Kamer van Koophandel verdiept zich in Voorhavenplan
Vernietigend pre-advies van onpartijdige deskundige
Te rooskleurige voorstelling
van veel moeilijke zaken
Algemeen bestuur vergaderde
over Schoolraad
moeizaam
Bedrijfsleven
is tégen
5
REGIONALE
BELANGEN
BESTUDEREN
Voorzittershamer
voor wethouder
A. F. M. van Herpen
Regionaal Instituut Openbaar Voort gezet
Onderwijs Midden-Kennetnerland
VERSCHILLEN
MEER DAN 200 HA
20.000 HUIZEN
MAATREGELEN
GEEN RUIMTE
BEDREIGD
5
IJMUIDER COURANT
VRIJDAG 3 MAART 1972
Motie
(Van een onzer verslaggevers)
Schoolraad
(Van een onzer verslaggevers)
HAARLEM De Haarlemse Kamer van Koophandel en Fabrieken
heeft zich eveneens intensief bezig gehouden met de Amsterdamse plannen
voor een Voorhaven in IJmuiden. Na kennis genomen te hebben van de
inmiddels verschenen vijf publikaties over deze havenplannen waarover
wij eerder meermalen gepubliceerd hebben was het bestuur van de Ka
mer van oordeel, dat zonder zich te willen begeven op het terrein van
nationaal zeehavenbeleid aandacht besteed moet worden aan de regio
nale aspecten, die aan een verwezenlijking van deze in het district van de
Kamer gelegen Voorhaven inhaerent zijn. Teneinde tot een beter inzicht
te kunnen komen werd aan een, naar het oordeel van het bestuur onpar-
- tijdig, deskundige dr. L. Bak, buitengewoon lector in de praktische plano
logie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, die zich onder meer bezig
houdt met zeehavenproblematiek, verzocht een preadvies uit te brengen op
basis van de gepubliceerde rapporten over de Voorhaven in IJmuiden.
Naast al die genoemde publikaties vormde dit preadvies een uitgangspunt
voor een nota over de Voorhaven welke de Kamer thans eveneens de leden
aanbiedt.
BEVERWIJK In de raadszaal
van het Beverwijkse Stadskantoor
heeft donderdagavond het algemeen
bestuur van het Regionaal Instituut
Openbaar Voortgezet Onderwijs
Midden-Kennemerland vergaderd.
Deze bijeenkomst, die zoals gebruike
lijk openbaar was, kenmerkte zich
door een moeizaam contact tussen de
leden van het dagelijks en het alge
meen bestuur. Opmerkelijk was ver
der het feit dat de heer J. C. Hasse
broek een scherpe motie indiende,
hetgeen bij zulke bestuursvergade
ringen zeker niet gebruikelijk is.
Merkwaardig was eveneens de open
lijke aanval van burgemeester H. J.
J. Aalders van Uitgeest op de niet
aanwezige heer C. Berghuis, lid van
het algemeen bestuur, die hij ver
weet te weinig de samenkomsten van
dit bestuur bij te wonen. Mede gezien
het feit dat de vergadering twee keer
geschorst moest worden om intern
problemen rond een vacature in het
dagelijks bestuur en het voorzitter
schap van dit college te bespreken,
kreeg men toch wel de indruk dat de
gisteravond gehouden bijeenkomst
iets weg had van een gemeenteraads
vergadering, waar politiek werd be
dreven.
De
Het ligt uiteraard niet in de bedoeling
van Amsterdam dat de Voorhaven zoveel
werkzaamheden zal gaan overnemen dat
een deel van de Amsterdamse haven gesa
neerd zal moeten worden. Immers het
uitgangspunt is het scheppen van werkge
legenheid in de Amsterdamse haven.
Een haven als Amsterdam beschikt over
de routine en faciliteiten om de binnenko
mende goederen snel en efficiënt naar het
achterland te distribueren. Ook de opvoer
van goederen naar de Amsterdamse haven
is een routine-kwestie.
