Oergeweld blijft
Over zeilen
aan buitenkant
en tennis
Doodsteek voor legende
Hollandse
jongen
van
n
□ff
s/
VOOR UW VAKANTIE
KHAKI PANTALONS
KHAKI SHORTS
.J
Jongste der wereldmerken.
Wat de bijbel
ons vertelt
„HAN DE WIT...” VAN HEERE HEERESMA
Vitaal, dynamisch, internationaal! PeterStuyvesant-
rijke geurige tabak en... het Miracle Filter
Peter Stuyvesant, Ug^niét zoveel meer!
13
WOENSDAG 28 JUNI
1972
„ANTONY AND CLEOPATRA”
UIT GLASGOW
s
A'
ft
HET OMSLAG van de nieuwe
roman van Heere Heeresma toont
een kleurenfoto waarop een in-
bleke, enigszins verschrikte jonge
man aarzelend de hand opsteekt
naar de toeschouwer, terwijl zijn
andere hand een monsterlijk grote
reistas vasthoudt. Hij bevindt zich
in een klassieke Hollandse huis
kamer, compleet met old-finish
meubilair en een trouwfoto op het
bijzettafeltje.
3
o
t/VWWVWWWWWWWWWWWVWWVWWWWWW
HEERE HEERESMA
ADVERTENTIE
„En wat zat daarin?'
HANS VAN STRATEN
G.G.
MJUVUUtAAAAAJUUUWUlAAAAAAAAAJVUMJUUVUUUUUWUUUUVlAAJVUUUUVVUUUlAAAAAAAJUUVUVlAAAAAA^
V
HIIHIIIIIIIIHIIIIIIIIlllllllltl
Lichtgewicht Kostuums
ook i/i grote maten
(tot en met maat 62)
Polo-pull’s met korte mouw
(tot en met maat 62)
Weekend shirts
(ook in ekstra-ekstra large)
ZIJLSTRAAT 71 HAARLEM
Telefoon 31 07 91
Cleopatra (l.) en Antonius gespeeld
door Jonathan Kent en John Duttine.
(ook in zeer grote maten)
0
A
n
Kunstveiling. Op de eerste dag van een
reeks kunstveilingen in Londen hebben
Japanse verzamelaars de toon aangege
ven. De hoogste prij s105.000 pond
(ruim 825.000 gulden) betaalde één
van hen voor een portret van Modiglia
ni. Voorts kwamen twee Van Goghs,
drie Renoirs, ééén Picasso, één Braque,
één Utillo, één Bonnard en één Matis-
sen in Japanse handen. Een woordvoer
der van Christie, waar de veiling werd
gehouden verklaarde dat de Japanners
de rol hebben overgenomen die de
Amerikaanse kunstkopers enige jaren
geleden speelden.
Han de Wit een jongen is „die het
deïst zijn moeder had willen trouwen
als vader daar niet was geweest.” Deze
moeder wordt ons getekend als een
/rouw met ravenzwart haar, dat in het
huwelijk echter „alras dof” is gewor
den en begint uit te vallen „door de
-orgen en een hardnekkig soort roos.”
legende
Als Han haar een keer met moeite
op de fiets heeft gehesen, lezen we:
.Zo, vanop de rug gezien leek moeders
gestalte nog het meest op een ouwe
matras.”
Nog erger is het met de vader, die
Han voortdurend uitmaakt voor ’’luile-
bol” en ’’drollebak” en hem zelfs regel
recht tyranniseert met zijn cholerische
woede-aanvallen. Op een avond komt
de man thuis van een demonstratie
van kolenhandelaren in Den Haag te
gen de concurrentie van het aardgas,
Filmrcord De film „The Godfather” van
Francis Ford Coppola over de Maffia met
Marlon Brando heeft tachtig miljoen dollar
aan recettes opgebracht tijdens veertien
weken draaien in 775 bioscoopzalen in de
Verenigde Staten. Hiermee zijn alle com
merciële records in de geschiedenis van de
cinema geslagen.
