Henry David Thoreau WALDEN: BOODSCHAP DIE BIJZONDER ACTUEEL IS moeten elkaar aanvullen Herinneringen uit Auschwitz „Boek en cassette-televisie ai SM 2 De nachtmerrie en het paard SPECULATIEF DROMEN MET NOUD VAN DEN EERENBEEMT Verslag Afrikaans ontwikkelingsland DRS. R. E. M. VAN DEN BRINK, VOORZITTER VAN DE STICHTING MODERNE MEDIA: BOEKENWEEK Rechtzetting EE «IJ ONTVINGEN Belastinggidsen F ff.- ffff DINSDAG 29 FEBRUARI 1972 Droompaard 99 (Van onze Haagse redactie) „We moeten vooruitzien’ t BIJ MEULENHOFF NEDERLAND verscheen in vertaling van K. Sanders de Nederlandse editie van „Walden”, Een Leven in de Bossen. Het is een Paper back met een in het oog springend „naturalistisch” omslag door Joost van de Woestijne geworden. Daar het werk in vertaling lang onvindbaar is gebleven, kan men er zich om verheugen, dat nu weer een Nederlandse editie in zeer heldere, leesbare stijl ver krijgbaar is. Want Thoreau’s verslag van zijn „prak tijkjaar in de natuur” wenst men zich in veler han den, omdat de roep „terug naar de natuur” in onze dagen nog heel wat sterker klinkt dan in de achttien de eeuw. V ereenvoudiging UITGEVERSGROEP BAARN. DEN HAAG „Het is niet af gelopen met het gedrukte woord. Het boek blijft. Papier is de goed koopste informatie-drager je hebt er alleen goeie ogen bij no dig”. Dat zegt drs. R. E. M. van den Brink, voorzitter van SMM, de pas opgerichte Stichting Moderne Media, nieuw trefpunt van de Nederlandse boek-, tijdschrift- en dagbladuitgevers. Bij wat SMM in het brein heeft, komt heel wat méér kijken dan alleen goeie ogen. Dure dingen: videocassettes, beeldplaten, kleurenmonitors. En eerst van al: dubbele kabel-tv. a EEN AARDIG BOEKJE, „Dro men”, door Noud van den Eeren- beemt, in „overvierkant” formaat uitgegeven door Bert Bakker in Den Haag, die met zo’n formaat en verdere uitmonstering suggereert, dat hij er vooral mee op hippe lezers mikt. In die hippe kringen is Noud van den Eerenbeemt thuis. Hij geeft les in tarot-kaartleggen, pleit voor bewustzijnsverruiming die meestal op vernauwing uit loopt en vervult min of meer een „underground-anostolaat” mef een modern-mystiek maandblad. s wlwh* r Spel met symbolen Sleutelgedachten 4' wdï»^v.vAAVAVAv.w, HEIN STEEHOUWER AW. SIM TEUNISSE COMBO- J.B. l een 5 t N.V.-AMSTER- 1 dr E 1 AMBO BTLTHOVFN Paul Sporken: „De laatste levensfa se”, stervenshulp en euthanasie” raderwerk van een veeleisende en enerverende samenleving zijn beklemd geraakt. „Walden” is een merkwaardig actueel boek, dat sleutel- gedachten formuleert over ecologie, cultuur, natuur en mi lieubescherming. De anti-autoritaire schrijver toont ermee aan, dat de men selijke waardigheid bij hem centraal staat. Het is een werk, waarin hij vele schermutselingen voert met de maatschappij en zijn humor en zelfspot laten hem daarbij niet in de steek. Met tal van voorbeelden, ontleend aan de praktijk van zijn tijd, tracht hij de lezer ervan te overtuigen dat men tijd krijgt om te „leven”, zodra men op houdt gewin na te streven. Evenals de wijze Socrates vond hij op de markt des levens veel dat hij overbodig vond. „Walden” voert ons tot de over tuiging dat hij het zoetst leeft die zich tot het nodige be perkt. „WE ZIJN 6 MEI bevrijd, door gene raal Pattons Third Army. Wat doe je op zo’n moment? Ik heb op die appèl plaats gelopen met de armen omhoog ik kon dus nog lopen en „vrij heid, vriiheid!” uitgei oepen.” Dit herin nert zich de Arnhemse schoolarts Elie Cohen van de bcvrijding in het Duitse vernietigingskamp Auschwitz. In de naaste toekomst