i
M-
Kinaei
Mant
in
de
kart
r
- J
-
1
I
FILATELIE
Dammen
Elf kleine
kikkertjes
R
o
Schaden
Op stap
ifï
9
Wist je dat
Bridge
EMOTIES
O W B W
i ww ^9 9/7/
'''''Tm
50
jL,
j v'A.
1 •ÉFTib.
23
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1972
Erbij
1
*-
Oplossing prijspuzzel
•»-
4
to SVERIGE
Li
~i
W’ K i|
7f 15
\A**WIUWVM»AAAAAA*A*AA*AAMAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA*A*AAA*AAAAAMMAAAAAAAAAAAA***Z
.ZSAAA
3O00OCXlOOOCXy X»XX>OOOCX v xx x X IQOOOOCXIOOOOOC
c e
utamteüuo
I
O
oooooooo
M0F+f*M—
5oc»»00000000000e»5000000000000000000000a
.99
33
“9
.31
SO
.30
3o*
39’
•X
De KRANT kun je geen dag missen
tf
H
M
•9
19
V
S9 -
van
1
ge-
Trek een lijn van 1 naar 2, dan
naar 3 en zo verder tot 55. Wie gaat
op stap?
niet moeilijk te vinden. Auteur Max Kar-
stedt.
V’
13
Griekse
maart
B. DUKEL
Oplossingen en correspondentie te zenden
aan het adres van de damredaktenr: B.
Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125. IJmuiden.
Uit de kast, zag Jantje,
al zijn speelgoed komen.
Jantje rende angstig
naar de verste hoek.
En daar ging het speelgoed
achter bange Jantje:
- holder - bolder - boem - boem -
Vooraan liep een boek.
Wanneer een schaker een kennis ont
moet die uit beleefdheid naar zijn hobby
informeert, dan is de vraagstelling her
haaldelijk: „hoe staat ’t met je schaak
problemen?” Deze formulering leert on
middellijk dat die beleefde kennis ten
aainzilen van Caïssa een volstrekte leek is.
Want schaakproblemen hebben met het
sdhaken een strijdspel eigenlijk niets
uitstaande, behalve dat er hezelfde mate
riaal bord en stukken voor nodig is.
Het zijn kunstmatige structuren in welke
het essentiële strijd-element geen enkele
rol speelt en dan ook een heel ander men
sensoort aantrekken. In het meest-actuele
Nederlandse schaakblad, het Schaakbul
letin, zult u dan ook vergeefs naar enig
probleem zoeken.
Geheel anders ligt dit voor eindspelcom-
posities, die in beginsel precies hetzelfde
zijn als het eindspel van een praktische
partij, maar dan door de auteur gegoten
in een aesthetische vorm en zoveel moge
lijk voorzien van fijne pointes. Zo een
auteur moet ook een goede partij speler
zijn en zich daarbij hebben gespecialiseerd
op bepaalde eindspelaspecten. Pas op de
basis van een zeer grote vakkennis kunnen
nieuwe ideeën tot ontplooiing komen.
Hoe dicht partij en eindspelcompositie
bij elkander kunnen liggen, leert b.v. de
stelling van diagram 1.
Td5t 3) Kb4! Td4t 4) Kb3! Td3t 5) Kc2
Nu kan de T niet meer van achteren op de
c-lijn komen en ’t lijkt dus afgelopen.
Maar de eigenlijke pointe komt nog 5)
Td4! 6) c8 Toren!!6) c8D? Tc4t met
pat! Nu dreigt 7) Ta8 mat dus 6)Ta4
7)Kb3! en wint.
Laten wij dit Saavedra-motief eens even
onthouden ft komt straks terug), en eerst
kijken naar enkele specimina van de strijd
tussen paard en pion(nen) tegen toren.
In de kast van Jantje,
gingen alle dingen
plots’ling zo maar leven.
Het is eerlijk waar!
Weet je, wat ze deden?
