Vooral interessant
Odilon Redon
in
kabinet Rijksmuseum
’’ANDRE BONGER EN DIENS KUNSTENAARSVRIENDEN”
gl
te
HBr
te-'
0®
tel te
te' te
16
f
i
ZATERDAG 17 JUNI 1972
Erbij
Ras-verzamelaar
Kleur-poëzie
Andere vrienden
Laat ontdekt
Emile Bernard
Geobsedeerd
OOOÖC<XXXXX»OOOOOOOOCKXXXXX)OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOÖOOOOOOO(
HET ECHTE KUNSTMAECENAAT sterft uit, het is
al te vaak beschreven om er hier dieper op in te gaan.
Waar nu nog wordt verzameld, lijkt het bovendien
geheel anders te worden gedaan dan vroeger. Ik ver
moed dat het nu vaker gaat om het „hebben” van een
verzameling kunstwerken en dat is al zeldzaam
dan het onderhouden van sterk levende contacten met
kunstenaars, waaruit dan een verzameling als het
ware wordt „geboren”. Bij zo’n verzameling kunst
werken behoort dan een vriendschap en een brief
wisseling. Met enige weemoed constateert men zoiets,
als men gaat kijken in het prentenkabinet van het
Rijksmuseum naar de collectie Bonger, onder de titel
„André Bonger en zijn kunstenaarsvrienden”. Tot
6 augustus is daar veel werk te zien van Odilon Redon,
minder van Emile Bernard, iets van Van Gogh en ook
van Cezanne. Die bijzonder belangwekkende expositie
betekent tevens de intieme historie van enige vriend
schappen, van grote waarde omdat er daardoor in ons
land onder meer zo betrekkelijk veel van de schilder
Redon is terechtgekomen.
Blijvende vriendschap
Schilder-mysticus
ter; ,'l
7 --* I
Mi
1. -
.wp
teste 'tegS®
te,..' JrW
HEIN STEEHOUWER
te -ter - -
- rl
ook het surrealisme, zo alleen in zijn tijd? Nee, er werd
meer in die richting gewerkt en dan valt allereerst de aan
dacht op een figuur als Moreau, in Engeland daarvoor de
Pre-Raphaëlieten enigszins en het begin van de Jugendstil.
Werkelijke beïnvloedingen zijn dat echter voor Redon blijk
baar niet geweest. Met Moreau, een oudere tijdgenoot, moet
hij natuurlijk bekend zijn geweest. Diens werk toont echter,
buiten het visionaire karakter om dat beiden hadden, in
geestelijk opzicht grote verschillen met dat van Redon. Bij
de laatste de vrouw vaak als een heilige, bij Moreau vrouwen
als Salomé en andere met slangen manipulerende verschij
ningen, eerder dus de „femme fatale”, de vrouw als heks
achtig en gevaarlijk wezen. Bij Redon geen slangen, maar
wat hij noemde een „voile mystique” een mystieke sluier.
Toch kende Redon wel degelijk demonie, die hem dan ook
in zijn crisis-situaties bracht en hem visionaire b'elevingen
bezorgde, waaruit een houtskooltekening als zijn „Afgodsbeel
den in een duister gewelf” ontstonden, of zijn bekende litho
met een spin, hierbij gereproduceerd.
BIJ EEN KUNSTENAAR, op zoek naar mystieke belevin
gen, valt het zieleieven in het werk af te lezen. Redon heeft
tot op gevorderde leeftijd vaak in geestelijke crisis-situaties
geleefd. Aan sommige werken valt heel duidelijk af te lezen,
dat zijn visioenen hem moeten hebben bezwaard. Hij was
een geobsedeerd mens, al evenzeer gevoelig voor krachten
in zijn natuurbeleving als voor wat op hem toestroomde uit
de cultuur. Hij putte namelijk evenzeer uit de litteratuur en
dat kon, zoals uit zijn werk blijkt, evengoed Dante dan wel
Goethe zijn. Hij illustreerde de „Verzoeking van de heilige
Antonius” van Flaubert. Hij droeg werk op aan zijn vriend
Armand Clavaux, met wie hij samen een schrijver als Edgar
Allan Poe bewonderde.
Dat alles heeft zich afgespeeld in Parijs, waar Redon was
gaan wonen. In 1880 was hij getrouwd met Camille Falte.
Hun eerstgeboren zoontje stierf jong, de tweede was Ari, in
1889 geboren, die nu nog leeft, altijd contacten met de fami
lie Bonger is blijven onderhouden en ook toestemming gaf om
brieven van Bonger in de huidige expositie op te nemen.
