DichtErbij -
VAN FELLINI
Lichtbeelden van een ondergang
TONEELNOTITIES
„ROMA”
MBS
i|||
3JI1É
iis®
«w 1
zai
14
ZATERDAG 22 APRIL 1972
Erbij
(Onder redactie van Hein Steehouwer en Bas Baan)
LENTE
Kwarteeuw wereldstad
w
w
n
n
Visioen
RAAM
be
„HILLEGOM”
g
d
s
f
h
r
TT ET IS VOORJAAR en dat is te merken aan de grote stroom
A A inzendingen. Heel veel debutanten waren er bij. Jammer
genoeg zijn er te weinig, die voor plaatsing in aanmerking ko
men. We krijgen de indruk, dat veel gedichten met weinig zelf
kritiek worden geschreven. Sommigen komen er eerlijk voor uit,
dat ze „probeersels” inzenden Daarvoor is deze rubriek niet
bedoeld, hoewel het een jongerenrubriek is. Sommigen vragen of
we hun pogingen willen beantwoorden met een persoonlijke
brief. Het is ons echter onmogelijk om de niet geplaatste inzen
dingen van op- of aanmerkingen te voorzien. Daarvoor ontbreekt
helaas de tijd, want het zou dagwerk zijn. Dat velen aan zichzelf
twijfelen en tóch inzenden blijkt ook vaak uit de onleesbare
handschriften op kladjes papier. Wie respect heeft voor zijn
kunst of kunnen is ook geneigd zijn inzending goed te verzorgen.
LS JE FEDERICO FELLINI
vraagt waarom hij na La
X A. Dolce Vita en Satyricon op
nieuw een film over Rome heeft
gemaakt („Roma”, wereldpremière
in maart in Italië) zegt hij: „Ze
hebben me aangeboden om films
te maken in Tibet en in Brazilië
en in Afrika. Het interesseert me.
Maar ik houd niet van reizen en
daarom ben ik opnieuw dicht bij
huis gebleven”. „Roma” is het ver
haal van Fellini zelf. Hoe hij in
zijn geboorteplaats de opgewon
den verhalen hoort over Rome.
Hoe hij op 20-jarige leeftijd als
journalist naar de grote stad trekt
juist voor het uitbreken van de
oorlog te midden van de opge
smukte nazi-propaganda. En hoe
hij als gids voor een buitenlands
televisieteam het Rome-van-van-
daag ervaart. Het blijft bij licht
beelden! Beelden die hij ook als
kleine jongen in het patersschool-
tje heeft gezien: De St. Pieter, het
Capitool, het Colosseum. Moment
opnamen van de stad, lang uitge
sponnen, met Felliniaanse inven-
titeit tot een gigantisch fresco ver
werkt van chaos, hel en hemel,
waarbij je na afloop de verzeke
ring hebt dat Fellini nog lang niet
klaar is met Rome en Rome zeker
niet met Fellini.
Modeshow voor bisschoppen
MARIA PLANTJE
V'
school
in
KITTY SCHOORL
i
IDA GOEDHART
ROEL JUNGSLAGER
li
PI
d<
Ondanks de peroratie hierboven gaan we door. Gelukkig waren er een
paar oude bekenden, die deze keer „body” aan de rubriek kunnen geven.
Inzendingen voor de volgende keer en als altijd werk van jongeren
tussen 16 en 24 jaar weer binnen twee weken aan: Hein Steehouwer,
kunstredactie Haarlems Dagblad, Grote Houtstraat 93, Haarlem, met in
de linkerbovenhoek op de enveloppe „Dichterbij”.
VS
EEN ONVOLTOOID en vrijwel onbekend toneel
stuk van George Bernard Shaw, geschreven toen hij
tweeëntwintig jaar was, zal binnenkort voor het eerst
worden uitgegeven. De titel luidt: „Passiespel; een
dramatisch fragment”. Shaw is bij het schrijven in
het tweede bedrijf blijven steken. Het is een profaan
stuk, waarin Maria als een feeks en Jozef als een
dronkaard worden uitgebeeld terwijl de lijst van dra
matis personae begint met: „Jezus, onwettig kind van
Maria”. Een Amerikaanse toneelhistoricus, Gerald
Bringle, vond het manuscript onlangs in het Brits
Museum. Het stuk zal op de markt worden gebracht
in een kostbare, zeer beperkte oplaag, ingeleid en ge
annoteerd door Gerald Bringle.
poging om een geweldige roman in dramatische vorm
te gieten en als een van de weinige serieuze stukken
die dit seizoen op Broadway zijn opgevoerd.