Gzien de prognoses over het tonnage te
verwerken goederen in de voorhaven is
het zonder meer duidelijk dat de bestaan
de infrastructuur tekort zal schieten en
Tijdens de vergadering van de leden
van de Kamer van Koophandel donderdag
avond zijn prae-advies en nota aan de
orde gesteld, waarbij de Kamer zich una
niem achter beiden heeft geschaard.
Bij de besprekingen over dit onderwerp
is onder meer het accent gelegd op het
gevaar, dat de recreatie in het IJmuider
gebied geheel verloren zal gaan. Volgens
de Amsterdamse opvattingen aldus dr.
maar in Utrecht is men al twee jaar bezig
met een conceptprogramma, bovendien is
zo’n schoolparlement afgesteld op slechts
één school” Verder was het de heer Clay
gebleken dat de leerlingen geen prijs
stelden op een dergelijke vertegenwoordi
ging.
uitbreiding zal dienen te ondergaan. Ook
hier lijkt het de Kamer zonder meer
noodzakelijk dat een duidelijker inzicht
wordt verkregen in de nodige uitbreiding
van de infrastructuur ten behoeve van
een continu werkende voorhaven.
Tevens zal daarbij dienen te worden
nagegaan in hoeverre de leefbaarheid zal
worden aangetast, zodat tijdig van te
voren maatregelen kunnen worden getrof
fen om dit tot een minimum te beperken.
Zeer uitvoerig werd donderdagavond
gesproken over enkele facetten van de op
te richten Schoolraad, een adviesorgaan
waarvan de instelling door de wet is
voorgeschreven. De heer J. C. Hassebroek
had tijdens een vorige vergadering reeds
gevraagd of het niet mogelijk was een
vertegenwoordiging van de leerlingenra
den op te nemen, hetgeen volgens drs. K.
Clay wettelijk niet was toegestaan. ,,Dat
is wel mogelijk in een schoolparlement,
Aan het eind van de vergadering werd
na enig geharrewar besloten de school
raad definitief op te richten en samen te
stellen uit negen vertegenwoordigers van
de ouders, voogden en verzorgers, vijf
leden namens het onderwijzend personeel,
twee afgevaardigden namens het alge
meen bestuur van het instituut, een des
kundige of belangstellende en de secreta
ris van het instituut, die overigens geer
stemrecht in de schoolraad zal hebben.
Een onlangs voltooid woningbehoefte-
onderzoek in de IJmond heeft aangetoond,
dat tot 1980 voor werknemers in dat
gebied 8.000 huizen gebouwd zullen moe
ten worden buiten de IJmond. Gekozen
zal moeten worden tussen het beschikbaar
stellen van extra terreinen voor de wo
ningbouw aan die werknemers, die niet
lokaal kunnen worden aangetrokken of de
pendel. Wanneer pendelaars worden aan
getrokken betekent dat weer een extra
ook het Bloemendaalse strand daartoe ge
rekend moet worden.
Dat nog meer recreatieterrein daarna
verloren zal gaan stond volgens de heer
Bak eveneens vast. Naar zijn stellige
overtuiging zal men voor de verbinding
met het achterland niet voldoende hebben
aan de strook welke langs het Noordzee-
kanaal loopt. Zeker niet als daar rail- en
wegvervoer alsmede pijpleidingen worden
aangelegd. Doet men dat toch, dan zal
naderhand blijken, dat dit onvoldoende is.
Dan zijn er twee mogelijkheden. Aller
eerst het afbréken van alle gebouwen en
woningen langs deze strook om ruimte te
krijgen. Ten tweede het aanleggen van
een verbindingstracé aan de zuidkant van
IJmuiden, dwars door het duin, recreatie-
en waterwingebied heen.
