De stam van
Zebulon en
HEMELSE ASTRONAUTEN
Nederland
DAN SCHIMMEN
BLEKER
De schijnlogica in
Velikovsky’s leer
Suggestie en kronkels
bij Robert Charroux
FANTASTISCHE INFORMATIE
VAN PAUWELS EN BERGIER
„De eeuwige mens"
„Geleerden over Von Danicken
Fantasie op de
korrel door
Hein Steehouwer
BOI=KI=NW1=I=I<
„WERELDEN IN BOTSING”:
BOEIENDE RAMPENTHEORIE
WOENSDAG 23 FEBRUARI 1972
ff
Kosmische puzzel
Kosmische stralen
Ander geloof
Nehalennia
Mythe of waarheid
Racisme
Wonderen
Prehistorie
Wat is waarheid?
Van alles wat
LOUIS PAUWELS en Jacques
Bergier, twee stenen in de vijvers
van de „officiële" natuurweten
schap, geschiedschrijving en wat
al niet meer Want geen faculteit
is hun vreemd. Ze hebben een
enorme eruditie, nog meer fantasie
al dan niet scheppend en
een boeiende pen. Ze zijn beroemd
geworden met hun „Dageraad der
magiërs”, en hun blad Bres-pla-
nète. Evenzeer zijn ze verguisd
geworden door al wie pretendeert
dat logisch denken de laatste zalig
heid is. Wie zich opnieuw wil ver
gewissen van de aparte talenten
van die twee kan nu te gast bij
„De eeuwige mens”, vertaald door
dra W. G. M. van de Veere-Dover
en uitgegeven bij Kluwer in De
venter.
ERICH VON DANICKEN doet
me denken aan dat „Klein, klein
kleuterken”, dat in de hof der ge
leerden de „bloempjes” plukt, zo
als het kinderliedje het leert. Het
stoute kleutertje laat dan als
ondeugdelijk passantje wel een
hoop ergernis achter, gesymboli
seerd in de enorme stapels boeken
die in alle landen en talen Von
Danickens naam dragen. Ze zijn
niet zo blij, die geleerden, met
„Waren de góden kosmonauten?”
en „Terug naar de sterren”. De
uitgeverij Kluwer in Deventer1 ziet
gelukkig ook in de tegenstem een
groeiend oplagecijfer en nu is er
dan dat „Geleerden over Von Da-
nicken” in dezelfde successerie
verschenen.
„Zon sta stil”
IMMANUEL VELIKOVSKY,
de Amerikaanse geleerde van
Russische afkomst, is psycholoog*
Hij is zelfs veel meer dan dat, na
melijk de „vinder” van een theo
rie, waarmee hij in de jaren vijftig
nogal opschudding verwekte. Zijn
„Worlds in collision” is nu uit
stekend vertaald door Johan W.
Schotman bij Kluwer in Deventer
uitgekomen onder de naam „We
relden in botsing”. Waarom de
opschudding? Velikovsky trachttë
te bewijzen, dat in betrekkelijk na
bije tijden de wereld bijna in bot
sing is gekomen met de planeet
Venus en later nog eens geteisterd
door Mars. Hij rakelde daarmee de
oude en welbekende cataclysmen
theorie van Cuvier uit de achttien
de eeuw op.
I
WERELD VEN-
ver-
AM-
t Charroux
ruimteschip
gelijk
het
ideeëndief dan eën originele fantast
laat staan een denker is.
bron in historische theorieën, ook al
zijn die wonderbaarlijk.
CCÜZO
en weldadig is.
van Woelderen
zelden aanvals-
mee aan iedere
Hij vertelt over nog veel meer won
deren. De bliksemafleiders op de tem
pel van Salomo bijvoorbeeld Er valt
geen zinnig vóór of tegen in te bren
gen, evenmin als andere antieke uit
vindingen op het gebied van de elek
tronica.
De wonderbaarlijke landkaarten van
Piri Reis die iedere Bres-lezer kent
komen op tafel. Ze geven de conti
nenten weer uit een periode vóór de
laatste ijstijd. Natuurlijk komt Atlantis
als werkelijkheid op de proppen, om
dat er bij het eiland Bimini onder
water dikke muren zijn gevonden. Wij
stammen niet af van de apen, maar
wellicht van de dolfijnen. Het is een
verre zijtak van de leer van Rudolf
Steiner, die de mens ook een oer-
vissen-periode laat doorstaan tijdens
het eerste begin van een evolutie. Het
zijn allemaal speculaties, waarover
geen zinnig woord valt te zeggen, maar
die zich plezierig en geïllustreerd
laten lezen.
de nog niet gestolde planeet Venus
opnieuw zulke rampen aanricht.
