Getuige van een generatie beroemde Franse en Amerikaanse kunstenaars ANAIS NIN: SCHRIJFSTER VAN NU AL LEGENDARISCH DAGBOEK Van Baudelaire tot Borges L3 A 11 r KLEINE BOEKJES - UIT HET FRANS EN SPAANS - VOOR DE GROTE MARKT BSSSWIJ ONTVINGEN SSSSSWU ONTVINGEN DINSDAG 29 FEBRUARI 1972 8 Bevroren onbekende) persoonlijkheden, die in die gemeenschap een rol speelden. Sterven Parijs-New York Het eigen „ik” Ontmoetingen bekende schrijvers, geef ik hier een aantal besprekingen in het kort Verhalen over verhalen Sartre*s „Teerling” Vrouwelijk schrijven Lofzang op hasjies ER VERSCHIJNEN de laatste tijd nogal wat kleine boekjes op de litteraire markt. Nu gewone boeken vaak meer dan een tientje kosten, lijkt er een markt te zijn ontstaan voor wat minder omvangrijke pro- dukties. Zowel de Arbeiderspers met de „Kattegatreeks” als Meulen- hoff met de „Meulenhoffreeks” zijn zeer actief op dit gebied en men mag zeggen dat het niveau van de aangeboden titels relatief hoog is. De boekjes bevatten meestal vertaalde teksten waaronder veel uit het Frans. Omdat het wat veel gevraagd zou zijn van elke titel een af zonderlijke bespreking te geven, en het meestal gaat om werk van reeds Stendhal op z’n Italiaans (Van onze correspondent) WASHINGTON Anais Nin is klein. Er is iets sprookjesachtigs aan haar: ze droeg een tot de grond reikende jurk met een paars bloem- dessin, geen juwelen, en (voor zover ik dat kon beoordelen) geen make- up. Haar stem die onverwacht jong klinkt, is vertrouwelijk en heeft na ruim 25 jaar in Amerika nog steeds een herkenbaar Frans accent. Sinds 1966 zijn in New York de eerste vier delen van haar dagboek versche nen, dat in kleine kring al legendarisch was voordat het werd gepubli ceerd, zowel wat omvang, inhoud, als wat de auteur betreft. Het oor spronkelijke manuscript, opgeborgen bij een bank in Brooklyn in een kluis zo groot als een klein vertrek, beslaat ruim 150 delen (15.000 ge typte pagina’s). De inhoud bestrijkt een periode van bijna 40 jaar en geeft, behalve een beeld van de internationale kunstenaarsgemeenschap van Parijs en New York, ook talrijke intieme vignetten van bekende (en nmuiTa uu, nu» 4 w» 'ÉS I -Is t m Lx UITGEVERIJ .DESCLÈE DE BROU- bondige in- be- VAN DE GROTE FRANSE roman- ges illustreert dit fragment de myste- rieus-benevelende uitwerking van haar stijl. Het derde en vierde deel, die het begin van haar leven in Amerika be schrijven, weerspiegelen de vereenza ming die haar overvalt na de vrucht bare persoonlijke relaties in Parijs, die karakteristiek zijn voor de Europese kunstenaarsmil ieus. Sinds mijn Dagboeken hier zijn ge publiceerd, ben ik wat verzoend met Anais Nin met de Franse acteur Michel Simon, met wie zij in 1936 een woonboot in de Seine huurde. Anais Nin (haar leeftijd wordt ner gens vermeld, maar is ruim 65) was de dochter van de Spaanse pianist-compo- nist Joaquin Nin en een moeder van Frans-Deense afkomst. Ze groeide op in de buurt van Parijs, maar verhuisde na de scheiding van haar ouders met haar moeder en broers naar New York. Daar, in een door haar moeder gedre ven pension, begon zij op 11-jarige leeftijd het dagboek, waarmee zij hoopte het traumatisch verbroken con tact met haar vader op magische wijze te herstellen. „Ladders to Fire” in het Nederlands vertaald, terwijl Simon Vinkenoog in het vierde nummer van „Randstad” (januari 1963) een vertaling leverde van haar verhaal „De bomen