Kunstenaars
Hamlet uit Belgrado
FILMBERICHTEN UIT
in nood
gloeit
speeldrift
OPSTANDIGE WERELD
van
Pedosari
voetspray
UNICURA N.V. Amsterdam
■Floriade
Akoestische problemen
in Sint Michaelskerk
Wf//;
film
in Amsterdam
Geen tijd voor ondertitels
Studio moet
ophouden
Uitnodiging
Rock opera van Bernstein
petri interieur
ATELJÉ 212 IN MICKERY
relaties
voor onze
13
SGHNITGER-GONGERT IN ZWOLLE
VRIJDAG JO JUNI 1972
T ekenfilm
Nachtvoorstellingen
Ruim 1000 aanvragen
voor nieuwe regeling
Liliade
Akersloot
AMSTERDAM.
Hamlet is geen prins van Dene
marken meer in de bewerking die
een groep van vijf jonge spelers
van Ateljé 212 uit Belgrado in Micke-
ry laat zien. Hamlet is volgens de be
werkster en regisseuse Slobodanka
Alesksic iedereen want iedereen staat
voor de keuze „te zijn of niet te zijn”.
Deze Elckerlyc-achtige Hamlet kiest
voor het niet-zijn. Hij hangt zich op.
MET DE IRAANSE FILM „De
postbode” van Darioesj Meerdz
joei is woensdagavond in het Rot
terdamse Ca
lypso „Filn
International
Rotterdam”
gestart, een
filmmanifes-
tatie, zoals wt
die al enige malen in Utrecht heb
ben meegemaakt (de organisatoren
zijn trouwens dezelfden) en die.
evenals „America today” en „Ita
lia oggi” in vorige jaren, onderdeel
van het Holland Festival gaat uit
maken. In cijfers uitgedrukt:
„F.I.R.” omvat zo’n 30 hier onbe
kende films met een totale lengte
van omstreeks 90 km, verspreid
over 57 voorstellingen. Wie alles
wil zien, zit meer dan 60 uur in
het donker en betaalt daar 50
voor.
I
HAMLET EN OPHELIA
AAAAAAA/^AAAAA^AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAJUKAAAAAAAAAAAAAAAA/kAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
ADVERTENTIE
tot en met cl oktober Amsterdam
zijlweg 36-38 haarlem tel. 023 - 31 63 99
Het stuk telt geen overlevenden. Niet
alleen sterven zoals Shakespeare voor
schrijft Hamlet, diens moeder, oom en
WEINIG NIEUWS ook in de nachte
lijke weekends. In de Paul Newman-
serie die Calypso is begonnen kan men
de autorace-film ’’Winning” van James
Goldstone zien en in Victoria de drug
film „Fanic in de Needle Park”. Als
derd filmcick in het Leidseplein Thea
ter moet „Woodstock’ ’dienen.
Amstelhal - RAI
t/m maandag
lelie’s - lelie’s
lathyrus enz.
de wereldtop
trein/toegangskaartjes NS-station»
aC jM.
Informatie dus van over de hele
opstandige wereld. Bezwaar bij dit al
les en dat geldt ook voor de speel
films, waarvan bijvoorbeeld de Japanse
in het Frans of Engels ondertiteld zijn
is de taal. Van e en Nederlandse
ondertiteling kon vanwege de kosten
geen sprake zijn, men wordt dus nu
verwacht over voldoende Franse, En
gelse en Duitse kennis te beschikken
om de door hun onderwerp uitgespro
ken praatfilms in hun eigen taal te
kunnen volgen.
Twee ervan zijn deze week al te
zien, respectievelijk in Cineac Reg.
Breestraat die als vakantievertier Dis
ney’s ’’The aristocats” nog eens op het
programma heeft genomen en in City,
waar een nieuwe prestatie van dezelfde
studio, ’’Goofy, de held van de Olympi
sche Spelen”, te zien is.