De Kamer besloot met name ten aan
zien van de recreatie-aangelegenheid een
en ander verder uit te werken. Prae-
advies en nota zullen daarna zo snel
mogelijk ter kennis van de provinciale
autoriteiten worden gebracht.
belasting voor de toch al intensief ge
bruikte wegen in het district van de
Kamer. Het komt de Kamer daarom zeer
noodzakelijk voor, dat alvorens plannen
voor een Voorhaven definitief worden
vastgesteld eerst een duidelijke en volle
dige quanitiiftcering van het werkgelegen
heidseffect plaats heeft en planologische
oplossingen worden aangegeven voor ad
ditionele woningbouw en vergrote wegen
capaciteit. Het nu van kracht zijnde
streekplan Zuid-Kennemerland geeft dui
delijk aan dat er slechts zeer beperkt
ruimte is voor deze woningbouw. Dat in
de IJmond ruimte voor de totale woning
bouw zou kunnen worden gevonden van
de vereiste omvang lijkt de Kamer uitge
sloten.
Niet tevreden over dit antwoord kwam
de heer Hassebroek in tweede termijn
hierop terug. Niemand zal zich een buil
vallen, wanneer de leerlingenraden toch
worden opgenomen” zei hij. Om dit mo
gelijk te maken diende hij een nogal
zware motie in, welke hij voor stemming
aan het algemeen bestuur wilde voorleg
gen. Wethouder Van Herpen greep daarop
naar de microfoon en verkondigde dat in
het desbetreffende Koninklijk Besluit pre
cies stond bepaald hoe een Schoolraad
moet zijn samengesteld. „Juridisch is dit
heel exact omschreven. Ik denk dat indie
ning van een voorstel, waarin een verte
genwoordiging van de leerlingen is opge
nomen, moeilijkheden zal opleveren bij de
inspectie. Dit kan alleen maar vertragend
werken. Daarnaast vind ik het paternalis
tisch, als we een negatief antwoord heb
ben gehad van de leerlingen en dan toch
gaan zeggen „Je moet erin, of je wilt of
niet”. Dit zal ook bij de leerlingenraden
als zeer merkwaardig overkomen”. Na
deze woorden van de heer Van Herpen
zwichtte de heer Hassebroek en trok zijn
motie in.
Een haven aan de kust biedt uiteraard
zeer grote voordelen. Het Amsterdamse
plan is zonder twijfel mede voortgekomen
uit de door reders gevoelde behoefte om
hun schepen aan de kust te doen behan
delen, zodat een snelle tuirnround, gezien
de hoge kosten voor een in de haven
liggend schip mogelijk wordt.
Evenals het voor een reder aantrekke
lijk is dat zijn schepen aan de kust
behandeld worden even aantrekkelijk is
het voor van zeetransport afhankelijke
bedrijven zich in het havengebied te ves
tigen.
Enerzijds zal dit de bedrijven in het
district der Kamer nieuwe mogelijkheden
bieden doch anderzijds zal dan bewaar
heid worden hetgeen in de Amsterdamse
havennota wordt vermeld nl. dat „in de
moderne zeehaven de transport- en indus-
triefuncties steeds meer zullen worden
geïntegreerd.
De vraag is dus of de conceptie van de
Voorhaven namelijk uitsluitend gebruik
voor op- en overslag zal kunnen worden
gehandhaafd, gezien het feit dat een ha
ven altijd bijbehorende bedrijven en in
dustrie aantrekt.
De visie dat deze industrie zich dan zal
kunnen vestigen op de terreinen die ge
reed liggen langs het Noordzeekanaal lijkt
niet erg aannemelijk. Doch indien dit zou
plaatsvinden zullen de aldaar gevestigde
bedrijven hun goederen rechtstreeks naar
en van de Voorhaven willen kunnen aan-
en afvoeren teneinde moeizame weg over
water via de sluizen te voorkomen. Deze
wegen zullen ingepast moeten worden in
de bestaande streekplannen, rekening
houdend met de reeds voor recreatie be
stemde gebieden.