Stapten boos de kast uit:
- rommel - rommel - bom - bom -
zagen Jantje daar.
K.
'UMOP
jbb3 poq jspue JtaSoq XI® aSiuurz gros
jaq st toejpioo atfCqajjaJtJOOA iep massed
pinz laoui uat-teq osm; do 'C t A V ’DÏ ‘Z 8
H *8 S L 6 01 S H ‘9 '^S majasq aSuei
tout pds xbmz use snp tjaeq pjoofj massed
uautnuj ftq peq riep jubm ‘uneisuaqnj agtp
-jBBMsuatuaou uaaS ftq Ijaaq snp ‘uajaaq
aartvt p.ioou pooq uajtnj aawt J9AQ 'tiat
-und 0T uep aapuitu XftjapaouiaaA ua «nats
-uaddoqos gttrtaM paoou |tzaq snp ‘paooM
-jueag VS «99 ftq 1J®®R bujbbq -uaiund
gï uep aapUTtu snp ‘?seda§ isaaa ijaaq ftH
ipaoou ijaaq )bm -usubb^ et ua3ra ap do
uojBis uaAftjq puqq tatu ftqjBBp qatz ua
uaaaanpoad poqputa ajsaq )aq uapBBX gg
jtn qu leour uapfl -gg taut uba s;Bejdut *uat
-JBBJI gi ;aut ;pads aip sjajads daoaS aiojg
ap tot n pooqaq 'iqeq uazotjjaA uaddoqos
aaMj poq taq ua^uep at aapaaA aapuoz
n .laauuBM :3BBJAa8pjjq do paooMjiiv
De prijswinnaars zijn:
Mascha Winterink, Mariastraat 3,
Hillegom; Gijs Molder, Westerhout-
park 19, Haarlem.
De prijzen worden thuisbezorgd.
In de kast van Jantje,
was ’t een grote rommel.
Beer lag op zijn kopje,
Coco lag erbij.
En de kleine Jantje
speelde met zijn treintje:
- Tsjoeke - tsjoeke - sjoek - tjoek -
’t Was me een gerij.
O
Tussen 1840 en 1850 veranderde
alleen de mode voor de heren. Héél
hoge hoeden, keeps en jassen met
pandjes zie je hier afgebeeld. Lang
zamerhand komen de heren in een
soort kleding, die wij nu niet zo
vreemd meer vinden.
^occocooooo<>oocxxxx»c<x>oooooooooooooocc<«yxv>“.vkx>oooooo
Dam op 25, tien stukken op 2, 16, 17, 18,
19, 24, 29, 32, 36, 37. Wit: twaalf stukken
26. 27. 31, 35, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49.
Wit speelt en wint voor beide vraag
stukken.
Dertien, zwart: 5, 7, 14. 17, 18, 20, 21, 22,
24, 28, 29 32, 40. Dertien wit: 15, 26, 31, 33,
36, 39, 41, 42, 43, 46. 48, 49 50.
De composities van auteur Scheyen
hebben een fraaie slotstand en een prach
tige ontleding.
Een 20-jarige Amerikaanse, Debby Cobb,
die slechts anderhalf jaar bridge speelde
won onlangs met een 22-jarige landgenoot
een robberbridgetoernooi. Toen zij de
fraaie prijs, een gratis vacantiereis, voor de
volle zaal in ontvangst mocht nemen barst-
a
xxxx<>0000000<xxyxxxi000000c<>x)00000?0c0000000v<x'c0000cc
Wit aan zet vervolgde 20) 37-32 en zwart
kon niet vermoeden dat met de gespeelde
zet 4-9? het spel voor wit in alle varian
ten gewonnen was. In de partij volgde 21)
42-37 14-19? 22) 31-27 22x42. 23) 28-23
19x37. 24) 24-19 13x24. 25) 38-32 37x28. 26)
33x4 24x33. 27) 47x29 en wit wint.