IN DE SERIE: Wat de bijbel ons
vertelt; een uitgave van het NBG in
samenwerking met de stichting Docete
te Hilversum; is als 15e deeltje uitge
komen: Op weg naar het beloofde
land. Omdat deze serei zich vooral
richt op geestelijk gehandicapten en de
jeugd, gaven wij dit boekje in handen
van onze negenjarige zoon, die zijn
oevindingen als volgt op papier zette:
,,Ik vond het erg mooi, vooral de
plaatjes en daarom begreep ik het heel
goed. Ook de letters zijn heel duidelijk.
Ie leest ook over een oorlog. Weet je
hoe het aggelopen was? Het volk van
Israël ging met stenen gooien en toen
ging het vreemde volk aan de loop”,
aldus Arno.
„MINDER UIT MEER, een uitgave
van het NBG, heeft als ondertitel
,Bloemlezeing uit de bijbel”. Hiermee
Is de voortreffelijke inhoud ons inziens
wat te kost gedaan omdat door de vele
Illustraties, kaarten en tekeningen de
tekst veel meer tot de verbeelding
spreekt. De bedoelingen van het Oude
an Nieuwe Testament komen daardoor
Peter tot hun recht. Ook door de
toelichtingen steekt men veel meer van
bijvoorbeeld de brieven van de aposte
len op dan door onzder meer de bijbel
te lezen. Prachtige kleurenfoto’s ver
volmaken het geheel. De uitgave werd
fotografisch gezet door het Internatio
naal Zecentrum NV te Wormerveer en
NV Grafische Industrie Haarlem belas
tte zich met de offset.
Amsterdam.
Cleopatra was
een donkere
Egyptische vor
stin; Marcus An
tonius en Caesar
(de latere Au
gustus) waren blanke Romeinse veld
heren. Maar in de voorstelling van
Antony and Cleopatra” van Shake
spare door het Citizens’ Theatre uit
Glasgow zijn ze alle drie van top tot
teen even bruin geschminkt en in
weinig meer dan touwen en kralen
kettingen gekleed. Bovendien wordt
Cleopatra gespeeld door een jonge
man.
Het decor waarin zij met vier andere
spelers het drama opvoeren, ziet er al
even primitief uit: drie „muren” van
touwgordijnen, waarboven een eindeloos
hoge hemel van alweer fraai gerangschikt
touwwerk. Men waant zich bij een stam
hoofd in Oeganda te gast; de tam-tam
ontbreekt niet. Het ziet er adembenemend
mooi en veelbelovend uit.
Van meet af aan is duidelijk dat regis
seur Giles Havergal het zeer wijdlopige
stuk van Shakespeare heeft willen ont
doen van alle historische en anecdotische
aspecten, benevens van een groot aantal
bijfiguren, om tot de essentie te raken.
Deze kern is, voor Havergal althans, een
mytische driehoeksverhouding, waarin
Antonius en Cleopatra als een soort half
goden elkaar door hun verzengende liefde
te gronde richten en Caesar als bittere
overwinnaar (verliezer, zo u wilt) achter
laten. Het moest een voorstelling worden
van primitief oergeweld. waarin de zinne
lijke liefde de dood kiest boven de macht.
De toeschouwer zou er iets wezenlijks van
zichzelf of van de Mens in het algemeen
In moeten ontdekken. Dat is Havergal niet
gelukt.
Nu hij toch aan het schrappen was, had
hij het stuk nog méér kunnen comprime
ren. Het rituele karakter dat hij erin
wilde leggen was ermee gediend geweest.
Vooral de tweede helft werd ondraagelijk
lang, en niet alleen omdat je het Shakes-
peariaanse Engels niet machtig bent. De
grootste afknapper evenwel was dat de
jonge spelers in deze produktie niet in
staat zijn de bedoelingen van Havergal in
te vullen. Het primitieve oergeweld heb
ben zij niet in zichzelf ontdekt en vrijge
maakt, zodat het harde werk dat ze op
het toneel verrichten niet als strikt pe
soonlijk overkomt. Er wordt rauw ge
schreeuwd en gestileerd-woest bewogen.
