p MIMI BOESNACH om nog te kunnen spelen Heerlijk Op zoek naar iets dat er niet is I g .1 Westerveld Eerste sneeuw Procés verbale Ekstase München Zoekende Aflossing Aardig Bejaard Trees je Trappen (Redactie Hein Steehouwer en Bas Baan) Na de publikatie van groepswerk in onze vorige aflevering daarvoor houden we ons overigens aanbevolen vervolgen we „Dichterbij” met werk van diverse pluimage, deels oude inzen dingen die nog niet of half aan bod zijn gekomen. Voor de volgende afleveringen kan werk van jongeren tussen 16 en 24 jaar worden gezonden naar Hein Steehouwer, kunst redactie Haarlems Dagblad, Grote Houtstraat 93, Haarlem. Ver meld in de linkerbovenhoek van de envelop „Dichterbij”. RATEN MET INA VAN FAASSEN is praten op hoog niveau, letterlijk, op de één-na-hoogste verdieping van het prachtig opgeknapte grachtenhuis waar Ina en haar man Ton van Duinhoven („We zijn al 15 jaar bij elkaar. Mijn huwelijk en mijn huis zijn erg belangrijk voor me”) wonen. Vanaf maandag 6 maart is het met haar een paar avonden lachen, gieren, brullen geblazen in de Utrechtse Stadsschouwburg. Met Paul Cammermans, Sylvia de Leur en Marielle Fiolet speelt ze in Neil Simons kostelijke komedie „Sex a la meunière” die Annie M. G. Schmidt heeft ver-Hollandst. w BOESNACH, die zich voor het IVI Nederlandse publiek onvergefelijk x heeft gemaakt door haar Kniertje in Heijermans’ „Op hoop van zegen”, heeft na vele jaren weer een fijne rol in haar handen. In „De liefdes van Cass McGuire” van Brian Friel speelt ze naast Ank van der Moer en de 94-jarige Jacqueline Royaards-Sandberg. De Amsterdamse actrice is best tevreden met de rol die haar in ieder geval meer voldoening schenkt dan de rolletjes, die ze de laatste jaren bij de Nederlandse Comedie moest „op knappen”. Erbij ZATERDAG 18 MAART 1972 FRED VAN MAARSCHALKERWAART RAOUL KLEUN ALFONSA ZWART JUDITH TERLINGHEN NA DE PREMIÈRE in november heeft Ellen Vo gel de rol een paar weken gespeeld. Het stond toen al vast dat Ina van Faassen haar zou aflossen. Maar die aflossing, officieel per 1 januari, werd heel onverwacht en maar voor een paar dagen ver- HET VOLGEND SEIZOEN weet Ina nog niet wat ze zal gaan doen. Haar man is ook nog „zoekende”. Ina van Faassen („De mensen zien me een beetje als een statige, koele dame. Introvert ook. Maar in dat opzicht is er de laatste jaren wel ’t een en ander veranderd”). Over haar man: „Hij had eerst gedacht het zelf, de verdiensten veel lager waren? „Toen ik bij de revue zat had ik al een enorm verlangen naar het toneel. En toen mijn moeder en mijn vriend overleden dacht ik nu doe ik het”. De gedichten van Fred van Maarschalkerwaart beschreven we eerder als „nogal spanningsloos”. Ook voor de gedichten die nu worden afge drukt geldt dat; in beide is hij toeschouwer van de gebeurtenissen. Dat geeft zijn werk een zekere rust en beschouwelijkheid. een naam in steen water voor planten die hebben gebloeid de bomen zijn zo oud licht lijkt niet te bestaan soep bij het raam in een verlaten restaurant men praat over het weer hun natte huid snelt in warrige vragen - wind te drogen te zoeken ook hun herediteit in blauwe stratengroeven eerst dan gaan zij leven in angst en boeken. op de ruimteloze rijmende rijen van het naakt papierenplein klompen zij in aarden teinten als kleurlingen tezamen plots staat hij op slaat met een klap de rechte waarheid weg de wereld sleept weer lang en langzaam zijn zonderling gebaar naar een volgende morgen vol geraas van vragen. uit de diepe geur van het heden heb ik de smaak van het verleden geproefd eenzaam, maar versmolten met alles wat ik hier zie wacht ik op de zon die met haar stralen mijn lichaam van ijs kust de totum witte stilte druipt een lang gebed naar een vage avond - adem die hem zachter rusten doet dan de weke weging van volle golven vreemd naarmate er meer auto’s komen zie je minder hobbelpaarden. de man achter het andere buro heeft