Directeur pootvisbedrijf T. Burger
inheemse vissen
niet
„Laat
uitsterven”
JOHAN RUDOLF
THORBECKE
Hoekig staatsman
Bewogen minnaar
Voortreffelijk burger”
r 1
l I
a
t I
15
ZATERDAG 27 MEI 1972
Erbij
A prilbeweging
Levensloop
De laatste fase
Zwei Seelen
Schot in een
slapend woud
Kunst is geen
regeringszaak
it
Een hoekige, magere, steile fi
guur, een man als uit ijzer gegoten.
Met deze woorden tekent de in de
vorige eeuw bekende auteur J. H.
Schimmel de staatsman Johan Ru
dolf Thorbecke. De woorden ko
men voor in een cantate die in 1876
werd uitgevoerd ter gelegenheid
van de onthulling van Leenhoffs
standbeeld op het Reguliersplein,
sindsdien Thorbeckeplein te Am
sterdam, naar de geest van de man
die hier werd geëerd wel de onge
schiktste plaats die men er voor
kon bedenken. Want kan men zich
een vreemder combinatie voorstel
len dan die van de rechtschapen
puriteinse staatsman met drank
huizen, bars, nachtclubs en tingel
tangels? Maar goed, de man uit
ijzer gegoten staat er uit brons ge
goten en onbewogen ziet hij neer
op al dat wereldse gedoe.
BERGAMBACHT. Volgende
week staan de sportvissers van
Nederland startklaar. Een deel van
de geschatte één miljoen henge
laars wil dan niet met een leeg
leefnet thuiskomen. Maar de vis
stand in Nederland loopt terug.
Door de sterke vervuiling van
vele binnenwateren delven zeer
veel vissen het onderspit in de
strijd tegen het steeds viezere be
staan.
Ik-^. -,WO
ft. zz f
DR. P. H. SCHRÖDER
(Van een medewerker)
l
9
Welke hengelsportvereniging houdt
met zijn leden de viswateren die men
ministerraad had geadviseerd „dat de
oenoeming van de bisschoppen zijn er
kenning niet behoefde en dat er geen
reden tot bekommering bestond” maar
hij verklaarde „diep doordrongen te
zijn van het gewicht van de gedane
stap" en verzekerde de deputatie dat
.deze dag de band tussen het Huis van
Oranje en het Vaderland nog hechter
had vastgesnoerd en dierbaarder ge
maakt aan zijn hart.” Vage zinledige
woorden, maar voldoende om Thorbec
ke, die kennelijk de sentimenten van
het volk had onderschat en dat moei
lijk kon verkroppen, aan de Koning te
berichten dat het ministerie zou aftre
den tenzij de vorst in een openlijke
erklaring alle misverstand zou wegne
men. Natuurlijk deed Willem III dat
niet. Thorbecke werd van leider van
het ministerie leider der oppositie en
ook als zodanig ontplooide hij zijn
bijzondere gaven. Pas in 1862 benoem
de de Koning hem weer tot formateur,
zij het node. Het Tweede Ministerie-
Thorbecke is het meest bekend gewor
den door de Wet op het Middelbaar
Onderwijs, die de oprichting van hoge
re burgerscholen mogelijk maakte en
door de aanleg van de Nieuwe Water
weg en het Noordzeekanaal. Tijdens dit
ministerie vond in Londen een ten
toonstelling plaats waarop Nederlandse
schilders met bijzondere onderschei
ding werden genoemd.
Daarvan werd in de Troonrede even
wel geen gewag gemaakt. Toen een der
leden daarover een opmerking maakte,
antwoordde Thorbecke
ice
lan
Ier
en
1de
jen
lm
id-
•an
tte
ri-
er-
ing
de
len
Su-
id-
Dor
ran
or-
tfe-
het
de
en
;a-
ils
;e-
10-
ije
en
ele
a-
an
;rs
ie-
!e-
am
ln-
>n-
In
m,
Ik zal niet zeggen dat ik er geen
belang in stel, maar het is geen zaak
van de regering. De regering is geen
oordelaar van wetenschap en kunst.
