De stam van Zebulon en HEMELSE ASTRONAUTEN Nederland DAN SCHIMMEN BLEKER De schijnlogica in Velikovsky’s leer Suggestie en kronkels bij Robert Charroux FANTASTISCHE INFORMATIE VAN PAUWELS EN BERGIER „De eeuwige mens" „Geleerden over Von Danicken Fantasie op de korrel door Hein Steehouwer BOI=KI=NW1=I=I< „WERELDEN IN BOTSING”: BOEIENDE RAMPENTHEORIE WOENSDAG 23 FEBRUARI 1972 ff Kosmische puzzel Kosmische stralen Ander geloof Nehalennia Mythe of waarheid Racisme Wonderen Prehistorie Wat is waarheid? Van alles wat LOUIS PAUWELS en Jacques Bergier, twee stenen in de vijvers van de „officiële" natuurweten schap, geschiedschrijving en wat al niet meer Want geen faculteit is hun vreemd. Ze hebben een enorme eruditie, nog meer fantasie al dan niet scheppend en een boeiende pen. Ze zijn beroemd geworden met hun „Dageraad der magiërs”, en hun blad Bres-pla- nète. Evenzeer zijn ze verguisd geworden door al wie pretendeert dat logisch denken de laatste zalig heid is. Wie zich opnieuw wil ver gewissen van de aparte talenten van die twee kan nu te gast bij „De eeuwige mens”, vertaald door dra W. G. M. van de Veere-Dover en uitgegeven bij Kluwer in De venter. ERICH VON DANICKEN doet me denken aan dat „Klein, klein kleuterken”, dat in de hof der ge leerden de „bloempjes” plukt, zo als het kinderliedje het leert. Het stoute kleutertje laat dan als ondeugdelijk passantje wel een hoop ergernis achter, gesymboli seerd in de enorme stapels boeken die in alle landen en talen Von Danickens naam dragen. Ze zijn niet zo blij, die geleerden, met „Waren de góden kosmonauten?” en „Terug naar de sterren”. De uitgeverij Kluwer in Deventer1 ziet gelukkig ook in de tegenstem een groeiend oplagecijfer en nu is er dan dat „Geleerden over Von Da- nicken” in dezelfde successerie verschenen. „Zon sta stil” IMMANUEL VELIKOVSKY, de Amerikaanse geleerde van Russische afkomst, is psycholoog* Hij is zelfs veel meer dan dat, na melijk de „vinder” van een theo rie, waarmee hij in de jaren vijftig nogal opschudding verwekte. Zijn „Worlds in collision” is nu uit stekend vertaald door Johan W. Schotman bij Kluwer in Deventer uitgekomen onder de naam „We relden in botsing”. Waarom de opschudding? Velikovsky trachttë te bewijzen, dat in betrekkelijk na bije tijden de wereld bijna in bot sing is gekomen met de planeet Venus en later nog eens geteisterd door Mars. Hij rakelde daarmee de oude en welbekende cataclysmen theorie van Cuvier uit de achttien de eeuw op. I WERELD VEN- ver- AM- t Charroux ruimteschip gelijk het ideeëndief dan eën originele fantast laat staan een denker is. bron in historische theorieën, ook al zijn die wonderbaarlijk. CCÜZO en weldadig is. van Woelderen zelden aanvals- mee aan iedere Hij vertelt over nog veel meer won deren. De bliksemafleiders op de tem pel van Salomo bijvoorbeeld Er valt geen zinnig vóór of tegen in te bren gen, evenmin als andere antieke uit vindingen op het gebied van de elek tronica. De wonderbaarlijke landkaarten van Piri Reis die iedere Bres-lezer kent komen op tafel. Ze geven de conti nenten weer uit een periode vóór de laatste ijstijd. Natuurlijk komt Atlantis als werkelijkheid op de proppen, om dat er bij het eiland Bimini onder water dikke muren zijn gevonden. Wij stammen niet af van de apen, maar wellicht van de dolfijnen. Het is een verre zijtak van de leer van Rudolf Steiner, die de mens ook een oer- vissen-periode laat doorstaan tijdens het eerste begin van een evolutie. Het zijn allemaal speculaties, waarover geen zinnig woord valt te zeggen, maar die zich plezierig en geïllustreerd laten lezen. de nog niet gestolde planeet