Zowel in het Inbuconrapport als in het
prae-advies van dr. Bak worden becijfe
ringen genoemd ten aanzien van de ter-
reinbehoefte voor een Voorhaven. Hieruit
blijkt dat de mogelijkheid aanwezig is dat
aan een zich eenmaal ontwikkelende
Voorhaven moeilijk grenzen gesteld zullen
kunnen worden wil een dergelijke haven
optimaal economisch kunnen functione
ren. Voor de regio betekent dit dat met
verdere uitbreiding van de haven dan de
oorspronkelijke bedoelde 200 ha. rekening
gehouden zal moeten worden.
In zijn prae-advies komt dr. L. Bak tot
een aantal voor de Voorhavenplannen
vernietigende conlusies. Deze zijn als
volgt geformuleerd aan de hand van een
aantal beschouwingen:
(Van een onzer verslaggevers)
HAARLEM. Tijdens de bespreking
van de nota en het prae-advies over de
Voorhaven in de vergadering van de
Kamer van Koophandel heeft de voor
zitter mr. J. C. Droste openbaar ge
maakt, dat bij een aantal bedrijven
een kleine enquête is gehouden over
hun standpunt ten aanzien van een
Voorhaven.
Van Gelder Papier deelde kort en
krachtig mee er geen behoefte aan te
hebben. De Machinefabriek Kennemer
sloot zich daarbij ten volle aain. De Ver
eniging van Reders van Vissersvaartui
gen tekende ernstige bezwaren aan
tegen een Voorhaven, vooral in ver
band met stofoverlast bij de aange
voerde verse vis.
Van Hattum en Blankevoort achtte
een Voorhaven interessant voor het
eigen bedrijf en ziet in een haven
aanleg een impuls voor de bouwactivi
teiten.
Hoogovens liet weten, dat wat be
treft de betekenis voor dit bedrijf de
te graven vaargeul voor grote en diep
stekende schepen wellicht mogelijk
heden zou kunnen opleveren, maar dat
het voordeel van de vaarkosten vol
komen teniet gedaan wordt door de
hoge bedragen welke men moet inves
teren in de apparatuur daarvoor aan
de wal. Hoogovens heeft absoluut geen
belang bij de ertsoverslag in de haven.
Voorts maakt men zich daar ernstig
zorgen over de gevolgen van een Voor
haven voor de infrastructuur, de ar
beidsmarkt, het woon- en leefmilieu
in dit gebied.
wijkse wethouder A. J. Hermes als vice-
voorzitter het regionaal instituut heeft
geleid. De heer Clay trekt zich uit het
dagelijks bestuur terug omdat hij zijn
taak te zwaar vindt en daar te weinig tijd
voor heeft. „Het is geen werkje voor de
avonduren. Je hebt er meer dan een dag
in de week voor nodig”, zei hij. In het
dagelijks bestuur zal hij worden opge
volgd door de heer A. Kooijman, oud-
wethouder van Castricum, mede-oprichter
van het Regionaal Instituut en oud-lid
van het dagelijks bestuur. De heer A. J.
Hermes wordt opgevolgd door de nieuwe
Beverwijkse wethouder van onderwijs is.
•T. Camfferman.
1
Wanneer men de economische beschou
wing van Amsterdam met betrekking tot
de Voorhaven in IJmuiden legt naast he<t
Inbucon-rapport en daarmee weer verge
lijkt het nu uitgebracht prae-advies van
dr. L. Bak, dan komt men zo stelt het
bestuur van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken in Haarlem vast tot
totaal verschillende beelden.
De Amsterdamse economische beschou
wing gaat uit van een totaal van 800
arbeidsplaatsen in de Voorhaven in 1990
en 1300 arbeidsplaatsen in het jaar 2000.
Het Inbucon-rapport noemt voor 1990
een goederenbeweging in de Voorhaven
van 37 miljoen ton.
