Zes jaarwerk aan de Bor oboedoer SELIM EN NILGUEN Twee uit 36.000 Turkse gasten „Eigenlijk een gewoon ontwikkelingsproject” 16 z SBB ZATERDAG 8 APRIL 1972 Erbij Nieuwe methoden Van Erp I Dienst Vlag Rijk Sparen Vrouwen (Van onze redacteur in Djakarta) I Selim en Nilguen werken bei den in Veendam. Hij (Selim) is lasser, zij (Nilguen) doet admini stratief werk op een kantoor. Bij na twee jaar geleden trouwden ze in Istanboel. Ze zijn niet represen- tarief voor de 36.000 Turken iJi Nederland omdat ze in wezen nog in de goede hoek zitten: beiden groeiden in redelijke welvaart op in Istanboel, terwijl de meeste Turkse gastarbeiders uit het veel armere en primitievere Oost-Tur- kije komen. Maar het aantrekke lijke van een gesprek met hen is’ dat ze al wat langer in West-Euro- pa zijn en daarom de zaken wat beter kunnen overzien. Daar komt bij dat hun huis in Veendam een informatiecentrum is voor Turken, waarbij de inlichtingen variëren van moeilijkheden met waterpok ken tot de mystiek van een giro- biljet. - c. aan w «HM '1 1 I Nilguen: „Weet u wat ik erg vind? Soms vragen de mensen hier: hoeveel vrouwen heeft jouw man? Ze denken „We eten veel meer vlees, veel scha- pevlees. Varkensvlees is officieel ver- Nilguen: „In Nederland zijn, dacht ik, nu veel meer meisjes dan in Tur kije. In een discotheek zie je hier vaak twee meisjes met elkaar dansen, als in Turkije een meisje danst, doet ze dat met een vriend. Ik vind het raar als twee meisjes met elkaar dansen.” Houdt u nog vast aan veel Turkse gebruiken? Selim: „De Hollanders hebben een spreekwoord: als een kind heel vies is zeggen ze: je bent zo smerig als een Turk .Zouden ze dat niet kunnen ver anderen, want een Turk is heel schoon. Misschien hebben we die naam gekre gen door de Turkse toiletten (een gat in de grond) maar een Turk wast zich vaak.” VOOR HET HERSTEL, speciaal wat betreft de steenconservatie, zul len geheel nieuwe methoden wor den toegepast waarvoor zeer diep gaand onderzoek is verricht. DE BERICHTEN over het verval van de Boroboedoer dateren al van de vorige eeuw, toen het Bataviaas s t 1 Selim: „Wij worden steeds meer Ne derlands, maar andere families houden vast aan veel Turkse gebruiken. We eten natuurlijk vaak Turks eten, we praten Turks met elkaar, behalve als ik boos ben, dat doe ik in het Duits”. „Wij kopen gewoon Hollands eten bij Albert Heijn, maar daar geef je een Turks smaakje aan, wat meer peper en knoflook, ons eten is scherper.” Nilgu en: „Maar als een Hollandse familie 70 gulden aan eten uitgeeft, hebben wij 120 gulden nodig. Alle Turkse gezinnen hier praten daarover.” 1 1 «■S meestal niet terug. Alle Turken hier praten erover om terug te gaan. Maar ik ken Indonesische mensen die er al 30 jaar over praten en ze zijn nog steeds hier. Of ze ooit nog een keer zullen gaan, dat weet niemand.” Nilguen: „Van de meesten hoor je dat ze terug willen. Maar soms spreken de kinderen helemaal geen Turks meer, dat is erg moeilijk. We hebben familie in Rotterdam, ze zijn al negen jaar hier, hun jongen is nu 12 jaar. Hij spreekt helemaal geen Turks. Dat geeft zijn vader veel zorg, want straks moet hij in Turkije in dienst.” Selim: „Het leger in Turkije is erg streng. Als je hier in een pension komt, zie je ze allemaal nog net zo staan (doet een stramme soldaat na), het is nog net als in de armee. Ik ben in het Turkse leger geweest, in ons opleidings- program stond dat we, als het regen de, buiten moesten staan. Om daaraan te wennen. Er stond bij dat je in de regen moest blijven tot je onderbroek nat was.” „We gaan de Boroboedoer bijna helemaal afbreken en een betere fundering geven; verder zorgen we dat de steen niet verder wordt aan getast. Dat zal alles bij elkaar zo’n zes jaar gaan duren”, vertelt prof. Voute in zijn kantoortje in Djakar ta. Hij is het toonbeeld van Neder landse nuchterheid en maakt zich niet zo veel zorgen dat de benodigde 30 miljoen gulden er niet zullen