Aangenomen dat zwart de damcombi-
natie had doorzien, dan stond het spel na
4-9 nog in alle varianten verloren. 20)
37-32 4-9. 21) 42-37 21-27. 22) 32x21 16x27.
23) 28-23 11-16. 24) 40-34 6-11. 25) 45-40 1-6.
26) 40-35 16-21. 27) 44-40 11-16. 28) 37-32
7-11 29) 32-28 2-7. 30) 35-30 en zwart kan
17 om 17 opgeven. 21) 42-37 22-27. 22)
31x22 18x27. 23) 28-34 13-18. 24) 40-34
heeft wit ook gewonnen spel.
In de meestergreep van het Suikertoer-
nooi 1971 kreeg de Kennemer kampioen
Hans de Groot de volgende stelling na de
47ste zet.
Waldi Liman (Paramaribo)
Weet je, hoe dat kwam? Ze waren
een elfling! Elflingen zijn bij kik
kers niet zo zeldzaam als bij men
sen. Maar in de hele sloot waren
geen twee- drie- of elflingen. die zo
op elkaar leken.
Het was Winter en de sloot vroor
dicht. De kikkers lagen allemaal in
hun modderbed te dromen. Vader
Sies en moeder Wies ook. Maar de
elfling was wakker. Dat kwam mis
schien wel door het gekras van de
schaatsers over het ijs. Misschien
was het ook de honger, die ze
hadden. Vader had gezegd :-Eten
jongens!-.Maar ja, je buikje kan
Bij topspelers komt het weinig voor,
dat met een bord vol stukken tot over
gave wordt gedwongen. Zo’n ongewone
ontwikkeling deed zich voor de in de 12de
ronde van de wedstrijd om de provinciale
titel tussen C Benjamens (wit) en Th.
Warner, gespeeld 14 november 1971 in
Castricum. Stand na de 19e zet.
ooooooc<z:<x>rcooooc<xx?ocoooooc- »orx:ooooocrxxx ooo(>>^'0^
W W 8
en zwart kan dus niet af-
te zij in tranen uit en was gedurende de
korte ceremonie niet meer tot bedaren te
brengen. Zelden gunde de concurrentie een
winnares zó haar prijs, schreef een Ameri
kaans blad.
Emoties laaien bij het wedstrijdbridge
soms op de meest onverwachte wijze hóóg
op. Twee heren zagen eens een tweetal on
bekende dames naar hun tafel komen en de
heren verheugden zich reeds bij voorbaat
op de vette score die zij vermoedelijk in
die speelronde zouden gaan boeken. Het
geluk leek de mannen toe te lachen, want
reeds in het eerste spel raapte de zuidspe-
ler een enorme hand op een kreeg tijdens
het bieden nog enkele positieve geluiden
van zijn partner te horen. Het eindcontract
werd zeven Sansatout, één der dames leg
de een kaart op tafel en nadat meneer
zuid het slagveld had overzien, maakte hij
in ijltempo de vereiste dertien slagen.
Nauwelijks kon de overwinnaar wachten
met het openscheuren van de envelop
waarin zich de scorekaart bevond, waarop
de resultaten van andere paren geboekt
waren. En wat las hij daar? „Spel geannu
leerd - middenscore”. Een grapjas had,
nadat het spel door de wedstrijdleider aan
een andere tafel geannuleerd had moeten
worden, de NZ-kaarten tot een groot-slem-
bod getransformeerd en zó weer in het
wedstrijdbord gedaan. Wij moesten zó vre
selijk lachen, vertelden de dames, vooral
omdat die man alsmaar kwaaier werd en
zich onze pret niet kon voorstellen.