Maar het heftige spel blijft aan de bui
tenkant en vervalt soms tot hinderlijk
pathos. Misschien komt het doordat de
spelers de uiterste consequenties van een
aanpak a la Grotowski niet hebben aan
gedurfd.
Deze methode Is erg zwaar en ook
riskant, zowel voor de persoon van de
acteur als voor het gezelschap, maar ze
kan indrukwekkende resultaten opleve
ren: bijvoorbeeld „Arden of Faversham”
en „Medea” bij La Mama. Het is in ieder
geval moedig ,dat Havergal bij een plaat
selijk gezelschap in een weinig om cultuur
bekend staande industriestad als Glasgow
zoiets probeert. Voor mij gaat zijn „Anto
ny and Cleopatra” dan ook onder met ere.
Voorstellingen in Rotterdam op 28 juni
en in Den Haag op 29 juni en 1 juli.
J. HEIJER
ri*
iMKMacri
K’ IX!
■*-
PETER STUyVESAN
Zo’n passage toont duidelijk de mo
gelijkheden van het genre, zoals het
subtiel te pas brengen van een pseudo-
dramatische cliché-dialoog („Zwijg!”)
het getrouwd-zijn met de moeder (als
of dat door Han bedreigd werd) en het
meespelen van de moeder zelf, die laf
genoeg maar doet of het allemaal een
olletje is.
Zoons studie is vader allang een
loom in het oog en dus wordt Han op
een gegeven moment met instemming
van moeder van het gym genomen om
de praktijk’ in te gaan, dat wil zeggen
mee met vader op de kolenauto om
zakken anthraciet en blikken olie bij
de klanten te bezorgen. Volgt een bij
kans negentiende-eeuws tafereel van
■llende: vader en zoon achter op de
open bestelauto, terwijl de sneeuwjacht
hen om de oren raast.
Door een slordige manoeuvre van de
chauffeur slaat vader bij zo’n gelegen
heid van de wagen en is voor de rest
van zijn dagen invalide Moeder gaat
■lit werken, maar krijgt chronisch spit
en moet voortaan ook in een stoel
zitten. Maar nog altijd is Han, hoe
ammer hij het ook vindt dat hij van
chool moest, ’dol op zijn ouders’ en
net spreekt vanzelf dat hij de zo zwaar
betroffen lieden voortaan zal verzor
gen.
Als men zover is gevorderd, gaat
men oespeuren hoe er onder de paro
die een grimmige bedoeling verborgen
zit. Het verhaal krijgt de allures van
een komedie van Becket. De brute
vader, nu geheel van zijn krachten
oeroofd en de slappe moeder, evenzeer
tot onbeweeglijkheid gedoemd, handha
ven niettemin hun macht over Han.
Vader tyranniseert de ’luilebol’ nog
erger dan vroeger Han doet wat hij
kan om het invalide stel op hun wen
ken te bedienen. Geen moment komt
net in hem op om tegen deze onhoud
bare situatie in opstand te komen.
Maar de ouders trekken wel de con-
-equentie uit hun absurde machtsposi
tie. De luilebol moet weg Als er in een
tv-uitzending jongelui worden ge
vraagd voor de ontwikkelingslanden,
besluiten zij dat Han daar maar zijn
toekomst moet zoeken.
„Vroeger was dat wat anders,” zei
vader traag terwijl hij hem naden
kend bleef aanstaren. „Jongens die niet
deugden werden als koloniaal op de
boot gezet. Ze kregen voordien een
goed handgeld en uitmonstering en
vaak groeiden er dan in de warme
landen nog flinke kerels uit.”
Hij strekte zijn armen vooruit, zijn
vingers gespreid als duwde hij iets weg
maar moeder nam het van vader over
terwijl vadei de shagsigaar begon dicht
Ie likken „Maar dit is natuurlijk iets
prachtigs. Een mooie gratis opleiding
Trwijl er al meteen loon betaald
wordt.