kiezen we via de cassetterecorder ons eigen televisieprogramma. BIJ PAARD, schrijft Noud onder meer: „Een symbool van het driftleven, dat in de loop van de evolutie veredeld i t t 1 s i HET VERSLAG VAN een Nederland se vrijwilliger over z(jn leven en werk in een Afrikaans ontwikkelingsland. Zo is Kees Hartogs boek met de vreselijke titel „Thank you, bwana. Graag gedaan Afrika” (uitgeverij C. de Boer, Bus- sum) afdoende getypeerd. CCCÜD „En toen” zo gaat hij verder, „be stormden we de SS-magazijnen. En wat nam ik? Ik nam geen eten. Ik nam een schrijfmachine, papier en enveloppen. Want ik wou schrijven. Heel gek.” Dr. Cohen vertelde zijn trieste ver haal aan Joop van Tijn die het ver werkte in een reeks artikelen voor het weekblad Vrij Nederland. De serie is daarna bijgeschaafd en als boekje ver schenen bij uitgeverij Paris/Manteau in Amsterdam. Het kreeg de titel mee „De afgrond een ego-document.” Na de recente reeks uitstekende boe ken over de ellende van de Europese joden in de nazi-kampen (onder andere prof. J. Pressers „Ondergang” en het dagboek van Philip Mechanicus) komt het wat pathetisch over hier te spreken van een MANEND MONUMENT (de kapitale letters zijn van de schriiver). Maar dat er steeds nieuwe geschriften nodig zijn om te blijven herinneren aan de afgronden van ellende, waanzin en misdadigheid waartoe de mens in staat is, is zonder meer duidelijk. Dr. Cohen vertelde zijn ervaringen met de barbaren van Hitler summier en daardoor zeer overtuigend. Ze laten zo opnieuw een gevoel van verbijste ring achter bij de lezer. nationale vlak, de Nederlandse omstan digheden en in de eigen regio. Voor studie! SMM ziet in de eerste vijf jaren zijn taak voornamelijk liggen in de leermethoden: een stukje van het leerboek kan worden overgenomen door het audi-visuele hulpmiddel beeld geluid Met de vooropgezette voorwaarde dat lit beeld altijd zeer veel méér zai moeten kunnen geven dan het gedrukte woord. Anders hoeft het niet. Was het in die eeuw de onnatuurlijkheid van zovelen vooral in de hogere standen die als reactie deze roep naar de natuur liet opklinken, in de negentiende eeuw was het de opkomst van de produktie- en consumptiemaatschappij, ter wijl het in onze tijd de verstikkende vervuiling van onze steden is. Door zich ruim twee jaren in zijn zelfgebouwde boshut aan de Walden-vijver terug te trekken, streefde Thoreau verschillende doelen na. In de eerste plaats wilde hij aantonen, dat het volstrekt niet nodig is, zich af te beulen om een zo hoog mogelijke graad van welstand te bereiken, met alle daaraan verbonden attributen, die wij de naam „statussymbolen” hebben ge geven. In een bespreking van het boekje „Het Stille Uur”, religieus-filosofische beschouwingen van Leo Rikmenspoel werd absusievelijk vermeld dat de schrijver onder het pseudoniem Leo Rikmenspoel publiceerde. Dit is ech ter zijn werkelijke naam. De naam van Rudolf Bonnet, die in de bespreking eveneens werd genoemd sloeg op een portrettekening van de schrijver die door Bonnet was vervaardigd. De vergissing ontstond doordat Leo Rikmenspoel niet alleen auteur, maar ook tekenaar-schilder is en ook zelf de omslag van zijn boekje tekende De uit gever vermeldde beide namen op een zo verwarrende wijze, dat de indruk werd gewekt alsof Rikmenspoel en Bonnet dezelfde persoon waren. Zonder litteraire hoogstandjes vertelt Hartog van zijn ervaringen. Hij doet dat levendig en soms ook met gevoel voor details. Maar als hij gaat filosofe ren slaat hij de plank nogal eens mis. „Een verhouding met