Voorjaar van
dansende
golven groen
jaagt me
voort naar
dood, door
deinende kopjes
geel en geuren
blauw. Woest
tekent zich
de lucht.
Voor rood
op de vlucht
een klodder
wit. Verhit
het eind
een trillend
bruine horizon.
ik wil met jou
de zon tegemoet vliegen
en geen zee regen of wind
zal nog nodig zijn
t
i
1
1
kaanse schrijver die in Rome woont:
„Met de problemen van luchtvervuiling
en waterverontreiniging, met de pro
blemen van honger en overbevolking
naderen we toch vrij snel het einde
van de wereld. Wat is een betere stad
om dat einde af te wachten dan Ro
me”.
Zo denkt ook FeUtoi. Op het einde
laat hij nog zien hoe hippies door de
politie worden geslagen en gearresteerd
en tenslotte eindigt de film met gie
rende motorrijders die langs de oude
Zf
di
tc
k;
d<
b
b
a
S’
il
d
d
s
t
V
DE ROMAN „The web and the rock” van de Ame
rikaanse schrijver Thomas Wolfe, die in 1938 stierf, is
gedramatiseerd door de actrice Dolores Sutton. Het
stuk wordt onder regie van Jose Ferrer opgevoerd in
het Newyorkse Theatre De Lys. De hoofdpersonen,
een jonge schrijver (met wie Thomas Wolfe zichzelf
heeft bedoeld) en een twintig jaar oudere decor-ont-
werpster, die hem liefheeft en bemoedert, worden ge
speeld door James Naughton en Dolores Sutton zelf.
Het stuk wordt door de Newyorkse critici gewaar
deerd als een moedige maar niet volledig geslaagde
een visioen, waairbij Pius XII tussen
wapperende struisvogelveren neerkijkt
op het publiek, dat juist lichtgevende
kazuifels heeft bewonderd. Voor Fellini
blijft ook de katholieke kerk nog een
goed stuk spektakel.
Fellini vraagt tenslotte bij een nieu
we maaltijd want daar weet Rome
raad mee in Trastevere aan een
aantal acteurs en schrijvers wat zij
van Rome vinden. Typerend is het
antwoord van Gore Vidal, de Ameri-
DE HAMBURGSE STICHTING FVS heeft haar
Shakespeare-prijs voor het jaar 1972 toegekend aan
de Engelse acteur Paul Scofield. De prijs, die 25.000
mark bedraagt, werd hem verleend „voor zijn uit
zonderlijke verdiensten voor het Engelse toneel".
Sedert zijn Hamlet-vertolking in 1955 geldt de nu
Het kan nóg anders. Dat bewijst Roel Jungslager ook een debu
tant die de natuur abstraheert. Hij schrijft het zelf, dat hij zijn
onderwerp eigenlijk als een compositie ziet. Hij creëert er een eigen
versmelting van kunst en natuur mee en hij is zich dat ook bewust.
DE RUSSISCHE regisseur Mikhail Kedrov, die
vooral in de tien jaar na de tweede wereldoorlog
belangrijk werk heeft gedaan, is op 79-jarige leef
tijd overleden. Hij was een leerling van Stanislavski
en was jarenlang aan het Moskouse Kunsttheater
verbonden, waar hij in 1924 als acteur gedebuteerd
had. Hij was drager van de Orde van Lenin en vier
keer onderscheiden met de Stalin-prijs.
Ida Goedhart, de meest getrouwe van alle inzenders, beleeft de natuur
weer geheel anders. Volkomen onaards verlaat ze de „benedennatuur”,
om in een gedroomde opvlucht haar eigen „bovennatuur” te ontdekken.
