trambaan is met "AMSTERDAMS VERKEER ZAL HARMONISCH VASTLOPEN" "Vrije ideaal" |i||:|l O'I I IÉ L illS zijn geen oplossing voor gebreken van oude stad” "Bekeuringen P at W L A 2 A KJ I 15 Erbij ZATERDAG 17 JUNI 1972 COMMISSARIS VOS: 1 Naar Haarlem Lijn 16 Opstoppingen Meer bekeuren? Metro te laat „No business” AMSTERDAM „Je moet je duvelsgoed bewust zijn van de gevolgen van een vrije baan. Goed, de tram gaat op een bepaald traject vlotter maar je mag niet vergeten dat deze maatregel ernstige consequenties heeft voor het verkeersbeeld en dus ook voor het openbaar vervoer tot in de wijde omtrek. De boel loopt daar in het honderd en een gegeven moment valt er eenvoudig niets meer te regelen. Het wordt zo een hond, die in zijn eigen staart probeert te bijten”. Met deze woorden waarschuwt commissaris H. Vos van de Amsterdamse verkeerspolitie voor te optimis tische verwachtingen over het effect van de eerste vrije trambaan (lijn 1) op de hoofdstedelijke verkeersmisère. „Men is”, zegt hij, „te gauw ge neigd op korte termijn een schijnbaar resultaat te willen boeken, maar ik vraag me af of je hiermee de doorstroming van het verkeer bevordert”. F W I <-'11 h ft rrnwr a j I Verkeersopstoppingen op de grachten zijn, mede door dubbel parkeren, meer regel dan uitzondering. Op de foto de Reguliersgracht. 1 i .Meer parkeermeters” ROLF STALLINGA 1 0 1 1 t 1 1 r i i Hoewel wethouder J. Bootsma van Economische Baken de middenstand in de city over een paar jaar een zeer lijkt niet de nota, Wat betekent het als de bereikbaar heid van het centrum per auto steeds moeilijker wordt? Vos: „Er zijn twee Metro: aanleg duur en traag. Op de foto: een model van een metro wagon. 1 t 0 1 e 1 8 e t s e e In hoeverre mag men van de toe komstige metro een oplossing verwach ten? „Met de metro had men twintig jaar geleden al moeten beginnen. Voor het woon-werkverkeer schep je wel een snel openbaar vervoer en als je zo’n ding hebt, is het meegenomen. Dat zie je in Rotterdam. Aan de andere kant gaat alles bij de metrobouw in een te traag tempo en kost het teveel.” Is hij ondanks alle problemen nog enigszins optimistisch? „Meer voetgangersroutes”. Op de foto: de Kalverstraat. „Een ander probleem is, dat vrije banen zoveel aanvullende maatregelen meebrengen. Lijn 1 moet nog afge werkt worden. Het stuk van het Ko ningsplein naar het Centraal Station. Er zijn nu ook plannen, dat lijn 16 (van het Haarlemmermeercircuit naar het C.S.) een eigen baan krijgt, maar dat betekent dat je de Ferdinand Bolstraat uit het verkeer moet nemen. Een een vrije trambaan in de Vijzelstraat is ook al niet zo eenvoudig. Een prognose wanneer die klaar is? Die durf ik niet te geven. Men zit nog maar in de aanvangsstudie.” „Helemaal niet zo. Ik geloof dat we met het verkeer in Amsterdam steeds dieper in de moeilijkheden zullen ko men, hoewel ik wel verwacht dat de wal op een gegeven moment het schip zal keren. Je krijgt gewoon de situatie avn het harmonisch vastlopen van het verkeer. Ik geloof, dat je het verkeer wel aan de gang houdt maar het zal wel steeds langzamer gaan.” Hij vervolgt: „De structurele gebre ken van een oude stad probeer je in je verkeersbeleid in te passen, maar nog maals: de mensen zien een verkeers- fout niet meer. Om daar het nodige aante doen, zou je een immens groot handhavingsapparaat moeten hebben en dat is er nu eenmaal niet. Boven dien zou de justitie het bij de huidige werkwijze niet aankunnen.” Commissaris Vos beseft heel goed, dat de 250.000 processen-verbaal („We zitten niet stil”) die vorig jaar werden opgemaakt nog maar eén fractie vor men van het totaal aantal overtredin gen. mogelijkheden: men neemt een ander soort vervoer of men gaat helemaal niet meer naar de binnenstad om te winkelen. Een toenemend aantal Am sterdammers, vooral uit de buitenwij ken, zoekt al de winkelcentra in Am stelveen en Haarlem op. Zelf ga ik vaak naar Haarlem.” Afgezien van de witkar, die zich zelfs in de belangstelling van minister Dr«*es kon verheugen, mikt het ge meentebestuur vooral op een verbete ring van het openbaar vervoer, dat deze psychologische peppil in de hoofd stad best kan gebruiken. „De tragedie is dat het openbaar vervoer vrij slecht is, omdat het gehin derd wordt door het eigen systeem en Let andere verkeer. Het is nodig, dat je het openbaar vervoer gaat bevorderen vooral op de spitsuren ten koste van de auto. Hiervoor is het noodzake lijk dat je de intensiteit van het ver keer meer in de hand krijgt. Bij een vermindering van de drukte ontstaat er automatisch meer ruimte voor de tram en de bus.” Welke mogelijkheden zijn er volgens commissaris Vos om juist een betere greep op die verkeersdrukte te krijgen? Hij noemt in de eerste plaats de aanleg van voetgangersroutes, waarbij de auto uit voor het publiek belangrijke stra ten dient te verdwijnen. Voorts moet het aantal parkeergarages drastisch omhoog, maar het mogen er volgens hem ook niet teveel worden omdat de gemeente anders met de