Om verduidelijking gevraagd zei hij
De Kunst is geen regeringszaak in
zoverre de regering geen oordeel noch
enig gezag heeft op het gebied der
kunst. Men mag het eerste deel van
deze zin niet citeren zonder het twee
de. Maar toegegeven moet worden dat
naar Thorbeckes overtuiging de rege
ring elke bevordering van kunst en
wetenschap achterwege moest laten.
sem, snoekbaars en voorn via Burger
uit visrijke plaatsen naar minder be
deelde gebieden.
Het bedrijf kweekt niet, maar laat
dat professionele pootvissers in Over
ijssel en Noord-Holland doen. In Berg
ambacht worden de vissen gesorteerd.
Op topdagen spartelen er zo’n 125.000
in de bunnen. Tenslotte worden ze
vervoerd naar de plaatsen waar van
daan aanvragen zijn binnengekomen:
Zeeland, Noord-Brabant, Utrecht, Lim
burg, België. Engeland.
Nog hield de Koning Thorbecke buiten
het Ministerie; pas in 1849 trad hij
voor de eerste maal als formateur op.
Dat Eerste Ministerie-Thorbecke ook
wel het Grote Ministerie genoemd
heeft uiterst belangrijk werk verricht:
de toen tot stand gekomen provinciale
wet en gemeentewet hebben zich, wel
iswaar gewijzigd naarmate het kies
recht werd uitgebreid, tot heden ge
handhaafd. Verder kwam er een post-
wet, een telegraafwet, een reeks
scheepvaartwetten en nog een heleboel
meer. Ook kwam de drooglegging van
de Haarlememrmeer tot stand.
euch in seiner Brust mag men met een
variant op Faust zeggen. Er zijn twee
Thorbeckes geweest: de stuurse, nuch
tere, cerebrale Thorbecke in toga of
geklede ias en de bewogen, gevoelige
minnaar, niet alleen van zijn vrouw,
maar ook van de muziek. Ik heb
slechts een plaats gevonden waar deze
twee levenslijnen naar elkaar toebogen
en elkaar raakten: dat is, wanneer
Thorbecke een vergadering van de mi
nisterraad in Den Haag voortijdig be
ëindigt omdat hij ’s avonds een belang
rijk concert in Rotterdam wil bijwo-
nen. Maar verder lijkt het of de ene
Thorbecke de andere niet kent en zelfs
niet kennen wil.
een professoraat in de rechtsweten
schap, een professoraat dat onbereik-
oaar scheen, omdat hij niet in de
••echten gepromoveerd was. Eindelijk
vond men de oplossing: de universiteit
verleende hem een doctoraat honoris
causa (d.w.z. eershalve) in de rechten
en benoemde hem toen tot hoogleraar
m die faculteit.
Nog eenmaal is Thorbecke geroepen
>m als regeringsleider op te treden.
Het was kort na de Frans-Duitse oor
log en tijdens de mobilisatie was ge
bleken dat er aan onze defensie veel
ontbrak. Het mocht Thorbecke evenwel
niet gelukken dit moeilijke probleem
op te lossen Hij was dikwijls ziek en
de dood van zijn boven allen en alles
geliefde vrouw had een gebroken man
van hem gemaakt. In de liberale partij
heerste verdeeldheid en ook dat tastte
zijn geestkracht aan. Hij was met
moed begonnen, „met het geweer op
schouder" zoals hij het uitdrukte, maar
weldra moest hij het neerleggen. Het
einde kwam op 4 juni 1872, nu hon
derd jaar geleden Den Haag wilde
geen standbeeld van de „republikein”,
Amsterdam aarzelde. Want Thorbecke
had eens gezegd dat zo Amsterdam de
hartader van het land moest worden
genoemd, die hartader tamelijk flauw
klopte. Maar de eerbied voor de grote
staatsman won het gelukkig van ge
kwetste trots En zo staat hij daar op
.zijn” plein. Kort en kernachtig is de
inscriptie Optimo Civi Cives: de bur
gers aan de voortreffelijke burger. Dat
was hij.