Bij haar wordt deze keer alles een visioen, waarmee ze aan de
alledaagsheid tracht te ontvluchten, terwijl ze toch gebonden blijft aan
vluchtige natuurbeelden.
ik vlieg de zon tegemoet
door luchtlagen kristal en parelmoer
door zeevlaktes zoutwoestijnen
velden met dansende winden
door de rode flonkeringen
ik vlieg de zon tegemoet
ga je mee
we zullen de rode vogels ontmoeten
en door vele
onbekende landen komen
we zullen de godinnen zien
met de slanke handen vol gouden bloemen
ik vlieg de zon tegemoet
kom gauw en ga mee
door het land van de
sterren in duizend naamloze kleuren
door het land van de
klanken van stilte
door het land van de duizend
jarige kastelen met rozen begroeid
vlieg met me mee
de zon tegemoet
door het land van de rode
bloemen dat zo mooi is
dat het niet bestaat
door het land van de dromers
waar niets dan dromen bestaan
IN HET THÉATRE RÉCAMIER te Parijs begint
dezer dagen een reeks van zes „Journées Internatio
nales du Theatre", ter inleiding van het „Théatre
des Nations" van dit jaar. Bekende toneelmensen
als Roy Hart, Jean-Louis Barrault, Nicolas Bataille,
Jean-Marie Serreau, Peter Brook en Jack Lang zul
len er het woord voeren en Franse zowel als buiten
landse studenten in de theaterwetenschap zullen er
theoretische of praktische bijdragen voor leveren.
In mei begint het eigenlijke „Théatre des Nations”
dat tot in november zal duren. Het zal voorstellin
gen omvatten van Franse, Engelse, Duitse, Italiaan
se, Balinese, Bengalese en Canadese gezelschappen.
Barrault, die de algemene artistieke leiding heeft,
gaat ook werkgroepen voor toneelresarch vormen;
de eerste ervan wordt geleid door Robert Wilson,
de tweede door Luca Ronconi.
Een zeer abstract schilderij
het grijsblauwe vlak
strak doorsneden door twee witte strepen
die langzaam uitdijen
met het blauw vervloeien,
echter voordat het effen is
trekt een vreemde kwast
weer een hagelwitte lijn.
Vaak denk ik
dat het surrealistische overschreden is
als ik zo naar buiten kijk.
De donkere aarde wacht nu stil
want een wonder zal gebeuren.
De bloemen steken één voor één de koppekes op
in tal van bonte kleuren.
Hoog schalt de merel in mijn rozelaar
in mijn hof sjilpen al de vogels door elkaar
vannacht werd een kalf geboren.
Het paard met haar veulen aan haar zij
staat zwijgend in de groene wei.
Klikker de klakker kloefren de kienders
langs blinkende kasseien
met bolronde gezichtjes
en kleurige strikjes
zo kloefren en klappen zij reutelend voort.
Zo’n vrolijk stelleke
langs een oud kapelleke.
Tot al de kerkklokken luiden
en heel Vlaanderen het hoort.
Het is feest vandaag, het is feest vandaag
Het is meie.
MAAR MET DIT ROME van de
jaren zeventig heeft Fellini toch meer
moeite. Lang moeten we door de tun
nels dwalen van de ondergrondse-in-
aanleg, waarbij eeuwenoude fresco’s
worden vernield. Rome-in-verval, ook
in de adellijke kringen, waar een prin
ses zich zorgen maakt over de onder
gang. Nog één keer worden de schil
derijen in haar huis af gestoft en opge
hangen. De lakens gaan van de banken
en er wordt een grandioze modeshow
voor bisschoppen gegeven, eindigend in
Ook en nog altijd door de natuur „bevlogen” is Kitty Schoorl,
van wie we al vaker werk plaatsten. Zij schrijft een gespierder taal. Als
ze schilderde, zou ze bepaald een expressioniste zijn en dan een van
een soort, voor wie moeder aarde een groot en vertrouwd lichaam is.
monumenten racen en iedere verdere
illusie verstoren.
„Roma” is prachtig gefilmd en knap
gemonteerd. Het blijft een verzameling
momentopnamen van de stad, maar
Felil’ini heeft ze zo fantastisch geschil
derd, dat de film toch, ondanks de
lange duur (meer dan twee uren),
blijft boeien. Het verhaal is niet af,
maar Fellini zou ook niet graag zonder
nieuw script komen te zitten.
DE ENGELSE TONEELSCHRIJVER John Osbome
heeft een nieuwe bewerking gemaakt van Ibsens
„Hedda Gabler”. Het Royal Court Theatre in Londen
geeft er in mei de première van, onder regie van
Anthony Page en met Jill Bennett in de titelrol.
PETER GONZALES (een jonge ac
teur uit Texas) komt in een smetteloos
wit pak in 1939 op het station Termini
aan. Hij belandt in een pension met de
vreemdste personages, allemaal typen
van de regisseur die tot zijn apocalyp
tische wereld behoren. De jonge jour
nalist neemt diezelfde avond al deel
aan een straatfeest. De tram moet
stilhouden in de straat als de spaghetti
wordt opgediend in het openluchtres
taurant dat, naarmate de avond vor
dert, ook de rijweg in beslag neemt.
