i M- Kinaei Mant in de kart r - J - 1 I FILATELIE Dammen Elf kleine kikkertjes R o Schaden Op stap ifï 9 Wist je dat Bridge EMOTIES O W B W i ww ^9 9/7/ '''''Tm 50 jL, j v'A. 1 •ÉFTib. 23 ZATERDAG 26 FEBRUARI 1972 Erbij 1 *- Oplossing prijspuzzel •»- 4 to SVERIGE Li ~i W’ K i| 7f 15 \A**WIUWVM»AAAAAA*A*AA*AAMAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA*A*AAA*AAAAAMMAAAAAAAAAAAA***Z .ZSAAA 3O00OCXlOOOCXy X»XX>OOOCX v xx x X IQOOOOCXIOOOOOC c e utamteüuo I O oooooooo M0F+f*M— 5oc»»00000000000e»5000000000000000000000a .99 33 “9 .31 SO .30 3o* 39’ •X De KRANT kun je geen dag missen tf H M •9 19 V S9 - van 1 ge- Trek een lijn van 1 naar 2, dan naar 3 en zo verder tot 55. Wie gaat op stap? niet moeilijk te vinden. Auteur Max Kar- stedt. V’ 13 Griekse maart B. DUKEL Oplossingen en correspondentie te zenden aan het adres van de damredaktenr: B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125. IJmuiden. Uit de kast, zag Jantje, al zijn speelgoed komen. Jantje rende angstig naar de verste hoek. En daar ging het speelgoed achter bange Jantje: - holder - bolder - boem - boem - Vooraan liep een boek. Wanneer een schaker een kennis ont moet die uit beleefdheid naar zijn hobby informeert, dan is de vraagstelling her haaldelijk: „hoe staat ’t met je schaak problemen?” Deze formulering leert on middellijk dat die beleefde kennis ten aainzilen van Caïssa een volstrekte leek is. Want schaakproblemen hebben met het sdhaken een strijdspel eigenlijk niets uitstaande, behalve dat er hezelfde mate riaal bord en stukken voor nodig is. Het zijn kunstmatige structuren in welke het essentiële strijd-element geen enkele rol speelt en dan ook een heel ander men sensoort aantrekken. In het meest-actuele Nederlandse schaakblad, het Schaakbul letin, zult u dan ook vergeefs naar enig probleem zoeken. Geheel anders ligt dit voor eindspelcom- posities, die in beginsel precies hetzelfde zijn als het eindspel van een praktische partij, maar dan door de auteur gegoten in een aesthetische vorm en zoveel moge lijk voorzien van fijne pointes. Zo een auteur moet ook een goede partij speler zijn en zich daarbij hebben gespecialiseerd op bepaalde eindspelaspecten. Pas op de basis van een zeer grote vakkennis kunnen nieuwe ideeën tot ontplooiing komen. Hoe dicht partij en eindspelcompositie bij elkander kunnen liggen, leert b.v. de stelling van diagram 1. Td5t 3) Kb4! Td4t 4) Kb3! Td3t 5) Kc2 Nu kan de T niet meer van achteren op de c-lijn komen en ’t lijkt dus afgelopen. Maar de eigenlijke pointe komt nog 5) Td4! 6) c8 Toren!!6) c8D? Tc4t met pat! Nu dreigt 7) Ta8 mat dus 6)Ta4 7)Kb3! en wint. Laten wij dit Saavedra-motief eens even onthouden ft komt straks terug), en eerst kijken naar enkele specimina van de strijd tussen paard en pion(nen) tegen toren. In de kast van Jantje, gingen alle dingen plots’ling zo maar leven. Het is eerlijk waar! Weet je, wat ze deden? Stapten boos de kast uit: - rommel - rommel - bom - bom - zagen Jantje daar. K. 