een vrouw lijkt me het beste middel om een volk beter te leren kennen, zegt hij gratuit en daar komt dan dit stukje pure dema gogie achteraan: „Het ondergaan van de leefsfeer is waardevoller dan zes jaar antropologiestudie”. Op de omslag treft men een markant staaltje schijnheilige verkooptechniek: daar tekende P. Donkersloot een kaart van Afrika met onder meer een pijp rokende jongeman, kakipak aan, ken nelijk een vrijwilliger met keurig Ken- nedy-kapsel. Achterop het boek prijkt een foto van de auteur.met lang haar. boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboeken! boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl „Bart Brevier” samengesteld door Richard Grunow, vertaald door Dr. F. van der Heijden en Ds. J. A. van Nie met medewerking van Drs. J. F. van Haselen. GEBRS. VAN ST ADEN N.V-APEL DOORN. „De Enkhuizer Almanak” voor het jaar 1972 biedt a) weer enige weken volop informatie in klein bestek: „Aan wijzende de voornaamste Jaar markten, Kermissen. Paarden- Vee- en andere markten in het Koninkrijk der Nederlanden Benevens de Watergetij den, Verduisteringen de Op- en On dergang van Zon, Maan enz. volgens M.E.T. De sterrexundige berekeningen zijn opgemaakt door A. A. Schoenma ker, verbonden aan 's Rijks Sterren wacht te Leiden” aldus de Almanak!!! Met dit, zijn hoofdwerk, toonde hij aan, dat er een uitweg is uit het uitzichtloze leven van hen die in het economisch SMM-voorzitter Van den Brink („vraag me niet hoe dat technisch moet, daar heb ik geen idee van. maar het moet kunnen”): „Wij kijken voor uit naar zoiets als 1980 Wat heeft de consument dan voor wensen? Wel dat is nu globaal te zien Hopelijk is het doenbaar een berekening te maken van wat het dan kost Het is nu eenmaal zo: hoe meer er gebruik van maken, des te goedkoper wordt het De wensen van de ronsumen* dan worden terug gerekend naar nu En dat is het punt waarop we moeten beginnen.” Toegegeven het voorbeeld van Pas ternak is lichtelijk encyclopedisch, ligt dus wat naar de boekuitgeverskant van SMM. Is overigens al toegezegd door Elsevier bij de presentatie van de nieuwe Algemene Winkler Prins over een jaar of vijf houden we de hele ORION-N.V DES- BROUWER-UTRECHT/ AÖL.jBUii ölK’it Dubbel, tweezijdig, omdat je bij en kele kabel-tv (regio-kabel, de strijd er om komt juist op streek) toch altijd te maken hebt met een voorgepro grammeerde aanbieding. Al heb ie nog zoveel kanalen ter beschikking, waar je ook .nprikt het is altijd programma dat al loopt. Je kunt nooit zeggen: draait u „Dr. Zhivago’ nog eens even voor me, men heeft maar te nemen wat ei (toevallig) is. Wat SMM wil is onder andere juist dat andere: de consument in de gele genheid stellen iets te vragen en het hem dan ook te geven. Dat kan niet via een enkel net. Alleen via een dubbel of tweezijdig net. zaak bij-de-tijd met audiovisuele hulp middelen Maar het is kennelijk een stuk beweging in de uitgeverswereld. Andere voorbeelden zijn denkbaar voor de kant van de tijdschriften en de kranten. Het is een niet-onaanzienlijke markt. Jaarlijks gaat er in Nederland 400 miljoen om in de sector van het niet- voorgeschreven boek (buiten school- en studieboeken dus). Daar zit een groot stuk vrijetijdsbesteding in, maar ook: willen weten, steeds meer willen we ten. Informatie derhalve. Nogmaals: in de visie van SMM blijft het gedrukte boek helemaal overeind Maar er zal gevraagd worden om aanvullende in formatie. In beeld en geluid. En hier springt de audio-visuele techniek in. Drs. Van den Brink: „Men kan zich afvragen