Kinderen werken mee in tand- en bosbouw STADSJEUGD BOERT GOED IN BRABANTSE BLADEL Uniek project van start m herrezen hoeve w nx. RL /w 'S' r i "TOT HUN NEK DE MEST IN” a Wu 1 y L ZATERDAG 11 MAART 1972 V ormingsleider Dialoog centraal Hoeve „Ten Vorsel” werd voor de Amsterdamse schooljeugd ont dekt op het moment, dat de boer derij op instorten stond. De ruïne was eigendom van de Brabantse „Maatschappij van Welstand”, een van 1882 daterende instelling, die tot doel had verarmde protestant se boeren te steunen. Omdat dit streven anno 1970 niet meer ac tueel was, zocht de maatschappij naar een verantwoorde aanpassing van haar doelstelling. De Amster damse scholen profiteerden hier van: vorig jaar verklaarde de „Maatschappij van Welstand” zich bereid om bij de realisering van een vormingscentrum de helpende hand te bieden. Söi Sc T*! KV. AW L y Erbij Ouders erbij M „De boer op” gezamenlijk instructie Bij de transformatie van hoeve „Ten Vorsel” hebben alle bestaande vertrek ken en ruimten van de oude boerderij weer een functie gekregen. Het voor malige woonhuis is verbouwd tot een stil werk- en studeergebied; boven be vinden zich enkele kamers voor specia le gasten. De deel is een fijne gemeenschaps ruimte geworden met aangrenzend een open keukenhoek. Aan kleine Oudhol landse tafels kan worden gespeeld en gegeten, terwijl een gezellige zitkuil rond een open haard de aangewezen plaats is voor het gesprek. De dialoog staat bij he<t project-Bladel centraal en Het grote dagverblijf de voor malige deel biedt ruimschoots mogelijkheden voor (nood) zaken als eten en spelen. bij de verbouwing van de boerderij is met deze gedachte heel sterk rekening gehouden. Boven hal, keuken en provisiekamer heeft de verbouwde boerderij een en tresol gekregen, waar veertig grappige groene stoeltjes aan lange tafels door lopend beschikbaar staan voor het ge val er gezamenlijk instructie moet gebied van lezen en studeren. Het is namelijk de bedoeling, dat de kinderen zich in de huisbibliotheek verder ver diepen in wat zij meemaken op en rond de hoeve. Van hun in scripties neergepende bevindingen vertellen zij dan weer als de kring ’s avonds rond het haardvuur wordt gesloten. Ook de kinderen, die op het land aan het werk zijn geweest, brengen in dat dagelijkse uur van beslotenheid verslag uit van hun bezigheden. Ben Keyl heeft in de voorbije kwart eeuw ervaren, dat met name de stadsjeugd in onze gemechani seerde maatschappij uit balans is geraakt en hij is van mening, dat alleen een diepgaande confrontatie met de natuur dat verloren gegane evenwicht weer kan herstellen. Voor zijn eigen Amsterdamse Oran je Nassau-school heeft Keyl zijn theorie al vijfentwintig jaar lang in de praktijk gebracht Hij verplaats te ieder jaar het schoolleven een week lang naar de Veluwe, waar de kinderen de kans kregen om nieuwe levenswaarden te ontdekken. Ach teraf bleken deze werkweken van De bouwval werd voor haar reke ning verbouwd tot een ideale leef- en leerboerderij, die jaarlijks veertig we ken ter beschikking staat van de hoofdstedelijke schooljeugd. Eind no vember is de verbouwing (kosten: een half miljoen) gereed gekomen en dezer dagen is het project-Bladel van start gegaan. Hoeve „Ten Vorsel” in haar nieuwe gedaante: de schuine peerboerderij het uiterlijk van een enorme tent. Rechts op de foto het verzonken grote invloed op het verdere leven van deze stadsjeugd te zijn. De bewijzen daarvan gaven Ben Keyl de overtuging, dat zijn vormings- kampen zouden moeten worden verbonden met het schoolleven van meer kinderen dan alleen zijn eigen leerlingen. balken aan de zuidzijde geven de kam- slaapgebouw. Laat in de middag wordt rond het haardvuur nagemijmerd en -ge praat over de voorbije werkdag. (Van een onzer verslaggeefsters) BLADEL. „Kinderen moeten tot aan hun nek in de mest”. De Amsterdamse pedagoog Ben Keyl bestempelt zich door deze uitspraak op het eerste gezicht niet als een fijngevoelig opvoeder, maar wie ooit heeft ervaren hoe hij zijn stelregel in de praktijk vertaalt, weet dat mest een wezenlijk onderdeel van de opvoeding kan zijn. worden gegeven. Saai schools is deze ruimte door zijn lesbestemming niet geworden: de entresol staat in open verbinding met de deel, van waaruit men door een enorme glazen wand weer een weids uitzicht heeft over het Brabantse Kempenland. Los van de oude boerderij