Wethouder Lammers noem tnog geen
namen
AL VIER GEGADIGDEN
AMSTERDAMS TONEEL
VAN „GALAHAD” TOT CAPE KENNEDY
Amerika door de
Edmund Wilson,
ogen van
Hemmingway, Tom Wolfe
Frank Slaughter
en
01
Jonge uitgeverij op
zoek naar talent
Natalia Orlofs toonde hoe een goede
balletles in de praktijk moet zijn
I
R.ODIER
PARIS?
WE
„v
Iè
T<
m:
Pi
Nederlandse poëzie
Holland Festival
het Engels
m
Ur
BALLETOPLEIDING IN ONS LAND NIET IDEAAL
eindigde als
dansfeest
Paul MacCartney
treedt weer op
ff l
MA
MAANDAG 10 JULI 1972
8
(Van onze kunstredactie)
Scht
Posthume Hemingway
PLANNEN VAN ONDERNEMENDE
OI
DICHTER ROLAND STEKETEE
„Lekker9 boek
T rippers-flippers
Plan in la
Zwanenmeer
Wil
vestig
schap
tnidde
direct
AMSTERDAM Er zijn al vier
lollicitaties binnengekomen bij het
hoofdstedelijk gemeentebestuur voor
de toneelvoorziening in Amsterdam
in de nabije toekomst. Het betreft
namen van personen en of groepen,
die wethouder Han Lammers (kunst
zaken) nog niet heeft willen vrij
geven. De datum van 15 november
1972 is de sluitingsdag van alle sol
licitaties.
TILBURG De balletopleidingen in ons land zijn nog verre van ideaal.
Tekenend daarvoor is o.a. het feit, dat „Het Nationale Ballet” nog steeds
„corps de ballet-meisjes” (jawel, ook meisjes) uit Engeland haalt, en dat
terwijl de leiding van onze balletgroepen zelf inspraak heeft in de wijze
waarop er aan de diverse ballet-academies les wordt gegeven. Het is al
jaren zo, dat afgestudeerde leerlingen van die academies, indien zij bij
„Het Nationale Ballet” worden aangenomen, nog ongeveer twee jaar daar
in opleiding moeten blijven voor ze werkelijk op het toneel gebruikt kun
nen worden. In Engeland schijnt men dat beter te doen, dus kiest de leiding
van „Het Nationale Ballet” nu de meer gemakkelijke weg, door haar danse
ressen vandaan te halen. Of we op die manier ooit een werkelijk „Natio
naal” ballet zullen krijgen is natuurlijk de vraag.
Moeilijke opgave
WhIr
I
KAAAAAA
VVWVYWWWVWVWWWV!
ERNEST HEMINGWAY
Hossende heren
PETER JAN DE VOOGD.
Verkoop v.a. 13-7-1972
CONRAD VAN DE WEETERING
Als uw „kleur11 er nog bij
is, boft u enorm. Alle
restanten van afgelopen
winter en deze zomer
tegen zeer lage prijzen.
AD
de v
te zi
van
echt
Wal
De l
enig,
eind
ÜEL
in
ge
w<
ga
pa
aa
ge
w
kt
vo
me
Rc
om
De nieuwe toneelgroepering zal haar
werk met ingang van 1 september 1974
moeten beginnen. Wat de tussentijd be
treft worden de mogelijkheden opengela
ten. De sollicitaties zullen behandeld wor
den in de commissie toneel van de Am-
Wethouder Lammers wil vroeg in het
voorjaar van 1973 de definitieve voorstel
len aan de raad voorleggen. Hij heeft
over de kwestie overleg gepleegd met de
Een andere belangwekkende verta
ling van een groot Amerikaans schrij
ver is Hemingway’s postuum versche
nen werk, „Eilanden in de golfstroom”
(Islands in the Stream), uitgegeven in
Over the Cuckoo’s Nest”) en niet van
Wolfe is. In een nawoord geeft Wolfe
aan wat hem voor ogen stond bij het
schrijven van zijn boek over Keseyy en
zijn groep The Merry Pranksters:
gets van materialistische labels, einde
loos vervelende gemeenplaatsen, en is
tenminste even Amerikaans als de af
gewezen maatschappij:
GR. HOUTSTRAAT 26
HAARLEM
UTI
bet sc
jaren
priva.
Een i
onwas
manei
assur:
lijke
rings!
wor<
koer
blee
de r
Lon
Han
als
een
dooi
inde
nivi
een
van
sha
har
deh
ster
wai
ter
dit
Koi
te
Hoi
KL
Op
we
In
vat
dai
for
Va
Dit
van
lijk 1
Econc
van
onlan
man
gen.