Stond Redon, als voorloper van het symbolisme en later
DIE ONZICHTBARE natuur werd dus niet losgelaten, in
tegendeel, ze doordrong zijn werken wel, maar dan als aan
leiding tot een visionair zien, soms nauwelijks af te lezen aan
zijn werk, andere keren heel sterk en dan vaak in verbinding
met vrouwengestalten, die als heiligen werden geschilderd.
Redon is lang onbekend gebleven. Hij maakte reeds in 1875
zijn beroemde visionaire houtskooltekeningen en via een
ontmoeting met Fantin Latour leerde hij lithograferen. Met
een album litho’s „Dans le rêve”, gemaakt in 1879, werd
hij pas omstreeks 1886 bekend, nadat het werk op tentoon
stellingen niet eerder was opgemerkt. Die bekendheid was
onder meer te danken aan het feit, dat het litteraire sym
bolisme in de mode kwam en door een vriendschap met Mal
larmé en Bandelaire. Hij kreeg toen ook de erkenning van
schilders als Gauguin, Bonnard, Vuillard en Maurice Denis,
later ook Henri Matisse.
Verzamelaars hebben toen ook zijn werk ontdekt. André
Bonger was een van hen, maar hij vond ook bewonderaars
in de Belgische collectioneur Edmond Picard en de Frans
man Gustav Fayet. Er zijn natuurlijk meer namen te noemen.
NU MAAR DAN KORTER over de andere vriend
schappen. Ik schreef al, dat Bonger enige jaren bevriend is
geweest met Vincent van Gogh, welke vriendschap met de
vroege dood van de laatste is afgebroken. Bij diens begrafe
nis sloot Bonger vriendschap met Emile Bernard. Van Van
Gogh zijn er nu nog drie werken uit het oorspronkelijke
bezit, waarvan enkele door mevrouw Bonger die nog altijd
leeft in het Gelderse Almen, waar zich het grootste deel van
de collectie bevindt aan musea zijn geschonken Andere
Van Goghs zijn eerder verkocht. Het belangrijkste werk hier
is het bekende zelfportret met grijze hoed.
Groter is de collectie Bernard. Bonger is, ik schreef het
al, lang bevriend gebleven met Bernard. Daaruit resulteerden
aankopen en een uitgebreide briefwisseling, die ervan getuigt,
dat de schilder de verzamelaar ook als een adviseur zag.
REDON IS DIE periode omstreeks 1900 te boven gekomen.
Hij heeft zich toen ook tot de kleur bekeerd, waarvan de
prachtige pastels op de expositie getuigen. Ook olieverf werd
gebruikt, maar meer nog tempera. Dan ontstaan ook kamer
schermen, als er een is geëxposeerd en hij komt tot zeer
poëtische verbeeldingen, waarin de natuur sterk is terug
gedrongen tot imaginatie, of ook wel tegelijkertijd imaginair
verschijnt. Dan vallen zijn dromen en bloemen samen tot één
inhoudelijk geheel, vaak in gloeiende kleuren.
André Bonger heeft heel die ontwikkeling op de voet ge
volgd totdat Redon op 1 juli 1916 in Parijs stierf. Ter com
pletering van het beeld dient nog, dat Redon in zijn latere
jaren, toen de Art nouveau was doorgebroken, evenals vele
van zijn tijdgenoten ook tapijten en meubelen ontwierp.
Spinnen spelen vaak evenals andere insekten een rol
in een demonisch, dan wel sterk verontrust droomleven. Ook
bij Redon dus, hiermee vooruitwijzende op vele surrealisten
na hem. Deze spin grijnst, wat men noemt, „belust” naar een
onzichtbare prooi. Wellicht zag Redon zich, aan de steen
werkende, zichzelf zo.
te il
IN 1892 IS ANDRÊ Bonger weer naar Nederland terugge
komen, maar vakanties brachten hem vaak naar Frankrijk
en omgekeerd introduceerde hij Redon ook in ons land. Ook
Een stilleven in olieverf, vermoedelijk in 1891 geschilderd
in een periode, dat de natuur Redon weer sterker aansprak,
dan in zijn meer visionele werk net geval was. Ook dan echter
worden een paprika en een citroen op een handdoek poëtische
uitingen, als het ware doortrild van een ander „leven” dan
het zichtbare. Ze zijn zichzelf en tegelijk méér, door het
samengaan van kijken en schouwen. Zo’n Wijze van ervaren
valt te vergelijken met die van Floris Verster in ons land niet
zo lang daarna en later met de stillevens van Morandi.
Een kosmisch levensbesef valt af te lezen uit de litho van
een hoofd in een doorgesneden bol, zwevend in een planetaire
ruimte. Omdat archetypische beelden als deze in veler droom
leven voorkomen, kan men hierbij ook denken aan de mensen
in „kristallen” bollen, zoals Jeroen Bosch die schilderde.