'UMOP jbb3 poq jspue JtaSoq XI® aSiuurz gros jaq st toejpioo atfCqajjaJtJOOA iep massed pinz laoui uat-teq osm; do 'C t A V ’DÏ ‘Z 8 H *8 S L 6 01 S H ‘9 '^S majasq aSuei tout pds xbmz use snp tjaeq pjoofj massed uautnuj ftq peq riep jubm ‘uneisuaqnj agtp -jBBMsuatuaou uaaS ftq Ijaaq snp ‘uajaaq aartvt p.ioou pooq uajtnj aawt J9AQ 'tiat -und 0T uep aapuitu XftjapaouiaaA ua «nats -uaddoqos gttrtaM paoou |tzaq snp ‘paooM -jueag VS «99 ftq 1J®®R bujbbq -uaiund gï uep aapUTtu snp ‘?seda§ isaaa ijaaq ftH ipaoou ijaaq )bm -usubb^ et ua3ra ap do uojBis uaAftjq puqq tatu ftqjBBp qatz ua uaaaanpoad poqputa ajsaq )aq uapBBX gg jtn qu leour uapfl -gg taut uba s;Bejdut *uat -JBBJI gi ;aut ;pads aip sjajads daoaS aiojg ap tot n pooqaq 'iqeq uazotjjaA uaddoqos aaMj poq taq ua^uep at aapaaA aapuoz n .laauuBM :3BBJAa8pjjq do paooMjiiv De prijswinnaars zijn: Mascha Winterink, Mariastraat 3, Hillegom; Gijs Molder, Westerhout- park 19, Haarlem. De prijzen worden thuisbezorgd. In de kast van Jantje, was ’t een grote rommel. Beer lag op zijn kopje, Coco lag erbij. En de kleine Jantje speelde met zijn treintje: - Tsjoeke - tsjoeke - sjoek - tjoek - ’t Was me een gerij. O Tussen 1840 en 1850 veranderde alleen de mode voor de heren. Héél hoge hoeden, keeps en jassen met pandjes zie je hier afgebeeld. Lang zamerhand komen de heren in een soort kleding, die wij nu niet zo vreemd meer vinden. ^occocooooo<>oocxxxx»c<x>oooooooooooooocc<«yxv>“.vkx>oooooo Dam op 25, tien stukken op 2, 16, 17, 18, 19, 24, 29, 32, 36, 37. Wit: twaalf stukken 26. 27. 31, 35, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49. Wit speelt en wint voor beide vraag stukken. Dertien, zwart: 5, 7, 14. 17, 18, 20, 21, 22, 24, 28, 29 32, 40. Dertien wit: 15, 26, 31, 33, 36, 39, 41, 42, 43, 46. 48, 49 50. De composities van auteur Scheyen hebben een fraaie slotstand en een prach tige ontleding. Een 20-jarige Amerikaanse, Debby Cobb, die slechts anderhalf jaar bridge speelde won onlangs met een 22-jarige landgenoot een robberbridgetoernooi. Toen zij de fraaie prijs, een gratis vacantiereis, voor de volle zaal in ontvangst mocht nemen barst- a xxxx<>0000000<xxyxxxi000000c<>x)00000?0c0000000v<x'c0000cc Wit aan zet vervolgde 20) 37-32 en zwart kon niet vermoeden dat met de gespeelde zet 4-9? het spel voor wit in alle varian ten gewonnen was. In de partij volgde 21) 42-37 14-19? 22) 31-27 22x42. 23) 28-23 19x37. 24) 24-19 13x24. 25) 38-32 37x28. 26) 33x4 24x33. 27) 47x29 en wit wint. Aangenomen dat zwart de damcombi- natie had doorzien, dan stond het spel na 4-9 nog in alle varianten verloren. 20) 37-32 4-9. 21) 42-37 21-27. 22) 32x21 16x27. 23) 28-23 11-16. 24) 40-34 6-11. 25) 45-40 1-6. 26) 40-35 16-21. 27) 44-40 11-16. 28) 37-32 7-11 29) 32-28 2-7. 30) 35-30 en zwart kan 17 om 17 opgeven. 21) 42-37 22-27. 22) 31x22 18x27. 23) 28-34 13-18. 24) 40-34 heeft wit ook gewonnen spel. In de meestergreep van het Suikertoer- nooi 1971 kreeg de Kennemer kampioen Hans de Groot de volgende stelling na de 47ste zet. Waldi Liman (Paramaribo) Weet je, hoe dat kwam? Ze waren een elfling! Elflingen zijn bij kik kers niet zo zeldzaam als bij men sen. Maar in de hele sloot waren geen twee- drie- of elflingen. die zo op elkaar leken. Het was Winter en de sloot vroor dicht. De kikkers lagen allemaal in hun modderbed te dromen. Vader Sies en moeder Wies ook. Maar de elfling was wakker. Dat kwam mis schien wel door het gekras van de schaatsers over het ijs. Misschien was het ook de honger, die ze hadden. Vader had gezegd :-Eten jongens!