Henry David Thoreau
WALDEN: BOODSCHAP DIE
BIJZONDER ACTUEEL IS
moeten elkaar aanvullen
Herinneringen
uit Auschwitz
„Boek en cassette-televisie
ai
SM
2
De nachtmerrie en het paard
SPECULATIEF DROMEN MET
NOUD VAN DEN EERENBEEMT
Verslag Afrikaans
ontwikkelingsland
DRS. R. E. M. VAN DEN BRINK, VOORZITTER
VAN DE STICHTING MODERNE MEDIA:
BOEKENWEEK
Rechtzetting
EE «IJ ONTVINGEN
Belastinggidsen
F
ff.- ffff
DINSDAG 29 FEBRUARI 1972
Droompaard
99
(Van onze Haagse redactie)
„We moeten vooruitzien’
t
BIJ MEULENHOFF NEDERLAND verscheen in
vertaling van K. Sanders de Nederlandse editie van
„Walden”, Een Leven in de Bossen. Het is een Paper
back met een in het oog springend „naturalistisch”
omslag door Joost van de Woestijne geworden. Daar
het werk in vertaling lang onvindbaar is gebleven,
kan men er zich om verheugen, dat nu weer een
Nederlandse editie in zeer heldere, leesbare stijl ver
krijgbaar is. Want Thoreau’s verslag van zijn „prak
tijkjaar in de natuur” wenst men zich in veler han
den, omdat de roep „terug naar de natuur” in onze
dagen nog heel wat sterker klinkt dan in de achttien
de eeuw.
V ereenvoudiging
UITGEVERSGROEP
BAARN.
DEN HAAG „Het is niet af
gelopen met het gedrukte woord.
Het boek blijft. Papier is de goed
koopste informatie-drager je
hebt er alleen goeie ogen bij no
dig”. Dat zegt drs. R. E. M. van
den Brink, voorzitter van SMM, de
pas opgerichte Stichting Moderne
Media, nieuw trefpunt van de
Nederlandse boek-, tijdschrift- en
dagbladuitgevers. Bij wat SMM in
het brein heeft, komt heel wat
méér kijken dan alleen goeie ogen.
Dure dingen: videocassettes,
beeldplaten, kleurenmonitors. En
eerst van al: dubbele kabel-tv.
a
EEN AARDIG BOEKJE, „Dro
men”, door Noud van den Eeren-
beemt, in „overvierkant” formaat
uitgegeven door Bert Bakker in
Den Haag, die met zo’n formaat en
verdere uitmonstering suggereert,
dat hij er vooral mee op hippe
lezers mikt. In die hippe kringen
is Noud van den Eerenbeemt thuis.
Hij geeft les in tarot-kaartleggen,
pleit voor bewustzijnsverruiming
die meestal op vernauwing uit
loopt en vervult min of meer
een „underground-anostolaat” mef
een modern-mystiek maandblad.
s wlwh*
r
Spel met symbolen
Sleutelgedachten
4'
wdï»^v.vAAVAVAv.w,
HEIN STEEHOUWER
AW.
SIM TEUNISSE
COMBO-
J.B.
l
een
5
t
N.V.-AMSTER-
1
dr
E
1
AMBO BTLTHOVFN
Paul Sporken: „De laatste levensfa
se”, stervenshulp en euthanasie”
raderwerk van een veeleisende en enerverende samenleving
zijn beklemd geraakt.
„Walden” is een merkwaardig actueel boek, dat sleutel-
gedachten formuleert over ecologie, cultuur, natuur en mi
lieubescherming.
De anti-autoritaire schrijver toont ermee aan, dat de men
selijke waardigheid bij hem centraal staat.
Het is een werk, waarin hij vele schermutselingen voert
met de maatschappij en zijn humor en zelfspot laten hem
daarbij niet in de steek. Met tal van voorbeelden, ontleend
aan de praktijk van zijn tijd, tracht hij de lezer ervan te
overtuigen dat men tijd krijgt om te „leven”, zodra men op
houdt gewin na te streven.
Evenals de wijze Socrates vond hij op de markt des levens
veel dat hij overbodig vond. „Walden” voert ons tot de over
tuiging dat hij het zoetst leeft die zich tot het nodige be
perkt.