Evenals bij de laatste ook hier een door ascese vermagerd en
vergeestelijkt gezicht, hoewel niet valt aan te nemen dat Redon
zich in het werk van Bosch heeft verdiept.
BIJ EEN TENTOONSTELLING als deze moet ook iets over
de verzamelaar worden geschreven, omdat de relatie met zijn
vrienden zo duidelijk afleesbaar is en omdat de persoonlijke
smaak van de verzamelaar al even sterk de collectie kente
kent als het talent van de kunstenaar. Het is namelijk de
grote verdienste geweest van André Bonger, diat hij heel vroeg
inzag, dat Redon een baanbrekend kunstenaar was, terwijl
dat door zeer weinigen werd onderkend. Bonger heeft nooit
kunnen vermoeden, dat zijn vriend als een voor hem belang
wekkende mystieke symbolist ook in bepaalde opzichten een
stimulans zou betekenen voor het veel latere surrealisme,
ook al zijn er meer verschillen dan overeenkomsten. Juist
met zoiets is dan getekend, hoe verzamelaars-vriendschappen
mede bepalend kunnen zijn voor de kunst in het algemeen.
Er wordt mee voorkomen, dat ten onrechte het werk van
(nog) niet erkende kunstenaars niet wordt opgemerkt en ver
loren gaat.
Wie was nu André Bonger? Hij, geboren in 1861, was een
der kinderen van H. C. Bonger, lid van een bekende Amster
damse handeldrijvende familie. Zoals in die kringen vaak
gebruikelijk was werd André na zijn handelsstudie naar het
buitenland gezonden om zich daar verder te bekwamen, in dit
geval Parijs. Hij was toen achttien jaar, opgevoed in een
sfeer, waarin litteratuur en nog meer muziek belangrijk wa
ren. Zelf was hij een hartstochtelijk lezer van Byron, Keats en
Shelly. In Parijs kwamen daar de grote Franse schrijvers bij.
Zijn jongste zuster Johanna trouwde met Theo van Gogh en
daardoor kwam André in Parijs ook in aanraking met schil
ders. Hij kende Vincent, bezocht hem ook in Nuenen, raakte
bevriend met Emile Bernard en kreeg in 1891 contact met
Odilon Redon. Dat betekende dan een vriendschap voor het
leven met de familie Redon, die de grondslag legde voor
verzameling én briefwisseling. Enkele brieven liggen dan ook
in een vitrine in het prentenkabinet te kijk. Uiteraard was
die vriendschap gebaseerd op een geestssverwantschap, in
dit geval een nogal zeldzame, omdat Redon een in die tijd
merkwaardig oeuvre schiep, waarover straks hieronder meer.
REDON IS IN 1840 in Bordeaux geboren in een artistiek
gezin. Zijn vier jaar oudere broer was een muzikaal wonder
kind. Een componist als Wagner werd thuis bewonderd. Zelf
voelde hij zich meer tot de schilderkunst aangetrokken, maar
de beïnvloeding van thuis bleef een rol meespelen. Zelf ver
eerde hij een schilder als Delacroix. Onder meer wijst dit er
al op, dat hij een zintuig had voor het exuberante en roman
tische in de cultuur, gepaard voor een grote liefde tot de
natuur, die zich later in pantheïstische zin zou ontwikkelen
en hem tot visionaire eenheidsbelevingen zou brengen. Die
werden ook gevoed door zijn jeugd op het landgoed Peyre-
labade in Listrac in het departement Gironde. Hij heeft het
altijd betreurd dat zijn ouders het om financiële redenen in
1897 moesten verkopen.
Artistiek is Redon gevormd door contacten met Bresdin en
Corot. Hij werkte naar de natuur in zijn eigen omgeving,
maar hij zag die natuur nooit als doel. In 1868 schreef hij
en dat in een tijd, dat het naturalisme in de mode was
„Sommige schilders willen het doel van de kunst abso
luut beperken door weer te geven wat ze zien. Zij, die bin
nen deze enge grens blijven, volgen een goedkoop ideaal.
De grote meesters tonen ons dat de kunstenaar, als hij
eenmaal zijn eigen taal heeft gevonden en de nodige uit
drukkingsmiddelen bezit, vrij is, vrij om zijn onderwerpen
aan de historie, de fantasie, zijn eigen ervaringen en ver
beeldingskracht te ontlenen”. Elders sprak hij uit, dat de
zichtbare natuur de bron werd van zijn imaginatie.
Het werk van Odilon Redon laat zich in het algemeen heel
moeilijk fotograferen met zwart-wit reproduktie in de krant
als doel. Veel werk, de houtskooltekeningen, zowel als die
pastels, hebben te geringe contrasten. De foto’s bij dit artikel
tonen dus eigenlijk een vertekend beeld, maar zijn gekozen
omdat de contrast-rijkere litho's beter over te brengen zijn.