wandelen bij nacht". Haar werk bestaat uit korte verha len, een zestal romans en studies. Cri tici hebben haar werk als „surrealis me” gecatalogiseerd, een etiket waarte gen zij zich verzet in de in 1968 gepubliceerde studie „The Novel of the Future” (de roman van de toekomst), ondergetiteld „Een studie van de ont wikkeling en technieken van de poëti sche roman”. Wat de dagboeken (die zij zelf be- langrijker vindt dan haar overige werk) doet verschillen van andere kro nieken, is in de eerste plaats het gezel schap dat het leven van Anais Nin doorkruist: Antonin Artaud, Marcel Duchamp. André Breton, Aldoux Hux ley Richard Wright, de architect Lloyd Wright, Tennessee Williams, de compo nist Edgar Varese. Jacques Lipchitz, Gore Vidal. Van hen geeft zij kleinere of uitgebreide portretten, die zijn te omschrijven als „wezens-schetsen”, op gebouwd uit een reeks psychologisch- intuïtieve waarnemingen. De dagboeken zijn geen notulen van het dagelijks gebeuren van de mo numentale gebeurtenissen van de we reldoorlog dringt weinig door, maar ze zijn het verslag van intermenselijke relaties, zoals deze Anais Nin hebben geraakt. Tegelijkertijd zijn ze een zelf portret, niet in de zin van een autobio grafie, maar in de betekenis van de verbalisering van haar innerlijk. „De held van dit boek”, schrijft Anais Nin in het eerste deel van haar dagboeken, „is misschien de ziel”. Fei ten interesseren haar minder dan sfeer, het ongesprokene, de essentie van de aantrekkingskracht of de wederzijdse afstoting tussen mensen. „King-Size-Moppen- Max Tailleur: „Mazzelman en Nebbisman” Er is in ieder huis een plaatsje waar men van de gein even rustig kan genieten en ontspannen om kan lachen; de uitvoering van het boek Inclusief touwtje, kan zo naast de ver jaardagskalender worden opgehangen. UITGAVEN: KEUNINGS De natuurliefhebbers, die geïnteresseerd zijn in alles wat leeft en vliegt in bos en veld kunnen hun hart ophalen aan het nieuwste boek van Jaroslav Ho- lecek: „Vreugde in het Wildspoor” met 234 foto’s uit de vrije natuur Holecek gaat graag en veel op jacht, maar dan zonder geweer alleen met fotocamera. Een dierenvriend en natuurliefhebber in hart en nieren, die uren, maanden, ja- ren kan rondzwerven en spieden om bepaalde eigenschappen, gedragingen, hebbelijkheden of onhebbelijkheden van dieren in het wild gade te slaan en vast te leggen op de gevoelige plaat Dit boek is wel weer een overtuigend be wijs hóé goed hij dit doet Zijn eenvou dige teksten laten de lezers op een ple zierige manier zijn belevenissen op zijn fotoj achten meebeleven. duit, maar ik kan er niet buiten”, zei hij. Ik heb Partre nodig Ik ben verza melaar Ik moet al zijn werk hebben.” „Maar hij houdt niet op", zei Collin. „Hij publiceert minstens vijf artikelen per week JcSEenboekenboekenboekenl >oekcenboekenboekenboeken| boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboeken! boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl AMSTERDAM Een tweede boek van gedeeltelijk beroepshalve bezighouden met de litteratuur. Voor zover mij bekend, zijn van haar boeken alleen „Stel je voor uitgave gevonden keuze voor het Maar In van Partrr boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl Henry Miller, na ruim 30 jaar nog steeds één van Anais Nins hechtste vrienden, heeft de dagboeken vergele ken met de grote werken Augustinus, Petronius, WER - UTRECHT Ter gelegenheid van het „Streuvels- jaar" heeft deze uitgever drie nieuwe boeken, die aan deze Vlaamse schrijver zijn gewijd, het licht doen zien Boven dien nog een bundel .erhalen van de jonge schrijver Leo Pleysier: „Mirliton”, het eerste boek dat werd bekroond met de tweejaarlijkse „Stijn Streuvels”- prijs, sinds kort Ingesteld voor debute rende Vlaamse en Nederlandse auteurs. De drie boeken zijn: André Demedts: „Stijn Streuvels een terugblik op leven en werk”. Luc Schepens: „Kro niek van Stijn Streuvels' en Joos Flor- quin: „Mijn Streuvelsboek” een foto boek met een verslag ovpt zijn jaren lange vriendschap met Stijn Streuvels; geen studie maar wel een bundel vol herinneringen. Behalve een grote vriend en bewonderaar var Stijn Streu vels is de schrijver hoogleraar te Leu ven, waar hij taalbeheersing en drama tiek doceert. Hij maakte voor de Vlaamse televisie ook een film over Stijn Streuvels onder de titel „Langs Streuvels’ Wegen” op de hoogte is van de levens van de mensen die erin worden genoemd.” „Het is dankbaar aan het Dagboek te werken”, vertelt ze, „vooral hier in Amerika waar zo’n taboe bestaat over onthullingen van persoonlijke aard. Schrijfsters ^als Simone de Beauvoir, Mary McCarthy. Dorothy Parker, Janet Flanner schrijven als mannen die een speciaal zintuig hebben ontwikkeld voor de gevoelswereld van de vrouw. Anais Nin schrijft onmiskenbaar als een vrouw (Het is dan misschien ook niet verwonderlijk dat haar allereerste pu- blikatie een man betrof die een super- zintuig had ontwikkeld voor de vrou welijke psyche' D H Lawrence). Het eerste deel van de dagboeken is voor een groot stuk het verslag van haar psycho-analyse en van de interac ties tussen haar en Henry Miller, wiens aanwezigheid als een rode draad door alle dagboeken loopt en die er de eenheid aan geeft, waar Anais Nin zich uit principe niet om bekommert. Een van de hoogtepunten is de be schrijving van de bevalling van haar zesmaands kind, dat dood geboren wordt Meer dan welke andere passa- Vian lijkt in deze regels een verband te leggen tussen de grote litteraire productiviteit van Sartre en diens filo sofie. De filosofie „Houd er de moed maar in” geeft Sartre de mogelijkheid minstens vijf artikelen per week te schrijven. Het waardeoordeel van Vian is niet mals- de boeken van Sartre verzamelt men in plaats van ze te lezen. „Onrust in Zwadenland”, het nu in vertaling verschenen boekje, behoort, dacht ik, niet tot het beste werk dat de lichtvoetige Vian geschreven heeft. Voor de liefhebbers van deze schrijver is het toch zeker een boekje om aan te schaffen. Ondanks de stroom van kunstenaars met wie zij in aanraking komt, ont breekt in deze Amerikaanse dagboek- delen de intimiteit, de continuïteit van haar Parijse aantekeningen. Gunther Stuhlmann, die met haar de dagboeken voor publikatie klaar maakt, schrijft in een voorwoord: „Zij schijnt in de New Yorkse omgeving bevroren te zijn.” Pas 27 jaar later blijkt Anais Nin zich voor het eerst te verzoenen met wat in feite haar blijvende balling schap in de Verenigde Staten werd. De gelegenheid is de publikatie van het eerste deel van haar dagboeken, in 1966, en de erkenning die haar dan internationaal ten deel valt. Anais ,Nin is inmiddels door haar dagboeken een begrip aan het worden in de „ondergrondse” universitaire cul tuur van Amerika, waarin zulke na men figureren als Hermann Hesse en J. D. Salinger. Ook is haar werk aan geslagen in feministische