aan- en af- voerwegen in de knel zou komen. Tenslotte pleit hij voor meer parkeer meters (dit aantal wordt de komende jaren in de binnenstad van 5.000 op 9.000 gebracht) en een systeem om parkeerplaatsen te verhuren aan bewo ners. „De vrije trambaan is als een hond die in zijn eigen staart probeert te bijten”. Hier de Mr. Treublaan (van Amstel- station tot Berlagebrug) waar vorig jaar augustus lijn 7 een vrije baan kreeg. goede toekomst voorspelt, omdat de moderne winkelcentra dan verzadigd met auto’s zullen zijn, vrezen de on dernemers eerder het omgekeerde als de gemeente blijft vasthouden aan de gedachte, dat de binnenstad een wan delpad moet worden. De Amerikaanse zegswijze „No parking, no business” is in deze kringen de filosofie achter de Terug naar de vrije trambaan, waar van het programma voor de komende jaren voorlopig op honderd miljoen gulden is begroot. De verkeerschef ziet hierin als bezwaar dat er onnodig een permanente situatie ontstaat, waarbij het verkeer naar wegen wordt gedron gen, die ook al vol zijn. „Als de capaci teit van de wegen wordt overschreden, komt de zaak stil te liggen. Dat is een eenvoudige rekensom. Je krijgt boven dien dat ze op meer plaatsen een eigen baan gaan wensen, omdat de tram daar voortdurend in opstoppingen te recht komt. Het is mogelijk dat je door zo’n maatregel op den duur het ge bruik van de auto tegen gaat, maar prof. Volmuller gelooft daar niet in en eerlijk gezegd: ik ook niet zo.” roep om meer parkeergarages, omdat de autobezitter zich nu eenmaal niet laat dwingen in een tram te stappen. Een mening, die volledig onderschre ven wordt door de Delftse hoogleraar ir. J. Volmuller. Dé eerste parkeergara ge aan de Amstel (in de nabijheid van het Leidsepleirh met plaats voor dui zend auto’s is klaar, maar daarmee is de koek voor de komende tijd ook wel op. Hi| Verkeerscommisaris Vos erg onder de indruk van omdat er in het verleden al zoveel verkeersplannen en nota’s zijn geweest, die vaak bij een verandering in de samenstelling van' de gemeenteraad op een laag pitje werden gezet. Evenmin onder de indruk is hij van de winst percentages, die de directeur van het gemeentelijk vervoersbedrijf vorige maand met betrekking tot het gebruik van de „vrije” lijn 1 noemde. De re den? „Enkele lijnen zijn opgeheven en bovendien is er niet gesproken over het verlies op andere lijnen door opstop pingen als gevolg van de vrije baan.” De kern van de verkeersproblema tiek is volgens de commissaris het gebrek aan (of beter gezegd: het ver keerd gebruik van) de circa 35.000 parkeerplaatsen in de binnenstad. „Je zou er 100.000 moeten hebben als je aan alle wensen zou willen voldoen. Dat zou er inclusief de aan- en afvoerwe- gen op neer komen, dat je precies de ne- le binnenstad moet afbreken.” Als gro te boosdoener wijst hij de langparkeer- der aan, die het grootste deel van het aanwezige parkeerareaal opslokt en daardoor veroorzaakt, dat de mensen die de stad levend moeten houden de laders en lossers, de klanten met of nauwelijks aan bod komen. Het is daarom logisch, zegt hij, het woon werkverkeer met de auto zoveel moge lijk te beperken. „De kortparkeerders zijn voortdu rend in overtreding. De mensen zien een verkeersfout niet eens meer. Na lang vergeefs zoeken denken ze: je mot toch wat en zetten hun wagen maar ergens neer. Ook in de negentiende eeuwse wijken tegen de binnenstad aan tref je steeds meer dubbel parke ren aan. Het gevolg: de zaak loopt vast en er ontstaat op sommige routes een capaciteitsverlies van 1500 auto’s per uur.” Het Amsterdams verkeersbeleid, noodgedwongen gebaseerd op compro missen omdat de historische structuur van de stad zich niet voor ideale oplossingen leent, is de laatste jaren in een politieke stroomversnelling terecht gekomen. Onlangs nog kwam de frac tie van D’66 met een nota, waarin stond dat de auto er de schuld van was dat het hoofdstedelijk leven ern stig aftakelr. Als niet drastisch het mes in het particuliere autogebruik wordt gezet zal dat tot vernietiging van de stad ieiden, aldus de drie D’66-raadsle- den. Hun conclusie: er moet nu eens echt werk worden gemaakt van een verbetering van het openbaar vervoer. Op alle kruispunten zouden trams voorrang moeten krijgen op het auto verkeer. „Het publiek,” zegt hij, „heeft de indruk dat als je maar voldoende be keuringen uitdeelt je de gebreken van oude steden wel kunt oplossen. Dat zoiets wel afgedwongen kan worden. Het is echter niet zo dat je met die methode de structurele problemen kunt oplossen. Laatst is men op een strafrechterlijk congres in Leiden tot conclusies gekomen, die in deze rich ting wijzen.” Meer relativerend zegt hij direct daarop, als hij vertelt over zijn erva ringen tijdens een bezoek vorig jaar aan Tokio: „In feite is er in Nedeland nog geen sprake van een verkeerschaos. Een kwartier na het spitsuur vind je niemand meer terug op de wegen F* K... ar 4® i W hB

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 15