Dr. Bak, uitgaande van becijferingen in
de Zeehavennota 1966, komt tot de con
clusie dat onder de huidige omstandighe
den de directe arbeidsbehoefte zeker niet
beneden de 100 man per miljoen ton
goederen zal dalen. Hierbij is rekening
gehouden met het feit dat de voorhaven
continu in bedrijf zal zijn terwijl onder
hedendaagse airbeidsverhoudingen nog
maar net met een drie-ploegenstelsel kan
worden volstaan. Laag geraamd betekent
dit dat als de Inbucon-cijfers worden
aangehouden aan directe arbeidskrachten
om 37 miljoen ton aan goederen te ver
werken 3500 man nodig zullen zijn.
Indien de verhouding tussen directe en
indirecte arbeidsbehoefte (gezinsleden,
verzorgende sector etc.) gesteld wordt op
1:3 dan betekent dit dat de 3500 vermeer
derd dient te worden met 10.500, zodat het
totaal komt op 14.000 zielen.
De economische beschouwing van Am
sterdam noemt voor 1990 een totaal van
50 miljoen ton goederen te verwerken in
de voorhaven en voor het jaar 2000 een
totaal van 80 miljoen ton.
Dezelfde berekening toepassend komt
men dan op een totaal aan directe en
indirecte arbeidsbehoefte van respectieve
lijk 20.000 en 32.000 zielen.
met dertien stemmen vóór gekozen
nieuwe voorzitter A. F. M. van Herpen,
onderwijswethouder van Heemskerk, ging
aan het eind van de vergadering hierop
in. Het moeizaam verloop van de bijeen
komst weet hij aan de wijze waarop het
dagelijks en het algemeen bestuur tegeno
ver elkaar in de raadszaal waren opge
steld. „Zodoende krijgt het iets van een
gemeenteraadsvergadering. Maar we zijn
een bestuur en nog wel van een heel
grote organisatie. Daarom past de motie
van de heer Hassebroek formeel mis
schien volkomen terecht, niet op deze
plaats. Ik hoop dan ook als voorzitter van
dit instituut de leider van een team te
zijn”.
De heer Van Herpen besloot zijn toe
spraak met dank te zeggen aan drs. K.
Clay, die na het aftreden van de Bever-
deeltelijke faktor in het totale industriali
satiebeleid van Amsterdam. Er is een
groot risico dat de Voorhaven te zijner
tijd ook een industriële functie krijgt.
9 Een Voorhaven moet, de mllieu-impli-
caties overziende, met name worden afge
wezen vanwege de optische verontreiniging
en de daardoor aangetaste belevingskwali-
teit van het totale leefmilieu.
•De Voorhaven levert een zo groot kwan
tum weg-, rail- en binnenvaartverkeer
dart de aanleg van nieuwe grootschalige
achterlandverbindingen onvermi j delij k
lijkt.
De batencompetenten van de Voorha
ven tot slot zijn sterk overtrokken,
de kostencompetenten zijn verzacht of
achterwege gelaten. Zulks geldt met name
voor de verhouding tussen maatschappe
lijke kosten en baten.
Direct daarmee verband houdend zijn
de aspecten van woningbehoefte, woning
bouw en planologie. De dienst economi
sche zaken van Haarlem publiceerde eind
1982”. Hierin wordt gesteld dat een toe-
1892”. Hierin wordt gesteld dat een toe
stand zonder woningnood als einddoel
stellend er vóór 1982 uilt de gemeente
Haarlem 14.450 woningbehoevende gezin
nen en alleenstaanden zullen moeten ver
dwijnen. Uit de agglomeratie als geheel
zullen dit er 16.750 moeten zijn. Daaruit is
voortgevloeid de zogenoemde „overloop-
theorie” hetgeen betekent, dat werkne
mers bezuiden het Noordzeekanaal wer
kend zullen dienen te wonen benoorden
het Hoogovenbedrijf bleek een aantal
aanwas, welke een Voorhaven met zich
mee zal brengen moet dus een oplossing
worden gevonden.
