Greep van de macht
Etsen van Rob Clous bij
tekst van Wouter Kotte
Amsterdams
Toneel met
modern soort
Elckerlyc
Ernst Lubitsch: uniek filmmaker
CuraTet
L ^CuraTex
EEN KNAP GEÏLLUSTREERD KINDERVERHAAL
Films in Amsterdam
TERUGBLIK IN NEDERLANDS FILMMUSEUM
Yoka Beretty in
„U spreekt met
uw moordenaar”
17
In Hotel - Restaurant v. Aken
is u uit en thuis
II a
VRIJDAG 17 MAART 1972
„De wondervijver”
X
die zo knap de moderne kunst van
de stad Utrecht beheert heeft de
banden met deze contreien nog niet
verbroken. Velen zullen zich her
inneren, dat hij als voorzitter van
Felison veel in IJmuiden deed voor
de beeldende kunst. Uit die tijd da
teert zijn relatie met Rob Clous. En
die relatie heeft nu als resultaat een
bijzonder geslaagd teamwork doen
ontstaan.
Er iS X
een veilige
deodorant voor
uw kleding,
uw gordijnen
en uw
meubelen.
Afscheid Verschueren
van filmwereld
AMSTERDAM Naar aanleiding
van de reeks vertoningen die het
Filmmuseum de hele maand maart
wijdt aan de unieke filmfiguur Lu
bitsch, is het tienmaandelijkse pro
grammablad van het Nederlands
Filmmuseum ditmaal gevuld met be
schouwingen, studies en analyses die
betrekking hebben op een van die
moeilijk te definiëren filmers die een
vaste en onherroepelijke plaats in de
filmhistorie hebben gekregen, maar
buiten alle bestaande categorieën val
len en voor wie geen sluitende waar-
deringsformule te vinden is. In de
inleiding tot het door Lubitsch be
heerste filmbulletin wordt terecht de
onvolledigheid van het retrospectief
betreurt, waaraan onder meer het
dramatische werk van de veelzijdige
filmer geheel ontbreekt (bijvoorbeeld
„Madame Dubarry” uit 1918, „De pa
triot” uit 1928 en „The man I killed”
uit 1932).
AMSTERDAM. Welke macht
bedoeld wordt in „De greep van de
macht” van Eduardo Manet is mij
persoonlijk niet duidelijk geworden
in de voorstelling, die het Amster
dams Toneel ervan geeft. Wel is dui
delijk dat de man en de vrouw, die
we te zien krijgen, onder een univer
seel lijden gebukt gaan, maar in de
greep waarvan zij zich bevinden blijft
raadselachtig.
N achtvoorstelling
Filmmuseum
tn hue korïKTl (Be vissen
dan in de viswinkel?' vroeg Bènjümin vercfcr,
'Kunnen ‘vissen in een
viswinkel ook praten?'
IH
i
iHiil
gO'
M
H
ADVERTENTIE
J. HEIJER
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
’Charles boost
Sigrid Koetse en Guus Hermus in
„De greep van de macht’’.
GEZELLIG INGERICHTE ZALEN
VOORTREFFELIJKE KEUKEN
PRETTIGE BEDIENING
BESPREEK TIJDIG
VOOR UW HUWELIJKSFEEST
RECEPTIES OF PARTIJEN
40-70-120 PERSONEN
Baan 1-9-13, Tel. 324709-324365
Haarlem
Voorjaarstijd - Verlovingstijd
Meer dan 100 modelen
verlovingsringen.
KAN JUWELIER
Barteljorisstr. 2, Haarlem, Tel. 310202
Het was een stijl die meer suggereerde
dan te zien gaf, die meer overliet aan de
fantasie van de toeschouwers dan het
beeld feitelijk toonde. Francois Truffaut
heeft het eens in de .Cahiers du Cinéma”
rTJ
lextieldeodorart
Servaes, een historisch spektakelstuk, dat
voor die tijd alle records op het gebied
van cijfers enaantallen, rijke aankleding
en omvangrijke figuratie brak.
Met die film onder zijn arm (bij wijze
van spreken) kwam Lubitsch in december
’21 in de States, tegelijk met de bedoeling
produktiemethodes in het filmmecca Hol
lywood te bestuderen. Hij keerde naar
Duitsland terug met een nieuwe opdracht
van dezelfde Amerikaanse onderneming,
Hamilton Theatrical Corporation, die „De
vrouw van de Farao” gesubsidieerd had.