„WE ZIJN 6 MEI bevrijd, door gene
raal Pattons Third Army. Wat doe je
op zo’n moment? Ik heb op die appèl
plaats gelopen met de armen omhoog
ik kon dus nog lopen en „vrij
heid, vriiheid!” uitgei oepen.” Dit herin
nert zich de Arnhemse schoolarts Elie
Cohen van de bcvrijding in het Duitse
vernietigingskamp Auschwitz.
In de naaste toekomst kiezen we
via de cassetterecorder ons eigen
televisieprogramma.
BIJ PAARD, schrijft Noud onder
meer: „Een symbool van het driftleven,
dat in de loop van de evolutie veredeld
i
t
t
1
s
i
HET VERSLAG VAN een Nederland
se vrijwilliger over z(jn leven en werk
in een Afrikaans ontwikkelingsland. Zo
is Kees Hartogs boek met de vreselijke
titel „Thank you, bwana. Graag gedaan
Afrika” (uitgeverij C. de Boer, Bus-
sum) afdoende getypeerd.
CCCÜD
„En toen” zo gaat hij verder, „be
stormden we de SS-magazijnen. En wat
nam ik? Ik nam geen eten. Ik nam een
schrijfmachine, papier en enveloppen.
Want ik wou schrijven. Heel gek.”
Dr. Cohen vertelde zijn trieste ver
haal aan Joop van Tijn die het ver
werkte in een reeks artikelen voor het
weekblad Vrij Nederland. De serie is
daarna bijgeschaafd en als boekje ver
schenen bij uitgeverij Paris/Manteau in
Amsterdam. Het kreeg de titel mee
„De afgrond een ego-document.”
Na de recente reeks uitstekende boe
ken over de ellende van de Europese
joden in de nazi-kampen (onder andere
prof. J. Pressers „Ondergang” en het
dagboek van Philip Mechanicus) komt
het wat pathetisch over hier te spreken
van een MANEND MONUMENT (de
kapitale letters zijn van de schriiver).
Maar dat er steeds nieuwe geschriften
nodig zijn om te blijven herinneren
aan de afgronden van ellende, waanzin
en misdadigheid waartoe de mens in
staat is, is zonder meer duidelijk.
Dr. Cohen vertelde zijn ervaringen
met de barbaren van Hitler summier
en daardoor zeer overtuigend. Ze laten
zo opnieuw een gevoel van verbijste
ring achter bij de lezer.
nationale vlak, de Nederlandse omstan
digheden en in de eigen regio. Voor
studie! SMM ziet in de eerste vijf
jaren zijn taak voornamelijk liggen in
de leermethoden: een stukje van het
leerboek kan worden overgenomen
door het audi-visuele hulpmiddel
beeld geluid Met de vooropgezette
voorwaarde dat lit beeld altijd zeer
veel méér zai moeten kunnen geven
dan het gedrukte woord. Anders hoeft
het niet.
Was het in die eeuw de onnatuurlijkheid van zovelen
vooral in de hogere standen die als reactie deze roep naar
de natuur liet opklinken, in de negentiende eeuw was het de
opkomst van de produktie- en consumptiemaatschappij, ter
wijl het in onze tijd de verstikkende vervuiling van onze
steden is.
Door zich ruim twee jaren in zijn zelfgebouwde boshut
aan de Walden-vijver terug te trekken, streefde Thoreau
verschillende doelen na.
In de eerste plaats wilde hij aantonen, dat het volstrekt
niet nodig is, zich af te beulen om een zo hoog mogelijke
graad van welstand te bereiken, met alle daaraan verbonden
attributen, die wij de naam „statussymbolen” hebben ge
geven.
In een bespreking van het boekje
„Het Stille Uur”, religieus-filosofische
beschouwingen van Leo Rikmenspoel
werd absusievelijk vermeld dat de
schrijver onder het pseudoniem Leo
Rikmenspoel publiceerde. Dit is ech
ter zijn werkelijke naam. De naam van
Rudolf Bonnet, die in de bespreking
eveneens werd genoemd sloeg op een
portrettekening van de schrijver die
door Bonnet was vervaardigd.
De vergissing ontstond doordat Leo
Rikmenspoel niet alleen auteur, maar
ook tekenaar-schilder is en ook zelf de
omslag van zijn boekje tekende De uit
gever vermeldde beide namen op een zo
verwarrende wijze, dat de indruk werd
gewekt alsof Rikmenspoel en Bonnet
dezelfde persoon waren.