Han gaat een cursus volgen voor
ontwikkelingswerk maar voor hij
klaar is komt hij om bij een simpel
verkeersongeluk.
Zo geeft de parodie dan de doodsteek
aan de legende van de„gezonde Hol-
andse jongen” van wie allereerst
wordt verwacht dat hij zijn ouders in
are zal houden Han is zo’n Hollandse
jongen: altijd vol goede wil. altijd
bereid de tuin om te spitten, de was
linnen te halen of de tafel te dekken.
Het ideaal dat ouders in een vorige
■euw hebben geschapen om de jeugd
dienstbaar te maken aan hun egoisme.
Nu dit type langzamerhand aan het
uitsterven raakt, heeft Heere Heeresma
een frappant gedenkteken voor hem
opgericht.
DE UITGEVERIJ Elsevier heeft po
pulaire sportinstructieboeken op de
markt gebracht. Van het BLV Verlags-
gesellschaft in München heeft het om
te beginnen een tennis- en een zeilboek
overgenomen, die wat de tennisuit
gave betreft wat vernederlandst is
door een voorwoord van de heer Mul
der voorzitter van de commissie be-
roepstenni.. van de KNLTB, plus wat
foto’s van Nederlandse cracks als Ok-
ker en Trudy Walhof-Groenman. In
het zeilboek heeft men bij de catalogi
sering van boottypes oo de „Neder
landse" schepen niet vergeten (Pluis,
Valk, Spanker en Schakel om er enke
le te noeme#). Zeldzamer soorten boten
als de Friese skütjes kwamen we in dit
Duitse boek niet tegen.
„Zeilen” van Ronald Denk (vertaling
J. Baggerman) maakt bepaald geen
slechte beurt in de reeks van zeilboe-
ken, die met name de laatste jaren
in grote toevloed van de persen
gelaveerd worden. Het is een soort
bijbeltje, waarin men veel over de
wind-watersport bijeengebracht ziet.
Eerst wordt men wegwijs gemaakt in
dat merkwaardige jargon, onder andere
aan de hand van tekeningen, zoals van
de „snapsluiting om spinnakerschoten
te bevestigen op hals en schoothoorn.”
Het zou eigenlijk wel aanbeveling ver
dienen om achter in het boek een
alfabetische lijst van typische zeil ter
men op te nemen.
Aan de hand van tekeningen en
foto’s krijgt men een vrij gedetailleer
de uiteenzetting van wat er letterlijk
en figuurlijk allemaal te koop is in de
zeilerij. Men mikt allereerst op de
gewone binnenwaterzi ?rs. Terloops
wordt ook ingegaan op het zeezeilen.
Eerst wordt de theorie van het zeilen
uiteengezet. Daarna komt de praktijk
aan de orde, waarbij begonnen wordt
met het zeilklaar maken van de boot.
Om er enkele hoofdstukken uit te
pikken: gijpen, deinzen, man-over-
boord-manoeuvre, ankeren, wat te
doen bij onweer en storm, de regle
menten, etiquette te water en wed
strijdzeilen.
„Beter tennis” van R. Ellwanger
(vertaling J. Moebs) is een zeer in
structief boek. Hier wordt niet alleen
gezegd hoe het eigenlijk allemaal wel
moet, maar ook wat er meestal fout
gedaan wordt. Nu kan men zelf aan
het werk gaan en constateren, wat
men fout doet. Al fouten eliminerend
moet men dan tot een redelijk peil
kunnen komen. Dat is vooral aantrek
kelijk voor de recreatie-spelers, omdat
die vaak niet toekomen aan het lessen
(hetgeen natuurlijk heel wat beter is
dan tennis uit het boekje leren). Met
detailfoto’s wordt duidelijk gemaakt
hoe men de verschillende slagen onder
de knie moet kunnen krijgen. De me
thodiek van het boek is misschien wat
tweeslachtig (naast elkaar staan in
structies voor leerlingen en leraar)
maar geeft wel duidelijk inzicht in de
mogelijkheden en moeilijkheden van het
tennisspel. De opbouw gaat van uitrus
ting bespreken en de theorie van de
techniek en methodiek via aanwijzin
gen voor beginners en gevorderden
naar de wedstrijdspelers. Tenslotte
wordt er dan ook nog uitvoerig aan
dacht geschonken aan conditietraining
'n tactiek.