Het werd een van de meest gerenom
meerde filmdrama’s die Lubitsch in Duits
land zou maken, „Die Flamme” met Asta
Nielsen en Alfred Abel, gemaakt naar De
Maupassants „Yvette” over de liefde van
een prostituée voor een bekend componist,
spelend in Parijs op het einde van de
vorige eeuw. Met dit kleine, sfeervolle
meesterwerkje eindigde Lubtisch’ Duitse
periode.
Op verzoek van Mary Pickford en haar
man Douglas Fairbanks keerde hij terug
naar Hollywood om „America’s Sweethe
art” te regisseren in „Rosita”, een roman
tische Spaanse aangelegenheid die de fil
mer een contract voor vijf films oplever
de.
Van 1923 af begint dan Lubitsch’ Ame
rikaanse periode die tot 1947 zou duren,
Het Ned. Filmmuseum gaat door met
zijn retrospectief over het werk van Ernst
Lubitsch, van wie op woensdag a s „One
hour with you” (1932) en op donderdag
daaropvolgend „Trouble in paradise” uit
datzelfde jaar worden vertoond.
Over Lubitsch en zijn werk uitvoeriger
elders op deze pagina.
(Van onze correspondent)
HILVERSUM. Tijdens een druk be
zochte ontvangst op kasteel De Hoge
Vuursche in Baam heeft de directeur van
Cinécentrum, de heer E. J. Verschueren,
in Hilversum donderdag wegens zijn pen
sionering afscheid genomen van de Neder
landse filmwereld. Hij werd bij bevorde
ring benoemd tot officier in de Orde van
Oranje Nassau.
„Uw leven stond in het teken van de
film”, zei de heer J. Hulsker directeur-
generaal van CRM in een toespraak,
waarin hij de grote verdienste van Ver-
schuieren schetste voor de Nederlandse
film. In dit verband noemde de heer
Hulsker de organisatie van het Kunste
naarsverzet tijdens de Tweede Wereldoor
log, het initiatief om tot samenvoeging te
komen van een aantal bedrijven op
kunstgebied en de bevordering van de
Nederlandse film in het, algemeen.
(Van onze correspondent)
UTRECHT. Yoka Berretty en Ton
Lensink gaan de hoofdrollen spelen in de
thriller „U spreekt met Uw moordenaar”
(Dail „M” for murder) die 12 jaar geleden
met Guus Ooster en Ina van Faassen door
de Nederlandse Comedie werd opgevoerd.
Het „moordstuk” is een vrije produktie
van René Sleeswjjk en gaat eind septem
ber in première waarna een serie voor
stellingen in Amsterdam wordt gegeven.
Behalve Ton Lensink en Yoka Berretty,
die in deze rol na maanden weer eens op
het toneel is te zien, werken Wim van den
Brink en Bob Goedhart aan de thriller
mee. Voor de rol van de moordenaar wordt
nog een geschikte acteur gezocht.
„U spreekt met uw moordenaar” is ge
schreven door Frederick Knott en de film
die Alfred Hitchcock er met Grace Kelly
en Robert Cummings in de hoofdrollen
van maakte werd jaren geleden een we
reldsucces. Een ander spannend verhaal
van Knott, „Wacht tot het donker is”, is
met Audrey Hepburn verfilmd en werd on
langs in Nederland als vrije produktie
gespeeld.
Betty Grable en Douglas Fairbanks
in Lubitsch’ laatste, niet meer door
hem afgemaakte film „The Lady in
hermine” (1947).
Een fragmentje van het verhaal:
„Nu was die vijver geen gewone vij
ver, maar een tovervijver. Eens in de
honderd jaar kon een vis in die vijver
praten. En deze keer was Benjamin
aan de beurt. Dat wist hij natuurlijk
niet. Want het ging niet zomaar, dat
een vis eens in de honderd jaar kon
praten. Eerst was daarvoor nodig, dat
iemand iets tegen de vissen zei. En
Faber. Bij Guttmann staat de acteurs-
prestatie kennelijk op de eerste plaats,
geholpen als hij wordt door de beeld
schone uitklapbare decors en minder
beeldschone maar toch nog modieuze kos
tuums van Cor Hezemans, wiens creaties
ongetwijfeld zo in de meubelrubriek van
Avenue kunnen. Heel bijzonder is ook de
vooral op „Für Elise” geïnspireerde muziek
van Ruud Bos.
Wat het spel betreft kan gezegd worden,
dat Guus Hermus inderdaad de geweldige
acteursprestatie levert die de regisseur
voor ogen had. Na het voor Hermus ge
bruikelijke onzekere begin, laat hij op
schittterende wijze een groot aantal uit
eenlopende stemmingen en gevoelens zien.