Zonder litteraire hoogstandjes vertelt
Hartog van zijn ervaringen. Hij doet
dat levendig en soms ook met gevoel
voor details. Maar als hij gaat filosofe
ren slaat hij de plank nogal eens mis.
„Een verhouding met een vrouw lijkt
me het beste middel om een volk beter
te leren kennen, zegt hij gratuit en
daar komt dan dit stukje pure dema
gogie achteraan: „Het ondergaan van
de leefsfeer is waardevoller dan zes
jaar antropologiestudie”.
Op de omslag treft men een markant
staaltje schijnheilige verkooptechniek:
daar tekende P. Donkersloot een kaart
van Afrika met onder meer een pijp
rokende jongeman, kakipak aan, ken
nelijk een vrijwilliger met keurig Ken-
nedy-kapsel. Achterop het boek prijkt
een foto van de auteur.met lang
haar.
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboeken!
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEN
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
„Bart Brevier” samengesteld door
Richard Grunow, vertaald door Dr. F.
van der Heijden en Ds. J. A. van Nie
met medewerking van Drs. J. F. van
Haselen.
GEBRS. VAN ST ADEN N.V-APEL
DOORN.
„De Enkhuizer Almanak” voor het
jaar 1972 biedt a) weer enige weken
volop informatie in klein bestek:
„Aan wijzende de voornaamste Jaar
markten, Kermissen. Paarden- Vee- en
andere markten in het Koninkrijk der
Nederlanden Benevens de Watergetij
den, Verduisteringen de Op- en On
dergang van Zon, Maan enz. volgens
M.E.T. De sterrexundige berekeningen
zijn opgemaakt door A. A. Schoenma
ker, verbonden aan 's Rijks Sterren
wacht te Leiden” aldus de Almanak!!!
Met dit, zijn hoofdwerk, toonde hij aan, dat er een uitweg
is uit het uitzichtloze leven van hen die in het economisch
SMM-voorzitter Van den Brink
(„vraag me niet hoe dat technisch
moet, daar heb ik geen idee van. maar
het moet kunnen”): „Wij kijken voor
uit naar zoiets als 1980 Wat heeft de
consument dan voor wensen? Wel dat
is nu globaal te zien Hopelijk is het
doenbaar een berekening te maken van
wat het dan kost Het is nu eenmaal
zo: hoe meer er gebruik van maken,
des te goedkoper wordt het De wensen
van de ronsumen* dan worden terug
gerekend naar nu En dat is het punt
waarop we moeten beginnen.”
Toegegeven het voorbeeld van Pas
ternak is lichtelijk encyclopedisch, ligt
dus wat naar de boekuitgeverskant
van SMM. Is overigens al toegezegd
door Elsevier bij de presentatie van de
nieuwe Algemene Winkler Prins over
een jaar of vijf houden we de hele
ORION-N.V DES-
BROUWER-UTRECHT/
AÖL.jBUii
ölK’it
Dubbel, tweezijdig, omdat je bij en
kele kabel-tv (regio-kabel, de strijd
er om komt juist op streek) toch altijd
te maken hebt met een voorgepro
grammeerde aanbieding. Al heb ie nog
zoveel kanalen ter beschikking, waar
je ook .nprikt het is altijd
programma dat al loopt. Je kunt nooit
zeggen: draait u „Dr. Zhivago’ nog
eens even voor me, men heeft maar te
nemen wat ei (toevallig) is.
Wat SMM wil is onder andere juist
dat andere: de consument in de gele
genheid stellen iets te vragen en het
hem dan ook te geven. Dat kan niet
via een enkel net. Alleen via een
dubbel of tweezijdig net.
zaak bij-de-tijd met audiovisuele hulp
middelen Maar het is kennelijk een
stuk beweging in de uitgeverswereld.
Andere voorbeelden zijn denkbaar voor
de kant van de tijdschriften en de
kranten.
Het is een niet-onaanzienlijke markt.
Jaarlijks gaat er in Nederland 400
miljoen om in de sector van het niet-
voorgeschreven boek (buiten school- en
studieboeken dus). Daar zit een groot
stuk vrijetijdsbesteding in, maar ook:
willen weten, steeds meer willen we
ten. Informatie derhalve. Nogmaals: in
de visie van SMM blijft het gedrukte
boek helemaal overeind Maar er zal
gevraagd worden om aanvullende in
formatie. In beeld en geluid. En hier
springt de audio-visuele techniek in.