Een onderzoek van de Organisatie
ter Verbetering van de Binnenvisserij
lOVB) heeft aangetoond dat de vrucht
baarheid van de snoek in de Westein-
der- en Naarderplassen sterk is aange
tast door DDT en andere gifstoffen in
het water. Het aantal sportvissers zal
binnenkort de grens van één miljoen
passeren. Dit zal de vraag naar goed
viswater doen toenemen, maar door de
welvaart neemt het aanbod van schoon
viswater af, zelfs als de vervuilings
graad constant blijft.
Een schijnoplossing, die geen soelaas
oiedt omdat de oorzaak niet wordt
aangepakt, is het uitzetten van pootvis.
De Organisatie ter Verbetering van de
Binnenvisserij doet dat, evenals parti
culiere bedrijven.
Eén van de grootste is Burger en
Zoon in Bergambacht. De helft van het
totaal aantal vissen dat met subsidie
van de OVB door Algemene Hengel-
sportverenigingen in Nederland te wa
ter wordt gelaten gaat via dit bedrijf.
Per jaar gaat tussen de 200.000 en
400.000 pond baars, snoek, zeelt, bra-
Deze vis zou vooral in poldersloten
grote schoonmaak kunnen houden.
Vroeger baggerden de boeren de sloten
uit en verspreidden de bagger als mest
over het land. Sinds de komst van de
kunstmest wordt het steeds minder
gedaan. Zolang de koeien niet dood
gaan van het drinken van slootwater,
is het volgens de boeren zo erg niet
met het dichtgroeien van de sloten.
Ook de sportvissers zeggen: Zolang er
vis in het water zit is het nog niet zo
erg met de watervervuiling. Beide
groepen vergeten dat er allang een
Kritische grens is gepasseerd.
Aan zijn studenten verklaarde Thor
becke in drie jaren de toen bestaande
Grondwet die in 1815 was ingevoerd.
Uit die colleges is zijn bekende boek
Aantekening op de Grondwet ontstaan.
Van dit boekje is gezegd dat het werkje
„als een schot in een slapend woud”:
Nederland werd er door opgeschrikt,
wakkergeschud uit de dommel. Velen,
•ooral jongeren, juichten de liberale
denkbeelden toe; anderen, conservatie
ven, beschouwden ze als „bedenkelijk
voor het behoud van orde en rust.”
In die tijd was grondwetsherziening
loodzakelijk. Velen hoopten op radica
le wijzigingen, maar tot hun teleurstel
ling bevatte het regeringsvoorstel bijna
alleen wijzigingen die met de afschei
ding van België verband hielden
In de Kamer stemde Thorbecke met
een groepje medestanders natuurlijk
tegen: zij oordeelden de wijzigingen
„ongenoegzaam”. Vier jaar later dien
den negen Kamerleden onder leiding
van Thorbecke dan ook een veel in
grijpender voorstel in, maar de Kamer
weigerde het in behandeling te nemen.
De revoluties van 1848 in Frankrijk,
Duitsland Oostenrijk en Italië waren
nodig om Koning Willem II „in 24 uur
van conservatief liberaal" te maken en
Thorbecke te benoemen tot voorzitter
van een Staatscommissie die een „rui
me” herziening zou voorbereiden. Zo
kwam de Grondwet van 1848 tot stand
die de Koning onschendbaar en de
Ministers verantwoordelijk maakte; die
directe verkiezingen invoerde voor de
Tweede Kamer, Provinciale Staten en
Gemeenteraden zij het ook niet met
algemeen kiesrecht Openbaarheid van
bestuur werd ingevoerd. Godsdienst
vrijheid, vrijheid van onderwijs en
drukpersvrijheid werden gewaarborgd.
heeft gepacht schoon? Wie zie ik altijd
als er vis moet worden uitgezet? Een
handjevol actieve leden, steeds dezelf
den. De meeste leden willen er geen
werk voor verzetten”, zegt Teunis
Burger.
