HENGELO BESLIST OVER TOEKOMST WIERSMA Staanplaats DAN VOORAL KLEINE SPORTBONDEN ZOEKEN MOGELIJKHEDEN TOT SAMENWERKING Rugby’er Jus van Doorn de grote animator BEWIJZEN DAT HIJ DE STERKSTE IS” WAT 9 „LAAT SIJBRANDS NU MAAR EENS NOG 15 f Zelfverzekerd Kritisch - I hI wS ZATERDAG 13 MEI 1972 Erbij leu- relativitdti. sport 1/ Uitnodiging Logisch Probleem I I i- 751 en het veld t JUS VAN DOORN ir- t- 4 HANS ROMBOUTS Over de Nederlandse verhoudingen: 3- r 3- Terug naar de damsport, waarvan Harm Wiersma vindt dat die in Neder- e negen ging, om wedstrijd nog zo’n vingerwijzing. Op tal van fronten dus de activiteiten die voor een belangrijk deel het gevolg zijn van de uitwerking die de nota sport "70 heeft gehad en nog heeft. De meest recente ontwikkeling is de poging van vijf kleinere sportbonden om raakvlakken te vinden en op die punten, waar die vlakken elkaar raken, te gaan samen werken. „Ja, op 16 mei willen we in Den Haag gaan vergaderen. Een bij eenkomst waar we veel bonden ver wachten, vooral de kleinere bonden, waarvan we al veel positieve reacties binnen hebben,” vertelt de voorzitter van de Nederlandse Rugby Bond en tevens speler van landskampioen HRC, Jus van Doom. „Een probleem waarmeee wij als rugbybond nu ook zitten. Na vijf jaar f land veel professioneler opgezet moet worden. „Men werkt op het bondsbu- reau wel hard, maar men doet het verkeerd. Als men wat wil, moeten er sponsors komen. Er moet gewoon mee: geld beschikbaar komen. Ik wil best in een coca-cola truitje achter het dam bord zitten. Dat kan me niets schelen als ik daardoor een vast salaris zou hebben. Dat hoeft niet zoveel te zijn, als ik er maar van kan leven. Wat dat betreft heeft de schaakbond het veel beter geregeld. Die zijn veel professio neler.’ ’Over concurrent Ton Sij brands ten slotte: „Ton speelt veel rechtlijni ger dan ik. Hij heeft een bepaald speelplan in het hoofd en dat voert hij uit. Ik houd meer rekening met de zetten van m’n tegenstander. Het kan gebeuren dat ik halverwege een partij m’n strategie helemaal wijzig. Dat zou Ton nooit doen. Ik ben ook erg specu latief. Daardoor speel ik misshien wel wat minder degelijk dan Sijbrands, maar ook aantrekkelijker.” ZZ' den door de grote of in dit geval de grote sportbonden "o handen ineen te slaan en te proberen gezamenlijk tot een goed bezet administratief centrum te komen? Een centrum dat de be stuurders veel uit handen kan nemen, zodat er meer tijd voor de beleidsvoe ring overblijft. We hebben de andere bonden gewoon de vraag willen voor leggen: hoe lossen we dit met elkaar op? Ik hoop dat we eruit komen. We hopen op 16 mei met nuchter denken de mensen ron.' de tafel te gaan zitten en dan moeten er resultaten komen.- Resultaten die echt niet alleen tot dat administratief centrum beperkt behoe ven te blijven,” aldus Jus van Doorn, die ook al een suggestie heeft waar dat administratief centrum gehuisvest kan worden. Voor Wiersma woonachtig in een opgeknapt saneringshuisje in Gronin gen, dat hij deelt met zijn verloofde is het een bittere noodzaak een opval lende prestatie te leveren. Alleen dan denkt hij zoveel aan de damsport te kunnen verdienen dat hij zichzelf fi nancieel kan bedruipen. Dank zij zijn studiebeurs hij studeert MO-wis- kunde heeft hij dit jaar kunnen leven als een profdammer, waardoor zijn prestaties met sprongen vooruit zijn gegaan, maar het betekende tevens dat de studie wat op de achtergrond raakte. Wiersma: „Als de omstandigheden blij ven zoals ze nu zijn, betekent dat dat ik het dammen praktisch aan de kant doe. Dan ga ik veel meer aan mijn studie doen en niet langer proberen de wereldtop bij te houden. Zoals het nu gaat kan het eigenlijk niet langer. Fi nancieel kom ik geen stap vooruit en ten slotte ben ik verloofd. Het komt erop neer dat studie en topsport niet te verenigen zijn, als je tenminste beide dingen goed wilt doen. Ik moet dus kiezen. Het liefste bleef ik dammen, maar dat kan alleen als ik er van kan leven en dat lukt alleen als je erg bekend bent, zoals Ton Sijbrands. Zijn verdiensten staan in geen verhouding tot het geld wat ik met dammen verdien. Toen ik Nederlands kampioen werd kreeg ik 300. Daarvoor heb ik 20 dagen moeten dammen.’ die alleen over deskundigen beschik ken, meesters in de rechten bijvoor beeld die wel de tijd hebben om die stapels papieren die binnenkomen voor zo’n vergadering te bestuderen. We hebben daarvoor gewoon de tijd niet,” aldus vertelt Jus van Doorn, die zelf als voorzitter de man var het beleid dus veel op pad is om in ver van Den Haag gelegen gebieden de rugby- sport te propageren. „Je komt er ge woon niet toe om al die stapels papier te controleren. Je hebt genoeg aan je eigen bond, waarvoor je elke avond al op pad bent. Neem alleen maar de pro blematiek rond de subsidies. Dat kost je avonden om daarmee vertrouwd te ge raken.” „Er moet een mentaliteitsverandering komen. De mensen moeten bereid zjjn bepaalde indgen te doen die voor hen zelf misschien nadelig zijn, maar die in het belang zijn van de samenleving. Men moet niet altijd zo vreselijk egoïs tisch denken. Het slaat toch nergens op dat er mensen zjjn die een tweede of derde huisje zoeken, terwijl er een heleboel nog niet eens een eerste huis hebben. Dat kan toch gewoon niet. Ik ben een voorstander Vjiii het socialisti sche principe dat de produktiemiddelen in handen van de staat moeten zjjn. Maar dat kan allemaal alleen als de mentaliteit verandert en daar wil ik aan meewerken. Ik vind ook dat de mensen kritischer ten opzichte van zichzelf moeten zijn. Dat probeer ik ook, al weet ik dat ik een heleboel fouten maak. Niet alleen in m’n eigen ogen, maar ook In die van anderen. Daar denk ik dan over na. Dat heb ik ook gedaan met het geloof. Van huis- uit ben ik hervormd, maar ik heb nu Steeds vaker gaan de g-lachten van de bestuurd s van de diverse Neder landse sportbonden uit naar mogelijk heden tot samenwerking. Zo zitten re gelmatig vertegenwoordigers van de grootste acht Nederlandse sportbonden rond de tafel om gv_ '.enlijk hun problemen, waar deze raakvlakken ver tonen, op informele wijze te bespreken. Eén van de eerste aanwijsbare resulta ten moet het rapport met richtlijnen omtrent de sponsoring worden, een rapport dat deze maand verschijnt. Een ander voorbeeld is de bespreking die plaats heeft tussen de drie denksport- bonden, de dam-, schaak- en bridge bond, een trio dat mogeljkheden on derzoekt om te komen tot een denk sportenfederatie. Voordelen zjjn bij voorbeeld de krachtige stem die een fe deratief verband kan laten klinken bjj contacten met CRM of de NSF. Ook een gezamenlijke, professionele, aanpak van de organisatorische zaken als een bondsbureau, de kadertraining of pro paganda en publiciteit kan zo’n voor deel van gezamelijk optrekken zijn. „Van de grote bonden we hebben alle bonden een uitnodiging gestuurd horen we niets, maar dat is voor ons geen verrassing,” vervolgt de 37- jarige Jus van Doorn, die met ons praat als vertegenwoordiger van één van die vijf sportbonden naast de rugbybond verder de dam-, ijshockey-, waterski- en de baseball- en softball bond. Daarnaast hebben de basketbal lers ook al daadwerkelijk van hun inte- In een ander verband denke men aan de integratie die zich in een ander verband voltrekt rond de Christelijke Korfbal Bond, dienu al op tal van vlakken samengewerkt met de Konink lijke Nederlandse Korfbal Bond. De fusie tussen de honk- en softballens, met als resultaat de Koninklijke Ne derlandse Baseball- en Softball Bond is „Economisch werken is inderdaad een drijfveer, maar niet de enige, Als kleine bond heb je met tal van moei lijkheden te kampen. Dat werd weer eens duidelijk op de laatste NSF-ver- gadering, waar je eigenlijk alleen de grote bonden hoort. Die grote bonden, resse voor deze plannen van deze