Goofy is de bekende tweedeplans
medespeler in de Mickey Mouse-films,
„Mass” is gecomponeerd en geschreven
in opdracht van de familie Kennedy.
Want hetzelfde geldt, zij het in iets
mindere mate, voor de speelfilms die
aan de hand van een goede inhoudsop
gave nog wel te volgen zouden zijn en
waarvan sommige althans een kleine
kans lopen nog een filmimporteur te
vinden. Het zou tenminste gek zijn als
een film als „Tuin der lusten” van
Carlos Saura niet in normale roulatie
zou komen. Het is het verhaal van een
oude man die invalide is en aan geheu
gen vanaf het doek de toecchouwer niet
bende familie aan een zelfbedachte
schoktherapie van nagespeelde jeugd
herinneringen wordt onderworpen om
hem het nummer te doen herinneren
van zijn bankkluis in Zwitserland. Een
wrede, cynische film vol bizarre humor
die past in de sfeer waarin Saura’s
landgenoten Bunuel en Arrabal ook
werken. En zo kan men zich ook nog
enige spectaculaire Japanse films best
in onze bioscopen voorstellen. Maar dat
zou durf en visie bij de filmimporteurs
vereisen en als ze die bezaten zou een
manifestatie als „Cinema International
Rotterdam” nagenoeg overbodig zijn
geweest.
Een aangrijpen document in de geest
van tv-documentaires als „Warrendale”
en „Other voices”, maar waarin wel
het gesproken woord een evengrote
betekenis gaat krijgen als het beeld.
Het is jammer dat door gebrek aan
middelen van ondertiteling of een ver
vangbaar systeem geen sprake kon
zijn, waardoor onmisbare mededelin-
genvanaf het doek de toeschouwer niet
bereiken en de manifestatie (van festi
val spreken zou in dit verband mislei
dend werken) een ongewild elitair ka
rakter dreigt te krijgen.
De invalide met geheugenverlies
uit Saura’s „Tuin der Lusten”.
„Remparts d’argile” is een in Al
giers gemaakte film tegen de nieuwe
machthebbers in het onafhankelijke
Tunesië en „Weekend a Sochaux” is
een onder vakmensen gemaakte docu
mentaire door arbeiders van de Peuge-
ot-fabrieken bij Parijs over hun leef-
toestand en toekomstmogelijkheden.
„The guerilla’s of the Arabian Gulf”
gaat over de revolutie in een der olie-
staten aan de Arabische golf, „Alliansa
para el progresso” vetelt iets over de
sociale toestand in Argentinië en „Weg’
met de boeken en de straat op” geeft
een beeld van Japanse jeugdproblema
tiek.
ZWOLLE. Ter gelegenheid van het
250-jarig jubileum van het Schnitger-or-
gel in de Grote of Sint-Michaelskerk te
Zwolle zou verleden jaar 16 juni op het
concert, dat toen onder auspiciën van de
stichting „Schnitgerprijs Zwolle” in ge
noemde kerk gegeven werd, een nieuw
werk van de Nederlandse componist Ton
de Leeuw voor het eerst worden uitge
voerd.
De opdracht tot het schrijven van deze
compositie, welke enoemd zou worden
„Muziek voor orgel en 12 instrumentalis
ten” werd De Leeuw verstrekt door het
ministerie van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk. Met de uitvoering
van het werk zou het jubileum van het
orgel gevierd worden. Het stuk kwam
echter niet gereed.
Voor het concert van de stichting, dat
donderdagavond in de Michaelskerk gege
ven werd,was het voltooide werk ter
beschikking gekomen.
Voor de opzet van zijn compositie is
Ton de Leeuw uitgegaan van de ruimte
lijke werking van de klank in het kerge-
bouw. De akoestische gesteldheid daarvan
bleek voor die werking ideale voorwaar
den te bieden, volkomen in overeenstem
ming met de geluidseffecten, die de com
ponist heeft willen bereiken.