Venus opnieuw zulke rampen aanricht. Natuurlijk gaat de schrijver niet al leen op oude teksten af. Hij is bijzon der gegrepen door zijn idee en haalt zowel de hele astronomie als geologie en geschiedenis overhoop. Velikovsky heeft in het begin mede werking van enkele geleerden gehad en nog zijn er, die met hem meegaan, onder meer de beroemde astronoom Fred Hoyle met de „ardolie-theorie”. De meerderheid der geleerden neemt Velikovsky niet ernstig en zij zal wel gelijk hebben, onder meer omdat zo ernstige verstoringen als de botsing met een komeet van de afmetingen van Venus nog zeker in onze dagen zou nawerken. gebeurd in diie tijd, ontdekt door de ruimtevaart, de radio-astronomie, de atoomgeleerden, want de wetenschap staat evenmin stil als deze vruchtbare schrijvers. Hij heeft nog meer van die bronnen, ook als hij ze niet noemt, namelijk Gobineau en Chamberlain, die als voorlopers zo veel hebben bijgedragen aan de nazistische rassenwaan. Char roux komt dan met de fraaie bewering dat zowel Apollo als Noach en Jezus blond moeten zijn geweest en blauwe ogen hadden, omdat ze in feite druïden waren, de preiesters van Keltische af komst aan wie hij een „blanke wereld leer” toeschrijft. „De ingewijde rabbi’s en de joden van zuiver ras hebben eveneens een blanke huidskleur, blau we ogen en blonde haren", zegt hij letterlijk. Charroux schrijft vanuit een ressen timent, ook zijn „geleerdenhaat” be wijst dat. Het is jammer om zulke miskleunen te moeten tegenkomen tus sen veel fantastische informatie. eeuwige mens” met als onder schrift: De woorden van de kunst matige taal van Wilkins zijn niet zomaar bedachte willekeurige grove symbolen. Iedere letter van een woord heeft een betekenis, zo als dat ook voor de kabbalisten met de heilige schrift het geval was. H boekenboekentx>ekenboekënl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboeken! boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboeken! boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl de Velde: „Zelfspottend Humor op eigen kop aan MAAR HOE KOMT dan een zo ern stig en zeer belezen geleerde aan zo’n theorie? Het is als met sommige ande re theorieën. Als iemand door een groots idee wordt gegrepen, dan schij nen de bewijzen zich overal aan te dienen. Een bepaald type bewustzijns vernauwing schijnt een verhelderende blik op te leveren in de richting waar in men zoekt. Er schijnt een kosmische legpuzzle zich voor de ogen van de „fantast” of ideeëndromer uit eigen wil ineen te leggen. De grootste geesten kunnen daardoor worden gegrepen. Wie daar echter als lezer van afstapt heeft een bijzonder boeiend en zeer vaardig geschreven boek in handen, een soort science-fiction in het verle den van een heel bijzonder kaliber. Ernst Stühlinger, een Amerikaanse geleerde beroept zich onder meer op de enorme afstanden in lichtjaren, die het bezoek van buitenaardse intelligenties in vliegende schotels aan onze aarde onmogelijk maken. Lezers van dit type boeken weten hoe P. B. werken. Ze bezitten een uitmuntend ingerichte kartotheek met duizenden gegevens van allerlei aard. Daarmee gaan ze aan het werk. Het gaat hen om merkwaardige feiten in verleden en heden, onopgeloste raad sels, de evolutie, Atlanüs-problemen en wat al niet meer. Die lossen ze niet op. Ze zijn wel wijzer. Ze suggereren even tuele oplossingen aan de hand van overstelpend materiaal. Vertellen P. B. de waarheid? Ze twijfelen aan iedere officiële waarheid, zelfs aan de hunne. Ze komen met mo gelijke oplossingen voor problemen, maar zelf beweren ze, dat ze dromen prduceren, dat ze eigenlijk dichters zijn. Wel, dat doen