Natuurlijk gaat de schrijver niet al
leen op oude teksten af. Hij is bijzon
der gegrepen door zijn idee en haalt
zowel de hele astronomie als geologie
en geschiedenis overhoop.
Velikovsky heeft in het begin mede
werking van enkele geleerden gehad
en nog zijn er, die met hem meegaan,
onder meer de beroemde astronoom
Fred Hoyle met de „ardolie-theorie”.
De meerderheid der geleerden neemt
Velikovsky niet ernstig en zij zal wel
gelijk hebben, onder meer omdat zo
ernstige verstoringen als de botsing
met een komeet van de afmetingen
van Venus nog zeker in onze dagen
zou nawerken.
gebeurd in diie tijd, ontdekt door de
ruimtevaart, de radio-astronomie, de
atoomgeleerden, want de wetenschap
staat evenmin stil als deze vruchtbare
schrijvers.
Hij heeft nog meer van die bronnen,
ook als hij ze niet noemt, namelijk
Gobineau en Chamberlain, die als
voorlopers zo veel hebben bijgedragen
aan de nazistische rassenwaan. Char
roux komt dan met de fraaie bewering
dat zowel Apollo als Noach en Jezus
blond moeten zijn geweest en blauwe
ogen hadden, omdat ze in feite druïden
waren, de preiesters van Keltische af
komst aan wie hij een „blanke wereld
leer” toeschrijft. „De ingewijde rabbi’s
en de joden van zuiver ras hebben
eveneens een blanke huidskleur, blau
we ogen en blonde haren", zegt hij
letterlijk.
Charroux schrijft vanuit een ressen
timent, ook zijn „geleerdenhaat” be
wijst dat. Het is jammer om zulke
miskleunen te moeten tegenkomen tus
sen veel fantastische informatie.
eeuwige mens” met als onder
schrift: De woorden van de kunst
matige taal van Wilkins zijn niet
zomaar bedachte willekeurige
grove symbolen. Iedere letter van
een woord heeft een betekenis, zo
als dat ook voor de kabbalisten
met de heilige schrift het geval
was.
H
boekenboekentx>ekenboekënl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboeken!
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEN
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboeken!
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
de Velde: „Zelfspottend
Humor op eigen kop aan
MAAR HOE KOMT dan een zo ern
stig en zeer belezen geleerde aan zo’n
theorie? Het is als met sommige ande
re theorieën. Als iemand door een
groots idee wordt gegrepen, dan schij
nen de bewijzen zich overal aan te
dienen. Een bepaald type bewustzijns
vernauwing schijnt een verhelderende
blik op te leveren in de richting waar
in men zoekt. Er schijnt een kosmische
legpuzzle zich voor de ogen van de
„fantast” of ideeëndromer uit eigen wil
ineen te leggen. De grootste geesten
kunnen daardoor worden gegrepen.
Wie daar echter als lezer van afstapt
heeft een bijzonder boeiend en zeer
vaardig geschreven boek in handen,
een soort science-fiction in het verle
den van een heel bijzonder kaliber.
Ernst Stühlinger, een Amerikaanse
geleerde beroept zich onder meer op de
enorme afstanden in lichtjaren, die het
bezoek van buitenaardse intelligenties
in vliegende schotels aan onze aarde
onmogelijk maken.
Lezers van dit type boeken weten
hoe P. B. werken. Ze bezitten een
uitmuntend ingerichte kartotheek met
duizenden gegevens van allerlei aard.
Daarmee gaan ze aan het werk. Het
gaat hen om merkwaardige feiten in
verleden en heden, onopgeloste raad
sels, de evolutie, Atlanüs-problemen en
wat al niet meer. Die lossen ze niet op.
Ze zijn wel wijzer. Ze suggereren even
tuele oplossingen aan de hand van
overstelpend materiaal.
Vertellen P. B. de waarheid? Ze
twijfelen aan iedere officiële waarheid,
zelfs aan de hunne. Ze komen met mo
gelijke oplossingen voor problemen,
maar zelf beweren ze, dat ze dromen
prduceren, dat ze eigenlijk dichters zijn.