Voor de uitvoering werd het Schnitgers-
orgel bespeeld door de organist Charles
de Wolff, ingeschakeld. Twaalf instru
mentalisten van het Residentie-orkest
werkten mede, te weten twee trompettis
ten, twee hoornisten, twee trombonisten,
een fluitist, een piccolo-fluitbesspeler, twee
klarinettisten, een contrabassist, twee be
spelers van electrische gitaren en een
slagwerker voor het bedienen van pauken,
temple-blocks en een tam-tam. Enige van
Naarmate de opera verloopt worden
Titus’ kleren fraaier en de coulissen rij
ker, maar tegen het eind smijt de zanger
alles van het altaar af, danst op het
altaar en roept het volk toe „zichzelf ten
hemel te zingen”, om vervolgens te ver
dwijnen. Plots verschijnt een jongetje dat
God een eenvoudig liedje toezingt. Alle
mensen op het toneel gaan elkaar omhel
zen. Titus komt weer op en het hele
gezelschap besluit met een godsdienstige
canon.
Pedosan verfrist en verkoelt vermoeide
en branderige voeten snel en bestrijdt
doeltreffend transpiratiegeur.
deze spelers waren bij de uitvoering mo
biel, dat wil zeggen: zij verwisselden van
plaats. Veel betekenis hadden deze positie-
veranderingen niet. Het resultaat bleef
constant een galmende totaliteit van tim
bres met dynamische variaties, die geen
musische ervaring, maar wel een auditie
ve sensatie schonk. Totdat als een verheu
gend symbool van een nieuwe artistieke
bekering de overgang kwam naar een
meerstemmige structuur met een aanha
ling uit een orgelvariatiewerk op het oude
lied „Mein junges Leben hat ein End” van
Jan Pieterszoon Sweelinck, waarmede het
laatste woord aan de traditionele muziek
gegeven werd, weliswaar slechts korte
tijd, maar in positieve zin.
Om deze wending behoefde men niet
meer zwaar aan de hybriditeit van de
compositie te tillen.
Op deze avond kwam opnieuw vast te
staan hoe uiterst moeilijk het is om een
programma samen te stellen, waarvan de
uitvoering voor wat de klankwerking be
treft voldoening kan geven in deze kerk.
In het bijzonder bleken het Preludium
en Fuga (BWV 548) en de Trauerode van
Johann Sebastian Bach misgrepen te zijn.
Ook het koorwerk „General William
Booth enters into heaven” van Charles
Ives was door tekening-vervaging onge
nietbaar, hoewel de muziek van uitne
mend gehalte leek te zijn.
Het Te Deum van Anton Bruckner heb
ik niet meer kunnen horen. Het koor van
de Nederlandse Bachvereniging verleende
onder leiding van zijn dirigent Charles de
Wolff aan dit concert zijn medewerking.
Het Residentie-Orkest begeleidde en
voorts waren er vier vocale solisten met
zeer uiteenlopende capaciteiten.
P. ZWAANSWIJK
vriend Laertes. Ook de vijfde speler, die
net als de andere vier allerlei rollen in de
voorstelling heeft vertolkt, drinkt de gif
beker. Hamlets laatste woorden „De rest
is stilte” betekenen anders dan bij
Shakespeare die het leven door laat gaan
werkelijk de laatst stilte.
Deze Hamlet speelt zich uiteraard niet
meer af in een kasteel, maar in een
schuur-achtige ruimte van jute, leer en
stoffig timmerwerk. De speelruimte is
omgeven door een net. Daarin zijn vrijwel
voortdurend de vijf spelers gekleed in
spijkerbroek en corduroy aanwezig; ter
zijde zit een gitaarspeler. De taal servo-
kroatisch en er is geen simultaanvertaling.
Een onoverkomelijk bezwaar is dat niet,
als men het verhaal kent (vorige week
was een integrale Hamlet nog op de
televisie te zien).
De opvatting dat Hamlet een universeel
drama is, waarin iedereen elke rol te
spelen kan krijgen, is consequent toege
past. Men geeft de rollen aan elkaar door.