Het meest ontroert hij nog wanneer hij
zich weemoedige dingen herinnert. Dan is
hij aandoénlijk als Carmiggelt op de tele
visie in een tragikomisch verhaal. Van
Sigrid Koetse is minder te genieten; het
is duidelijk dat Guttmann liever Andrea
Domburg in deze rol had. Het is mij althans
onmogelijk om in het gepruil van mevrouw
Koetse iets van de oer-vrouw, verleidster
en moeder tegelijk, te zien.
Ondanks deze kritiek op onduidelijkheid
en overbodige chique is het waard de voor
stelling te gaan zien. Het is een van de
betere produkties, die het A.T. heeft laten
zien.
de boom in het water vallen. Omdat
Benjamin een gewone karper leek, lette
niemand op hem. Maar eigenlijk was
hij een buitengewone gewone karper.
De mensen wisten het niet en de beide
vissen zelf ook niet.”
Deze litanie van ’s mensen streven is
boeiend verwoord; er zitten vele wijs
heden in; bovendien is het uitstekend ver
taald door Jacoba van Velde. Zoveel wijs
heid, dat je omwille van het stuk zou
wensen, dat niet het Amsterdams Toneel
met Guttmann het had gebracht, maar
een groep studenten onder regie van
bijvoorbeeld Shireen Strooker en Peter
Wouter Kotte heeft enige dichtbundels
op zijn naam staan en hij heeft ook
kinderverhalen geschreven. Zo’n kinder
verhaal nu is het uitgangspunt geweest
voor vijf bladen grafiek van Rob Clous,
uitstekende kleuretsen. Vier bladen vor
men een doorlopende voorstelling, met
daarop telkens een fragment tekst in
zeefdruk, en het vijfde blad geeft de hele
tekst van het verhaaltje. „De wondervij-
ver”.
aldus omschreven dat het Lubitsch in
eerste instantie te doen is het verhaal
niet te onthullen en zelfs alle middelen
zoekt om het helemaal niet te vertellen.
„Als we voor gesloten kamerdeuren
staan, in de keuken blijven terwijl alles
in de salon gebeurt en in de salon als de
handeling zich op de trap afspeelt of in
een telefooncel zijn climax in de kelder
plaatsvindt, dan betekent dit dat Lubtisch
zich wekenlang het hoofd gebróken heeft
om de kijker in de gelegenheid te stellen,
samen met hem, het scenario te maken.”
Benjamin, de karper, beleeft een avon
tuur, dat wij niet verder zullen vertellen,
maar dat met die etsen van Rob Clous
heel goed is geïllustreerd. Tekst en vorm
geving zijn uitstekend op elkaar af ge
stemd en bovendien op de begrippenwe
reld van het schoolkind. Want daarvoor is
het hele werk, waarin vooral voor Rob
Clous veel tijd ging zitten, tenslotte ge
daan. Anderzijds is de serie voor ouders
al even plezierig door de decoratieve
waarde van vijf panelen, elk 100 x 60 cm,
boven of naast elkaar te hangen. De tekst
brengt overigens mee, dat ze in een map
een geïllustreerd verhaal vormen. De serie
heeft als eigenlijke bedoeling om te wor
den gehangen in een school of ander
gebouw waar veel kinderen komen. De
oplage bedraagt twaalf series van vijf
bladen.
Het werk, dat pas af is, wordt momen
teel geëxposeerd in Galerie Van der Vlist
in Leiden en in de expositiezaal van het
Ahrend-gebouw in Eindhoven, in samen
werking met de Stichting Beeldende
Kunst in Haarlem, die daar ook de wand
kleden van Corrie Wortel heeft onderge
bracht. Binnenkort zal de serie ook te
zien zijn bij de S.B.K. aan de Gedempte
Oude Gracht in het kader van het huur-
koopsysteem van die stichting.
HEIN STEEHOUWER
Maar als verantwoording wordt aange
voerd, behalve de korte tijd van voorbe
reiding (oorspronkelijk zou het Lubitsch-
programma in het volgende seizoen aan
de orde komen) het voor de hand liggende
excuus dat men het beste met de Duits-
Amerikaanse regisseur kennis kan maken
via zijn komedies die hem toch de groot
ste populariteit hebben bezorgd.