een roodgeschrijnde nek veroorzaakt door zijn witte boord toen ik het kind met een kind op de rug zag lopen en een roestbruine boom tegenkwam dacht ik het is nog zo kort geleden dat hij flanellen werkmanshemden droeg verroest het is herfst. blij en onrustig dat nu al... duizelingwekkende witte wildernis half uur later is alles weg een oud gevoel als aan het einde van een onbelangrijk leven Hoe ingehouden de korte gedichten van Alfonsa Zwart ook zijn, tel kens wordt daardoorheen zichtbaar de sterke intensiteit van dat wat beleefd wordt. In het onderstaande beschrijft ze zoals vaak rust punten, waarbinnen het persoonlijke verleden, heden en de toekomst met elkaar in dialoog komen. In haar Amsterdamse bovenhuis, waar naast de kachel haar katten Tygus en Roetje uren liggen te doezelen, zegt de 72-jarige: „Na het Heijermansjaar, dat was geloof ik in 1965 waarin ik Kniertje heb gespeeld, heb ik eigenlijk een heleboel vervelende kleine partijtjes moeten doen. Niets fijns”. „Ik mag dan ook echt wel zeggen dat ik in „De liefdes van Cass McGuire” een enorm leuke rol speel. Ergens is het wel begrijpelijk dat je andere rollen krijgt aangeboden. Op je veertigste speel je jonge vrouwen, fatale vrouwen en leuke, vrolijke mensen. Als je wat ouder wordt, blijven er alleen huishoudsters, grootmoeders en oude tantes over”. zoek ik naar iets dat er niet is”. En dan over haar privéleven: „Ik heb altijd erg Ik loop ook graag even fiets een eind door het ’s avonds speelt, blijft er vroegd, omdat Ellen Vogel, wegens rugklachten niet kon spelen. Ina van Faassen moest de rol in een paar uur leren, maar het werd al met al „een leuke beleve nis, het publiek vond het enig”, weet ze nog. Ze zegd: „Toen merkte ik hoeveel ik had aan de perio de dat ik bij Sonneveld zat. Ik had iets van: goed, zal ik het niet weten dan zeg ik wel wat anders of desnoods dat ik het niet meer weet. Tenslotte had ik mijn rol nauwelijks kunnen leren”. „En dat is een malle ervaring hoor, dat iets waar voor je je niet zolang hebt voorbereid toch succes heeft”. Ina viel vijf voorstellingen voor Ellen in en had op nieuwjaarsdag haar officiële première. Maar gerepeteerd heeft ze vrijwel niet met regisseur Guus Oster. Ze had zich de rol al zo goed eigen gemaakt, dat zowel Oster als zijzelf er tevreden over was. INA VAN FAASSEN gaat tot mei met „Sex a la meunière” door. Daarna vergezelt ze haar man over de grens die in München een paar weken aan een TV-serie van zeven delen gaat werken. Hij speelt als enige Nederlander de hoofdrol in de serie „Das Weltgericht”. De 42-jarige Ina verduidelijkt: „Het wordt iets heel interessants. Het verhaal is fictief, maar gaat van bestaande toestanden uit. Het gaat om de derde wereld die Europa aanklaagt. Ton speelt de aan klager. Ik mag mee, voor mij is het vakantie, maar hij werkt zich het leplazerus”. Het vooruitzicht dat ze in Duitsland alleen kan duimendraaien en eten koken trekt Ina van Faassen niet en daarom is ze van plan zich wat meer op het schrijven te gooien. Met bovenbuurman Henk Mo lenberg, die tijdens het gesprek zijn etage zuigt, heeft ze in december het boekje Rommelpotterij geschreven, waarvan de eerste oplage (10.000) snel was uitverkocht. Ze zegt: „Het staat te boek als een kookboek, maar eigenlijk heb ik een stel cursiefjes geschreven en Henk de recepten. Dat is een soort hobby van me. Ik heb ook liedjes geschreven en daar heb ik me suf op gewerkt. Martine Bijl gaat er een paar zingen. Voor dat boekje ging ik achter m’n schrijfmachine zitten en ik rammelde ’t er zó uit. Leuk werk hoor. Je hebt niemand nodig, kunt je gang gaan”. MIMI BOESNACH, die even aardig is als ze er uitziet, is op haar 35ste pas gaan acteren. Daarvóór was ze de ster in diverse groots opgezette revues. Ze kan daar uren over vertellen en heeft over die tijd al eens heel leuke dingen gezegd in „Dit is uw leven” en in een tv-interview met Elles Berger. Op