komen. „Het herstel van de Boroboe doer is natuurlijk uit historisch oogpunt van het allergrootste belang, daar twijfelt geen mens meer aan, maar ik ben een voorstander van een zakelijke benadering van dit karwei”. Dit zegt de Nederlandse geoloog prof. dr. Caesar Voute die na mens de Unesco als coördinator optreedt bij de conservatie van dit negende-eeuwse boeddhis tische bouwwerk. rijden van de stad Djokja. Wil men die grote stroom toeristen kunnen verwerken dan zal er een geheel nieuw vliegveld bij Djokja moeten komen, want het huidige kan niet worden uitgebreid. Djokja ligt mooi op de internationale toeristische route Djakarta-Djokjakarta-Bali. (Van een speciale verslaggever) In grote delen van het land legden de vrouwen de sluier af (wat zo ongeveer een uiting van nudisme was), het Latijnse alfabet werd in gevoerd, de Islam als staatskerk afgeschaft toen de militair Moestafa Kemal Pasja in het begin van de jaren twintig de huidige Turkse staat vestigde. Ataturk, vader van de Turken, noemden zijn onderdanen hem en velen erfden van deze vader een fel nationalisme, dat af en toe nog bovenkomt als je met Turkse gastarbeiders praat. Sommigen geven niet zo rap toe dat hun land, dat inmiddels door een miljoen werkers is verlaten, zo zijn schaduwkanten heeft en op het mo ment dat dit interview met Selim en Nilguen Tarlan op de politieke toer zal gaan, zijn de antwoorden samen te vatten in de mededeling dat Turkije een mooi land is, in het zuiden wat warmer dan in het noorden. En de perziken zijn er vreselijk goedkoop. dat een Turk nog veel vrouwen heeft. En dan antwoord ik: ik ben de enige, sinds Atatürk mag een man niet meer vier vrouwen hebben.” Selim (lachend): „Jammer dat. Ata türk gekomen is. Dat een man vier vrouwen mocht hebben, kwam door het geloof, de Islam. De eerste vrouw was trouwens de baas over de andere drie. Maar dit systeem moet je meer sociaal dan erotisch zien, een man had de plicht vier vrouwen te onderhouden. Hij hoefde er geen vier te hebben, maar moest het wel, als hij vier kon onderhouden. Hoeveel vrouwen zijn hier trouwens alleen en hebben geen kans te trouwen?” boden, het is onrein. Wij eten het trouwens wel. Maar laatst hadden we hier familie en toen die vrouw zag dat ik varkensvlees gebruikte, is ze eerst in de winkel een nieuwe pan gaan halen.” Hij voegt daar onmiddellijk aan toe dat er van een serieuze aanpak van zorg voor historische monu menten in Nederland evenmin spra ke was. „Wij zijn op dit gebied tot aan de laatste oorlog ver achter gebleven bij landen als Frankrijk, Engeland en Italië.” Het eerste serieuze onderzoek naar de toestand van de Boroboe- „Het startbedrag van vijf miljoen gulden is er. Technisch is de zaak al goedgekeurd. Op het ogenblik ma ken mensen van het Nederlandse bureau Nedeco de bestekken. Begin volgend jaar volgt de aanbesteding en onmiddellijk daarop de uitvoe ring”. Hij praat erover alsof het een oud kerkje is dat even opgeknapt moet worden, maar het gaat in feite om één van de mooiste boeddhisti sche bouwwerken die de wereld rijk is. De boeddhistische tempel, waar bijna de gehele negende eeuw zo’n tienduizend arbeiders aan hebben gewerkt, zal als alles meezit bijna twaalf eeuwen later weer helemaal in zijn oude glorie zijn hersteld. de stroom nog af en zo wordt het natuurlijk wel een beetje moeilijk.” „Het eerste wat ze allemaal willen, is een teevee en een auto. Een televisie, dat vind ik goed, want je leert er beter Nederlands door. Maar een oude auto, dat vind ik niet goed. Alle spaarcenten gaan erin, hij is snel kapot en het is nog gevaarlijk ook.” genootschap alarm sloeg. De rege ring dacht toen in de verste verte niet aan restauratie, integendeel, toen koning Chulalongkorn van Si am in 1896 een bezoek aan Neder lands Oost-Indië bracht werden hem acht wagens vol van de mooi ste reliëfs van de Boroboedoer ten geschenke gegeven. cent bijeengebracht door de verkoop van een speciale