Drs. Van den Brink: „Men kan zich
afvragen zitten we nu om zoiets te
springen? Maar dan moet je toch zeg
gen dat a de video-apparatuur er nu
gewoon al is en ongetwijfeld steeds
knapper zal worden en b. kabel-tv er
hoe dan ook komt, hier en daar nu al
ligt zelfs. Zeg je- laat maar, dan word
je straks overstroomd met uitsluitend
buitenlandse informatie. Die ontwik
keld wordt door de mogelijkheden al
daar, waarbij he« Nederlandse bedrijfs
leven buitenspel staat.”
Hij citeert uit rapporten van elders.
In de Verenigde Staten („maar daar is
men veel meer en vroeger dan hier
met beeld opgevoed, het zal hier heus
wel langzamer gaan”) zal 15 percent
van de “ezinnen in 1975 video-afspeel-
apparatuur hebben; voor 1980 is de
prognose- 60 percent
Het zijn voor de meeste mensen dure
woorden: geavanceerde communicatie
technieken, audio- visuele media, multi
disciplinaire aanpak van informatiege-
ving en leermethodes. Drs Van den
BrinkHet zijn ook heel dure dingen.
Een kleuren+oestel kost twee mille,
afspeelapparatuur nog eens twe“ mille,
een videocassette tegen de 200 gulden.
Maar je kunt het ook anders aanpak
ken <e kunt je abonneren Zo’n
video-cassette niet kopen, wat heb je
er na lange tijd aan beeld verveelt na
een keer of wat geluid niet (grammo
foonplaten kun ie eindeloos draaien)
je laat zo'n cassette voor je draaien
wanneer ie dat wilt.”
In de zeer voorlopige gedach
tengang van SMM heeft de bibliotheek
een aanvulling gevonden in de casset-
totheek Voo’ basisinformatie na het
lezen van boek tijdschrift of krant.
Voor meer achtergronden in het inter-
Er is de laatste jaren veel veranderd
in de spelregels voor de inkomstenbe
lasting. De vereenvoudiging, waarover
al zo lang wordt gepraat, heefr zich
nog maar bescheiden kunnen dóórzet
ten. De wetgeving blijkt zo gecompli
ceerd, dat grcve vereenvoudigingen na
delig zouden kunnen uitwerken voor
grote groeper belastingbetalers. Daar
om zijn we nog niet verder dan de
mogelijkheid van een verkorte aangifte
voor eenvoudige inkomenssituaties en
een vernieuwde aftrekregeling eigen
huis, die in het algemeen voordeliger
uitpakt. Tegenover dat laatste staat dan
weer een ingewikkelde regeling voor
het berekenen van aftrekbare buiten
gewone lasten.
Om u bij de aangifte behulpzaam te
zijn, bestaan er belastinggidsen, waarin
de nieuwste wetswijzigingen zijn opge
nomen. De aftrek voor de gehuwde
werkende vrouw, de reiskosten- en de
4 %-regeling zijn er naast de al ge
noemde wijzigingen in uitgewerkt De
gidsen geven ook weer de nieuwste
tarieftabellen. Maar voor het overige
hebben de Prisma, de Elsevier De
Kluwer en de Samsom-gids ieder hun
eigen karakter behouden, zoals we dat
uit vroeger jaren kennen. Stuk voor
stuk zijn ze goed hanteerbaar bij het
invullen van het aangiftebiljet, al zijn
er duidelijk verschillen in overzichte
lijkheid en info'-matie. De Elsevier
springt er dan uit als de gids die
nauwelijks vragen openlaat.
De Samsom en Prisma geven com
pactere informatie en de Kluwe be
wijst zijn grootste nut bij de specifi-
catie van beroepskosten. Het kan, zeker
wanneer het gaat om aangiften waarop
flink wat geld retour moet komen, ver
standig zijn om een paar van die gidsen
naast elkaar te leggen. Dan kan ieder
voor zichzelf nagaan wat hem bij de
aangifte het meest van nut is: het vraag
en antwoordspel zoals de Samsom dat
in praktijk brengt, of de puntsgewijze
informatie uit ed overige gidsen.
PERSCOMBINATIE
DAM.