BERNARD, in 1868 geboren en in 1941 gestorven, was de
stichter van de „school” van Pont Aven, met zowel bindin
gen in de richting van Cezanne als Gauguin. De laatste twee
zijn veel bekender geworden en vooral Gauguin eiste de eer
voor zich op de vader van het toen zo geheten synthéthisme
te zijn. Die richting maar men leze er over na wat ook
over het werk van Cézanne wordt geschreven keerde terug
naar de welomlijnde vorm, de stevige opbouw van een schil
derij, in plaats van de latere ontwikkelingen in het Franse
impressionisme, waarin kleur en vorm als het ware „ver
dampten”.
Bernard is echter nooit zo beroemd geworden als de twee
andere genoemden. Terecht, want het vrij grote aantal doe
ken in de collectie maakt geen grootse indruk, na alle latere
veel heviger indrukken, die de schilderkunst ons heeft be
zorgd. Kunsthistorisch is Bernard in mijn ogen belangrijker
als stimulator en „ontdekker”, dan als de man, die zijn
synthetisme krachtig wist voor te dragen. In dat opzicht
spreken zowel Gaugin als Cezanne die door Bernard bij
zonder goed werd begrepen veel sterker aan. Niettemin
bliijft het een grote verdienste van André Bonger, dat hij
de bijzondeer aard van het werk vroeg ontdekte en zo een
belangrijk oeuvre voor Nederland heeft kunnen bewaren.
Van Paul Cézanne tenslotte zijn er hier twee werken, eer
der een bewijs van het feit, dat Bonger in dit geval een mis
kende schilder wist te herkennen, dan van een werkelijke
vriendschap. Logisch, Cezanne was al oud, toen Bonger in
Parijs leefde, terwijl de eerste zich in Aix-en-Provence te
leurgesteld in eenzaamheid terugtrok. Toch heeft Bonger een
groot aantal werken van Cezanne in bezit gehad, gekocht
tijdens tentoonstellingen. Hij heeft ze helaas moeten verkopen,
evenals vijf schilderijen van Van Gogh. Gelukkig is een be
langrijk doek als „De weg langs het meer” voor ons land
behouden gebleven, zich nu bevindende in het Kröller-Müller
museum. Overigens pleit eveneens voor de fijne neus van
André Bonger, dat hij van Bernard niet alleen schilderijen
kocht, maar evenzeer borduurwerken en een gestoken spiegel
lijst, die vooruit lopen op de integratie van kunst en am
bacht, die pas later in de Jugendstil-periode veel meer ge
bruikelijk werd.
Uit de litho’s kozen we hieronder de „kruising” tussen mens
en vis. De voorstelling slaat op de mythische Chaldeeuwse
god Oannes, een illustratie tij de „Verzoeking van Sint
Antonius” van Flaubert. De „vis-god" Cannes is bekend uit
geschriften van de gnosticus Berosus, die een oeroude Baby
lonische mythe beschrijftt. Een afleiding daarvan is de bijbelse
figuur Jonas door joodse rabbi’s tijdens de Babylonische
ballingschap gecreërd uit het mythologische verhaal en
omgevormd tot de bekende „Jonas en de wallevis”.
door de invloed van andere bewonderaars als de beeldhouw
ster Saar de Swart en de tekenaar-schrijver Jan Veth, zijn
er vervolgens in ons land vrij vaak tentoonstellingen van
Redon’s werk in ons land gehouden. Vermoedelijk was hij
hier meer bekend dan in Frankrijk.
De vriendschap met Emile Bernard betekende aanvankelijk
meer voor Bonger en later minder dan de- verwantschap met
Redon. De herinnering aan Van Gogh was tevens de band
tussen Bernard en Bonger en ook hun correspondentie is van
groot belang voor wie zich interesseert in het kunstgebeu-
ren van die jaren. Wie daar meer van wil weten, vindt er
in de catalogus uitgebreide inlichtingen over. Omdat de ten
toonstelling tenslotte schilders geldt, verwijzen we daar ver
der naar.
In die catalogus mist men wel node een uitgebreide be
schrijving van het leven van Odilon Redon. Men vindt er iets
over zijn leven en werken, het meeste nog in de aantekenin
gen bij de genoemde werken. Juist bij een figuur als Redon
echter was een aaneengesloten biografie met achtergrond
informatie over de bronnen waaruit hij putte en de geeste
lijke crisis-situatie, dan wel zijn visionaire geluksmomenten,
bijzonder dienstig geweest. Evenmin wordt uitgebreid aan
gegeven, hoe men Redon in zijn tijd moet situeren.
|^j|y
a
r r
- te
■- te
te-
‘•s.
..irf
'7
Mate
K
i - sg