haar elfde zong Mimi al in een café-chantant: „Een paar jaar lang, heel argeloos tussen het pu bliek. Na afloop was het met een bakkie geld op halen”. Haar zuster was danseres. Mimi stond ook als heel lief, onschuldig meisje op ansichtkaarten die voor drie cent op de markt lagen. In 1914 ging ze, veertien jaar oud, naar de Da- vids-revue waar ze een paar jaar bleef en onder meer 325 keer in de bekende revue „Loop naar de duivel” speelde. Toen kwam de Bouwmeesterrevue in het Paleis voor Volksvlijt, operette en shows met Buziau. veel thuis te rommelen. het Stedelijk binnen of Vondelpark. Maar als je niet zoveel dag over”. „Ik zie ook weinig collega’s op toneel of bij ons thuis. We zijn nogal tevreden met elkaar; gaan erg gelijk op in onze ideeën en smaken. Vroeger zat ik op de trap als ’t theater vol was. Maar het inte resseert me niet meer zoveel”. Nog nooit heeft Ina van Faassen zoveel komedie gespeeld als de laatste jaren. In de twintig sei zoenen dat ze „in de running” is, waren het vooral statige, terughoudende vrouwen die ze uitbeeldde. Voor de overgang naar het humoristische genre weet ze zo gauw geen reden. Goed, niemand in de Nederlandse toneelwereld voelt zich 100 percent op zijn gemak, zij óók niet toen ze Ensemble (het GROTE toneel) een paar jaar geleden voor Sonne veld (de kleine k) ruilde. „Het is niet zo dat het humoristische genre dich ter bij mijn eigen karakter ligt. Uiteindelijk komt het toch neer op je tekst. Als die maar goed is. Komedies zijn wel fijn om te doen, maar stukken van Tsjechov zijn natuurlijk ook niet uit te vlak ken”. „Die noem ik nou omdat ik hem heb gespeeld”, reageert Ina van Faassen. Ze heeft noch met Cam- mermans, noch met Sylvia de Leur of Marielle Fio let ooit op het toneel samengewerkt en ze noemt het „een zeer aardig groepje”. En verder over het werken voor een particuliere baas (John de Crane): „Ik merk toch wel duidelijk een verschil van instelling bij mijzelf en de an deren. Bij een gesubsidieerd gezelschap wordt het toch gauw kankeren. Ik houd hier erg van, we doen meer ons best”. In Sex a la meunière is Ina van Faassen Heleen Navazo; een cynische, zelfverzekerde vrouw die de Belgisch-Nederlandse eigenaar van een visrestau rant (Paul Cammermans) keer op keer lam slaat met rake opmerkingen. Ze speelt een woordenspel letje, terwijl Cammermans liever andere spelletjes met haar speelt, maar er niet over durft te be ginnen. haar richting uitgegooid. De actie-tomaat vond ze verschrikkelijk. „En achteraf denk ik, als er nou iets goeds uit was voortgekomen. Maar dat is niet zo, er is helemaal niets veranderd”. Bij de openbare discussie in de Schouwburg heeft ze zich „ontzettend” opgewonden. Er zaten twee meisjes achter haar, die telkens als een acteur aan het woord was, een radio hard aanzetten. „Ik heb me toen omgedraaid en met mijn knieën op de stoel die meisjes eens flink de waarheid ge zegd. Je had ze moeten zien kijken. Ze waren met stomheid geslagen, ze hadden zeker gedacht: dat mens dat zo sloom voor zich uit zit te kijken, houdt d'r mond wel. Maar ik was een wilde furie, ik kon die radio wel in elkaar trappen”. Over de rel rond het gezelschap zegt ze verder nog: „Ik ben er niet door veranderd. Ik had graag gewild dat er iets uit was voortgekomen. Ik kan me reusachtig goed voorstellen, dat ze het niet met het beleid eens waren. Maar we weten allemaal dat er geen goed repertoire te vinden is. Een goed bui tenlands stuk kan maar één gezelschap- krijgen, maar er zijn altijd zeker tien gezelschappen, die op de loer liggen”. MIMI BOESNACH is het contact met de arties- ten-van-toen een beetje kwijtgeraakt maar bij de radio-uitzending „Dit is uw leven” waren er veer tig balletmeisjes aanwezig. „Ze zaten in de zaal en stonden plotseling op. Met net zo’n grijze kop als ik. Nou toen kreeg ik wel even een dikke keel. Dag Miepie, dag Treesie, dag lepie en Tonnie en Tinie. Ik bleef