Nancy Mitford schreef een boek over
„Frederik ie Grote’ dat vertaald werd
door Hans Rdinga Ma haar suceesvolle
biografieën over „De Zonnekoning” en
„Madame de Pompadour” heefi de
schrijfster dus ai. deze fascinerende
hisioris-’he Heuur uitrekozen Het boek
is heel mooi uitgevoerd met tientallen
gekleurde platen waarvan ei ^e)e nog
nooit eerder z'jn gepubliceerd tallo
ze zwart wit foto’s Het boek if met
vaart humor geestigheid en enthousi
asme geschreven hoe zou het anders
kunnen als je Nancy Mitford heet!!
IN ZIJN BOEKJE „Dromen”, gaat
hij in op het nachtelijk fantasiewezen,
het vormen van beelden vanuit het
onderbewuste, waaraan we allemaal
mee doen, of we willen of niet. Noud
gaat in op de verschillende soorten
dromen, als voorspellende dromen,
nachtmerrie’s, vliegdromen, uittredin
gen en „dromen die mensenlevens ver
anderen”, wat type dat ook moge zijn.
Die opsomming van hoofdstukken
toont al aan, dat de schriiver zijn
onderwerp niet al te wetenschanneliik
benadert Een uittreding is namelijk
geen droom a] kan die er het begin
van zijn.
Noud vertelt heel onderhoudend. Hij
haalt heel’ sterke staalties aan, sommi
ge bekend uit de psychologische litte
ratuur en ook andere, die aan hem zijn
meetredeeld. Aan ziin mening over het
droomleven kleeft een bezwaar, dat ze
afhankelijk is van ziin ’evensbeschou-
wing. Die levensbeschouwing is sterk
dualistisch, zo van „De afwezigheid van
goed is kwaad” en „de afwezigheid van
licht is duisternis”. Was het maar zo
simpel. Natuurlijk predikt Noud dan
wel weer een hogere eenheid en tegen
dat alles heb ik geen enkel bezwaar,
maar het is allerminst psychologisch
verantwoord om daar droomuitleggin
gen op te baseren.
Toch zijn die droomuitleggingen van
de schrijver soms wel goed. Hij kent
de wereld der symbolen. Maar hij
vergeet, dat het symbool in de geest
van de ene mens een gans andere
betekenis heeft als in die van een
ander. Hij weet dat natuurlijk wel, en
ook dat dromen in een context moeten
worden geplaatst, maar niettemin
komt hij met zéér pertinente uitleggin
gen, zoals: „CENTAUR een symbool
van de lagere zielseigenschappen. De
centaur bestaat half uit denkvermogen
en half uit dierlijke instincten”. Zo’n
uitlegging klinkt aardig in het klassie
ke droomboek van Artemidorus, maar
welk mens droomt na de Griekse
hoogtij nog van centaurs.
Hij streefde naar vereenvoudiging en in tegenstelling tot
hen die zich ten doel stelden, de wereld te ontginnen, vond
hij de ontginning van zijn innerlijk belangrijker.
In zijn boek zet hij uiteen, waarvoor hij leefde en in zijn
kritiek op de burgerlijke samenleving bedient hij zich rijke
lijk van sarcasmen en de satire.
Ook weerspreekt hij zich nog wel eens, bijvoorbeeld daar
waar hij in het ene hoofdstuk beweert, van de eenzaamheid
te houden om in een volgend hoofdstuk te vertellen dat hij
zo van gezelschap houdt. Doch het een hoeft het andere niet
uit te sluiten.
Hij vertelt ons verder, dat de één op jacht gaat naar snip
pen en patrijzen, de ander naar zijn eigen ik en Thoreau
vindt het laatste een jacht van een edeler soort.
Thoreau trok niet als de eerste de beste natuurvorser de
bossen in. Ofschoon hij in de natuur veel opmerkelijke din
gen vond, was het niet de wereld die hij zocht, doch zijn
innerlijk.
Daarbij was hij diep belezen in de oude klassieken en in
de wijzen van het Oosten. Hij leefde in Concord, vlak bij
Boston, in zijn tijd zoveel als het Weimar van Noord-Ameri-
ka. Niemind minder dan Ralph Waldo Emerson was zijn
beste vriend.