Wie een ijzeren ketting draagt is Hamlet,
wie de kroon heeft (en als King Kong
beweegt) is de koning, wie de rode zak
doek hanteert is een hoveling. Het ene
meisje in deze^ploeg speelt zowel Hamlets
hoerige moeder als Ophelia, ook al sexy
maar toch anders dan de moeder.
De speeltrant is zeer lijfelijk en gespan
nen van begin tot eind. De Hamlet-figuur
krijgt bij elke speler een wat ander
aspect; de een is lyrischer, de ander meer
geteisterd, de derde wanhopiger. Maar het
gloeit allemaal van oprechte speeldrift,
zodat er over heen te komen valt, als een
enkeling zich soms laat gaan in die typi
sche exhibitionistische acteursijdelheid.
Het is een schitterend compacte voor
stelling, die op twee momenten op de
plaats rust geeft. De eerste keer bij de
ontmoeting tussen Hamllet en Ophelia die
op tere gitaarmuziek als een soort slow-
motionballet wordt uitgevoerd. De tweede
keer is een komisch intermezzo bij het
optreden van de groep toneelspelers, die
de moord op Hamlets vader naspelen. Een
van die artisten is in dit geval Hamlet
zelf. Hij en het meisje beginnen de en-
tr’act met het zingen van „What a piece
of work is man”, een stuk monoloog van
Hamlet dat nog bredere bekendheid kreeg
zoals het in de musical „Hair” is gezon
gen.
De groep, die onder auspiciën van het
Internationaal Theater Instituut naar ons
land is gehaald, speelt deze bezienswaar-
dige Hamlet tot en met 9 juli elke avond
om half negen in Mickery.
Een grotere groep spelers van Ateljé 212
brengt verder „De rol van mijn familie in
de wereldrevolutie”, een vrolijke satyre
die zaterdagavond in de Amsterdamse
stadsschouwburg te zien is.
JAC HEIJER.
die alle op de een of andere manier
een zeker engagement vertonen en
maatschappij-critisch zijn ingesteld.
Bovendien hebben de meeste speelfilms
een voorkeur voor het werken met
symbolen die het zien ervan tot een
wat moeilijker opgave maakt dan
waarvoor het bioscooppubliek in het
algemeen zich geplaatst ziet.
VOORAL DE ACTUELE Westduitse
film als „Katzelmacher”, „Der Tod der
Maria Malibran”, „Die Angst des Tor-
manns beim Elfmeter” („De angst van
de doelman voor de strafschop”), „Ich
liebe dich, ich töte dich” zitten vol van
een nogal pretentieus symbolisme,
waarmee meestal een zwaarwichtigheid
bereikt wordt die nauwelijks verant
woord lijkt. Want ook in de Perzische
films, „De koe” en „De postbode”, beide
van Meerdzjoei, heeft de filmer welis
waar met gelijkenissen moeten werken,
maar dan om bepaalde politieke bedoe
lingen voor de censuur te versluieren.
Wat een legitiem symbolisme genoemd
kan worden.
Hetzelfde geldt voor de Boliviaanse
film „Blood of the Condor”, die in
eigen land een tijdlang verboden was
omdat Amerikaanse medici hierin be
schuldigd worden van steriliseren van
Indiaanse vrouwen in een moderne
kraamkliniek (met toestemming uiter
aard van de overheid) teneinde het ras
uit te roeien.
Dat de film steeds meer een wapen
wordt in de politieke en ideologische
strijd van dit ogenblik, maakt „FIR”
aan de lopende band duidelijk en ook
dat het medium kan dienen om de
menselijke situatie van dit ogenblik
deter te leren kennen.
de slungelachtige hond met zijn lange
oren en zijn diepe lach die de goedhar
tige onhandigheid in het voortdurende
avonturenverhaal van Mickey te spelen
kreeg. In de nieuwe film is hij hoofd
persoon geworden en haalt hij als
beoefenaar van alle denkbare sporten
de meeste prijzen weg van de Olympi
sche spelen. En de tekenaars van de
Disney-studio geven in dit geestige en
virtuoze werkstuk opnieuw blijk van
een onuitputtelijke fantasie en van een
onverminderde tekenvaardigheid.