De formulering „een toneelgroepering” is
met opzet vaag gehouden om alle moge
lijkheden te kunnen onderzoeken. Er kan
dus een vast gezelschap komen, dan wel
een pool van acteurs en regiseers, dan
wel verschillende andere organisatievor
men. In ieder geval wil wethouder
Lammers dat de bestaande staf van tech
nisch- en administratief personeel, ver
bonden aan het gezelschap van de Stads
schouwburg, het werk kan voorzetten.
Het wordt tijd, dat er iets meer gedaan
wordt aan de opleiding van balletleraren
in ons land. Het is mij bekend, dat Sonia
Gaskell een uitgebreid plan voor een der
gelijke opleiding, waaraan enkele specia
listen te pas zullen komen, heeft inge
stuurd aan het conservatorium in Den
Haag. Het schijnt daar ongebruikt in een
la te liggen. Gezien de situatie van onze
leraren hoop ik, dat het daar spoedig uit
tevoorschijn komt. Tot het zo ver is,
moeten we blij zijn met het privé initia
tief van Simon André c.s. in de weten
schap, dat dit nog maar een piepklein
stapje in de goede richting is.
(Van onze Haagse redactie)
DE NHAAG. Roland Steketee wist
toen hij 7 jaar werd, al zeker dat hij
•chrijver óf uitgever zou worden. Hij is
nu 19 en het „eerste schot voor de boeg”
is gelost. Zó minitieus heeft hij geschoten,
dat hij kan zeggen dat beide wensdromen
zijn uitgekomen. Want op tafel ligt de
dichtbundel „Laat de kinderen tot mij
komen”, geschreven door Roland G. D.
Steketee en uitgegeven door uitgeverij
Arxveld, waarvan de oprichters zijn Mi
chael John Feitz én.Roland Steketee.
„Och”, zegt de in Vlissingen geboren
Hagenaar, niet bepaald twijfelend aan het
eigen talent, „ik heb alles tegelijk gekre
gen: dat is het probleem. Wat ik niet
alllemaal gedaan heb: HBS, vrije acade
mie, toneel, muziek, journalistiek. Te veel
om op te noemen”.
Roland heeft zijn artistieke ambities
niet van een vreemde: zijn vader Ab
heeft vele jaren vaardig de viool bespeeld,
zijn moeder is de niet geheel onbekende
dichteres Annemarie Bremer.
Er zat dus niets anders voor Roland op
dan op een gegeven moment de schouders
te zetten onder een vermetel project,
waarbij hij gebruik zou kunnen maken
van „zijn vele goede kennissen onder de
Nederlandse schrijvers”. Het moest dus
een uitgeverij worden. En op 22 april j.l.
was die uitgeverij er.
Maar wat is een uitgeverij zonder mid
delen? „Dat is de grote moeilijkheid”,
geeft Roland toe, die echter over een
inventieve geest blijkt te beschikken. Na
lange overpeinzingen heeft hij het gezocht
in het aan de man brengen van „de jonge,
onontdekte kunst”.
Hij zegt: „Iedereen weet wel zo langza
merhand dat jonge schrijvers nauwelijks
aan bod komen. Al ben je van het niveau
van een Hans Verhagen, bij de officiële
subsidie-trekkers zeggen ze toch: nou, me
neer, we hebben geen tijd voor u.
Ons doel is nu om werk van jonge
kunstenaars uit te gaan brengen, die wei
nig of nog geen naam hebben.
Elly Ameling tijdens haar eerste jazz-
optreden met het trio Louis van Dijk
op de laatste avond van het Holland
Festival.
gen vrijwel iedere dynamiek, waren zich
nauwelijks bewust van hun richtingen,
hadden stijve armen en slechte posities
(waarbij de hiel vaak niet op de grond
kwam. Ook haastten zij zich van de ene
pose naar de andere, daar men schijnt te
denken, dat dit zo hoort bij klassiek
ballet, terwijl het bij het dansen juist
gaat om de beweging zelf en niet om de
pose.
minister van cultuur, recreatie en maat
schappelijk werk die bereid is in de
tussenliggende periode de subsidieverhou-
ding (60 percent gemeente en Amsterdam-
40 percent Rijk) te Handhaven. De plan
nen van Amsterdam betekenen dat er in
de nabije toekomst flinke verschuivingen
in het Nederlandse toneelbestel zijn te
verwachten.
De sollicitanten zijn vrij in de keuze
van hun taakstelling maar zij moeten wel
hun sollicitaties doen vergezellen van een
begroting. Het hangt van hen af of de
sollicitaties al dan niet in openbaarheid
zullen worden besproken.
In tegenstelling tot wat vaak wordt
gedacht bestaat in het buitenland heel
wat belangstelling voor Nederlandse
letterkunde; vele instellingen van ho
ger onderwijs hebben instituten voor
Neerlandistiek, en de laatste jaren ver
schijnen steeds meer studies over onze
litteratuur in het buitenland.