De jonge provinciaal blijft niets
bespaard. Fellini neemt zichzelf mee
naar de bordelen voor de armen en de
Frans-opgesierde bordelen voor de rij
ken. En naar een lange vertoning van
het vooroorlogse cabaret, waarbij het
publiek ontevreden wordt en dode kat
ten vanuit de zaal voor de voeten van
de artiesten gooit. Fellini zegt: „Ik wil
laten zien dat het Romeinse publiek
nog even onbarmhartig kan zijn als
tijdens de dagen dat Circus Maximus
nog fuctioneerde”.
De jonge journalist ulilt de provincie
wordt opgenomen in een bruisend Ro
me dat nauwelijks weet dat er een
oorlog is en onwennig bij een bom
alarm in de schuiUkeMers kruipt.
Dan is het plotseling 1972. Fellini
wacht met zijn filmploeg op een grote
heftruc bij de ingang van de stad. Hij
neemt zijn toeschouwers mee over de
„Raccordo Annulare”, de grote rond
weg van Rome en leeft zich uit. De
haat, de passie, de moordlust in het
verkeer, de vervuiling, de vernedering
voor de vrouwen die langs die weg nog
prostitutie bedrijven en in Rome „le
polverose” worden genoemd: de meis
jes die onder het stof zitten.
Een verkeersongeluk, een truck die
gekanteld is, kalveren dood, het bloed
zoekt zijn weg in de zwarte plassen op
het asfalt, neonlichten, sirenes van de
politie, lampen, een bus voetbalsuppor
ters die schuchtere mensen in kleine
Flatjes te lijf willen. Daar is FelMni,
meester in de registratie van een soort
ondergang in de chaos.
Er moet toch wel een hecht verband zijn tussen het land waar men
woont en de aard van de gedichten, die men schrijft. Iedereen weet, dat
Vlaamse gedichten vaak dichter bij de natuur staan, dan in ons koele
noorden. Ook, dat het natuurgevoel op een andere manier wordt ver
tolkt, kleuriger, vaak met verkleinwoorden en daardoor meer ver
tedering.
Maria Plantje is een meisje in België. Aan haar werk leest men het
Vlaamse af, hoewel ze toch schrijft, dat ze een Haarlemse van geboorte
is. Om de typerende „Vlaamse” aard drukken we hieronder een gedicht
van deze debutante af.
Lichtbeelden op de
Rimini.
vijftigjarige Scofield als een van de beste Engelse
Shakespeare-spelers.
DE DRIE WEST-BERLIJNSE staatstheaters het
Schiller-Theater, het Schlosspark-Theater en de
Studio van het Schiller-Theater komen dit najaar
onder nieuwe leiding. Boleslav Barlog, die 27 jaar in
tendant is geweest, wordt dan opgevolgd door Hans
Lietzau, die een soortgelijke functie in Hamburg heeft
gehad. Lietzau heeft verklaard, na Barlogs periode
van „ideologisch toneel” een repertoire van „anti-
ideologisch toneel” te zullen brengen. Dit zal het eer
ste seizoen bestaan uit „Der Prinz von Homburg” van
Kleist, „Don Carlos” van Schiller, „Lear” van Edward
Bond, „Julius Caesar” van Shakespeare, „Het balcon”
van Genét, „De vogels” van Aristofanes, en „Een
feest voor de bisschop” van O’Casey.
DE AMERIKAANSE SCHRIJVER Chris Gore en
de componist Galt McDermot (die de muziek voor
„Hair" leverde) hebben een nieuwe musical klaar,
die in de aanstaande herfst op Broadway zal worden
opgevoerd onder regie van de Engelsman Peter Hall.
De musical heet „Via Galactica" en gaat over ruim
tevaarten in een verre toekomst.
HET IS DIT JAAR vier eeuwen geleden dat de
Engelse toneelschrijver Ben Jonson werd geboren.
Dit feit wordt in Londen herdacht met een nieuwe
enscenering van Jonsons beste stuk „The alchemist”
door de Young Vic, die met de opvoering ook een
buitenlandse tournee gaat maken, onder meer naar
het Weense toneelfestival eind mei.
SIMON KOSTER