Behalve Cineac Damrac die de Fran
se soldatenklucht ”Zeg maar ja tegen
’t leger” („Les bidasses en folie”) van
Claude Zidi in première berngt, heeft
alleen Ciné D nog iets nieuws te bie
den, n.l. het circuitprogramma van
’’Film International Rotterdam”, waar
over elders op deze pagina uitvoeriger.
Opvallend is de terugkeer van ’’Blue
movie”, ditmaal in (”of all theaters”)
het Leidseplein Theater, terwijl De Uit
kijk ’’Women in love” van Ken Russel
repriseert. Kunstzinnige reprises als ”5
Easy pieces”, ’’Rosemary’s baby” of
„Shane” vinden we nu respectievelijk in
Bio, Ceintuur en Rex. En in The
Movies, waar „Citizen Kane” van Orson
Welles gedraaid wordt
Dat is te veel gevraagd, wat onder
andere blijkt bij het kijken naar een
Amerikaanse bijdrage „Here comes
Every Body”, een verslag van een ne-
gendaagse bijeenkomst van uiteenlo
pende mensen in het
Esaleninstituut dat de
menselijke spanningen
Californische
opzet heeft
op te lossen
door sterk persoonlijke confrontaties,
waarbij het elkaar betasten, zelfbeken
tenissen en het zich ontkleden een
belangrijke rol spelen.
v.a. zaterdag a.s. is er veel te beleven op onze
1e etage vol met goedwonen-showroommodel-
len tegen verrassende prijzen.
AMSTERDAM Na 1 januari
heeft een record aantal beeldende
kunstenaars een gedwongen beroep
moeten doen op de zogenaamde beel
dende kunstenaarsregeling, een in op
zet gewijzigde oude contra-prestatie-
regeling. Hun aantal 900 in januari
steeg tot 1030 begin juni. Na de
zomermaanden dreigt een noodsitu
atie voor de beeldende kunst en de
kunstenaars, aldus het bestuur van
de (oude) Beroepsvereniging van
Beeldende Kunstenaars (BBK).
De werkgroep Beeldende Kunstenaars
Regeling van de BBK heeft in verband
met deze situatie de minister van sociale
zaken gevraagd de „in brede kring onaan
vaardbaar geachte nieuwe regeling” te
vervangen. De werkgroep adviseert een
aantal beperkingen op de BKR in te
trekken.
Een van deze beperkingen is dat de
beeldende kunstenaar, jonger dan 35 jaar,
in redelijkheid het mogelijke moet hebben
gedaan om inkomsten buiten zijn beroep
als beeldend kunstenaar te verwerven.
Voorts is de termijn van ten minste één
jaar, voorafgaande aan het tijdstip waar
op een voorziening wordt gevraagd, waar
in de aanvrager beeldend kunstenaar in
de zin van de regeling moet zijn, verlengd
tot drie jaar. Vervallen is de mogelijkheid
om ten behoeve van een veelbelovend
kunstenaar beneden 25 jaar, na toestem
ming van de minister van sociale zaken,
een voorziening te treffen.
Het laat zich aanzien, aldus het be
zwaarschrift, dat het effect van de beper
kende bepalingen tot 1 juli „beperkt zal
zijn”. In het derde en vierde trimester
van dit jaar zal vooral de aanwas van
jonge kunstenaars zich doen gelden. Het
is volgens de werkgroep BKR niet de
schuld van de kunstenaars dat de moge
lijkheid tot zelfstandige inkomstenverwer
ving door het verrichten van artistieke
arbeid buiten de BKR niet of on
voldoende aanwezig is.