Niet alleen door de vervuiling en
door vreemde vissen wordt het natuur-
’•jk evenwicht in het Nederlandse op
pervlaktewater verstoord. Er was een
tijd dat brasem gelijk werd gemengd
met de voorn als pootvis. Brasem werd
-eer intensief gevist met als gevolg dat
steeds kleinere exemplaren werden ge
vangen en de vis een slechte „image”
kreeg. Vissers lieten daarna de brasem
met rust, dus kwamen er steeds meer
Zo raakte de zaak uit balans.
Het familiebedrijf, door de over
grootvader van de nu 40-jarige Teunis
Burger opgezet, viste aanvankelijk op
consumptievis. Pas na de oorlog is het
een pootvisbedrijf geworden bij de in
laat van het Lekwater naar Bergam
bacht. Het bedrijf groeit naarmate de
vervuiling van het oppervlaktewater
toeneemt en ook naarmate er meer
sportvissers komen
De Organisatie ter Verbetering van
de Binnenvisserij wil na het experi
ment met de forel in Zeeland de
Chinese graskarper in Nederland gaan
uitzetten en ook de meerval weer op
Johan Rudolf werd in 1798 geboren,
dus in de zogenaamde Franse tijd en
zelfs in het jaar dat Nederland onder
Franse invloed zijn eerste grondwet
kreeg. Zijn geboorteplaats was Zwolle,
waar zijn vader op de Dijk, de tegen
woordige Thorbeckegracht, een be
scheiden en verlopende tabakshandel
had. Een gunstig gevolg van de revolu
tionaire tijd was dat de jongen uit zulk
een eenvoudig gezin de Latijnse school
mocht bezoeken die hij als primus
verliet toen hij vijftien was. Daarna
volgde studie aan het Amsterdamse
Atheneum Ulustre en aan de Leidse
Universiteit, waar hij in 1820 summa
cum laude promoveerde tot doctor in
de letteren. Zijn studierichtingen wa
ren wijsbegeerte en geschiedenis. De
tweeëntwintigjarige had toen ook al
drie gouden medailles veroverd door de
oeantwoording van wetenschappelijke
prijsvragen. Het is eigenlijk een beetje
griezelig, zoveel verstand en zoveel
werkdrift „Wat men gemeenlijk ver
strooiing, gezelligheid enz. noemt is mij,
meen ik, gans onbekend. Ik leef onver
deeld voor de wetenschap" schrijft hij
in die jaren in een brief. Enige jaren
bezocht hij met een beurs een aantal
in die tijd vermaarde Duitse universi-
reiten en daar is hij langs wijsgerige
weg tot de politieke leer gekomen die
hij zijn levenlang trouw gebleven is:
het recht op vrijheid binnen de gren-
2 en door de gemeenschap gesteld. In
1825 werd hij hoogleraar in de staats
geschiedenis te Gent, na de afscheiding
re Leiden. Maar Thorbecke ambieerde
peil brengen, vissen die niet van origi
ne in Neerlands wateren thuishoren.
De Chinese graskarper, vanwege zijn
bodemwroeten het varken onder de
vissen, zou in Nederland een einde
kunnen maken aan de overvloedige
waterplantenvegetatie.
Teunis Burger: „Het evenwich
wordt nog meer verstoord als de ver
schraling van het Nederlandse opper
vlaktewater toeneemt en de vervuiling
erger wordt. Als we zo doorgaan is er
steeds meer pootvis nodig. Onze eigen
vissen zijn bijna verdwenen. De OVB
wil vreemde vissen importeren, maar
laten we er toch eerst voor zorgen dat
onze inheemse vissen niet uitsterven”.