Wel, dat doen ze dan ook. Ze werken
met fragmenten werkelijkheid die zich
samenvoegen tot echte waarheden,
maar ook halve, en schijnwaarheden.
Inderdaad is het met onze dromen niet
beter gesteld, en men weet vanouds, dat
dichters „de waarheid liegen”
„De eeuwige mens” is een aanvulling
op „De Dageraad’’. Er is immers zoveel
van de oude Indianen onder de loep
genomen en het begin van die bescha
vingen zoals ook overal elders
wordt duizenden jaren vroeger gelegd.
De schrijvers doen op een suggesti
bele wijze nog veel meer uit de doeken
in hun goed geïllustreerde boek en bo
vendien iets minder speculatief, dan in
„De dageraad” het geval was»
M. VERTREGT F.B.LS. een zeer
ontwikkelde allesweter doet het an
ders. Hij ontkent, dat de goddelijke
kosmonauten aan de primitieven de
beginselen van de oerbeschavingen
hebben gebracht. Terecht, maar bij
hem zijn „showers” verantwoordelijk,
periodieke toenemingen van kosmische
stralen, die op de chromosomen inwer
ken. op de hersenen tenslotte en dan
plotsklaps scholen genieën doen ont
staan, die de mens een eind verder
helpen op de weg der beschaving. Nu
is de periodiciteit van de beschavings-
golven” al veel eerder door tal van
geleerden opgemerkt. Het is echter
jammer dat zij dan andere verklarin
gen hebben zo zij die al hebben
dan Vertregt. Want je beroepen op
kosmische stralenbundels lijkt wel een
stuk natuurwetenschappelijker dan de
kosmonautentheorie, maar bewijzen
zijn er evenmin voorhanden.
ZOALS DE LEZERS van dit type
boeken weten, heeft Von Danicken
zich vaak beroepen op bijbelteksten
om zijn theorie van buitenaardse be
zoekers in vliegende schotels waar te
maken. Gunnar von Schlippe uit Ham
burg gaat daar tegenin, maar doet dat
als theoloog vanuit christelijk geloof.
En hij is dan al als het om godde
lijke kasomonauten gaat even on
wetenschappelijk als Von Danicken
zelf.
De bekende Herbert Kühn, cultuur
historicus. voert interessante en volko
men geloofwaardige gronden aan,
waarmee hij Von Danickens stellingen
ondergraaft. Hij toont aan, dat Von
Danicken op het gebied van de cul
tuurhistorie waarover hij zoveel te
beweren heeft t- de belangrijkste en
meest toegankelijke boeken helemaal
niet gelezen heeft. Of misschien wel,
maar dan „weggezwegen” omdat de
waarheid niet in zijn schema past.
Professor J. M. J. Kooy, een wiskun
dige, die de „grenswetenschappen” niet
schuwt, gezien zijn interesse in de
parapsychologie, heeft e en uitstekend
betoog tegen Von Danicken. Maar jam
mer is het dan, dat hij ook het beste
illustreert, waarom boeken als van
Von Danicken zo graag gelezen wor
den. Zijn eigen pagina-lange wiskundi
ge formules zijn onleesbaar voor de
„gewone man”. Als professoren als
Kooy zich in populair-wetenschappelij
ke boeken niet van deze formules be
dienden. zouden hun boeken misschien
even graag gelezen worden als die van
de fantasten.
Meer dan de helft van de oppone
rende geleerden van wie er sommi
gen ook wel sypathie voor Von Danic
ken kunnen opbrengen heb ik niet
genoemd. Die moet de lezer zelf maar
opzoeken, evenals het nogal lawaaiige
verweer van Von Danicken achter in
het boek.
Toch is het niet allemaal nieuw, wat
ze in dit boek beweren. Ze vechten bij
voorbeeld Darwins evolutie-theorie
duchtig aan. En waarom niet, want ze
kunnen zich beroepen op reeksen ge
leerden, die ook anti-Darwin zijn. En
met recht bovendien, want Darwins
theorie is weliswaar tot een soort geloof
geworden, maar wetenschappelijk be
wezen is ze nog lang niet.
Het is andoenlijk om de inhoud van
het boek te schetsen. Wat zij vertellen
over „gemaakte” talen bijvoorbeeld, is
bijzonder interessant; in oude gods
diensten zijn ze thuis. Boeiend is wat ze
schrijven over Foeniciërs in Brazilië,
overigens een theorie die door veel
anderen ook wordt aangehangen. Ze
vertellen over hoog-ontwikkelde tech
nische vondsten in oude beschavingen,
waaraan veel geleerden voorbij gaan.