Lubitsch is niet oud geworden 55
jaar maar hij heeft een omvangrijk
oeuvre nagelaten van sterk uiteenlopende
films, waaraan nog een periode van spe
len op toneel en voor de film is voorafge
gaan. Van 1911 tot 1918 is hij acteur bij
Max Reinhardt in Berlijn, speelt tegelijk
komische rollen in Duitse kluchten, waar
in hij vol zelfspot en op een Sylvain
Poons-achtige manier variaties op het
„Schlemiel”-type en gaat ziqh pas in 1918,
op zesentwintigjarige leeftijd, geheel aan
de film wijden. Hij heeft dan al dadelijk
de groten van het Berlijnse toneel en van
de snel groeiende Duitse film na 1918
onder zijn regie: Emil Jannings, Henny
Porten, Pola Negri, Asta Nielsen, Alfred
Abel, Harry Liedtke.
DRIE JAAR NA zijn definitieve keuze
alleen de film te willen dienen, heeft
LUbisch al een reputatie die hem in
contact met een Amerikaanse filmonder-
neming brengt. In 1921 maakt hij voor de
UFA, maar op een omvangrijk dollarbud-
get de groots-opgezette episodenfilm „Das
Weib des Pharao” met Emil Jannings,
Paul Wegener, Harry Liedtke en Dagny
Misschien dat de Cubaanse schrijver
met opzet de „macht” duister houdt, maar
het kan ook zijn dat regisseur Kart Gutt-
mann er evenmin raad mee wist. In ieder
geval staat Manet de „macht” precies voor
ogen, want hij wijdt de centrale scène in
het stuk aan een rituele moord op deze
maohit. Bij Guttmann is deze scène echter
uitgesproken knullig verbeeld.
Men ziet een in een rode mantel gehuld
beeld verschijnen rond welk het paar een
ritueel dansje maakt. Het beeld blijkt bij
de onthullinng te bestaan uit een zetel;
op de rugleuning zit een zwart vrouwen
hoofd met een asblonde pruik. In de zetel
bevindt zich een iets, dat op pluimvee
lijkt, dat door de man en de vrouw ge
wurgd wordt. Deze daad blijft overigens
onzichtbaar voor het publiek. Op deze
manier kreeg ilk de associatie dat Manet
maar kletst als een kip zander kop. Dat
kan niet zijn, want daar is de rest van de
dialogen toch veel te goed voor.
Men ziet een man, die als een soort
Elckerlyc worstelt met het leven, geplaagd
als hij wordt door herinneringen. Het is
hem onmogelijk het moment, het nu, het
onmiddellijke bestaan te aanvaarden. Juist
op het ogenblik dat hij op het punt staat
het „grote inzicht” te krijgen, valt hij terug.
De man hoopt dat dit inzicht moet bestaan,
omdat hij zich een moment van zuiverheid
herinnert, hier verzinnebeeld door ene
Madeleine voor wie de man de puurste
liefde koesterde.
Degene, die de man voortdurend terug
haalt uit zijn herinneringen naar het alle
daagse ogenblik, is een vrouw, die aller
lei gedaanten aanneemt: minnares, echt
genote, hoer, kastijdster en tenslotte (als
de man zijn strijd opgeeft en om z’n moe
der roept) is zij de Moeder.
AMSTERDAM. Cinétol gaat, deze
week voort met een origineel combinatie-
programma dat is samengesteld uit voor
keuren van Nederlandse filmcritici. Aan
ieder van hen is destijds de vraag voorge
legd welke film uit de laatste tijd de
meeste indruk op hen heeft gemaakt en
welke film zij bij pers of publiek het
meest onderschat achtten. Vit de binnen
gekomen antwoorden heeft de directie
van het theater een tweeweeks program
ma samengesteld, waarbij voor ieder van
de recensenten een dag met twee ver
schillende films gereserveerd werd.
LUBITSCH DUIDDE AAN, bracht de
toeschouwer op weg, maar onthulde nooit
de volledige waarheid. Dit spel van sugge
stie en de fantasie op gang helpen heeft
hij, althans in zijn komedies, op meester
lijke wijze gespeeld. En men kan zich op
het ogenblik geen geslaagde zedekomedie
of huwelijksblijspel meer denken zonder
herinnerd te worden aan een misschien
gedateerde, maar nog steeds werkzame
wijze van humoristisch filmen die terecht
als de „Lubitsch touch” omschreven
wordt.
Zo was er vorige week een Doolaard-
dag, een Van Dijk-dag, een Saaltink-dag,
een dag van de Haagse filmpers etc. Deze
week komen achtereenvolgens de voor
keuren van Dick Ouwendij k (Nwe Linie)
Peter van Bueren (De Tijd), Boy Wallagh
(Alg Dagblad), ondergetekende (met „Five
easy pieces” en „The revolutionary”), El
len Waller (NRC/H.bl.) en Raadman (Gooi
en Eemlander) aan de beurt, terwijl de
woensdag uitbesteed is aan de Utrechtse
pers die „Hugo en Josefien” en „Hus
bands” nog eens onder de aandacht wil
brengen.