kringen. In een nabeschouwing voor „De ro man van de toekomst” schreef zij: „De intieme geschiedenis van ieder mens is een bijdrage tot universele geschiede nis.” In dat opzich’t heeft Anais Nin met haar dagboeken een monumentale bijdrage geleverd. Er is echter één manier om op kunstmatige manier deze gelukzalig heid te verkrijgen en wel door middel van de hasiies Dan pas zet hij uiteen dat zijn belang er een van morele aard is: ,De inalyst van de geheimzinnige effecten en morbide genietingen die deze middelen teweeg kunnen brengen, van de onvermijdelijke straf die erop volgt en tenslotte van de immoraliteit zelf die in dit najagen van een vals ideaal besloten ligt vormt het onder werp van deze studie" Men kan niet anders zeggen dat na de verheven beschrijving van de gelukzaligheid wel of niet kunstmatig deze woor den wat hypocriet klinken Het is een taboe dat ze van Engeland en de Puriteinen hebben geërfd." „Maar nu is er de jonger generatie, die behoefte heeft aan intimiteit Ze kenden niemand om vertrouwelijk mee te zijn. Het "Dagboek was voor hen een onthulling dat je zoveel over iemand kon weten, als je maar luisterde. Dat was iets nieuws. Nu slaan ze weer door naar het andere uiterste van overmati ge zelfbekentenissen. Ik geloof wel dat deze nieuwe mentaliteit blijvend is.” „De Amerikaanse cultuur had een cultus van extravertie, van actie, daar aan ontbrak wat ik „de innerlijke reis” noem die de Europeaan wel kent de réis naar het eigen „ik”, zodat je weet wie je bent, waar je met jezelf aan toe bent, wat je waarden zijn, zodat je je teweer kunt stellen tegen die dingen die in de wereld gebeuren.” „Het is moeilijk precies te zeggen aan welke persoonlijke behoefte het Dagboek voldoet. Ik geloof dat wan neer je van iets of iemand houdt, je instinct is om het te bewaren, het vast te houden. Dat is één goede reden. Een andere is, dat het mijn eigen „reis naar mijn innerlijk” was. Ik ben altijd gefas cineerd geweest in het maken van een röntgenfoto van het geheime „ik”. Ik dénk dat ik mijn eigen geheime „ik” wilde ontdekken, net zo goed als dat van anderen die mij interesseren.” bang meer voor, maar ik ben de enige die de Dagboeken kan uitwerken, die TENSLOTTE WIL IK nog de aan dacht vestigen op twee uit het Spaans vertaalde boeken. Het eerste „Kronie ken van Bustos Domecq” verscheen in de „Meulenhoffreeks” Het bevat een serie vermakelijke litteraire recencies en interviews die de beroemde Argen tijnse auteur Borges samen met Adolfo Bioy Casares schreef over fictieve boe ken en personen Borges komt ook uit dit boek naar voren als een schrijver voor wie boe ken slechts verwijzen naar andere boe ken en niet naar iets dat men gewoon lijk aanduidt met het woord werkleijk- heid. Het andere boekte dat uit het Spaans werd vertaald is de novelle „Achtervolgd” van Julio Cortazai die bij uitgeverij Van Gennep verscheen. Met de vertaling van deze nove’le zijn nu alle verhalen van Cortazar in het Nederlands beschikbaar. Evenals het werk van Borges kan men „Achtervolgd” opvatten als een verhaal over een verhaal. Het schrijft het dilemma waar een jazzcri ticus zich voor zie4 geplaatst wanneer zijn grote idool komt te iverlijden Het boek dat hij over hem heeft geschreven, beseft hij geeft slechts een zeer eenzij dig beeld van de man die h’l heeft gekend. Omdat zijn uitgever er weinig in ziet in de tweede druk van het boek veranderingen aan te