staan de als expressieruimte bestemde hooi- Jammer genoeg is de situatie om het project Bladel volledig te kunnen laten slagen nog niet helemaal ideaal. Het is noodzakelijk, dat het programma op de hoeve wordt geleid door een vormings- deskundige en voor de aanstelling van zo’n permanente leider ontbreken nog de financiën. Keyl is van mening, dat het vakmanschap van de onderwijzer vaak tekort schiet voor de agogische vorming van kinderen. Voor de onder wijzer ligt het accent op de begeleiding van het leerproces en niet op het sturen van de meer agogische proces sen. Op zo kort mogelijk termijn moet daarom volgens hem op hoeve „Ten Vorsel” een vormingsleider worden ge stationeerd, die nauw gaat samenwer ken met een tweede vormingsdeskun- dige in Amsterdam. Het is de bedoeling, dat de man in Bladel door zijn Amsterdamse collega van tevoren wordt geïnformeerd over de klas, die hij een week lang op de boerderij onder zijn hoede krijgt. Aan de hand van die informatie is hij in staat om per groep een specifiek pro gramma te ontwerpen. De vormingslei der uit Amsterdam verschaft hun zo’n analyse nadat hij uitvoerig heeft ken- Inmiddels is Keyl als consulent in dienst getreden bij de Bond van Protestants-Christelijke Schoolvere nigingen in Amsterdam en vanuit die organisatie is het hem gelukt namens duizenden schoolkinderen voet aan de grond te krijgen in het Noordbrabantse dorp Bladel, waar in de boerderij „Ten Vorsel” Keyls integratiegedachte over leer- en vormingsactiviteiten werkelijkheid kan gaan worden. Dat de jeugd daarbij „tot aan haar nek de stront in” wordt gestuurd, mag voorlopig als een wat krachtige omschrijving worden beschouwd van een werke lijkheid, die toch voor een belang rijk deel zal gaan bestaan uit bezig heden als mest kruien, stallen schrobben en varkens voeren. ;s f wijzer. schuift graag eens aan voor een extra hartversterking. Enkele Bladelse boeren hebben zich bijzonder gastvrij opgesteld tegenover het project. Dagelijks werken zij met een groep kin deren op hun boerderij. Te zijner tijd worden uitgaande van de gedachte, dat er binnen de school sprake is van een gemeenschap van kinderen, leerkrachten en ouders ook de ouders in het Bladel-project betrokken. Momenteel is voor deze groep echter nog geen geld en ruimte beschikbaar, maar plaats kan straks worden gevonden in een nabijgelegen kampeerboerderij, die op het ogenblik in aanbouw is. De ouders zullen dan gedurende het weekend van daaruit meedraaien met het vormingsprogram ma. De mensen achter Bladel weten, dat vorming van stadskinderen op een boerderij pas zinvol wordt, wanneer het kind tenminste drie jaar achtereen een week op het platteland doorbrengt. Dat betekent, dat hoeve „Ten Vorsel” uitgaande van hooguit veertig werk weken met dertien Amsterdamse scholen al volledig volgeboekt is. Willen alle stadskinderen in de toekomst via hun school een dergelijke vorming krijgeh, dan zullen er nog heel wat oude boerderijen verbouwd moeten worden. Voorlopig ziet het er echter niet naar uit, dat het project Bladel snel navolging of herhaling gaat krijgen, want het gebeurt in Nederland nu eenmaal maar zelden, dat een idealist als Ben Keyl en een instelling als de Brabantse „Maatschappij van Wel stand” elkaar op het juiste moment ontmoeten. schuur en het slaapgebouw, dat tot aan zijn ramen in de grond verzonken is. Architect Van der Plas uit Goirle deed dit om het landschap niet met nieuw bouw te verstoren. Een rij bomen helpt mee aan de camouflage van het slaaphuis. Hoe wordt in dit ideale decor nu de confrontatie tussen stadskind en plat teland tot stand gebracht? Allereerst en direkter kan het al niet door het werk, dat de schooljeugd gaat ver richten op boerderijen in de omgeving. Boeren uit Bladel hebben zich bereid verklaard iedere dag een aantal kinde ren uit de groep onder hun hoede te nemen en hen vertrouwd te maken met de normale werkzaamheden op de boerderij. Daarnaast gaat dagelijks een groep kinderen aan bosbouw doen, onder lei ding van de houtvester van landgoed „Ten Vorsel”. Wie niet letterlijk „de boer opgaat” blijft thuis om op de hoeve het voor komende werk te doen. Dat werk kan bestaan uit het bijhouden van de moestuin of de plantenkas, het verzor gen van de dieren, het corvee in huis; maar het kan evengoed liggen op het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 15