Tijdens een lang geleden gehouden club
avond kreeg een zekere meneer X eens
zo’n woede-aanval, dat het bijna tot vech
ten met een zekere meneer Y kwam. X en
Y hadden een paar dagen daarvoor een
wedstrijdje gespeeld, waarbij Y niet zo erg
te spreken was over de verrichtingen van
zijn partner. Op de genoemde clubavond
kwam de heer Y de lokaliteit binnen waar
men al met spelen was begonnen. Namens
het bestuur moet ik u een mededeling
doen verkondigde Y met luide stem en
nadat iedereen verrast opkeek vervolgde
hij het bestuur heeft zojuist besloten,
dat elke maal dat meneer X een vijfbod
biedt en weet te maken, hij de klein slem-
premie mag opschrijven! Homerisch gelach
en een schuimbekkende meneer X die
meneer Y jarenlang niet meer heeft aan
gekeken laat staan bridge met hem
heeft gespeeld.
Uniek is het verhaal van een sterke
Amerikaanse speler die eens bij een lief
dadigheidswedstrijd een gelegenheidspart-
ner kreeg toegewezen. De dame was zó ze
nuwachtig, dat zij steeds slechter ging spe
len en tenslotte vrijwel geen kaart meer
goed neerlegde. Na de zoveelste katastrófe
begon zij weer met haar gebruikelijke ver
ontschuldiging „Ik dacht dat...” Haar part
ner was het eindelijk tevéél geworden en
sprak de historische woorden: Ach ja me
vrouw ik wéét het, u hebt het bridgespel
immers pas vandaag geleerd maar hoe
laat”!
Bridgevraag dezer week: Noord is ge
ver, allen kwetsbaar. De zuidspeler heeft
(viertallenwedstrijd)
9 A B 9 7 3 <?H OAH 10 64 B 5
Noord en oost passen zuid één schop
pen OW passen noord één Sansatout
zuid twee ruiten noord twee harten
wat moet zuid doen? Antwoord elders
op deze pagina.
In de kast van Jantje,
is het nu erg netjes.
Beer staat op zijn pootjes.
Coco zit erbij.
En de kleine Jantje,
speelt weer met zijn treintje:
- tsjoeke - tsjoeke - sjoek - tjoek -
netjes op een rij!
In de kast van Jantje,
lagen alle blokken
- hier en daar en ginder -
ook al door elkaar.
En de stoute Jantje
speelde met een hijskraan:
- pieper - pieper - tsjiep - piep -
Vind je dat niet raar?
En dat boek liet Jantje,
- ’t Stond op bladzij negen -
lezen, dat een jongen
netjes hoort te zijn
op zijn dure speelgoed.
Hoort het op te bergen!
Dat stond in dat boek.
Dat vindt speelgoed fijn!
ISRAEL. „Pesah”, het joodse paas
feest, geeft aanleiding tot het ver
schijnen op 7 maart van drie zegels
in de waarden 0.18, 0.45 en 0 95 TL.
De zegels tonen verschillende ge
bruiken tijdens de Pesah; zij wer
den door D. Ben Dov ontworpen.
WEST-DUITSLAND. Als gevolg
van de verhoging der posttarieven
verschijnen op 8 maart twee aan-
vullingswaarden met portrevan
Bondspresident Heinemann: 120 Pf.
en 160 Pf. Zij komen ook uit met
het inschrift „Deutsche Bundespost
Berlin.” Van de rolzegels worden op
8 maart de waarden 10 Pf. (kapotte
ladder) en 30 Pf. (valhelm) uitgege
ven, ook voor West-Berlijn.
ANGUILLA. Met reproducties
van oude kaarten van Anguilla, een
van de Kleine Antillen, verschenen
vier zegels: 10 c. (kaart uit 1775), 15
c. (kaart uit 1814), 40 c. (kaart uit
1775) en 50 c. (kaart uit 1855).