Hij leerde zijn hard-pionierende tijdgenoten nog iets an
ders: het recht van het individu, het met vadertje staat on
eens te zijn. Sommige van zijn vrienden vonden hem met
zijn moeilijk karakter, „een dwars eind hout”. Doch het zijn
in de regel niet de mee-lopers die grote dingen tot stand
brengen en boeken schrijven als „Walden”.
en gesublimeerd wordt”. Misschien is
dat zo voor een enkeling. Maar voor de
man achter de schillehit? En voor
iemand met een jeugdtrauma na een
trap met een paardehoef? Niet te ver
geten het driftleven van de paardesla-
ger? Voor iedereen is een paard iets
anders en dat geldt voor alle droom-
symbolen.
Afgezien van die uitleggingen, werkt
de schrijver wel weer knap met sym
bolieken uit allerlei godsdiensten en
levensbeschouwingen, maar ook dan
weer op de speculatieve toer.
Het boekje is „rijk geïllustreerd” zo
als men dat noemt. Allerlei repro’s van
meestal surrealistische schilderijen,
gravures, e.d. sieren het. Het is alleen
heel jammer, dat al die plaatjes in het
paars zijn afgedrukt, gen zwart-wit
bedoelde gravure verliest totaal haar
karakter, als ze in een halftint wordt
gedrukt. „Slapte is de afwezigheid van
kracht”, zou Noud er zelf van zeggen.
Iets meer dualisme had in die kleur
stelling wel gemogen.
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ
KOSMOS- AMSTERDAM
W. Koch en G. Rotting: „Termen en
begrippen in de bouwkunst” een over
zichtelijk vraagbaak voor ieder, die
belangstelling heeft voor de historische
bouwkunst van West-Europa.
Margaret Drabbe- ..De Waterval” een
realistische roman over het leven van
vandaag op poëtische wijze beschreven.
Prof. dr. ir. J. T. P. Bijhouwer „Het
Nederlandse Landschap” een boeiend
verhaal over de ontwikkelingsgeschie
denis van de Nederlandse Landschap
pen geïllustreerd met talloze mooie
foto’s en kaartjes.
Louise Orvelo Wood: „Pionier met
Papier.” Een boek vol ideeën over wat
je met papier allemaal kunt doen.
Geïllustreerd met honderden foto’s en
tekeningen en voorzien van een duide
lijke tekst, geeft he* boek aan hoe je
met eenvouiige technieken als vouwen,
knippen, plakken enz. talloze leuke
voorwerpen kunt maken. Papier is
goedkoop ma*eriaal, bovendien in ein
deloze variaties verkrijgbaar Johan
Betzema heeft het boek vertaald en
daarmee een goede dienst bewegen aan
de knutselaar de doe-het-zelver ouders
en kleuterleidster als bron van nieuwe
inspiratie.
MEULENHOFF AMSTERDAM
Eva Figes: .Patriarchaal gedrag -
Vrouwen in de Maatschappij”
N.V. UITGEVERIJ NIJGH VAN
DITMAR-DEN HAAG.
Clare Lennart: Weleer” een histori
sche roman over de tijd, die de schrijf
ster zelf heeft meegemaakt, onder het
motto: ,We leven in ons heden maar
we leven mét hei verleden.” (een uit
spraak van een Tsjechisch historicus).
Pierre H. Dubois- „Schrijvers in hun
landschap” verkenningstochten door de
Franse ittera+uur Opstellen, die reeds
in 1965, 1966 en 1967 als artikelen in
twee reeksen in het Vaderland zijn
verschenen, en nu enigszins bi j gewerkt
en aangevuld in boekvorm bijeen zijn
gebracht.
UITGEVERIJ
CLEE DE
BRUGGE.
In de serie- Ontmoetingen: „Paul de
Vree” en .Cesare Pavese” In de serie:
Open Kaart Simon Vinkenoog- „Aan
het daglicht” en Bert Decorte „Kor
tom".
In de serie: Merkstenen: Pierre Dy-
serinck: .Als Eneeh Raaigras’ en Ma
ria Messens: „Murrath”.
In de Camera reeks: Felix Dalle:
„Japan Diagonaal' een kristallisatie in
boekvorm van wekenlange reizen door
Japan en urenlange gesprekken met
Japankenners en iapanners.
Prof, dr K. O Voigt en dr H.
Schmidt: „Hormonen en Seksualiteit”
J. Raboch: Kunstmatige bevruchting
en adoptie”. Beide boekjes zijn uitge
geven als Aula-pockets in de Reeks-
Seksologie.
i -1