brengen, iaat hij het er maar bij. Cortazar, op zijn beurt, laat de vraag epen of zijn boek op dezelfde manier opgevat moet worden als dat van de jazzcriticus Door deze vraag te stellen gaat Cortazar in zeke re zin verder op het punt waar zijn landgenoot Borges gebleven is. GERRIT BAKKER cier Stendhal, om nog even in de negentiende eeuw te bliiven, verscheen in de „Kattegatboeken” de novelle „De Abdis van Castro” in vertaling. Van soortgelijk werk van Stendhal kon men reeds eerder kennismaken in Ne derlandse vertaling De novelle behoort tot de zogenaamde „Italiaanse kronie ken”. onder welke titel de eerder ver taalde verhalen verschenen Stendhal oresenteert de verhalen als transcripties van oude Italiaanse ma nuscripten maar gezien de typisch Stendhaliaanse stijl mag men wel aan nemen dat hij er heel wat in veran derd heeft. Toch blijft in de „Italiaanse kronieken” >ok veel over van de stijl van de oorspronkelijke manuscipten, iets wat niet weinig bijdraagt tot hun charme. BOSCH KEUNING N.V. - BAARN Een documentaire over homofolie: „Twee dominees, ook wij zijn homo fiel” Aangekondigd als: „Een aan klacht, maar ook een pleidooi” Het boek is gebaseerd op honderden brie ven van vrienden en vijanden, vaak zeer onthullend en schokkend, met kon- klusies die uitdagen to* discussie en een oproep to* een nieuwe christelijke visie. UNIEBOEK NV - BUSSUM Hubert Janssen. „Voltooid verleden”, een novelle Eer> bundeltje Gepeperde moppen’ verzameld en opgetekend door Emil, met cartoons van Wessum. onder de titel .Dat is óók een goeie” carrière te maken hebben. Ik ben zo openhartig geweest als mogelijk was en ik heb in het voorwoord uitgelegd dat het bijna nooit is gebeurd dat een Dagboek tijdens het leven van de au teur werd gepubliceerd, en dat moet de nieuwsgierigen ervan weerhouden diepter te graven.” UITGEVERSMAATSCHAPPIJ KOSMOS - AMSTERDAM André van den Eerenbeemt en Berna dette van den Eerenbeemt-Meinders hebben hun ideeën ovei „HoeT en „Wat” kan ik van mijn tuin maken, vastgelegd in een heel bijzonder boek, zowel van opzet, uitvoering, als van formaat: „100 Kleine Tuinen” De te keningen zijn van Adriaan van Abee- len, de bouwkundige details zijn van Roelof Hendriks en Paul Meinders. De samenstellers geven veel en verschil- *ende suggesties met deze 100 ontwer pen. maar proberen in de eerste plaats de eigen creativiteit te stimuleren, waarmee het tuinieren veel meer vreugde en voldoening geeft Voor de getekende illustraties is een geheel an dere techniek gekozen: de tekenaar heeft zich ook boven de tuin opgesteld, waardoor men een totaal ander inzicht krijgt. De teksten geven formatie en handige tips. KLUWER ALGEMENE N.V. GEBR ZOMER SPECTRUM - UTRECHT. Prisma-boeken: Prof. jhr. dr. J. S. Wit- sen Elias: „Geschiedenis van de Euro pese schilderkunst van 1700 tot heden”. Daan Zonderland: „Knikkertje Lik”. Een boekje dat een beetje zweeft tussen de redeloze rijmen en de kinderboeken van de schrijver in P. Damstra: „Puzzel-confetti”. Spectrum-jubileumuitgave, nummer 1500, de „Sprookjes van Tolkien” Waar mee de uitgever zijn waardering uit spreekt voor de auteur J. R. R. Tolkien, die met zijn al eerder in deze reeks uit gebrachte werken „De Hobbit” en „In de ban van de ring” zo’n grote bijdrage heeft geleverd voor het goede niveau van de Prisma-reeks. van St. Rousseau en Proust. Miller is nooit een schrijver van „understatements” geweest, maar er is