vijf blijk gegeven. Wat zijn die plannen? Jus van Doom: „Met ons vijven heb ben we afgesproken een onafhankelijk deskundig adviesbureau in te schake len. Dit bureau krijgt opdracht om de structuur van die bonden uit te zoeken en na te gaan wat we samen zouden kunnen doen. Daarbij denken we voor al aan het gezamenlijk aanpakken en behartigen van bijvoorbeeld de admini stratie. Aan die andere sportbonden vragen we straks wie er interesse heeft om met ons mee te werken. Volgens mij komen er tenminste zo’n 20 sport bonden voor in aanmerking. Allemaai bonden die met dezelfde problemen kampen. Bonden met in grote lijnen eenzelfde structuur, bonden ook die om de twee jaar moeten uizien naar een nieuwe penningmeester of secreta ris, die of geheel vrijwillig werkt of slechts een zeer bescheiden salaris kan krijgen,” vertelt Jus van Doorn. Voor Nederlands damkampioen Harm Wiersma breken er spannende en voor zijn sportcarrière bijzonder belangrijke weken aan. In Hengelo is de strijd om de wereldtitel dammen begonnen en de 18-jarige natio nale kampioen stelt onomwonden: „Alleen als ik eerste of tweede word ga ik door met het dammen op wereldniveau. Eindig ik veel lager, dan ga ik meer tijd aan mijn studie besteden en dus minder aan het dammen. Dat betekent onherroepelijk dat ik niet meer op topniveau zal kunnen dammen, want alleen als je 30 tot 35 uur per week intensief met het dam men bezig bent kun je met de wereldtop meedoen”. Harm ziet ook wel een overeenkomst tussen de schakers en dammers: „Ze zijn beiden, dacht ik, maatschappij kritisch omdat ze veel denken. Ik denk echt niet de hele dag alleen aan dam men. Soms vind ik mezelf wel eens wat slap. Dan denk ik: wat kan ik nu. Alleen een beetje dammen, maar wat Is dammen nou. Ik denk veel over de maatschappij van nu.” Ook om die maatschappij-kritische houding wil Harm Wiersma graag wereldkampioen worden, want: „Als ik wereldkampioen word houd ik me echt niet stil. Dan wil ik gebruik maken van die titel. Het maakt tenslotte toch verschil of Harm Wiersma iets zegt of de wereldkampi oen dammen. Ik vind bijvoorbeeld dat de Amerikanen weg moeten uit Viet nam. Niet omdat ik tegen alles ben wat Amerika heet, maar omdat ik vrede wil en dat kan alleen als de Amerikanen weggaan.” Regelmatig hoor en lees ik, dat spelers en bestuurders van beta lende voetbalclubs niet begrijpen, dat er over het algemeen toch maar zo bedroevend weinig men sen naar hun wedstrijden komen kijken. Nu wil ik het deze keer niet uitvoerig hebben over de meest voor de hand liggende reden tot absentie: het voetbal, zoals dat vertoond wordt, is niet attractief genoeg. Ik wil evenmin iets zeggen over de gewenning of liever ver wenning van het tv-voetbal. Waar ik het wel over wil heb ben, is de kijker zelf. Vanuit zijn groothoeklens ziet het antwoord op de door voetballers en officials gestelde vraag er niet al te best uit. Vele jaren lang al heb ik mijn zondagmiddagen gesleten op aller lei soorten perstribunes teneinde waarnemingen te kunnen verrich ten. Het is net zo iets als het zitten in die grote schuilhut op de wildbaan van de Hoge Veluwe Vanaf je hoge, overdekte zitplaats kan je alles best overzien. Dat is maar goed ook. Anders was een oordeel geven over de stand van zaken van dat voetbalgewriemel, dat zich ver beneden je afspeelt (letterlijk bedoeld, niet overdrach telijk), onmogelijk. Maar hoe is dat met die kijker, waar het allemaal om gaat? Ik heb de proef op de som genomen. Ik ben uit mijn schuilhut afge- Ook nu nog, in deze tijd, waarin van rijksoverheidswege een subsidiestop voor de sport dreigt? De actieve Jus van Doorn: „Ja, ik hoop dat de finan ciële bijdrage er komt. We willen zelf dan wel de zaak runnen. Het mag beslist geen gemeentelijk of provinci aal apparaat worden. We willen het zelf doen, Iaat de overheid ons de gelegenheid geven dit alles op touw te zetten. Da is toch een redelijke