In 1970 heeft de Kamer een onderzoek
ingesteld naar de woningbehoefte in haar
district. Alleen al onder de door de Ka
mer geënquêteerde bedrijven inclusief
het Hoogovenbedrijf bleek een aantal
van 3.843 woningzoekenden te bestaan. De
te verwachten groei van het personeel tot
1980 werd bepaald op 17.103 personen.
Past men hierop de verhouding directe en
indirecte arbeidskrachten van 1:3 toe, dan
betekent dit dat voor rond 70.000 personen
huisvesting gevonden zal dienen te wor
den, hetgeen neerkomt op rond 20.000
wooneenheden.
L. Bak is een druk havengebeuren voor
velen juist interessant, zodat een zeehaven
de recreatie geen geweld zal aandoen. De
samensteller van het prae-advies stelde
daar echter tegenover, dat slechts een
luttel aantal van degenen, die gaan re
creëren dit enten op deze vorm van
attractie.
Bovendien komt daar nog bij, de fysie
ke onmogelijkheid van strandbezoek, als
het stof van de ertsoverslag over het
strand waait. Evenmin mag men uit het
oog verliezen de psychologische factor bij
openluchtrecreatie, welke uitgaat van een
entourage van frisheid en vrijheid. Komt
de Voorhaven er, dan wordt men gecon
fronteerd met datgene, wat de strandbe-
zoekers juist ontvluchten om elders .te
gaan recreëren: een stuk werkmilieu.
Het strand wordt dan voor velen niet
aantrekkelijk meer. Naar de mening van
de heer Bak betreft dat veel meer dan
het exact gestelde stuk van 2‘/s km. Zijn
gedachten gaan uit naar een gedeelte
langs de kust van ongeveer 6 km, zodat
Zonder voorbehoud ware te stellen,
dat de Voorhaven niet nodig is op grond
van overwegingen met betrekking tot de
terreinbehoefte.
Benaderd vanuit de scheepsgrootte
lijkt de aanleg van de Voorhaven alleen
verantwoord indien over twee punten ze
kerheid bestaat: a) de mogelijkheid om de
Voorhaven te zijner tijd toegankelijk te
maken voor erts/oliecarriers boven 18t).000
dwt. en b) de mogelijkheid van een
zodanige overslag van aardolie en ertsen
in de Voorhaven dat deze inderdaad zal
worden aangelopen door erts/oliecarriers.
(Met betrekking tot het eerste punt kan
thans geen uitspraak worden gedaan. Na-
,'der onderzoek naar maritieme en econo-
J mische mogelijkheden is vereist).
De oversliaigpotenibie van heit Amster
damse havengebied i? door Inbucon en
Amsterdam sterk overschat. De Voorha
ven zal in 1990 vermoedelijk niet meer
dan 25 miljoen ton overslag hebben, gro
tendeels bestaande uit droog massagoed,
Door de specifieke martieme omstan
digheden ter plaatse zal de Voorhaven de
voordelen van een aan de kust gelegen
haven slechts zeer ten dele kunnen uit
buiten.
Er is een kortsluiting tussen de voor
gestelde omvang van het Voorhaventer-
-. v rein en de voorgestelde transportstromen.
Men heeft óf de terreinbehoefte onder-
r schat óf het kwam turn overslag van goe-
deren óverschat.
De Voorhaven kan niet los gezien
worden van het gehele complex maritie
me maatregelen in het Noordzeekanaalge-
bied. De Voorhaven betekent onder alle
omstandigheden concurrentie voor de ha
vens achter de sluizen. Er is een groot
risico, dat de Voorhaven ten opzichte van
het bestaande Amsterdamse havengebied
niet sauverend (reddend) werkt, maar sa
nerend.
Het werkgelegenheidseffect zal veel
vuldig groter zijn dan door Amsterdam
dan wel Inbucon is geraamd. Naast
zware druk op de arbeidsmarkt van Vel-
sen en omgeving moet gevreesd worden
voor extra druk op de lokale woonmarkt
s en op het wegens-t elsel.
De Voorhaven is slechts een zeer ge-