Bij de samenstelling van dit wonderlij
ke keuzeprogramma bleken verschillende
aanvragen vanvrij recente films niet
gehonoreerd te kunnen worden, omdat de
betrokken films eenvoudigweg al als niet
verder bruikbaar vernietigd waren, een
voor het bedrijf beschamende ontdekking
die een schril licht werpt op een (vaak
contractueel verplichte) gang van zaken
in de verhuursector die nodig herzien
moet worden, wil het bioscoopbedrijf nog
enigszins zijn culturele schijn ophóuden.
Dat films als Fellini’s ,,8'/s”, Resnais’
„Muriël”, Bertolucci’s „Prima della revo-
luzione” om maar enkele „vermalen” ti
tels te noemen, niet meer beschikbaar zijn'
voor enige vorm van roulatie in ons land,
klinkt niet alleen triestig, maar is een
zaak die heel filmminnend Nederland
aangaat.
In ieder geval heeft het originele initia
tief van Cinétol de mogelijkheid geopend
nog enkele opzienbarende films als „La
collectionneuse”, „La voie lactée” en „Ju
les en Jim” te bezichtigen voor ze even
eens in de gehaktmolen gaan en alieen de
t.v. nog overblijft als laatste kans om een
geliefd meesterwerk terug te zien.
Overigens is er weinig nieuws bijgeko
men in de Amsterdamse bioscopen Calyp
so brengt de première van een lange tijd
in Frankrijk verboden film, het debuut
van Joel Séria, „Verlos ons niet van het
kwaad” („Mais ne nous délivrez pas du
mal”) en Tuschinski brengt een vervolg
op de twee jaar oude Italiaanse „western”
„Sartana” dat de imponerende titel mee
gekregen heeft ,,’n Stofwolk’n doods
kreet.... Sartana komt!” Als nu het pu
bliek nog maar komt!
Peckinpah’s „The ballad of Cable Ho
gue” in Calypso, Antonioni’s „Zabriskie
Point” in Ceintuur, Jerzy Skolimowski’s
„Le départ” (met Jean-Pierre Léaud) in
Kriterion, Costa Graves’ „L’aveu” (met
Yves Montand en Simone Signoret) in
Studio K, Fellini’s „Giullietta en de gees
ten” in The Movies, Tsjoechrai’s „De
41ste” in Royal, „The yellow submarine
met de (getekende) Beatles in De Uitkijk,
dat is zo de indrukwekkende lijst van
reprises waaruit dit weekend na het mid
dernachtelijk uur een keuze kan worden
gedaan waarbij dan nog kan worden ver
meld dat in Victoria voor de zesde week
Hitchcock’s „Psycho” loopt en in Nögge-
rath over eenzelfde periode Blake Ed
wards’ „The party” met Peter Sellers aan
bod is. En wie op dit late uur nog
seksueel voorgelicht wil worden, kan vrij
dag- en zaterdagnacht terecht in Bio,
waar „Karlekens Sprak” oftewel „De taal
der liefde” van Torgny Wickman wordt
vertoond.
het jaar dat de filmer tijdens de opnamen
van „That lady in hermine” met Betty
Grable en Douglas Fairbanks jr. zijn zes
de hartaanval kreeg en in november van
dat jaar stierf. (De film werd af gemaakt
door Otto Preminger die al eerder bij „A
royal Scandal” onder soortgelijke omstan
digheden had geassisteerd).
STERK ONDER DE indruk van Chap
lins „A woman of Paris” en de toenma
lige zedenkomedies van Cecil B. de Mille
startte Lubitsch zijn eigenlijke Holly-
wood-carrière met ,The marriage circle”
om via „sophisticated comedies” als „Lady
Windermere’s fan”, „The love parade”,
„Trouble in Paradise”, „The merry wi
dow” en „Ninotchka” te komen tot de
omstreden politieke satire „To be or not
to be” uit 1942 die in het door Duitsers
bezette Warschau speelde. Een riskante
situatie om er humor aan te ontlenen,
maar Lubitsch had intussen een eigen
komediestijl ontwikkeld, waardoor hij het
zich kon permitteren ongeacht het onder
werp te spotten met menselijke dwaashe
den.
Curatex
textieldeodorant
Even spuiten en in
een wip is uw kledin
KajfeMB en woningtextiel
weer heerlijk fris.
H "A textieldeodorant
«iiirtiT-iiri UNICUBA MJLAMSTEROAM
■■r
H
r; I