-.Maar ja, je buikje kan Bij topspelers komt het weinig voor, dat met een bord vol stukken tot over gave wordt gedwongen. Zo’n ongewone ontwikkeling deed zich voor de in de 12de ronde van de wedstrijd om de provinciale titel tussen C Benjamens (wit) en Th. Warner, gespeeld 14 november 1971 in Castricum. Stand na de 19e zet. ooooooc<z:<x>rcooooc<xx?ocoooooc- »orx:ooooocrxxx ooo(>>^'0^ W W 8 en zwart kan dus niet af- te zij in tranen uit en was gedurende de korte ceremonie niet meer tot bedaren te brengen. Zelden gunde de concurrentie een winnares zó haar prijs, schreef een Ameri kaans blad. Emoties laaien bij het wedstrijdbridge soms op de meest onverwachte wijze hóóg op. Twee heren zagen eens een tweetal on bekende dames naar hun tafel komen en de heren verheugden zich reeds bij voorbaat op de vette score die zij vermoedelijk in die speelronde zouden gaan boeken. Het geluk leek de mannen toe te lachen, want reeds in het eerste spel raapte de zuidspe- ler een enorme hand op een kreeg tijdens het bieden nog enkele positieve geluiden van zijn partner te horen. Het eindcontract werd zeven Sansatout, één der dames leg de een kaart op tafel en nadat meneer zuid het slagveld had overzien, maakte hij in ijltempo de vereiste dertien slagen. Nauwelijks kon de overwinnaar wachten met het openscheuren van de envelop waarin zich de scorekaart bevond, waarop de resultaten van andere paren geboekt waren. En wat las hij daar? „Spel geannu leerd - middenscore”. Een grapjas had, nadat het spel door de wedstrijdleider aan een andere tafel geannuleerd had moeten worden, de NZ-kaarten tot een groot-slem- bod getransformeerd en zó weer in het wedstrijdbord gedaan. Wij moesten zó vre selijk lachen, vertelden de dames, vooral omdat die man alsmaar kwaaier werd en zich onze pret niet kon voorstellen. Tijdens een lang geleden gehouden club avond kreeg een zekere meneer X eens zo’n woede-aanval, dat het bijna tot vech ten met een zekere meneer Y kwam. X en Y hadden een paar dagen daarvoor een wedstrijdje gespeeld, waarbij Y niet zo erg te spreken was over de verrichtingen van zijn partner. Op de genoemde clubavond kwam de heer Y de lokaliteit binnen waar men al met spelen was begonnen. Namens het bestuur moet ik u een mededeling doen verkondigde Y met luide stem en nadat iedereen verrast opkeek vervolgde hij het bestuur heeft zojuist besloten, dat elke maal dat meneer X een vijfbod biedt en weet te maken, hij de klein slem- premie mag opschrijven! Homerisch gelach en een schuimbekkende meneer X die meneer Y jarenlang niet meer heeft aan gekeken laat staan bridge met hem heeft gespeeld. Uniek is het verhaal van een sterke Amerikaanse speler die eens bij een lief dadigheidswedstrijd een gelegenheidspart- ner kreeg toegewezen. De dame was zó ze nuwachtig, dat zij steeds slechter ging spe len en tenslotte vrijwel geen kaart meer goed neerlegde. Na de zoveelste katastrófe begon zij weer met haar gebruikelijke ver ontschuldiging „Ik dacht dat...” Haar part ner was het eindelijk tevéél geworden en sprak de historische woorden: Ach ja me vrouw ik wéét het, u hebt het bridgespel immers pas vandaag geleerd maar hoe laat”! Bridgevraag dezer week: Noord is ge ver, allen kwetsbaar. De zuidspeler heeft (viertallenwedstrijd) 9 A B 9 7 3 <?H OAH 10 64 B 5 Noord en oost passen zuid één schop pen OW passen noord één Sansatout zuid twee ruiten noord twee harten wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze pagina. In de kast van Jantje, is het nu erg netjes. Beer staat op zijn pootjes. Coco zit erbij. En de kleine