zitten we nu om zoiets te springen? Maar dan moet je toch zeg gen dat a de video-apparatuur er nu gewoon al is en ongetwijfeld steeds knapper zal worden en b. kabel-tv er hoe dan ook komt, hier en daar nu al ligt zelfs. Zeg je- laat maar, dan word je straks overstroomd met uitsluitend buitenlandse informatie. Die ontwik keld wordt door de mogelijkheden al daar, waarbij he« Nederlandse bedrijfs leven buitenspel staat.” Hij citeert uit rapporten van elders. In de Verenigde Staten („maar daar is men veel meer en vroeger dan hier met beeld opgevoed, het zal hier heus wel langzamer gaan”) zal 15 percent van de “ezinnen in 1975 video-afspeel- apparatuur hebben; voor 1980 is de prognose- 60 percent Het zijn voor de meeste mensen dure woorden: geavanceerde communicatie technieken, audio- visuele media, multi disciplinaire aanpak van informatiege- ving en leermethodes. Drs Van den BrinkHet zijn ook heel dure dingen. Een kleuren+oestel kost twee mille, afspeelapparatuur nog eens twe“ mille, een videocassette tegen de 200 gulden. Maar je kunt het ook anders aanpak ken <e kunt je abonneren Zo’n video-cassette niet kopen, wat heb je er na lange tijd aan beeld verveelt na een keer of wat geluid niet (grammo foonplaten kun ie eindeloos draaien) je laat zo'n cassette voor je draaien wanneer ie dat wilt.” In de zeer voorlopige gedach tengang van SMM heeft de bibliotheek een aanvulling gevonden in de casset- totheek Voo’ basisinformatie na het lezen van boek tijdschrift of krant. Voor meer achtergronden in het inter- Er is de laatste jaren veel veranderd in de spelregels voor de inkomstenbe lasting. De vereenvoudiging, waarover al zo lang wordt gepraat, heefr zich nog maar bescheiden kunnen dóórzet ten. De wetgeving blijkt zo gecompli ceerd, dat grcve vereenvoudigingen na delig zouden kunnen uitwerken voor grote groeper belastingbetalers. Daar om zijn we nog niet verder dan de mogelijkheid van een verkorte aangifte voor eenvoudige inkomenssituaties en een vernieuwde aftrekregeling eigen huis, die in het algemeen voordeliger uitpakt. Tegenover dat laatste staat dan weer een ingewikkelde regeling voor het berekenen van aftrekbare buiten gewone lasten. Om u bij de aangifte behulpzaam te zijn, bestaan er belastinggidsen, waarin de nieuwste wetswijzigingen zijn opge nomen. De aftrek voor de gehuwde werkende vrouw, de reiskosten- en de 4 %-regeling zijn er naast de al ge noemde wijzigingen in uitgewerkt De gidsen geven ook weer de nieuwste tarieftabellen. Maar voor het overige hebben de Prisma, de Elsevier De Kluwer en de Samsom-gids ieder hun eigen karakter behouden, zoals we dat uit vroeger jaren kennen. Stuk voor stuk zijn ze goed hanteerbaar bij het invullen van het aangiftebiljet, al zijn er duidelijk verschillen in overzichte lijkheid en info'-matie. De Elsevier springt er dan uit als de gids die nauwelijks vragen openlaat. De Samsom en Prisma geven com pactere informatie en de Kluwe be wijst zijn grootste nut bij de specifi- catie van beroepskosten. Het kan, zeker wanneer het gaat om aangiften waarop flink wat geld retour moet komen, ver standig zijn om een paar van die gidsen naast elkaar te leggen. Dan kan ieder voor zichzelf nagaan wat hem bij de aangifte het meest van nut is: het vraag en antwoordspel zoals de Samsom dat in praktijk brengt, of de puntsgewijze informatie uit ed overige gidsen. PERSCOMBINATIE DAM. Nancy Mitford schreef een boek over „Frederik ie Grote’ dat vertaald werd door Hans Rdinga Ma haar suceesvolle biografieën over „De Zonnekoning” en „Madame de Pompadour” heefi de schrijfster dus ai. deze fascinerende hisioris-’he Heuur uitrekozen Het boek is heel mooi uitgevoerd met tientallen gekleurde platen waarvan ei ^e)e nog nooit eerder z'jn gepubliceerd tallo ze zwart wit foto’s Het boek if met vaart humor geestigheid en enthousi asme geschreven hoe zou het anders kunnen als je Nancy Mitford heet!! IN ZIJN BOEKJE „Dromen”, gaat hij in op het nachtelijk fantasiewezen, het vormen van beelden vanuit het onderbewuste, waaraan we allemaal mee doen, of we willen of niet. Noud gaat in op de verschillende soorten dromen, als voorspellende dromen, nachtmerrie’s, vliegdromen, uittredin gen en „dromen die mensenlevens ver anderen”, wat type dat ook moge zijn. Die opsomming van hoofdstukken toont al aan, dat de schriiver zijn onderwerp niet al te wetenschanneliik benadert Een uittreding is namelijk geen droom a] kan die er het begin van zijn. Noud vertelt heel onderhoudend. Hij haalt heel’ sterke staalties aan, sommi ge bekend uit de psychologische litte ratuur en ook andere, die aan hem zijn meetredeeld. Aan ziin mening over het droomleven kleeft een bezwaar, dat ze afhankelijk is van ziin ’evensbeschou- wing. Die levensbeschouwing is sterk dualistisch, zo van „De afwezigheid van goed is kwaad” en „de afwezigheid van licht is duisternis”. Was het maar zo simpel. Natuurlijk predikt Noud dan wel weer een hogere eenheid en tegen dat alles heb ik geen enkel bezwaar, maar het is allerminst psychologisch verantwoord om daar droomuitleggin gen op te baseren. Toch zijn die droomuitleggingen van de schrijver soms wel goed. Hij kent de wereld der symbolen. Maar hij vergeet, dat het symbool in de geest van de ene mens een gans andere betekenis heeft als in die van een ander. Hij weet dat natuurlijk wel, en ook dat dromen in een context moeten worden geplaatst, maar niettemin komt hij met zéér pertinente uitleggin gen, zoals: „CENTAUR een symbool van de lagere zielseigenschappen. De centaur bestaat half uit denkvermogen en half uit dierlijke instincten”. Zo’n uitlegging klinkt aardig in het klassie ke droomboek van Artemidorus, maar welk mens droomt na de Griekse hoogtij nog van centaurs. Hij streefde naar vereenvoudiging en in tegenstelling tot hen die zich ten doel stelden, de wereld te ontginnen, vond hij de ontginning van zijn innerlijk belangrijker. In zijn boek zet hij uiteen, waarvoor hij leefde en in zijn kritiek op de burgerlijke samenleving bedient hij zich rijke lijk van sarcasmen en de satire. Ook weerspreekt hij zich nog wel eens, bijvoorbeeld daar waar hij in het ene hoofdstuk beweert, van de eenzaamheid te houden om in een volgend hoofdstuk te vertellen dat hij zo van gezelschap houdt. Doch het een hoeft het andere niet uit te sluiten. Hij vertelt ons verder, dat de één op jacht gaat naar snip pen en patrijzen, de ander naar zijn eigen ik en Thoreau vindt het laatste een jacht van een edeler soort. Thoreau trok niet als de eerste de beste natuurvorser de bossen in. Ofschoon hij in de natuur veel opmerkelijke din gen vond, was het niet de wereld die hij zocht, doch zijn innerlijk. Daarbij was hij diep belezen in de oude klassieken en in de wijzen van het Oosten. Hij leefde in Concord, vlak bij Boston, in zijn tijd zoveel als het Weimar van Noord-Ameri- ka. Niemind minder dan Ralph Waldo Emerson was zijn beste vriend. Hij leerde zijn hard-pionierende tijdgenoten nog iets an ders: het recht van het individu, het met vadertje staat on eens te zijn. Sommige van zijn vrienden vonden hem met zijn