Aan de Universiteit van Cambridge
is bijvoorbeeld Peter King verbonden,
van wiens hand een interessante studie
over dageraadspoezie in de Nederlan
den verscheen: „Dawn Poetry in the
Netherlands”. Het idee voor deze studie
is afkomstig uit het door A. T. Hatto
geredigeerde Eos: An enquiry into the
theme of lovers: meetings and partings
at dawn in poetry, en met name de
bijdrage van professor L. W. Forster
daarin over Nederlandse poëzie.
De studie van Peter King is versche
nen bij Atheneum-Polak Van Gen
nep, is goed "erzorgd, bevat een zeer
uitvoerige bibliografie en index, en in
teressante Engelse vertalingen van Ne
derlandse dageraadspoëzie van de Mid
deleeuwen tot Achterberg. De Neder
landse tekst staat er steeds bij, en het
is een fascinerende bezigheid vertaling
en origineel te vergelijken. De analyses
hadden vaak wat uitvoeriger gekund,
en zullen weinig nieuws bieden voor ken
ners van Nederlandse litteratuur, maar
de studie is ook in enige haast geschre
ven. Als overzicht van een boeiend
genre in de dichtkunst, en vooral als
basis voor een diepgaander studie is de
uitgave zeer geslaagd.
TOULON (FRANKRIJK) (AP). Ex-
Beatle Paul MacCartney zal maandag
avond zijn eerste Europese concert geven
sinds de Beatles uit elkaai gingen. Hij zal
optreden in het culturele centrum van
Chateauvallon in de buurt van Toulon in
Zuid-Frankrijk, met zijn nieuwe groep
The Wings en zijn vrouw Linda.
De voorstelling is al uitverkocht.
Het door hem uitgegeven persbericht
voegt daar zonder omwegen aan toe: die
jonge schrijvers moeten het streven heb
ben om de maatschappij te veranderen
„Een niet geringe opgave”, volgt daar dan
niet geheel ten onrechte op. Hij put
echter moed uit het feit dat „meermalen
is gebleken dat jonge mensen met talent
gestalte wisten te geven aan het levensge
voel van hun generatie en het gezicht
daarvan medebepaalden. Het allerbeste
voorbeeld in onze tijd zijn de werken van
The Beatles. Het is een opmerkelijk feit
hoe soms jonge volwassenen er met hun
enthousiasme, idealen en visies in slagen
de opgedrukte gevoelens van een gefrus
treerde maatschappij te bestrijden”.
Dat is klare taal, zoals het klare taal is
dat „Arxveld zich ten doel stelt de werke
lijke talenten uit te brengen en niet de
navolgers”. Daarom ook hebben Roland
Steketee en compagnon Michael John
Feitz besloten tot het houden van een
litteraire talentenjacht onder jonge men
sen tot 35 jaar. Vanaf heden tot 15
september a.s. kunnen bij „Arxveld” korte
en lange verhalen, toneelstukken en strip
verhalen worden ingesturd. Alle inzen
dingen worden door een deskungdi-
ge jury beoordeeld. Uit de beste inzendin
gen wordt een boek samengesteld. Iedere
schrijver, dichter, scenarioschrijver of te
kenaar, die in dit boek publiceert, zal een
bedrag krijgen dat afhankelijk is van de
totale verkoop van het boek. De manu-
Indien een muziekleerling aan een con
servatorium eindexamen doet, is het de
gewoonste zaak van de wereld, dat hij of
zij een klassiek stuk speelt, d.w.z. een
stuk waarmee hij in de praktijk ook in
aanraking kan komen. Bij het eindexamen
van de balletafdelingen is het echter
meestal zo, dat er eenvoudige werkstukjes
gemaakt worden, aangepast aan de (te
beperkte) mogelijkheden van de leerlinge.
Uiteraard, blijkt die leerling daarna dan
niet klaar te zijn voor de danspraktijk.
sterdamse Kunstraad en de commissie
kunstzaken van de gemeenteraad.
De voorkeur van het Amsterdams ge
meentebestuur gaat uit naar „een to
neelgroepering, die garant kan zijn voor
een zo gevarieerd mogelijk en sterk
aanbod aan het publiek, waarmee reke
ning kan worden gehouden met de
bespeling van de verschillende accom
modaties die er in Amsterdam zijn”.