Jantje, speelt weer met zijn treintje: - tsjoeke - tsjoeke - sjoek - tjoek - netjes op een rij! In de kast van Jantje, lagen alle blokken - hier en daar en ginder - ook al door elkaar. En de stoute Jantje speelde met een hijskraan: - pieper - pieper - tsjiep - piep - Vind je dat niet raar? En dat boek liet Jantje, - ’t Stond op bladzij negen - lezen, dat een jongen netjes hoort te zijn op zijn dure speelgoed. Hoort het op te bergen! Dat stond in dat boek. Dat vindt speelgoed fijn! ISRAEL. „Pesah”, het joodse paas feest, geeft aanleiding tot het ver schijnen op 7 maart van drie zegels in de waarden 0.18, 0.45 en 0 95 TL. De zegels tonen verschillende ge bruiken tijdens de Pesah; zij wer den door D. Ben Dov ontworpen. WEST-DUITSLAND. Als gevolg van de verhoging der posttarieven verschijnen op 8 maart twee aan- vullingswaarden met portrevan Bondspresident Heinemann: 120 Pf. en 160 Pf. Zij komen ook uit met het inschrift „Deutsche Bundespost Berlin.” Van de rolzegels worden op 8 maart de waarden 10 Pf. (kapotte ladder) en 30 Pf. (valhelm) uitgege ven, ook voor West-Berlijn. ANGUILLA. Met reproducties van oude kaarten van Anguilla, een van de Kleine Antillen, verschenen vier zegels: 10 c. (kaart uit 1775), 15 c. (kaart uit 1814), 40 c. (kaart uit 1775) en 50 c. (kaart uit 1855). ZWEDEN. Een nieuw postzegel- boekje met definitieve frankeerze gels kwam op 23 februari in om loop, bestaande uit tien zegels van ieder 55 met vijf verschillende voorstellingen van meisjes bij de uitoefening van diverse sporten: schermen, zwemmen, gymnastiek, tennis en kunstschaatsen. Een bij zonderheid is, dat geen ideale figu ren, doch werkelijk bestaande Zweedse meisjes zijn afgebeeld, ont leend aan foto’s. De graveur is Czeslaw Slania. (afbeelding) Wit wint. Het zelf zoeken van de oplos sing is essentieel voor het juiste begrip: Na 1) c7 Th8 2) Pd8 Th6f heeft hij die no 1 bestudeerde weinig moeite met ’t vinden van de koningswandeling naar beneden. 3) Kb5! Th5t 4) Kb4 Th4f 5) Kb3 Th3+ 6) Kc2We weten dat 6)Th4 faalt op 7) c8T! Dus: 6)Th2t en nu weer terug naar boven. 7) Kd3 Th3t 8) Kd4 Th4+ 9) Kd5 Th5t 10) Kd6 Th6t 11) Ke7 ThTt 12) Pf7 en zwart is uitgepraat. Aardig en 1) Pel (dr. Pb3i wachten) en nu A. 1) Tb5: 2) c7 Td5t. Biecht u eens eerlijk op of u nog een andere verdediging ziet! 3) Pd3! De magneet. 3) Td3:t 4)Kc2 Td4! Saavedra’s patmotief. 4) c8 Toren! en de weerlegging. Wit wint. B. 1) Td5t 2) Kc2 Tc5t. Niet 2) Tb5: 3) Pb3t 3) Kd3 Tb5: Na 3) Tel: 4) Kd4 wint wit „gewoon”. 4) c7 en na Tc5 wint 5) Pb3t. Maar zwart heeft nog een grapje. 4) Tb8! en nu zou er na 5) cb8: D of T een geheel andere patstelling ont staan. Kostelijk! Maar met 5) axb8 Loper! resteert een voor wit gewonnen eindspel. Had u dit sub A al gezien? Met dank aan Karl Junker die in de Schaak-Echo het materiaal verzamelde en een stille hulde aan het schaakspel dat een onuitputtelijke bron van schoonheid blijft voor ieder die gezegend is met het ondefinieerbare schaakinstinct! MR. E. SPANJAARD Achter het land van boer Karre- wiel woonden elf kikkertjes in een mooie, brede sloot. Ze waren alle maal even gezond als mooi. Als ze naast elkaar aan de waterkant za ten, leken ze sprekend op elkaar. Biesje leek op Diesje, Diesje leek op Fiesje en Fiesje was precies Giesje. En of je nu Giesje zag of Hiesje, Kiesje of Liesje, Miesje, Niesje, Riesje of Tiesje, ’t was één pot nat. 96 o i 80 en 120 Toen deze positie, reeds eerder in deze rubriek besproken, ons werd voorgezet, zei men ons dat het ’t slot was van een in Amerika gespeelde partij en dat pas na afloop de pointes bij de analyses er uit kwamen. Veel later vertelde men ons dat ’t eigenlijk een compositie van Saavedra is en beide lezingen kunnen heel goed juist zijn. Wit wint als hij een dame haalt; zwart houdt remise wanneer hij z’n toren tegen de pion verovert. 