postzegel. Prins Bernhard is ere-voorzitter van dit comité en heeft, volgens prof. Voü- te, door er zijn naam aan te verbin den ook in andere landen veel goodwill voor het project gekweekt. Uit de Nederlandse pot voor tech nische hulp aan Indonesië komt nog eens 550.000 gulden. West-Duitsland geeft twee miljoen gulden en Japan stelt voor ieder jaar dat er aan de Boroboedoer wordt gewerkt 330.000 gulden beschikbaar. Bovendien heeft het Japanse bedrijfsleven zich tot taak gesteld ongeveer vijf mil joen gulden bijeen te brengen. Selim: „Voor veel Turken is Neder land een hele vreemde, andere wereld. Een koelkast hebben ze nooit gezien, alleen de rijken hebben in Turkije televisie. Ze verwonderen zich en zeg gen: Holland is een heel rijk land.” Nilguen: „In het begin is een vrouw nog wel es bang als de wasmachine aanstaat.” Selim: „Maar ze passen zich vlug aan, aanpassen aan dingen die gemakkelijker zijn, gaat erg snel. An dersom is moeilijker, ze hebben meer problemen als ze weer in Turkije terug zijn.” Nilguen: „Iedere avond komen hier wel drie mensen met problemen.” Se lim: „Het kind is ziek, er moet een afspraak met de dokter komen maar ze kunnen niet opbellen. Of ze willen een bepaald kruid kopen en weten niet hoe het heet. Of ze verwachten een baby en weten niet hoe dat gaat met de kliniek en de vroedvrouw.” Nilguen: „Soms wil een Turkse vrouw niet naar de dokter, omdat een dokter een man is en door een man wil ze zich niet laten onderzoeken. Daarom gaan veel Turkse vrouwen hier nu naar de vroedvrouw, dat doen ze liever.” Selim: „Soms is er iets met de fa briek: de kinderbijslag klopt niet of er is te veel belasting ingehouden. Al die formulieren zijn erg moeilijk voor ie mand die hier pas woont. En dan helpen we graag. We gaan ook vaak mee om tweedehands meubelen te ko pen, want we betalen hier allemaal zo’n 200 gulden huur, van 700 gulden salaris blijft dan 500 over, daar moet OP DEj VOORZICHTIGE vraag aan prof. Voüte of dat betekent dat in de onmiddellijke omgeving van de herstelde Boroboedoer cola-tent- jes, amusementscentra en hotels zullen verrijzen, antwoordt hij: „Zeer zeker niet. Want de hele om geving, inclusief de nabijgelegen tempel Mendoet, wordt beschermd gebied. We maken er een archeolo gisch park van, waarvan er in de toekomst meer zullen komen. Dit alles past in het kader van de uitbreiding van de nationale Indo nesische oudheidkundige dienst en het opzetten van een dienst voor monumentenzorg, waarbij op den duur zo’n 500 tot 600 mensen per manent werk kunnen vinden.” Aan het hoofd van die dienst staat op het ogenblik dr. R. Soek- mono, die ook projectleider is van het werk aan de Boroboedoer. Ver der noemt prof. Voüte in dit ver band factoren als „kennisover dracht” en „mentaliteitsverande ring” als uiterst waardevolle „bij komstigheden”. „Er zijn hier in Veendam zo’n 40 Turkse gezinnen, ze zijn in ieder geval van plan zo’n vijf jaar te blijven. De Turken die hun vrouw niet laten over komen, willen sparen en na twee jaar weer terug. De jongeren sparen ook veel, maar willen graag hier blijven en met een Nederlands meisje trouwen.” Nilguen: „De Nederlandse buren hel pen de Turken ook veel, als ze een advertentie lezen met tweedehands meubelen, komen ze die brengen. Als een Turk in het ziekenhuis ligt, komen ook vaak Hollandse mensen op bezoek en ze geven speelgoed voor de kinde ren." doer is gedaan in 1963 door prof. Voüte en de Franse deskundige Bernard Groslier, de conservator van de wereldberoemde Angkor Vat-tempels in Cambodja,. Op grond van dat rapport is men toen tot de overtuiging gekomen dat res tauratie niet veel langer kon wor den uitgesteld. De Indonesische regering vroeg de UNESCO om hulp. Deze organisatie kan in vergelijking met het totale bedrag dat voor herstel nodig is maar erg weinig geld ter beschik king stellen, maar stelt wel deskun digen beschikbaar en heeft toege zegd de Indonesische regering te