ze dan ook. Ze werken met fragmenten werkelijkheid die zich samenvoegen tot echte waarheden, maar ook halve, en schijnwaarheden. Inderdaad is het met onze dromen niet beter gesteld, en men weet vanouds, dat dichters „de waarheid liegen” „De eeuwige mens” is een aanvulling op „De Dageraad’’. Er is immers zoveel van de oude Indianen onder de loep genomen en het begin van die bescha vingen zoals ook overal elders wordt duizenden jaren vroeger gelegd. De schrijvers doen op een suggesti bele wijze nog veel meer uit de doeken in hun goed geïllustreerde boek en bo vendien iets minder speculatief, dan in „De dageraad” het geval was» M. VERTREGT F.B.LS. een zeer ontwikkelde allesweter doet het an ders. Hij ontkent, dat de goddelijke kosmonauten aan de primitieven de beginselen van de oerbeschavingen hebben gebracht. Terecht, maar bij hem zijn „showers” verantwoordelijk, periodieke toenemingen van kosmische stralen, die op de chromosomen inwer ken. op de hersenen tenslotte en dan plotsklaps scholen genieën doen ont staan, die de mens een eind verder helpen op de weg der beschaving. Nu is de periodiciteit van de beschavings- golven” al veel eerder door tal van geleerden opgemerkt. Het is echter jammer dat zij dan andere verklarin gen hebben zo zij die al hebben dan Vertregt. Want je beroepen op kosmische stralenbundels lijkt wel een stuk natuurwetenschappelijker dan de kosmonautentheorie, maar bewijzen zijn er evenmin voorhanden. ZOALS DE LEZERS van dit type boeken weten, heeft Von Danicken zich vaak beroepen op bijbelteksten om zijn theorie van buitenaardse be zoekers in vliegende schotels waar te maken. Gunnar von Schlippe uit Ham burg gaat daar tegenin, maar doet dat als theoloog vanuit christelijk geloof. En hij is dan al als het om godde lijke kasomonauten gaat even on wetenschappelijk als Von Danicken zelf. De bekende Herbert Kühn, cultuur historicus. voert interessante en volko men geloofwaardige gronden aan, waarmee hij Von Danickens stellingen ondergraaft. Hij toont aan, dat Von Danicken op het gebied van de cul tuurhistorie waarover hij zoveel te beweren heeft t- de belangrijkste en meest toegankelijke boeken helemaal niet gelezen heeft. Of misschien wel, maar dan „weggezwegen” omdat de waarheid niet in zijn schema past. Professor J. M. J. Kooy, een wiskun dige, die de „grenswetenschappen” niet schuwt, gezien zijn interesse in de parapsychologie, heeft e en uitstekend betoog tegen Von Danicken. Maar jam mer is het dan, dat hij ook het beste illustreert, waarom boeken als van Von Danicken zo graag gelezen wor den. Zijn eigen pagina-lange wiskundi ge formules zijn onleesbaar voor de „gewone man”. Als professoren als Kooy zich in populair-wetenschappelij ke boeken niet van deze formules be dienden. zouden hun boeken misschien even graag gelezen worden als die van de fantasten. Meer dan de helft van de oppone rende geleerden van wie er sommi gen ook wel sypathie voor Von Danic ken kunnen opbrengen heb ik niet genoemd. Die moet de lezer zelf maar opzoeken, evenals het nogal lawaaiige verweer van Von Danicken achter in het boek. Toch is het niet allemaal nieuw, wat ze in dit boek beweren. Ze vechten bij voorbeeld Darwins evolutie-theorie duchtig aan. En waarom niet, want ze kunnen zich beroepen op reeksen ge leerden, die ook anti-Darwin zijn. En met recht bovendien, want Darwins theorie is weliswaar tot een soort geloof geworden, maar wetenschappelijk be wezen is ze nog lang niet. Het is andoenlijk om de inhoud van het boek te schetsen. Wat zij vertellen over „gemaakte” talen bijvoorbeeld, is bijzonder interessant; in oude gods diensten