Natuurlijk worden de beschavingen
HET IS JAMMER, dat er aan die
namen van geleerden geen klein bio
grafietje i s toegevoegd. Want wie is
Ernst von Khuon uit Baden Baden, die
het voorwoord schrijft. Uit de tekst
blijkt dan wel i s waar dat hij een
geleerde is, maar heeft hij gezag? We
nemen het maar aan, evenals van de
vele anderen, onder wie de Nederland
se professor J. M. J. Kooy, die onge
twijfeld gezag heeft. En Herbert Kühn
uit Mainz heeft dat niet minder. Maar
dan een astroloog als de Hagenaar G.
Zorab, iemand die als astroloog eerder
„onder de profeten” dan de geleerden
zal worden gerangschikt.
HOE OORDELEN nu die geleerden
over Von Danicken. Wel. sommigen
maken hem af. Er zijn er echter ook.
die de hand in eigen boezem steken. Ze
vinden dat de wereld der geleerden
zelf voor verteerbare informatie moet
zorgen, zo opgediend, dat de belang
stellende lezer zelf de schijntheorieën
van Von Danicken doorziet.
Ernst Khuon analyseert in zijn inlei
ding het succes van Von Dënicken en
somt de boeken op, waaruit de laatste
heeft geplagieerd. Khuon kent die
bronnen heel goed en toont afdoende
aan, dat Von Danicken eerder een
Een getekende reconstructie van
de beroemde grafplaat uit de
„Tempel der inscripties’’ van Pa-
lenque, een Maya-centrum, voor
komende in het boek „Geleerden
over Von Danicken”. Het is een in
dit type lectuur vaak gebruikte af
beelding om te bewijzen, dat de
beschaving is gebracht door
buitenaardse wezens in vliegende
schotels. Bij nadere bestudering
lijkt het alsof de fantastische
schrijvers gelijk hebben. Maar de
afbeelding zegt natuurlijk niets.
De grafplaat kan ook zijn ontstaan
uit toen ook al circulerende my
then over vliegende schotels. Wie
een andere lezing prefereert, kan
te rade bij het onlangs in deze
krant besproken boek van John
Keel „Ufo’s, operatie paard van
Troje” van uitgeverij Gottmer in
Haarlem.
Kataklysmos betekent overstroming.
De Grieken dachten daarbij aan echte
en legendarische zendvloeden, die het
aanzien van de wereld zouden hebben
veranderd. Maar niet alleen de Grie
ken, nee, de hele antieke wereld was
ervan overtuigd en pij alle volkeren
over de hele aarde leven herinneringen
aan cataclysmen voort, vaak vastgelegd
in geschriften in mondeling overlever
de mythen en legenden, inscripties in
steen en wat niet al.
BEKEND IS HET bijbelverhaal over
Jozua, tijdens zijn achtervolging van
de Kanaanieten' „En hij zeide voor de
ogen der Israëlieten: Zon, sta stil te
Gibeon, en gij maan, in het dal van
Ajalon. En de zon stond stil en de maan
bleef staan, totdat het volk zich op zijn
vijanden gewroken had”.
De zon heeft toen een dag stilge
staan, beweert de bijbel.
Velikovsky is een man met een on
gelooflijke kennis van en eerbied voor
oude teksten. Alléén met dat bijbelver
haal kon hij niets beginnen. Maar dan
al die andere teksten, Egyptische,
Griekse, Babylonische, noem maar op.
HET IS GEBRUIKELIJK om tek
sten, waarin de strijd tussen sterren
als hemelgoden wordt beschreven af te
doen met mythisch. Het zouden projec
ties zijn van de mens op de hemel.
Velikovsky stelt het andersom. Hij
gelóóft gewoonweg in die teksten.
Wat leverde dat geloof op? Een heel
knappe theorie, dat de planeet Venus
eerste een planeet is geworden na „Jozu-
a’s dag” en daarvoor nog een komeet,
ons stelsel heersende aantrekkings-
komeet werd „ingevangen” door de in
ons stesel heersende aantrekkings
krachten, maar niet voordat ze de
aarde bijna had vernietigd.