zullen helpen bij de campagne om een Boroboedoer-fonds te stichten. Op het ogenblik is ruim vijf mil joen gulden toegezegd. Het Neder landse Boroboedoer Comité geeft 350.000 gulden. Daarvan is 80 per- Selim: „Ik heb hier familie met kin deren op bezoek gehad, mijn Neder landse buurman zei toen (ik kon het horen) tegen zijn dochter: je moet met de Turkse kinderen spelen en met ze praten, daar leren ze van. En toen bij de overbuurman een dochter jarig was, kwam er hier ook een uitnodiging.” „Sommige Nederlanders zijn nog een beetje bang voor Turken, het zijn voor hen vreemde mensen, ze zijn bang dat hun dochter contact met een Turk krijgt, die haar mee naar Turkije neemt. Maar u kunt er gerust bij schrijven dat ze niet bang hoeven te zijn; die Turken blijven wel hier. Nilguen: „Laatst ging een Turkse jongen op vakantie naar Turkije en toen heeft de moeder van het Neder- Nilguen: „Een man uit Oost-Turkije kan beter vijf jaar naar Nederland komen dan vijf jaar daar blijven. Hij verdient en als hij teruggaat kan hij altijd meer dan vroeger.” Selim: „Een Turk is berustend, dat is typisch oosters. Hij ziet wat in de kapitalistische landen allemaal kan, maar legt zich er gauw bij neer dat het in Turkije niet kan. De mensen moeten er geholpen worden, ontwik keld warden, niet zo zijn dat ze alle mensen geloven. En de militairen be schermen hen tegen slechte ideeën.” Is het een slecht idee als je in de gaten gaat krijgen dat een aantal din gen in het eigen land, bijvoorbeeld de welvaartverdeling, echt wel beter zou kunnen? Selim: „Turkije is een erg mooi land, wij Turken houden van Turkije.” landse meisje met wie hij omging, gehuild. Ze vond het erg dat hij weg ging.” Als de man hier al een tijd woont, is het dan voor de vrouw, als ze hierheen komt erg moeilijk zich aan te passen? Nilguen: „Soms wel ,ja. Er was hier een man en zijn vrouw zat in Turkije, maar hij was hier samen met een Nederlands meisje. Toen kwam zijn vrouw hierheen. Het Hollandse meisje bleef ook komen, en dat wilde de Turkse vrouw niet hebben, want ze merkte dat het niet gewoon visite was. Tenslotte is de Turkse vrouw noodge dwongen weer teruggegaan.” als een landelijke cao? Selim: „Die is er wel, maar er wordt daar veel meer onder de tafel geregeld dan hier, de organisatie is van a tot z slecht, de mensen zijn werkloos en nemen dan genoegen met een lager loon.” „Mensen die geen werk hebben, krij gen weinig steun, maar leven op kos ten van de familie. De familieverhou dingen zijn er heel anders dan in Nederland; als een vader een baan heeft en de zoon niet, dan woont hij met zijn vrouw bij de vader in. Heeft de jongen een goede baan, maar de vader niet, dan leeft de vader bij de zoon in. Maar de vader is altijd de baas, wat hij zegt, moet gebeuren.” HET IS vermoedelijk aan Van Erp te danken dat de Boroboedoer er op dit moment niet nog erger aan toe is. Op de vraag aan prof. Voüte of het Nederlandse koloniale bewind kan worden verweten niets aan de zaak gedaan te hebben, antwoordt hij bevestigend. „Als je trouwens tegen een Turk zegt, dat hij een slecht mens is, wordt hij kwaad. Maar als je zegt dat zijn vlag smerig is, wordt hij honderd keer zo kwaad.” Wat vindt u ervan dat een miljoen Turken buiten Turkije werkt om de industrie in andere landen op gang te houden, terwijl Turkije zelf steeds ar mer wordt? Selim: „We werken niet voor Hol land, we werken in de eerste plaats voor de eigen interesse. Het is heel beroerd dat zo veel Turken uit het land weg moeten. Ze sturen ze weg, ze kunnen ze zelf niet gebruiken. Als ik erover nadenk, dan denk ik: er klopt iets niet .Het zou beter zijn als de Hollanders in Turkije fabrieken bouw den, zodat we daar konden werken.” In het begin zei u dat het systeem van gastarbeiders een soort ontwikke lingshulp is, de Turken komen hier heen om een vak te leren en daarmee het eigen land vooruit te helpen. Maar is het niet zo, dat de Turken hierheen