Nu het Europa-cupseizoen 1971-1972
ten einde is volgt het „naspel",' de
boekenrage. Het eerste boekwerk op
dit gebied is van de veel producerende
hand van Hans Molenaar, specialist op
het gebied van internationale voetbal-
maniakken. „Europa-cup 71-72” ver
scheen al een paar dagen na de finale
in Rotterdam. Wie maar niet genoeg
kan krijgen van de voetbaldramatiek
en -vreugde op Europees (en dus ook
vooral Nederlands) terrein kan zijn
hart ophalen. Hij zal regelmatig kun
nen zeggen: „dat is waar ook. Zo was
het.” Alle uitslagen, maar dan ook alle
van de grote cuptoernooien vindt men
in dit riante naslagwerk (met veel
foto’s). (Uitgeverij De Boekerij, Baarn).
HANS ROMBOUTS
Ook wie nog geen letter van het
boek heeft gelezen kan al raden welke
kant het zal uitgaan. „Han de Wit gaat
'n ontwikkelingshulp”, een uitgave van
de Erven Thomas Rap, steekt de draak
net het knusse Hollandse gezinsboek.
Het vermoeden ligt zelfs voor de hand
dat Heere Heeresma hier een zeer
bepaald voorbeeld op het oog heeft
gehad, te weten de in bepaalde kringen
nog altijd zeer populaire Maart je de
Wit-boeken, romanbewerkingen van
een hoorspelserie van de NCRV.
Aan de parodistische bedoelingen
van de auteuj hoeft men niet te twij
felen, maar zijn boek is toch meer dan
een parodie alléén. Het verhaal, eerder
als „feuilleton” verschenen in het
maandblad Soma, behelst de weder
waardigheden van het gezin De Wit,
vader, moeder en zoon Han, middel
baar scholier. Vader verdient de kost
als kolensjouwer. De sfeer In het klei
ne huisje wordt bij herhaling omschre
ven als „oergezellig”.
Nu is gezelligheid een subjectieve
ervaring. Wat de een gezellig noemt,
kan een ander de rillingen over de rug
agen. Heere Heeresma beheerst met
meesterschap de techniek, deze tegen
gestelde mogelijkheden doorlopend te
gen elkaar uit te spelen.
Zo lezen we al in de eerste zin dat
vroeg vader
nieuwsgierig, terwijl hij naar de lege
beker op tafel wees.
„Chocolade,” fluisterde hij, met ge
bogen hoofd.
„Geef eens hier?” vroeg vader, nog
steeds gevaarlijk vriendelijk.
Beschroomd reikte hij de lege beker
aan en vader bracht deze naar zijn
lippen.
„Zelfs geen druppel meer voor mij,
hé?”
„Ik.
„Zwijg!” hijgde vader, ineens hees
van woede. ,Jij hier altijd maar lekker
knus met moeder zitten. Maar het is
nijn vrouw, hoor je!”
Hij stonde op, blind van ogennat.
Vader, ik.
„Donder op. Luilebol!”
Reeds schoot hij weg langs de als
een rots zo harde neersuizende hand,
de deur uit en de gang in waar moeder
pj naast de trap stond met het grote
nikkelen horloge van opa tegen het oor
gedrukt. Ze had het zeker net opge
wonden
„Vooruit Han!” moedigde moeder
hem aan terwijl hij naar de trap
stormde en zij het klokje voor de ogen
bracht. „Zet hem op! Eens kijken hoe
snel je deze keer boven bent!”
■’’te
.?.t)