ZWEDEN. Een nieuw postzegel-
boekje met definitieve frankeerze
gels kwam op 23 februari in om
loop, bestaande uit tien zegels van
ieder 55 met vijf verschillende
voorstellingen van meisjes bij de
uitoefening van diverse sporten:
schermen, zwemmen, gymnastiek,
tennis en kunstschaatsen. Een bij
zonderheid is, dat geen ideale figu
ren, doch werkelijk bestaande
Zweedse meisjes zijn afgebeeld, ont
leend aan foto’s. De graveur is
Czeslaw Slania. (afbeelding)
Wit wint. Het zelf zoeken van de oplos
sing is essentieel voor het juiste begrip:
Na 1) c7 Th8 2) Pd8 Th6f heeft hij die no 1
bestudeerde weinig moeite met ’t vinden
van de koningswandeling naar beneden.
3) Kb5! Th5t 4) Kb4 Th4f 5) Kb3 Th3+ 6)
Kc2We weten dat 6)Th4 faalt
op 7) c8T! Dus: 6)Th2t en nu weer
terug naar boven. 7) Kd3 Th3t 8) Kd4 Th4+
9) Kd5 Th5t 10) Kd6 Th6t 11) Ke7 ThTt
12) Pf7 en zwart is uitgepraat. Aardig en
1) Pel (dr. Pb3i
wachten) en nu
A. 1) Tb5: 2) c7 Td5t. Biecht u eens
eerlijk op of u nog een andere verdediging
ziet! 3) Pd3! De magneet. 3) Td3:t
4)Kc2 Td4! Saavedra’s patmotief. 4) c8
Toren! en de weerlegging. Wit wint.
B. 1) Td5t 2) Kc2 Tc5t. Niet 2)
Tb5: 3) Pb3t 3) Kd3 Tb5: Na 3) Tel:
4) Kd4 wint wit „gewoon”. 4) c7 en na Tc5
wint 5) Pb3t. Maar zwart heeft nog een
grapje. 4) Tb8! en nu zou er na 5) cb8:
D of T een geheel andere patstelling ont
staan. Kostelijk! Maar met 5) axb8 Loper!
resteert een voor wit gewonnen eindspel.
Had u dit sub A al gezien?
Met dank aan Karl Junker die in de
Schaak-Echo het materiaal verzamelde
en een stille hulde aan het schaakspel dat
een onuitputtelijke bron van schoonheid
blijft voor ieder die gezegend is met het
ondefinieerbare schaakinstinct!
MR. E. SPANJAARD
Achter het land van boer Karre-
wiel woonden elf kikkertjes in een
mooie, brede sloot. Ze waren alle
maal even gezond als mooi. Als ze
naast elkaar aan de waterkant za
ten, leken ze sprekend op elkaar.
Biesje leek op Diesje, Diesje leek op
Fiesje en Fiesje was precies Giesje.
En of je nu Giesje zag of Hiesje,
Kiesje of Liesje, Miesje, Niesje,
Riesje of Tiesje, ’t was één pot nat.
96
o
i
80
en 120
Toen deze positie, reeds eerder in deze
rubriek besproken, ons werd voorgezet, zei
men ons dat het ’t slot was van een in
Amerika gespeelde partij en dat pas na
afloop de pointes bij de analyses er uit
kwamen. Veel later vertelde men ons dat
’t eigenlijk een compositie van Saavedra is
en beide lezingen kunnen heel goed juist
zijn. Wit wint als hij een dame haalt;
zwart houdt remise wanneer hij z’n toren
tegen de pion verovert. 1) Td6
maakt dus aanstonds remise. De winst-
voering is zeer fraai. 1) c7 Td6f 2) Kb5!
,„......2) Kc5? Tdl benevens Tel 2)...,.
JAPAN. Naar aanleiding van de
Elfde Olympische Winterspelen te
Sapporo werden een serie van drie
zegels en een miniatuurvelletje uit
gegeven. De serie omvat de waarden
20 y. (ski-afdaling), 20 y. (bobslee)
en 50 y. (kunststrijdend paar). Het
miniatuurvelletje is samengesteld
uit de waarden 20, 50 en 20 yen.