Het ministerie is gevallen door de
Aprilbeweging. Daar de grondwet
godsdienstvrijheid en organisatie vrij
heid garandeerde, kon de Paus hier het
aartsbisdom Utrecht
bisdommen instellen zonder
mand goedkeurding
Wie over Thorbecke leest wordt tel
kens bevestigd in het gevoel dat
Schimmel hem met de hierboven geci
teerde woorden heel scherp heeft ge
karakteriseerd Zij die Thorbeckes le
ven en werk hebben beschreven, ge
bruiken telkens woorden als stug,
hoekig, stijf, kaarsrecht, afgemeten,
scherp, stroef, dor, zelfs perkamentach
tig. Zo was hij kennelijk in het open
bare leven. Maar wie daarna de brie
ven ter hand neemt die Thorbecke in
de loop der jaren aan zijn verloofde en
later aan zijn vrouw schreef en die in
1936 zijn openbaar gemaakt, ontdekt
plotseling dat er ook een heel andere
Thorbecke heeft bestaan, een romanti
sche Thorbecke, een kinderlijke natuur
die tot op hoge leeftijd tere woordjes
en lieve naampjes voor zijn beminde
vrouw weet te vinden, die niet ophoudt
van zijn verlangen naar haar te spre
ken als hij op reis is; die haar noemt:
mijn wangetje, mijn zoet hartje, mijn
Madonnaatje; die spreekt over haar
engelachtig beeldje dat hem voor de
geest staat als hij zich in de vreemde
te slapen legt. Zwei Seelen wohnten
Die groeiden, meende hij, het best in
net open veld.
Een heet hangijzer is in Nederland
steeds het onderwijs geweest. De
schoolstrijd heeft jarenlang het politie
ke leven beheerst en bedorven. De
liberale Thorbecke was natuurlijk
voorstander van de openbare school die
hij geenszins als godsdienstloos be
schouwde. Indien onze overheidsscho
len dat zijn, verklaarde hij in 1864 dan
mogen zij verdwijnen. Het is in deze
rede dat Thorbecke de bekend geble
ven woorden „Christendom boven ge-
'oofsverdeeldhetd” heeft gebruikt. Door
dit principiële standpunt heeft Thor
becke de Katholieken, die hem aan
vankelijk hadden gesteund, van zich
vervreemd. Zij wilden natuurlijk sub
sidie voor hun bijzondere scholen, iet»
waar de liberalen tegen waren. Vandaar
dat de Katholieken aansluiting zochten
bij de Anti-revolutionairen die hetzelf
de wilden.
en vier andere
v an ie-
te vragen. Hij
maakte dus van zijn recht gebruik.
Maar Zijne Heiligheid het was Pius
rx ontzag zich niet zijn maatregel
op een hatelijke en kwetsende wijze
bekend te maken. In de pauselijke
breve werd gesproken over de dwaal
leer van Calvijn, over het geweld der
ketterij, over de vijandige mens die
onkruid had gezaaid op dat deel van ’s
Heren akker; er werd in gejuicht dat
de Kerk nu eindelijk in Holland en
Brabant haar rechten kon herne
men en meer van dat fraais. De Pro
testanten in Nederland zagen in hun
verbeelding de brandstapels der Inqui
sitie alweer roken en kwamen in het
geweer; de Conservatieven zagen hun
kans «choon de liberale Thorbecke ten
al te brengen. Er ontstond een gewel
dige opwinding: petities, brochures,
dagbladartikelen, demonstraties. Men
nield Thorbecke het lot van Oldenbar-
nevelt en van Johan de Witt voor
ogen. Toch zou er niets gebeurd zijn,
als de Koning sinds 1849 was het
Willem III die even weinig op de
voor republikein versleten Thorbecke
was gesteld als Willem II en Willem I
niet van de gelegenheid gebruik had
gemaakt. Toen hem een manifest met
51.000 handtekeningen werd overhan
digd waarin hem werd gevraagd de
bisschoppen niet te erkennen, ant
woordde Zijne Majesteit niet zoals de
W - z
81
'X&-.