zaak? Of is het normaal dat we alles van de grond moeten tillen, terwijl wij als kleine bonden al zoveel werk hebben om onze sport goed van de grond te krijgen? Ja, en wat die dreigende sub sidiestop betreft, dat kan ik me maar nauwelijks voorstellen in deze tijd waarin de sport zo’n belangrijk onder deel van de maatschappij is. Gaat die kraan dicht, dan komt de sport op z’n achterste te liggen. Dat zou toch on voorstelbaar zijn?” Die nationale titel heeft in de ogen van velen veel aan glans verloren doordat Ton Sijbrands niet meedeed. Harm vindt dat zelf ook wel enigszins, maar: „Ik eindigde met zes punten voorsprong op nummer twee en dat zegt toch wel wat. Ik voel me ook beslist niet minder dan Sijbrands en ook niet minder dan Andreiko en Gant- warg. Daarom geloof ik ook in mijn eigen kansen op de eerste plaats". Een opvallend zelfverzekerde houding van een 18-jarige, die vorig jaar tegen de zelfde Sijbrands geen schijn van kans zou hebben gemaakt. Hijzelf zegt daar over: „Ik ben veel zelfstandiger gewor den. Vorig jaar zat ik ook met mijn eindexamen. Ik geloof dat mijn voor bereiding goed genoeg is geweest om in Hengelo hoog te eindigen. Het enige voordeel dat Sijbrands en Andreiko hebben is dat ze meer ervaring hebben dan ik, maar zo’n toernooi zit altijd vol verrassingen. Eh Ton Sijbrands moet nu maar eens bewijzen dat hij in Ne derland op eenzame hoogte staat, zoals hijzelf beweert,” vult hij vechtlustig aan. En Wiersma bedenkt: „Ik weet maar vier of hooguit vijf mensen die kans hebben op de titel. Dat zijn de Russen Andreiko, Gantwarg en misschien Koe- permian en wij tweeën. Of een Rus of een Nederlander wordt wereldkampi oen. Baba Sy en Deslaurier komen er echt niet aan te pas. Die zouden op de Nederlandse kampioenschappen niet eens bij de eerste drie eindigen. Ik ge loof dat je door het dammen en scha ken je geest verscherpt. Bepaalde din gen worden beter ontwikkeld. Daardoor kun je ver vooruit en ver terugdenken. Daar train ik me ook in. Het is wel grote onzin dat er beweerd wordt dat het schaakspel voor de intellectuelen is en het damspel voor de boeren. Het is wel zo dat er over het schaken veel meer betere literatuur bestaat. Dat vind ik een groot gemis bij het dammen. Daardoor heeft een dammer veel meer tijd nodig om alle facetten van het spel te leren kennen. Je moet het gewoon zelf on derzoeken, terwijl schakers het in de litteratuur kunnen vinden.” „Is het dan niet logisch om als kleine bonden je wilt tenslotte niet als de kleine bedrijven opgeslokt wor- Wiersma’s new-look. De lange haren hebben plaatsgemaakt voor een kort geknipt hoofd. treedt onze secretaris af. Voor hem kunnen we tegen de huidige „arbeids voorwaarden” geen opvolger vinden. Ook al een bekend verschijnsel, hoewel het overigens wel vreemd is, dat je in deze tijd, waarin velen het goed hebben, niemand meer kunt vinden die zo’n taak vrijwillig op zich wil nemen. Vroeger, toen de mensen het financieel moeilijker hadden wilden ze het wel. Maar of je dit nu leuk vindt of niet, je zult er mee moeten leren leven. Je zult erop moeten instellen, zoals we in de toekomst ook in da nu paar ama teuristische rugbysport niet meer aan sponsoring zullen ontkomen. We zullen dus aan een fulltimer moeten, maar warnneer je echter om je heen kijkt en de problematiek van de andere kleine sportbonden bestudeert, dan zie je daar dezelfde tendens. Vandaar die gedachtengang: waarom doen we het niet samen?” stelt Jus van Doorn. „In Den Haag wordt gestreefd naar een multi-functioneel sportcomplex, waar ruimte gecreëerd zou kunnen worden voor een centraal administra tiekantoor voor de bonden.” Over de voorgeschiedenis van het geheel vertelt de voorzitter van de rugbybond ten slotte: „Staatssecretaris Vonhoff nodigde vorig jaar de sportbonden uit. Dat gebeurde naar grootte. Voordat wij naar Vonhoff gingen heb ik het groep je al eerder genoemde