komen uit bittere noodzaak omdat ze thuis werkloos zijn en hier geld kun nen verdienen? En dat de ervaring die ze opdoen alleen een aardige bijkom stigheid is? In 1907 was het de Nederlandse geoloog Van Erp die geheel op eigen houtje besloot om geld bijeen te krijgen voor het herstel van de meest urgente verzakkingen. Met veel moeite zamelde hij 35.000 gul den in. Hij wijdde bijna zijn hele leven aan de restauratie. De steen zal met een bepaald middel worden behandeld en on zichtbaar voor de bezoekers worden filters ingebouwd om het regenwa ter snel te kunnen laten weglopen. Het onderzoek zal volgens prof. Voüte zeker ook ten goede komen bij het herstelvan andere geheel vervallen cultuurmonumenten, waarvan er in Azië nog zo veel zijn. „Wat Indonesië zelf betreft wil ik graag wijzen op de vele bijkomende voordelen, waardoor we, naar mijn mening, eigenlijk van een gewoon ontwikkelingsproject kunnen spre ken.” Prof. Voüte wijst allereerst op de economische kant van de zaak: „In één van de armste streken van Java wordt aan 600 mensen gedu rende zes jaar werk gegeven. Het toerisme naar deze streek wordt bevorderd. In 1980 worden hier naar schatting enige honderdduizen den toeristen uit binnen- en buiten land verwacht.” De Boroboedoer ligt ruim een uur Selim (niet bijster gelukkig met dit voorbeeld): „Maar meestal is de man heel blij als zijn vrouw komt, hij wil haar alles in Nederland laten zien. Soms hebben Turkse vrouwen in het begin hier nog een lange broek aan met een rok eroverheen en een sluier zodat je het haar niet kunt zien.” Nilguen: „Een vrouw die hier net was, keek heel raar naar mij omdat ik een korte rok aan had. Ze kwam uit een heel klein dorpje en was nog nooit in Istanboel geweest. Moet erg mooi zijn, zei ze. Ze was direct uit haar dorpje hierheen gekomen. Ik zei: je hebt zulk mooi haar, waarom doe je er een sluier om? De tweede keer kwam ze zonder doek, ik heb niks meer gezegd.” Selim: „En als een gezin dan goed gespaard heeft, willen ze terug naar Turkije. Ze bouwen er een huis, maken er een eigen werkplaats, de andere mensen vinden dat dan knap. Maar iemand die uit het oosten komt, blijft vaak in het westen, omdat hij er betere mogelijkheden heeft.” „Naar het eigen dorpje gaat hij Selim en Nilguen spreken zeer rede lijk Nederlands. Selim Tarlan: „Een kilo brood kost in Turkije twintig cent, een kilo vlees tweeëneenhalve gulden, de beste perziken, een héle kilo één gulden.” „Allemaal erg goedkoop, maar de Turken komen hier werken omdat één gulden vier lira is, dan kun je in ieder geval één lira sparen. Daar komt bij dat Turkije een onderontwikkeld land is, de mensen die teruggaan ne men hun ervaring in een vak mee en zo is het ook een soort ontwikkelings hulp.” „De Turkse mentaliteit is heel anders dan de Nederlandse, een Turk is vlug boos, en als hij boos is kun je dat zien aan zijn ogen. Ik ben nu 12 jaar in Europa maar je kunt aan mijn gezicht nog steeds zien dat ik boos ben. Wat een Turk denkt, merk je ook aan zijn gezicht. Maar aan een Hollander merk je niets. De Turk heeft meer témpera- ment en in alle landen waar de men sen sneller opgewonden zijn, zijn de gevangenisstraffen hoger.” „Wie het in Turkije goed gaat, gaat er niet weg, het is een mooi land. Maar er is veel werkloosheid, de men sen in het oosten (het Aziatische deel van Turkije) zijn onontwikkeld, er is weinig industrie. Zij trekken naar het westen van Turkije en zijn daar goed kope mensen, verdienen misschien tien gulden per dag.” „Daarom krijgen de mensen uit het oosten sneller werk dan de mensen in het westen zelf, want die zijn duurder. Zij worden werkloos; samen met men sen die in het oosten werkloos zijn, komen ze hierheen en dan blijven er weer Nederlanders werkloos. Zo schuift alles op.” Iemand uit het oosten verdient in Turkije dus veel minder dan iemand uit het westen, is er dan niet zo iets

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 16