1) Td6 maakt dus aanstonds remise. De winst- voering is zeer fraai. 1) c7 Td6f 2) Kb5! ,„......2) Kc5? Tdl benevens Tel 2)...,. JAPAN. Naar aanleiding van de Elfde Olympische Winterspelen te Sapporo werden een serie van drie zegels en een miniatuurvelletje uit gegeven. De serie omvat de waarden 20 y. (ski-afdaling), 20 y. (bobslee) en 50 y. (kunststrijdend paar). Het miniatuurvelletje is samengesteld uit de waarden 20, 50 en 20 yen. (afbeelding) NOORWEGEN. een ROEMENIË. Met reproducties van schilderijen met vrouwelijk naakt verscheen een serie van zes waar den en een miniatuurvelletje' 10, 20, 35 en 60 b., 1.75, 3 en 5 L. Gerepro duceerd worden werken van Josif Iser, Camil Ressu, Nicolae Grigore- scu, Eugène Delacroix, Auguste Re noir, Palma il Vecchio en Agnolo Bronzino. GRIEKENLAND. Het eerste ge deelte van een nieuwe serie fran keerzegels met voorstellingen klederdrachten zal op in circulatie worden l bracht. De waarden zijn: 0.50 Dr. (dracht van de stadsbevolking van Kreta), 1 Dr. (nomade uit het Pin dosgebergte), 2 Dr. (man uit Misso- longhi), 2.50 Dr. (vrouw uit Sarakat- sani, Attika), 3 Dr. (dracht van het eiland Nissyros), 4.50 Dr. (feestkle ding van Mégara), 6.50 Dr. (kleder dracht van Trikeri) en 10 Dr. (vrouw uit Pylaea, Macedonië). De uitvoering is in veelkleurige offset druk (afbeelding) OCKXXXOOOCCOOOOOCCIOCCOOOO Hans de Groot (HDC) Wit aan zet vervolgde met 48) 40-34 en de stand staat symetrisch. Het enige verschil vanuit de opening is dat zwart de „voorzet” heeft. De partij eindigde in remise, maar na afloop toonde de Haar lemse kampioen in een boeiende en leer zame analyse aan, op welke wijze de wit- speler winst heeft verzuimd. 40-34 14-20. Op 30-25 volgt remise met offer 13-18, 17 22. 48) 37-31 13-18. Op 21-26. 30-25 26x37. 25x14. 19x10 28x8. 49) 38-33 21-26. Nu komt het nadeel van de „voor zet” wel goed uit. Cijferstand na de 49ste zet van zwart. Zwart: 16, 17, 18. 19, 20, 23, 24, 26. Wit: 27, 28, 30, 31, 32, 33, 34, 35. Wit aan zet vervolgde in de partij 28-22. 26x39. 22x13 remise. Beter was. 50) 30-25 26x37. 51) 32x41 23x21. 52) 25x12 17x8. 53) 34-29 21-27. 54) 29x20 27-31. 55) 20-14 31-36. 56) 41-37 16-21. 57) 37-31 36x27. 58) 14-10 27-31. 59) 10-5 31-36. 60) 33-29 8-13. 61) 29-24 en het offer 13-19 5x16 faalt wegens vangstelling na 36-41. 16-38. De overige varianten laten wij aan de lezers over. Een leerzame winst. Voor onze probleemliefhebbers twee vraagstukken van de heer J. H. H. Scheyen (Kerkrade). Wit aan zet wint. 1) a7 Tb2+ Nu faalt 2) Ka6? op Tb5! be nevens Ta5 met remise. Voorts moet wit beletten dat de T op de achterste lijn komt, eveneens met remise Hoe komt hij dan ooit verder? Eens proberen. 2) Kc7 Tc2t 3) Kd7 Td2r 4) Ke7 Te2t 5) Kf7 Tf2f 6) Kg7 Tg2t en wat moet wit nog? Maar nu volgt de pointe. 7) Pg4!Werkt als een magneet; de T wordt naar de 4e rij getrok ken en dat betekent een essentieel verschil met de tweede. 