(afbeelding)
NOORWEGEN.
een
ROEMENIË. Met reproducties van
schilderijen met vrouwelijk naakt
verscheen een serie van zes waar
den en een miniatuurvelletje' 10, 20,
35 en 60 b., 1.75, 3 en 5 L. Gerepro
duceerd worden werken van Josif
Iser, Camil Ressu, Nicolae Grigore-
scu, Eugène Delacroix, Auguste Re
noir, Palma il Vecchio en Agnolo
Bronzino.
GRIEKENLAND. Het eerste ge
deelte van een nieuwe serie fran
keerzegels met voorstellingen
klederdrachten zal op
in circulatie worden l
bracht. De waarden zijn: 0.50 Dr.
(dracht van de stadsbevolking van
Kreta), 1 Dr. (nomade uit het Pin
dosgebergte), 2 Dr. (man uit Misso-
longhi), 2.50 Dr. (vrouw uit Sarakat-
sani, Attika), 3 Dr. (dracht van het
eiland Nissyros), 4.50 Dr. (feestkle
ding van Mégara), 6.50 Dr. (kleder
dracht van Trikeri) en 10 Dr.
(vrouw uit Pylaea, Macedonië). De
uitvoering is in veelkleurige offset
druk (afbeelding)
OCKXXXOOOCCOOOOOCCIOCCOOOO
Hans de Groot (HDC)
Wit aan zet vervolgde met 48) 40-34 en
de stand staat symetrisch. Het enige
verschil vanuit de opening is dat zwart
de „voorzet” heeft. De partij eindigde in
remise, maar na afloop toonde de Haar
lemse kampioen in een boeiende en leer
zame analyse aan, op welke wijze de wit-
speler winst heeft verzuimd.
40-34 14-20. Op 30-25 volgt remise met
offer 13-18, 17 22. 48) 37-31 13-18. Op 21-26.
30-25 26x37. 25x14. 19x10 28x8. 49) 38-33
21-26. Nu komt het nadeel van de „voor
zet” wel goed uit.
Cijferstand na de 49ste zet van zwart.
Zwart: 16, 17, 18. 19, 20, 23, 24, 26. Wit:
27, 28, 30, 31, 32, 33, 34, 35. Wit aan zet
vervolgde in de partij 28-22. 26x39. 22x13
remise. Beter was. 50) 30-25 26x37. 51)
32x41 23x21. 52) 25x12 17x8. 53) 34-29
21-27. 54) 29x20 27-31. 55) 20-14 31-36. 56)
41-37 16-21. 57) 37-31 36x27. 58) 14-10
27-31. 59) 10-5 31-36. 60) 33-29 8-13. 61)
29-24 en het offer 13-19 5x16 faalt wegens
vangstelling na 36-41. 16-38. De overige
varianten laten wij aan de lezers over.
Een leerzame winst.
Voor onze probleemliefhebbers twee
vraagstukken van de heer J. H. H. Scheyen
(Kerkrade).
Wit aan zet wint.
1) a7 Tb2+ Nu faalt 2) Ka6? op Tb5! be
nevens Ta5 met remise. Voorts moet wit
beletten dat de T op de achterste lijn komt,
eveneens met remise Hoe komt hij dan
ooit verder? Eens proberen. 2) Kc7 Tc2t 3)
Kd7 Td2r 4) Ke7 Te2t 5) Kf7 Tf2f 6) Kg7
Tg2t en wat moet wit nog? Maar nu volgt
de pointe. 7) Pg4!Werkt als een
magneet; de T wordt naar de 4e rij getrok
ken en dat betekent een essentieel verschil
met de tweede. 7)Tg4:t 8) Kf7 Tf4t
9) Ke7 Te4f 10) Kd7 Td4t 11) Kc7 Tc4t 12)
Kb7 en wint. Componist G. Bernhardt.