maar roepen en die meiden ook gillen en juichen”. Mimi Boesnach herinnert zich haar glorieuze revueperiode als een onvergeteli, ke tijd. Maar waar om is ze toch naar het toneel gegaan waar, ze zegt Hoewel het verband tussen titel en inhoud van Raoul Kleijn’s gedicht ..Procés Verbale” niet duidelijk overkomt, laat zijn werk zélf weinig aan helderheid te wensen over. Bijzonder knap en fraai is een proces van „zichzelf verliezen” in woordbeelden gebracht. Het gedicht „Ek stase” vertoont in dynamiek en dramatiek elementen die wat aan Mars- man’s vitalistische poëzie doen denken. om gewoon met het publiek te gaan praten. Maar dat heeft hij gedaan bij „Centrum vermoordt pia niste” en dat is een uitputtingsslag”. „Als ’t even anders kan is dat wel zo prettig. We praten er met schrijvers over, het moet iets komisch worden, want je moet er van uitgaan dat er publiek moet komen. Eigenlijk word ik de laatste tijd wat moe van alleen maar komisch. Maar ik wil erg graag werken. Niet zozeer elke avond het toneel opgeschopt worden”. „Ik wou dat ik iets interessants in m’n handen had. Ik wil de mensen bezighouden, niet zozeer voor ze toneelspelen- We hebben gedacht over een pro gramma voor mensen tussen de 40 en de 50. Maar dat wordt gauw zo miesj. We zoeken geen duidelijk omlijnd genre, willen twee uur volmaken”. „Dat moet toch mogelijk zijn. Maar eigenlijk kan alles, dat geeft zo’n dramatisch gevoel. Eigenlijk i. Kostelijke tragikomische poëzie tenslotte van Judith Terlinghen, van wie we de tweede keer werk plaatsen. De pretentieloosheid ervan maakt de gedichtjes aantrekkelijk, maar heeft als nadeel dat ze minder dan het meeste andere werk beklijven. MIMI BOESNACH vertelt dat ze met geen mo gelijkheid naar een souffleur kan of wil luisteren. „Ik moet mijn tekst altijd zo goed kennen, dat het vanzelf bij me opkomt. Maar toch ben ik op een première nog altijd een beetje gespannen. Later, na tien, twaalf voorstellingen denk ik: Hè ja, ge zellig, vanavond weer spelen”. Mimi Boesnach heeft 21 jaar bij de Nederlandse Comedie gewerkt. Daarvoor in Den Haag. Bij de Nederlandse Comedie zijn er ook heel wat tomaten „Als ik bij het toneel honger moet lijden, lijd ik wel alleen. Ik wilde zo graag. Ik kwam bij het Hoofdstadtoneel. Actrices moesten toen nog zelf voor hun kleren zorgen. Ik had lang, wit geplati- neerd haar. Als ik een filmster moest spelen kon ik het ook”. Als ze me wat foto’s laat zien uit die tijd zie ik dat ze geen woord teveel heeft gezegd. Mimi Boesnach houdt de koffiekoppen gevuld en zorgt dat er iets lekkers op het schoteltje ligt. Ze heeft het over haar sta-caravan in Mijdrecht waar ze elk vrij moment, met de katten achterin de DAF, heen tuft. Vergeleken met vroeger, vindt ze, is er veel veranderd. „Jonge mensen krijgen nu veel sneller hun kansen”. „Vroeger sloeg je een stuk jeugd over en kon je met al je enthousiasme en je fouten niets doen. Jong talent krijgt nu meteen een fijne partij te spelen, dat is een goede verandering. Ten kwade is er naar mijn gevoel veranderd dat er zo weinig liefde meer is voor het vak. De romantiek is hele maal weg”. VOOR HAAR 72 JAAR ziet Mimi Boesnach er nog verbazend goed uit en voor Dolf de Vries, die „De liefdes van Cass McGuire” regisseert, was dat een probleem. „Want”, zei hij, „je mag dan wel 72 wezen, zo zie je er beslist niet uit”. En omdat de actrice in het stuk een bejaard, dement dametje moet zijn, konden de toneelkapper en grimeur er lekker tegenaan gaan. Over de première, waarna iedereen de rol van Mimi Boesnach roemde, zegt ze: „Bij zo’n eerste voorstelling ben je nooit klaar. Het is net als bij autorijden. De man die altijd naast je heeft ge zeten is weg. Je moet het helemaal zelf doen. Dan begint het pas, zeker als je met mensen speelt die zelf ook nog iedere avond aan hun rol werken. Je bent aan verandering onderhevig”.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 21