zijn ze thuis. Boeiend is wat ze schrijven over Foeniciërs in Brazilië, overigens een theorie die door veel anderen ook wordt aangehangen. Ze vertellen over hoog-ontwikkelde tech nische vondsten in oude beschavingen, waaraan veel geleerden voorbij gaan. Natuurlijk worden de beschavingen HET IS JAMMER, dat er aan die namen van geleerden geen klein bio grafietje i s toegevoegd. Want wie is Ernst von Khuon uit Baden Baden, die het voorwoord schrijft. Uit de tekst blijkt dan wel i s waar dat hij een geleerde is, maar heeft hij gezag? We nemen het maar aan, evenals van de vele anderen, onder wie de Nederland se professor J. M. J. Kooy, die onge twijfeld gezag heeft. En Herbert Kühn uit Mainz heeft dat niet minder. Maar dan een astroloog als de Hagenaar G. Zorab, iemand die als astroloog eerder „onder de profeten” dan de geleerden zal worden gerangschikt. HOE OORDELEN nu die geleerden over Von Danicken. Wel. sommigen maken hem af. Er zijn er echter ook. die de hand in eigen boezem steken. Ze vinden dat de wereld der geleerden zelf voor verteerbare informatie moet zorgen, zo opgediend, dat de belang stellende lezer zelf de schijntheorieën van Von Danicken doorziet. Ernst Khuon analyseert in zijn inlei ding het succes van Von Dënicken en somt de boeken op, waaruit de laatste heeft geplagieerd. Khuon kent die bronnen heel goed en toont afdoende aan, dat Von Danicken eerder een Een getekende reconstructie van de beroemde grafplaat uit de „Tempel der inscripties’’ van Pa- lenque, een Maya-centrum, voor komende in het boek „Geleerden over Von Danicken”. Het is een in dit type lectuur vaak gebruikte af beelding om te bewijzen, dat de beschaving is gebracht door buitenaardse wezens in vliegende schotels. Bij nadere bestudering lijkt het alsof de fantastische schrijvers gelijk hebben. Maar de afbeelding zegt natuurlijk niets. De grafplaat kan ook zijn ontstaan uit toen ook al circulerende my then over vliegende schotels. Wie een andere lezing prefereert, kan te rade bij het onlangs in deze krant besproken boek van John Keel „Ufo’s, operatie paard van Troje” van uitgeverij Gottmer in Haarlem. Kataklysmos betekent overstroming. De Grieken dachten daarbij aan echte en legendarische zendvloeden, die het aanzien van de wereld zouden hebben veranderd. Maar niet alleen de Grie ken, nee, de hele antieke wereld was ervan overtuigd en pij alle volkeren over de hele aarde leven herinneringen aan cataclysmen voort, vaak vastgelegd in geschriften in mondeling overlever de mythen en legenden, inscripties in steen en wat niet al. BEKEND IS HET bijbelverhaal over Jozua, tijdens zijn achtervolging van de Kanaanieten' „En hij zeide voor de ogen der Israëlieten: Zon, sta stil te Gibeon, en gij maan, in het dal van Ajalon. En de zon stond stil en de maan bleef staan, totdat het volk zich op zijn vijanden gewroken had”. De zon heeft toen een dag stilge staan, beweert de bijbel. Velikovsky is een man met een on gelooflijke kennis van en eerbied voor oude teksten. Alléén met dat bijbelver haal kon hij niets beginnen. Maar dan al die andere teksten, Egyptische, Griekse, Babylonische, noem maar op. HET IS GEBRUIKELIJK om tek sten, waarin de strijd tussen sterren als hemelgoden wordt beschreven af te doen met mythisch. Het zouden projec ties zijn van de mens op de hemel. Velikovsky stelt het andersom. Hij gelóóft gewoonweg in die teksten. Wat leverde dat geloof op? Een heel knappe theorie, dat de planeet Venus eerste een planeet is geworden na „Jozu- a’s dag” en daarvoor nog een komeet, ons stelsel heersende aantrekkings- komeet werd „ingevangen” door de in ons stesel