weinig twijfel aan dat de dagboe ken tot de meest uitgebreide en analy tische kronieken van een leven beho ren. VAN DE BEROEMDE negentiende- eeuwse dichter Charles Baudelaire verschenen in de „Meulenhoffreeks” twee teksten uit „Les paradis artifi- ciels*’ een bundel over wijn en narcoti ca. De grote charme van deze bundel lijkt me te liggen in de wijze waarop Baudelaire enerzijds de waarschuwen de vinger heft van de moralist maar anderzijds op even verheven toon de gelukzaligheid bezingt van de verslaaf de. De inleiding tot het stuk over hasjies geeft hier een mooi voorbeeld van. Baudelaire begint met de indruk wekkende zin: „Zij die hun leven kunnen overzien en de herinnering aan hun indrukken levend houden, zij die net als Hoffman hun geestelijke baro meter wisten te construeren, zijn er soms in geslaagd om in het observato rium van hun geest mooie seizoenen, gelukkige dagen, heerlijke ogenblikken op te tekenen”. Die toestand van geluk zaligheid brengt Baudelaire vervolgens in verband met het bovennatuurlijke. Hij wijst erop dat een mens ei niet naar vrije wi1 over kan beschikken en vaak alleen maar kan hopen dat zo’n toestand hem nog eens beschoren zal zijn. Omstreeks 1930 keerde zij terug naar Parijs. Ze was er, al op 16-jarige leeftijd, een veel gevraagd schilders- model, trad op als Spaanse danseres (maar nam de uitnodiging niet aan om toe te treden tot het Spaanse Opera Ballet) eh werkte er aan haar studie over D. H. Lawrence („D. H. Lawrence - An Unprofessional Study”), die haar bekendheid gaf in kunstenaarskringen. Uit omstreeks deze periode stamt haar kennismaking met Henry Miller die toen werkte aan zijn lange tijd als pornografisch beschouwde boek „Tro pic of Cancer” dat voor een belangrijk deel dank zij haar materiële hulp tot stand kwam en waarvoor zij bij de eerste editie een inleiding schreef. In 1939 vlucht ze voor de naderende wereldoorlog terug naar de Verenigde Staten en vestigt zich in Greenwich Village, waar zij opnieuw een kring opbouwt van vooral jonge kunstenaars. het feit dat ik in Amerika, woon. Heel lang heb ik mijn terugkeer naar Ame rika als een tragedie beschouwd, en ik heb me heel lang erg geïsoleerd ge voeld, alsof ik op vreemd grondgebied verbleef. Maar de reacties van de jon geren op de Dagboeken heeft veel vergoed en veel veranderd. Ik heb een sterke band met ze. ik heb vandaag een van de .Prealabel Hond Er De Moed op een ongetande closetrol Maar waar haal ie het geld toch vandaan?’' zei Collin. Chick versomberde. „Het kost me een lieve itnixiitts EEN HEEL ANDER boek is „De teerling is geworpen" van Jean-Paul Sartre lat in de „Meulenhoffreeks” verscheen. De uitgave in de oorspron kelijke taal dateert van 1947 de tijd waarin Sartre zijn filosofische ideeën ook op 'itterair gebied uit begon te dragen. Het thema van de individuele vrijheid neemt een centrale plaats in het boek. Evenals var het andere litte raire werk van Sartre kan men ook naar aanleiding van „De teerling is geworpen” opmerken dat het wat stijl betreft niet zo interessant is. Het ver band tussen het verhaal, de manier waarop het verteld wordt en de strek king ervan kwamen me dikwijls als willekeurig voor Boris Vian, van wie in de „Kattegat reeks” de korte roman „Onrust in Zwadenland” verschten schijnt ditzelf de bezwaar te hebben tegen het proza van Sartre Op de omslag van „De teerling is geworpen” kan men hiero ver een aardig ritaat lezen A. W. SIJTHOFF’S UITGEVERSMIJ. N.V.