Velikovsky schildert brede panora
ma’s: zeeën die koken, landen die
branden, legers die worden vernietigd,
volksverhuizingen die op gang komen,
de bekende Egyptische plagen, het ont
staan van mythen en erediensten rond
en aan Venus en nog veel meer. Hij
volgt daarbij zeer nauwgezet de tek
sten, ook in het geval van Mars, die
circa 700 voor Christus in botsing met
„WONDERE PARALLEL" is de
naam van een wonderlijk boekje, ge
schreven door Helene van Woelderen.
bijgestaan door haar man Willem Kop-
pejan en uitgegeven door de Stichting
Real Israel Press in Den Haag. Het
bevat een verslag over de totstandko
ming van de gelijknamige film van de
Britse cineast Derek Bray en de Zebu-
lun-hymne van Niek Scheps. Een inlei
ding en een voorwoord heeft het boek
je en het Is bovendien zeer rijk en
kleurig geïllustreerd.
Dat was de buitenkant, hierboven.
Waarover gaat dit wonderlijke boekje?
In navolging van de bekende theorieën
van de Brits-Israel-beweging stelt deze
schrijfster, doctoranda in de sociale
wetenschappen, dat ons land eigenlijk
het land Zebulon of Zebulun, zoals
zij het schrijft is. Het is een van de
„verstrooide” stammen Israëls, die zich
hier vestigde, zoals de Jozef-stam in
Engeland woont, Manassa eigenlijk de
Verenigde Staten is en Denemarken
door Jacobs zoon Dan in het leven is
geroepen.
De theorie is oud, Helene van Woel
deren bevestigt het zelf. Vóór haar
waren er Zebulunisten.
Wat is nu de basis? Een merk
waardig staaltje van analoog denken.
In de bijbel wordt van Zebulon gezegd,
dat hij vredelievend
Welnu, stelt Helene
Nederlanders voeren
oorlogen en ze doen
liefdadigheidsactie. In de bijbel worden
het licht en Zebulon met elkaar in
verband gebracht en ziet, juist de Ne
derlanders brengen „lichtschilders” als
Rembrandt voort alsof hij het niet
van Caraveggio had. De kinderen van
Zebulon zullen in havens wonen en de
zeeën bevaren. Ook de Nederlanders
doen zulks. Enfin, in rte richting bab
belt mevrouw Van Woelderen zeer on
derhoudend voort. Helaas, het snijdt
geen hout. Ze zal zelfs geen Haarlem
mer overtuigen uit chauvinisme, omdat
ze stelt, dat Zebulun schrijvers heeft
voortgebracht en dat Laurens Janszoon
Coster in haar ogen toch inderdaad
wel vóór Gutenberg het drukken uit
vond.
UITGEVERIJ HET
STER - BAARN.
Prof. dr. ir. F. M. Maas: „Toekomst
model voor naituur en landschap”, een
bijdrage tot goed milieubeheer.
Dr. J. Sperna Weiland: „Voortgezette
Oriëntatie”, nieuwe wegen in de theo
logie”. Drs. Hugo van den Enden:
„Abortus pro/contra”, een kritische
analyse.
L. J. VEEN’S UITGEVERSMIJ.
WAGENINGEN.
I. M. Aleven en C. van den Berge:
„Alles over het paludarium”, bouw,
inrichting en verzorging van het tro
pisch oeveraquairium”.
UITGEVERIJ DESCLEE DE BROU
WER - UTRECHT/ANTWERPEN.
In de Brito-uitgaven de volgende
boeken:
Paul van
Vlaanderen”
de kaak.
Mare Andriessen: „De Dulle Grie
ten”, een novelle waarin de vrouw als
sex-wezen in de strijd om de vrouwen
emancipatie in het geding komt, en
die de Vlaamse Dolle Mina’s, in hun
rol van consumptieartikel, heftig in het
geweer brengt.
Robin Hanelore: „De Zaak Matys”,
het leger en de zwijnen, een leger-
schandaal.
Peter Frans van Kerkhoven en Hu
bert Lampo: „Liefde 1843”, liefdesro
man In briefvorm.
Jan Berghmans: „Hoe groen was
mijn gal”, een romancollage, die uit
een serie korte verhalen bestaat en een
inzicht geeft in de karakterontwikke
ling van de schrijver. Een beetje vrou
welijk en een beetje erotisch.
Lode Zielens: „Het duistere bloed”,
een zedenroman.
WERELDBIBLIOTHEEK
STERDAM.