heersende aantrekkings krachten, maar niet voordat ze de aarde bijna had vernietigd. Velikovsky schildert brede panora ma’s: zeeën die koken, landen die branden, legers die worden vernietigd, volksverhuizingen die op gang komen, de bekende Egyptische plagen, het ont staan van mythen en erediensten rond en aan Venus en nog veel meer. Hij volgt daarbij zeer nauwgezet de tek sten, ook in het geval van Mars, die circa 700 voor Christus in botsing met „WONDERE PARALLEL" is de naam van een wonderlijk boekje, ge schreven door Helene van Woelderen. bijgestaan door haar man Willem Kop- pejan en uitgegeven door de Stichting Real Israel Press in Den Haag. Het bevat een verslag over de totstandko ming van de gelijknamige film van de Britse cineast Derek Bray en de Zebu- lun-hymne van Niek Scheps. Een inlei ding en een voorwoord heeft het boek je en het Is bovendien zeer rijk en kleurig geïllustreerd. Dat was de buitenkant, hierboven. Waarover gaat dit wonderlijke boekje? In navolging van de bekende theorieën van de Brits-Israel-beweging stelt deze schrijfster, doctoranda in de sociale wetenschappen, dat ons land eigenlijk het land Zebulon of Zebulun, zoals zij het schrijft is. Het is een van de „verstrooide” stammen Israëls, die zich hier vestigde, zoals de Jozef-stam in Engeland woont, Manassa eigenlijk de Verenigde Staten is en Denemarken door Jacobs zoon Dan in het leven is geroepen. De theorie is oud, Helene van Woel deren bevestigt het zelf. Vóór haar waren er Zebulunisten. Wat is nu de basis? Een merk waardig staaltje van analoog denken. In de bijbel wordt van Zebulon gezegd, dat hij vredelievend Welnu, stelt Helene Nederlanders voeren oorlogen en ze doen liefdadigheidsactie. In de bijbel worden het licht en Zebulon met elkaar in verband gebracht en ziet, juist de Ne derlanders brengen „lichtschilders” als Rembrandt voort alsof hij het niet van Caraveggio had. De kinderen van Zebulon zullen in havens wonen en de zeeën bevaren. Ook de Nederlanders doen zulks. Enfin, in rte richting bab belt mevrouw Van Woelderen zeer on derhoudend voort. Helaas, het snijdt geen hout. Ze zal zelfs geen Haarlem mer overtuigen uit chauvinisme, omdat ze stelt, dat Zebulun schrijvers heeft voortgebracht en dat Laurens Janszoon Coster in haar ogen toch inderdaad wel vóór Gutenberg het drukken uit vond. UITGEVERIJ HET STER - BAARN. Prof. dr. ir. F. M. Maas: „Toekomst model voor naituur en landschap”, een bijdrage tot goed milieubeheer. Dr. J. Sperna Weiland: „Voortgezette Oriëntatie”, nieuwe wegen in de theo logie”. Drs. Hugo van den Enden: „Abortus pro/contra”, een kritische analyse. L. J. VEEN’S UITGEVERSMIJ. WAGENINGEN. I. M. Aleven en C. van den Berge: „Alles over het paludarium”, bouw, inrichting en verzorging van het tro pisch oeveraquairium”. UITGEVERIJ DESCLEE DE BROU WER - UTRECHT/ANTWERPEN. In de Brito-uitgaven de volgende boeken: Paul van Vlaanderen” de kaak. Mare Andriessen: „De Dulle Grie ten”, een novelle waarin de vrouw als sex-wezen in de strijd om de vrouwen emancipatie in het geding komt, en die de Vlaamse Dolle Mina’s, in hun rol van consumptieartikel, heftig in het geweer brengt. Robin Hanelore: „De Zaak Matys”, het leger en de zwijnen, een leger- schandaal. Peter Frans van Kerkhoven en Hu bert Lampo: „Liefde 1843”, liefdesro man In briefvorm. Jan Berghmans: „Hoe groen was mijn gal”, een romancollage, die uit een serie korte verhalen bestaat en een inzicht geeft in de karakterontwikke ling van de schrijver. Een beetje vrou welijk en een beetje erotisch. Lode Zielens: „Het duistere bloed”, een zedenroman. WERELDBIBLIOTHEEK STERDAM. Hans Werner