bonden op ons rugby-centrum in Den Haag uitge nodigd voor een bespreking. Doe je dat niet, dan gaat zo’n uurtje geheel verlo ren. Iedereen vertelt wat over zijn eigen bondje, maar aan de werkelijke problemen kom je niet toe. Verloren tijd dus. Van al die bonden die Von hoff ontving, waren wij de enigen die tevoren samen hadden gepraat. We hebben toen ook suggesties gedaan die in de richting gingen van een gezame lijk administratief apparaat, waarvoor natuurlijk geld nodig is. We hebben toen van de staatssecretaris vernomen, dat hij niet afwijzend stond tegenover een financiële bijdrage voor dat onder zoek door een onafhankelijk deskundig adviesbureau. Daarop hopen we nog. mijn eigen denkbeelden. Ik geloof wel. maar ik kom bijvoorbeeld nooit meer in de kerk. Zoals de kerk nu functio neert, hoeft het voor mij niet. Een kerk kan wel een functie hebben, maar dan moet er eerst een heleboel veranderen.” daald naar de staantribune. kijker onder de kijkers, jan publiek on der de jannen publiek. Zoals eer zame huisvaders dat al decennia lang doen had ook ik mijn voet- balminnend zoontje van jaar meegenomen. Het exact te zijn, om de TelstarAjax. Ik was vroeg naar getogen om zeker te zijn van een redelijke plaats. Uit strategisch oogpunt achtte ik het het beste om zo hoog mogelijk te gaan staan, zodat zoonlief eventueel ge- bruik van het hek zou kunnen maken. Helemaal., beneden vlak langs het gaas gaan staan, was al een onmogelijkheid, aangezien die posities al waren ingenomen door lieden, die kennelijk zéér vroeg uit de veren waren gekomen. Boven dien leek het me ook niet zo aantrekkelijk, omdat je tegen het meters hoge hek geplet wordt door de achterban (en je derhalve ’s avonds bij het uitkleden nog een afdruk van dat hek op de bast terugvindt). Je moet bovendien de moeilijkste capriolen met je ogen uithalen, want je moet door de mazen van het hek heen loeren. Bij snel afwisselend voetbal ren nen je ogen van de ene maas naar de andere. Vermoeiend (en renda bel voor opticiens, lijkt me). Goed, ik meende slim gehandeld te hebben door naar de hoogste tree van de staantribune op te gaan. Hoezeer zou dat een mis kleun blijken te zijn. Wat is na melijk het geval bij dit soort tri bunes? (Het gaat dus niet specifiek om Schoonenberg). De treden van de staantrïbunes zijn te breed. Er kunnen, bij bomvolle huizen, zo’n drie, vier rijen kijkers op staan. En dan ga je mooi de mist in. Alleen als je het geluk hebt dat zich juist voor je een pygmeeën- stam heeft geïnstalleerd, is er niets aan de hand. In het andere geval, en dat is meestal, zie je dan niet het gezicht van Cruyff, waar voor je gekomen bent, maar de haarinplant van je voor staanders. Aan het einde van de voetbalséan- ce weet je dan precies hoe het met d’r lui haargroei is gesteld. Maar hoe die verrukkelijke been- bewegingen van Cruyff en Keizer geweest zijn, kun je ’s avonds pas op de tv zien. Je zou eigenlijk driekwart van je entreegeld terug moeten krij gen, omdat je maar een kwart va a het veld hebt geziei. je alsmaar op de tenen wringend en dlre-t reagerend op de bewegingen van de mensen voor jt. Doet iemand het hoofd even naar rechts dan fluks links in het „gat" gedoken teneinde even waa: te nemen o) Cruyff nog meedoet. Je hebt maz zel als je hem hebt gezien. Mijn zoon was uiteindelijk nog het beste af. Ik heb hem maar op de schouders genomen. Vanaf zijn commentaarpositie berichtte hij mij, wat er zich op het veld af speelde. Aan het gejuich van men sen beneden mij en aan de doffe dreunen op het hoofd door mijn stamhouder begreep iK, dat het 1-2 was geworden en Ajax kampioen. Met dit alles wil ik maar zeg gen, dat het niet zo bevreemdend is, dat de kijkers niet zo ver schrikkelijk getrokken woeden door die staanplateau’s. En dan heb ik het nog niet eens gehad over atmosferische toestanden (kou, regen).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 19