar ge
bruikt en waar de weerstand lijdelijk
bleef, waren de resultaten gering.
De kansen om een vijand door mid
del van lijdelijk verzet te laten af zien
van plannen om West-Europa te bezet
ten, worden in het rapport nagegaan
en uiterst klein bevonden. Is een bezet
ting eenmaal tot stand gekomen, dan
biedt het arsenaal van de geweldloze
weerbaarheid echter tal van technie
ken om elke graad van gewenste orde
loosheid tot stand te brengen. Niet
zeker is echter of de bezetter daarvan
meer hinder zal ondervinden dan de
bevolking zelf. Ook is het twijfelachtig,
aldus de conclusie van het Vredesinsti-
tuut, of de wezenskenmerken van onze
rechtsorde op die manier behouden
zullen kunnen worden.
DE BOEKERIJ - BAARN.
Elizabeth Goudge: „Het kind van de
zee”, de romantische en ontroerende
geschiedenis van Lucy Walter, de
vrouw waarvan beweerd wordt, dat zij
de eerste liefde van Koning Charles II
is geweest en in het geheim misschien
ook wel zijn vrouw.
SPECTRUM - UTRECHT.
„De Spectrum Wijnatlas” van Hugh
Johnson, onder redactie van Wina
Born. De volledige gids voor alle wij
nen van de wereld. Een fantastisch
boek voor de wijnkenners maar ook
voor de echte wijnliefhebbers Alle
wijngaarden in kaart en de namen van
de wijnen kunt u zo opzoeken. De
prachtige uitvoering, met zeer veel il
lustraties in kleur en zwart-wlt, maakt
de oriëntatie nog aantrekkelijker
UITGEVERIJ HOLLANDIA-
BAARN.
Norman Mailer: „De gevangene van
de seks” een protest tegen het verbeten
streven van de vrouwenbeweging om
de fysieke en psychische verschillen
tussen de seksen te elimineren, in de
actuele strijd om de positie van de
vrouw.
Wouter Slob: „Het 4e boek over
paarden en paardrijden.” De schrijver
is onuitputtelijk in zijn onderwerpen.
Fraaie tekeningen van Olga M. W.
Slager en mooie foto’s illustreren het
boek.
G. J. A. RUYS-AMSTERDAM
Een bijzonder kostbare uitgave:
„Zelf bloemen maken van textiel” van
twee Japanse auteurs Miyuki en To-
moko Jida. De Japanners zijn niet
alleen meester in het bloemschikken
maar ook in het maken van kunstbloe
men. Zij gebruiken hiervoor géén pa
pier, plastic e.d. maar échte stof: lapjes
uit de lappendoos bijwijze van spreken,
zijde, fluweel, katoen, tule, en wat dies
meer zij. Voor een bepaalde bloem
kiezen rij een bepaalde stof of een
combinatie van stoffen, om het uitein
delijke resultaat zó natuurgetrouw te
laten worden dat het bijna niet van
„echt” te onderscheiden is. De uitvoe
ring van het boek is met de gekleurde
afbeeldingen van de werkstukken, die
een indruk geven van de te bereiken
resultaten, in een woord schitterend.
Duidelijke werktekeningen suggereren
U dat het allemaal niet zo moeilijk is
als het lijkt... maar o, wee... vergist
U nietmen moet het ook wel „in
de vingers” hebben.”
UITGEVERIJ DE ARBEIDERSPERS-
AMSTERDAM.
„De detective beeldverhalen van
Dick Bos” door Alfred Mazure. Een
jeugdsentiment I