Richter: „De Snoek en andere vertellingen”. Theun de Vries koos en vertaalde voor deze uitgave vier verhalen uit de bundel: „Blinder Arm”. UITGAVE JONAS - BUSSUM Een bloemlezing uit het beste van de eerste jaargang van het gelijknamige tijdschrift „Jonas”. UITGEVERIJ DE ARBEIDERSPERS/ QUERIDO - AMSTERDAM. Louis Paul Boon: „Pieter Daens”, of hoe in de negentiende eeuw de arbei ders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht, geïllustreerd met repro- dukties naar tekeningen, foto’s en do cumenten. Erich Wichman: „Lenin stinkt” en andere satirische geschriften gekozen door Wim Zaal. Robert S. de Ropp: „Seksuele ener gie”. SPECTRUM - UTRECHT (Aula) W. Haver: „Bridgeboek voor beginners” (Prisma). Willy Hochkeppel: „Denken als spel”, vertaald door A. Abeling (Prisma). ROBERT CHARROUX DOET het in zijn „Vergeten werelden”, vervolg op zijn „Obekend verleden” allebei uit gaven van Kluwer in D'venter voor een deel intelligenter dan Von DSnic- ken. Hij suggereert meer dan dat hij beweert. Hij levert geen alles omvat tende stelling, waaruit het ontstaan van alle beschavingen zou zijn af te leiden, zoals de „schotel-gelovers” doen. Bij hem hebben oude Kelten in Ufo’s gevlogen. Evenals bij de heer D. Hoekstra, onze lezers welbekend van zijn Foeni- sische penitagramtheorie, knoopt zij aan bij de vondst van de Nehalennia- stenen in Zeeland. Zij vertelt, dat reeds in de achttiende eeuw werd veron dersteld, dat het woord Nehalennia als een hebreeuws woord werd gezien. Dat is dan weer haar parallel met de heer Hoekstra. Met de laatste heeft ze echter verder niets gemeen. In ons blad werden tien tallen bewijzen aangevoerd op grond van vergelijkingen van onze taal met het oude Hebreeuws. Bij Helene van Woelderen geen enkel bewijs dan pa rallellen, die dan voor driekwart zijn afgeleid van de volstrekte onbewijs baarheden waarmee de Brits-Israël-be- weging schermt. Het is een lief boekje van een trou we gelovige, die vooral op grond van moralistische overwegingen waarbij de Nederlanders zeer gunstig voor de dag komen tot conclusies komt. Het is jammer, dat zulke paral lellen tussen Zebulon en andere landen evengoed op Griekenland kunnen slaan, de Canarische eilanden, het Noorse fjordengebied, kortom elke vreemde kust, waarheen „de volkeren rondom” de Israëlieten hebben jaagd in voor-christelijke tijden. Als Charroux het begin van de Eu ropese beschaving naar een veel vroe ger tijdstip verlegt, als we uit de meeste officiële boeken althans als ze voor leken zijn geschreven we ten, dan heeft hij vermoedelijk gelijk. Zijn verhaal in zijn eerste boek over de prehistorische vondsten in het Franse Clozel, klinkt overtuigend. Even overtuigend als de hardnekkige pogin gen van de Franse historici om de waarde van de vondsten te ontkennen als ze door amateur-archeologen zijn gedaan. Ook in ons land gebeuren die dingen, zoals in het geval met de Drentenaar Van Waning en diens pre historische vondsten, waarom hij aan vankelijk door de vakmensen werd uitgelachen. Maar heeft Charroux ook met zijn ruimteschip aan Titicaca - meer in de Andes? Met de altijd weer opduikende gehei men van de pyramiden? Met de Ve- nubewoners van de Shasta-berg in Zuid Amerika? Hij is zo slim, vaak anderen in die kwesties aan het woord te laten, maar zijn bronnen zijn dan niet altijd even best. Hij werkt nogal met namen uit de vorige eeuw in Frankrijk, bij voorbeeld Eliphas Levi. Die wist inder daad veel van magie en occulte prak tijken. maar het is geen betrouwbare Een der illustraties uit „De «KiPlXj kWUmu I -4a II K» IX!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 27