moeilijk karakter, „een dwars eind hout”. Doch het zijn in de regel niet de mee-lopers die grote dingen tot stand brengen en boeken schrijven als „Walden”. en gesublimeerd wordt”. Misschien is dat zo voor een enkeling. Maar voor de man achter de schillehit? En voor iemand met een jeugdtrauma na een trap met een paardehoef? Niet te ver geten het driftleven van de paardesla- ger? Voor iedereen is een paard iets anders en dat geldt voor alle droom- symbolen. Afgezien van die uitleggingen, werkt de schrijver wel weer knap met sym bolieken uit allerlei godsdiensten en levensbeschouwingen, maar ook dan weer op de speculatieve toer. Het boekje is „rijk geïllustreerd” zo als men dat noemt. Allerlei repro’s van meestal surrealistische schilderijen, gravures, e.d. sieren het. Het is alleen heel jammer, dat al die plaatjes in het paars zijn afgedrukt, gen zwart-wit bedoelde gravure verliest totaal haar karakter, als ze in een halftint wordt gedrukt. „Slapte is de afwezigheid van kracht”, zou Noud er zelf van zeggen. Iets meer dualisme had in die kleur stelling wel gemogen. N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ KOSMOS- AMSTERDAM W. Koch en G. Rotting: „Termen en begrippen in de bouwkunst” een over zichtelijk vraagbaak voor ieder, die belangstelling heeft voor de historische bouwkunst van West-Europa. Margaret Drabbe- ..De Waterval” een realistische roman over het leven van vandaag op poëtische wijze beschreven. Prof. dr. ir. J. T. P. Bijhouwer „Het Nederlandse Landschap” een boeiend verhaal over de ontwikkelingsgeschie denis van de Nederlandse Landschap pen geïllustreerd met talloze mooie foto’s en kaartjes. Louise Orvelo Wood: „Pionier met Papier.” Een boek vol ideeën over wat je met papier allemaal kunt doen. Geïllustreerd met honderden foto’s en tekeningen en voorzien van een duide lijke tekst, geeft he* boek aan hoe je met eenvouiige technieken als vouwen, knippen, plakken enz. talloze leuke voorwerpen kunt maken. Papier is goedkoop ma*eriaal, bovendien in ein deloze variaties verkrijgbaar Johan Betzema heeft het boek vertaald en daarmee een goede dienst bewegen aan de knutselaar de doe-het-zelver ouders en kleuterleidster als bron van nieuwe inspiratie. MEULENHOFF AMSTERDAM Eva Figes: .Patriarchaal gedrag - Vrouwen in de Maatschappij” N.V. UITGEVERIJ NIJGH VAN DITMAR-DEN HAAG. Clare Lennart: Weleer” een histori sche roman over de tijd, die de schrijf ster zelf heeft meegemaakt, onder het motto: ,We leven in ons heden maar we leven mét hei verleden.” (een uit spraak van een Tsjechisch historicus). Pierre H. Dubois- „Schrijvers in hun landschap” verkenningstochten door de Franse ittera+uur Opstellen, die reeds in 1965, 1966 en 1967 als artikelen in twee reeksen in het Vaderland zijn verschenen, en nu enigszins bi j gewerkt en aangevuld in boekvorm bijeen zijn gebracht. UITGEVERIJ CLEE DE BRUGGE. In de serie- Ontmoetingen: „Paul de Vree” en .Cesare Pavese” In de serie: Open Kaart Simon Vinkenoog- „Aan het daglicht” en Bert Decorte „Kor tom". In de serie: Merkstenen: Pierre Dy- serinck: .Als Eneeh Raaigras’ en Ma ria Messens: „Murrath”. In de Camera reeks: Felix Dalle: „Japan Diagonaal' een kristallisatie in boekvorm van wekenlange reizen door Japan en urenlange gesprekken met Japankenners en iapanners. Prof, dr K. O Voigt en dr H. Schmidt: „Hormonen en Seksualiteit” J. Raboch: Kunstmatige bevruchting en adoptie”. Beide boekjes zijn uitge geven als Aula-pockets in de Reeks- Seksologie. i -1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 9