- LEIDEN Martien G de Jong’s Literaire Verken ningen: R. BRjstra: „Landen, Steden Mensen.” Literatuur en architectuur. In deze zelfde serie: Prof, dr Lode Roose: „En is ’t de liefde niet Het Nederlandse sonnet in de zestiende en de zeventiende eeuw En Dr. E. de Jong: „Met waarachtige zorg”, de toneel schrijver Herman Heijermans. „Ik zou het Dagboek nooit kunnen vernietigen. Het bestaat. Als ik dood ga, moet het gedurende een aantal jaren verzegeld blijven om de mensen te beschermen die er in voorkomen. Bij ieder verschenen deel heb ik de betrokkenen die nog in leven zijn, gevraagd of ze er bezwaar tegen heb ben genoemd te worden. De ouderen hadden daar meestal minder bezwaar tegen dan de jongeren, die nog een „Het enige dat ik nu nog wens, is voldoende tijd om mijn dagboeken klaar te maken voor publikatie. Ik ben een paar keer aan het randje van de dood geweest, en ik ben er niet zo Anais Nin is in Nederland, zoals ook elders, vrijwel alleen bekend in de kringen van hen die zich geheel of ARBEIDERSPERS - AMSTERDAM Een klein vierkant boekje ondei de titel: „Geknipt voor U”, dat beweert te zijn: „Een doorsnee van het Neder landse volkskarakter in bizarre en vro lijke knipsels uit de dag- en weekbla den” aangevuld met een selectie uit de gelijknamige VN-rubriek, gemaakt door redacteuren van Vrij Nederland. Hans Bemmann: „Lachen met de leer”, een boekje vol humor rondom het ge loof. Fanny Hill: „Wat niet 'in mijn memoires staat” Een verzameling erotische anec dotes, pikante of humoristische situaties die de vrolijke meisjes van toen elkaar onderling vertelden, maar destijds niet voor publikaties in aanmerking konden komen. Ze waren té „onthullend” De tijd is daar kennelijk nu pas rijp voor? Heleen ten Holt maakte een keuze uit het werk van de bekende Mark Twain onder de titel: „Een praatje bij het vuur in het jaar 1601”. Mark Twain, in ons land vooral bekend door zijn romans „Tom Sawyer” en „Huckleberry Finn”, waarvoor de belangstelling door de te levisie nog eens extra is aangewakkerd, is eigenlijk de schuilnaam van Samne! Langhorne Clemens, die leefde van 1835-1910 en toch wel beschouwd wordt als een der grote klassieke schrijvers van Amerika. Steinbeck Faulkner, Caldwell en Capote, om er een paar te noemen, zagen in hem hun leermeester en Hemingway vond hem .absoluut onvergelijkelijk” en noemde hem zelfs „De Lincoln van de Amerikaanse litte ratuur” Het titelverhaal is larenlang verboden of onvindbaar gebleyen van wege het vermeende obscene karakter, maar nu kan men er dan toch naast een selectie uit andere persiflages en satires in dit kleine boekje, plezierig van genieten Pierre H. Dubois: „Mettertijd”, essays over Multatuli. Van het Reve. Gide, Simenon e.a. Thorkil Vanggaard: „Phallus” De schrij ver voert ons dooi talrijke historische domeinen om de phallussymboliek in culturen en bij natuurvolken na te gaan, terwijl hij ook vormen daarvan bij de dieren belicht. Uit het Deens vertaald door Jan F. de Zanger, (Floret-reeks) die ook de derde bundel „Het Land Coitha” erotische verhalen uit Dene marken samenstelde, en vertaalde Kathleen Szasz: „De Troeteltrend” Een onderhoudend verhaal over het „peti- sjisme” de extreme en irrationele lief de voor huisdieren de neurotische cul tus voor pets of troeteldieren, met de meest dwaze excessen van dien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 8