7)Tg4:t 8) Kf7 Tf4t 9) Ke7 Te4f 10) Kd7 Td4t 11) Kc7 Tc4t 12) Kb7 en wint. Componist G. Bernhardt. In diagram 4 tenslotte, een compositie van M. S. Liburkin, zien we zowel het Saavedra- als het magneetmotief verwerkt, terwijl als extra-voordeel-van-de-week nog een uiterst verrassende derde pointe in de afwikkeling wordt verweven. We geven alleen de hoofdvarianten. Wit wint. JZ* 2 alleen maar vol, meer kan er niet in. Biesje stootte Diesje aan, Diesje deed het bij Fiesje en zo ging het door tot Tiesje. Ik heb honger,-zei Biesje.-Ik ook,- zeiden de anderen en ze kropen uit hun bedjes. Oei, wat was het water koud! Ze zwommen naar boven en stotten allemaal hun kopje aan de onderkant van het ijs. -Au-, dat deed pijn! Vlak onder het ijs zwommen ze door. Hier en daar konden ze wat lucht happen uit een luchtbel. -Ik heb zo’n honger-, zong de elfling.-Kwaak-kwaak, honger! Op het ijs stond Eibertje, de ooie vaar. Eibertje had ook honger en tuurde over de witte ijsvlakte. Geen kikker te bekennen, geen visje te zien. Opeens hoorde hij onder het ijs kikkers kwaken. Dat was na tuurlijk de elfling, maar dat wist Eibertje niet. Vlak bij z’n poten was een dunne plek in het ijs en daar zag hij ze vaag doorheen scheme ren. Eibertje begon te hakken met zijn snavel en maakte een gaatje in het ijs. Vlug prikte hij zijn snavel er doorheen en had meteen Fiesje te pakken. Ze brulde zo hard, dat alle kikkers er wakker van werden. Alle kikkers schoten toe. Fiesje brulde van de schrik en de rest van de elfling was stom van schrik. Maar vader Sies en moeder Wies waren niet stom en ook niet dom! Ze pakten samen met hun andere grote kikkerburen de sna- velpunten van Eibertje vast en trokken zo hard, dat ze een beetje uit elkaar gingen. Weg wezen, Fiesje-, brulde vader. En Fiesje zwom, zo vlug haar vliezen het toelieten weg. Weg uit de snavel van Eibertje. Het was gelukkig goed afgelopen voor de elfling. Maar va der Sies was woedend. Naar bed-, kwaakte hij .-En er niet meer uit!- Honger, of geen honger, slapen moet je. Anders zie je, wat er van komt! Eibertje keek naar zijn gaatje in het ijs, maar wist wel, dat het zo niet ging, o Zo kon Eibertje zelfs zijn buik niet vullen. Hij vloog weg naar open water. De elfling sliep en droomde van hem. H. Op 23 februari verschenen een kleurwijziging en een aanvullingswaarde op de koer- serende serie frankeerzegels rood (houten kerkje) blauw (rotsgravure). CANADA. Van 6 tot 12 maart worden dit jaar te Calcary (Alber ta) in Canada de wereldkampioen schappen kunstschaatsen gehouden. Ter gelegenheid hiervan komt op 1 maart een zegel van 8 cents tot uitgifte met de voorstelling van een schaatspaar. DENEMARKEN. Ter herinnering aan het overlijden van Koning Fre- derik IX verschijnt op 11 maart een zegel van 60 ontworpen door Palle Pio en gegraveerd door Czes law Slania. Op dezelfde datum wordt ook een zegel van 1.20 Kr. verkrijgbaar gesteld ter viering van het honderdjarig bestaan van het Meteorologisch Instituut, met een symbolische voorstelling. BELGIË. Ter gelegenheid van het Internationale Jaar van het Boek 1972 zag op 21 februari een zegel van 7 Fr. het licht met de voorstel ling van het „Jaar"-embleem. De zegel werd door M. Olyff ontwor pen en was vanaf 19 februari in voorverkoop, (afbeelding) o

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 23