NEW YORK, (AP). In het Metropoli
tan Operagebouw te New York is het
nieuwste werk van Leonard Bernstein, de
rock opera „Mass” (Mis), in première ge
gaan. Het is niet de eerste „opera” van
deze soort. Er zijn er al meer geschreven,
door veel jongere componisten. Bernstein
is 53 jaar oud.
„Mass” telt 175 medewerkenden, staat
onder de invloed van de rock maar heeft
ook trekjes klassiek, broadway, jazz en
blues. Centrale figuur is de zanger Alan
Titus die de mis opdient. „Mass” is gro
tendeels gezongen in het Latijn.
Direct na de opening gaan in zes
andere steden zeven uit het omvangrij
ke programma geselecteerde films lo
pen, wat Amsterdam betreft (maar
men kan ook in een Haag, Utrecht.
Breda, Groningen en Nijmegen terecht)
in Studio K, waar achtereenvolgens
„Remparts d’Argile”, „De tuin der lus
ten”, „Blood of the Condor” „Burai-
kan”, „De postbode” (openingsfilm in
Rotterdam), „Ich liebe dich, ich töte
dich” en „Here comes Every Body”
vertoond zullen worden. Hetzelfde pro
gramma, maar in andere volgorde
loopt dan tegelijk in de andere ge
noemde steden.
Terecht waarschuwt Studio K de
terughoudende bezoekers dat wat ze
deze week in het theater te zien krij
gen, in Nederland nooit meer te zien
zal zijn. Want op een enkele uitzonde
ring na biedt Rotterdam films, waar
mee geen bioscoop in zee zal durven
gaan, een mogelijkheid die afschrik
wekkend, maar ook in stimulerende
zin kan werken.
Over „Film International Rotter
dam” hebben we al kortgeleden iets
geschreven naar aanleiding van de Na-
poleon-film van Abel Gance die als
historisch curiosum wat ontheemd zal
staan temidden van de min of meer
recente speelfilms documentaires
AMSTERDAM. De toneelgroep Stu
dio houdt definitief op te bestaan. Tot
eind augustus worden het programma en
de verplichtingen afgewerkt. Daarna moet
ieder voor zich een goed heenkomen zoe
ken. De cultuurcommissie van de Kamer
heeft bij de minister geprobeerd een af
vloeiingsregeling voor de spelers te krij
gen, maar de minister schijnt er niet voor
te voelen.
Maar enkele spelers weten zich verze
kerd van een nieuwe betrekking. Joop
Admiraal gaat naar het Werktheater in
Amsterdam en Coby Stunnenberg zal een
gastrol spelen bij de Noorder Compagnie.
In april kreeg Studio te horen dat de
groep geen subsidie meer zou krijgen voor
het komend seizoen. Vorig jaar kreeg de
groep al minder dan begroot was. Studio
sloeg na het vertrek van Kees van lersel
en de acties van de actiegroep Tomaat
twee jaar geleden een nieuwe koers in,
die tot een steeds verdere desintegratie
leidde. Ook de ploeg die tenslotte over
bleef werd het niet eens over de uitgangs
punten, zodat ze in tweeën uiteen viel.
DE PROGRAMMA-vullende teken
film is de laatste jaren weer in popu
lariteit bij het bioscoopbezoek gestegen.
Dat bleek niet alleen uit het terug
brengen van oude Disney’s, waarbij uit
een grote erfenis geput kan worden,
maar ook uit de aanmaak van nieuwe
productie in de nog altijd goed functio
nerende Disney-studio’s en uit nieuwe
activiteiten in andere landen die be
kende stripfiguren als Astérix en Kuif
je tot leven brachten. De Frans-Belgi-
sche onderneming Belvision die voor
deze laatste tekenfilms verantwoorde
lijk was, komt nu binnenkort met
’’Lucky Luke”, een andere held van
jonge en oude striplezers en dan zullen
er alleen al in Amsterdam, als de
tekenen niet bedriegen, drie grote te
kenfilmprogramma’s lopen.
1