Hans Werner Richter: „De Snoek en
andere vertellingen”. Theun de Vries
koos en vertaalde voor deze uitgave
vier verhalen uit de bundel: „Blinder
Arm”.
UITGAVE JONAS - BUSSUM
Een bloemlezing uit het beste van de
eerste jaargang van het gelijknamige
tijdschrift „Jonas”.
UITGEVERIJ DE ARBEIDERSPERS/
QUERIDO - AMSTERDAM.
Louis Paul Boon: „Pieter Daens”, of
hoe in de negentiende eeuw de arbei
ders van Aalst vochten tegen armoede
en onrecht, geïllustreerd met repro-
dukties naar tekeningen, foto’s en do
cumenten.
Erich Wichman: „Lenin stinkt” en
andere satirische geschriften gekozen
door Wim Zaal.
Robert S. de Ropp: „Seksuele ener
gie”.
SPECTRUM - UTRECHT
(Aula) W. Haver: „Bridgeboek voor
beginners” (Prisma).
Willy Hochkeppel: „Denken als spel”,
vertaald door A. Abeling (Prisma).
ROBERT CHARROUX DOET het in
zijn „Vergeten werelden”, vervolg op
zijn „Obekend verleden” allebei uit
gaven van Kluwer in D'venter voor
een deel intelligenter dan Von DSnic-
ken. Hij suggereert meer dan dat hij
beweert. Hij levert geen alles omvat
tende stelling, waaruit het ontstaan
van alle beschavingen zou zijn af te
leiden, zoals de „schotel-gelovers” doen.
Bij hem hebben oude Kelten in Ufo’s
gevlogen.
Evenals bij de heer D. Hoekstra,
onze lezers welbekend van zijn Foeni-
sische penitagramtheorie, knoopt zij
aan bij de vondst van de Nehalennia-
stenen in Zeeland. Zij vertelt, dat
reeds in de achttiende eeuw werd veron
dersteld, dat het woord Nehalennia als
een hebreeuws woord werd gezien. Dat
is dan weer haar parallel met de heer
Hoekstra.
Met de laatste heeft ze echter verder
niets gemeen. In ons blad werden tien
tallen bewijzen aangevoerd op grond
van vergelijkingen van onze taal met
het oude Hebreeuws. Bij Helene van
Woelderen geen enkel bewijs dan pa
rallellen, die dan voor driekwart zijn
afgeleid van de volstrekte onbewijs
baarheden waarmee de Brits-Israël-be-
weging schermt.
Het is een lief boekje van een trou
we gelovige, die vooral op grond van
moralistische overwegingen waarbij
de Nederlanders zeer gunstig voor de
dag komen tot conclusies komt.
Het is jammer, dat zulke paral
lellen tussen Zebulon en andere landen
evengoed op Griekenland kunnen
slaan, de Canarische eilanden, het
Noorse fjordengebied, kortom elke
vreemde kust, waarheen „de volkeren
rondom” de Israëlieten hebben
jaagd in voor-christelijke tijden.
Als Charroux het begin van de Eu
ropese beschaving naar een veel vroe
ger tijdstip verlegt, als we uit de
meeste officiële boeken althans als
ze voor leken zijn geschreven we
ten, dan heeft hij vermoedelijk gelijk.
Zijn verhaal in zijn eerste boek over
de prehistorische vondsten in het
Franse Clozel, klinkt overtuigend. Even
overtuigend als de hardnekkige pogin
gen van de Franse historici om de
waarde van de vondsten te ontkennen
als ze door amateur-archeologen zijn
gedaan. Ook in ons land gebeuren die
dingen, zoals in het geval met de
Drentenaar Van Waning en diens pre
historische vondsten, waarom hij aan
vankelijk door de vakmensen werd
uitgelachen.
Maar heeft Charroux ook
met zijn ruimteschip aan
Titicaca - meer in de Andes?
Met de altijd weer opduikende gehei
men van de pyramiden? Met de Ve-
nubewoners van de Shasta-berg in Zuid
Amerika? Hij is zo slim, vaak anderen
in die kwesties aan het woord te laten,
maar zijn bronnen zijn dan niet altijd
even best. Hij werkt nogal met namen
uit de vorige eeuw in Frankrijk, bij
voorbeeld Eliphas Levi. Die wist inder
daad veel van magie en occulte prak
tijken. maar het is geen betrouwbare
Een der illustraties uit „De
«KiPlXj
kWUmu
I -4a II
K» IX!