In diagram 4 tenslotte, een compositie
van M. S. Liburkin, zien we zowel het
Saavedra- als het magneetmotief verwerkt,
terwijl als extra-voordeel-van-de-week
nog een uiterst verrassende derde pointe
in de afwikkeling wordt verweven. We
geven alleen de hoofdvarianten. Wit wint.
JZ*
2
alleen maar vol, meer kan er niet
in. Biesje stootte Diesje aan, Diesje
deed het bij Fiesje en zo ging het
door tot Tiesje.
Ik heb honger,-zei Biesje.-Ik ook,-
zeiden de anderen en ze kropen uit
hun bedjes. Oei, wat was het water
koud! Ze zwommen naar boven en
stotten allemaal hun kopje aan de
onderkant van het ijs. -Au-, dat
deed pijn! Vlak onder het ijs
zwommen ze door. Hier en daar
konden ze wat lucht happen uit een
luchtbel. -Ik heb zo’n honger-, zong
de elfling.-Kwaak-kwaak, honger!
Op het ijs stond Eibertje, de ooie
vaar. Eibertje had ook honger en
tuurde over de witte ijsvlakte. Geen
kikker te bekennen, geen visje te
zien. Opeens hoorde hij onder het
ijs kikkers kwaken. Dat was na
tuurlijk de elfling, maar dat wist
Eibertje niet. Vlak bij z’n poten was
een dunne plek in het ijs en daar
zag hij ze vaag doorheen scheme
ren. Eibertje begon te hakken met
zijn snavel en maakte een gaatje in
het ijs. Vlug prikte hij zijn snavel
er doorheen en had meteen
Fiesje te pakken. Ze brulde zo
hard, dat alle kikkers er wakker
van werden. Alle kikkers schoten
toe. Fiesje brulde van de schrik en
de rest van de elfling was stom van
schrik. Maar vader Sies en moeder
Wies waren niet stom en ook niet
dom! Ze pakten samen met hun
andere grote kikkerburen de sna-
velpunten van Eibertje vast en
trokken zo hard, dat ze een beetje
uit elkaar gingen. Weg wezen,
Fiesje-, brulde vader. En Fiesje
zwom, zo vlug haar vliezen het
toelieten weg. Weg uit de snavel
van Eibertje. Het was gelukkig goed
afgelopen voor de elfling. Maar va
der Sies was woedend. Naar bed-,
kwaakte hij .-En er niet meer uit!-
Honger, of geen honger, slapen
moet je. Anders zie je, wat er van
komt!
Eibertje keek naar zijn gaatje in
het ijs, maar wist wel, dat het zo
niet ging, o Zo kon Eibertje zelfs
zijn buik niet vullen. Hij vloog weg
naar open water.
De elfling sliep en droomde van
hem. H.
Op 23 februari
verschenen een kleurwijziging en
een aanvullingswaarde op de koer-
serende serie frankeerzegels
rood (houten kerkje)
blauw (rotsgravure).
CANADA. Van 6 tot 12 maart
worden dit jaar te Calcary (Alber
ta) in Canada de wereldkampioen
schappen kunstschaatsen gehouden.
Ter gelegenheid hiervan komt op 1
maart een zegel van 8 cents tot
uitgifte met de voorstelling van een
schaatspaar.
DENEMARKEN. Ter herinnering
aan het overlijden van Koning Fre-
derik IX verschijnt op 11 maart een
zegel van 60 ontworpen door
Palle Pio en gegraveerd door Czes
law Slania. Op dezelfde datum
wordt ook een zegel van 1.20 Kr.
verkrijgbaar gesteld ter viering van
het honderdjarig bestaan van het
Meteorologisch Instituut, met een
symbolische voorstelling.
BELGIË. Ter gelegenheid van het
Internationale Jaar van het Boek
1972 zag op 21 februari een zegel
van 7 Fr. het licht met de voorstel
ling van het „Jaar"-embleem. De
zegel werd door M. Olyff ontwor
pen en was vanaf 19 februari in
voorverkoop, (afbeelding)
o