Om aan deze situatie iets te doen,
besloot Simon André, sinds een jaar le
raar aan de dansvakopleiding van het
conservatorium te Tilburg, (hij was voor
dien eerste danser bij „Het Nationale
Ballet”) voor de einduitvoering van de
hoogste klas het tweede bedrijf van „Het
Zwanenmeer” in te studeren. Om een zo
goed mogelijk resultaat te verkrijgen,
haalde hij Natalia Orlofskaja voor vijf
weken uit Moskou, uiteraard met behulp
van de Russische ambassade, maar Ook
met de financiële hulp van een aantal
Tilburgse partikulieren, die zich garant
scripten moeten worden gezonden naar
Arxveld, postbus 9480, Den Haag. De
schrijvers behouden de rechten van hun
werk. Het inschrijfgeld bedraagt tien gul
den.
Vanwaar dat bedrag? Roland Steketee:
„Door bekende Haagse auteurs is ons
aangeraden om dat te doen om enige
voorselectie in de toezendingen te bren
gen. Als je dat niet doet, dan krijg je
twee miljoen sinterklaasgedichten, is ons
gezegd. Bovendien krijgt iedere inzender
een juryrapport thuisgestuurd en zijn er
natuurlijk allerlei administratieve werk
zaamheden, die geld kosten. En daar komt
dan nog bij: we zijn met helemaal niets
begonnen, dus we hebben geen geld om
die talentenjacht en dat boek gratis te
doen”.
Het boek met de uitverkoren inzendin
gen gaat „Voor en door u” heten. De jury
zo hoopt Roland zal bestaan uit
Hans Verhagen, Jan Wolkers, Karei van
Muyden en Jaap Harten. De eerste twee
schrijvers die in druk bij „Arxveld” zul
len verschijnen zijn Albert in 't Veld met
de bundel „Het leven dat ik gekozen heb”
en Albert C. Koekebakker jr. (de oprich
ter van de Leidse Bomans-Sociëteit) met
„Ironie incognito”.
Roland Steketee zegt: „Ik verwacht zo’n
2000 inzendingen voor die talentenjacht.
Toch willen wij ons niet alleen beperken
tot het gedrukte woord. Onze uitgeverij
streeft ook naar een vorm van expressie,
waarin gedichten met behulp van muziek
en theaterelementen een grotere indrin
gende kracht zullen verkrijgen”. Volgens
Roland Steketee is voor een der gelijk
neentewege.
stelden voor het honorarium van deze
bijzondere lerares, daar het schoolbudget
daar niet in voorzag.
Voor de hoofdrollen moesten nog be
roepsmensen opdraven en zo zagen we
Olga de Haas, als Odette, dansen met
Simon Adré, als de prins, temidden van
een corps de ballet van zich zeer stijlvol
bewegende leerlingen. Het vereiste techni
sche niveau was er nog niet helemaal, met
name wat het voetwerk betreft, maar de
armen waren fraaier dan van welke aca-
demie-leerling in ons land, die ik tot nu
toe ooit heb gezien, terwijl er een zeer
redelijke harmonie in de totale beweging
werd bereikt, één en ander, zoals bekend,
duidelijk stokpaardjes van Natalia Orlofs
kaja.
Orlofskaja beperkte zich trouwens ge
durende haar verblijf in ons land niet
uitsluitend tot het lesgeven in Tilburg. Zij
gaf ook enkele openbare lessen, waarvan
ik die aan het conservatorium in Den
Haag heb gezien. De stof die zij in die les
behandelde, was aangepast aan het jaar
van de opleiding, waarin die leerlingen
zich bevonden. De wijze waarop deze
leerlingen op die stof reageerden, toonde
duidelijk een aantal gebreken in die op
leiding aan. Met name misten die leeriin-
Tot slot een korte vermelding van
een best-seller uitgegeven bij Fontein:
een vertaling van Jan Derksen van
Frank G. Slaughter’s (van de dokters
romans) Countdown vertaald als
„Vijf, Vier, Drie, Twee, Een” en het
gaat inderdaad over die diepmenselijke
complicaties bij het Amerikaanse
ruimtevaart-program, waarin geleerden
en astronauten heel wat narigheden te
overwinnen hebben en zelfs de sex niet
schuwen. Het rótte is, dat zo’n boek
lekker weg leest, veel lekkerder dan
Wolfe, of Wilson, of Hemingway. Maar
als het weggelezen is, blijft het ook
weg, en die andere zijn er nog, en
blijven.
De kortelings overleden Edmund
Wilson is een van Amerika’s meest
belangwekkende auteurs, en een zeer
invloedrijk litterair criticus. Hij werd
in 1895 geboren en heeft in zijn lange
leven zich bezig gehouden met het
symbolisme zijn „Axel’s Castle” is
nog steeds een „classic”), het marxisme,
de Amerikaanse geschiedenis, cultuur
filosofie, politicologie. Daarnaast
schreef hij korte verhalen, gedichten,
en experimentele toneelstukken. Zijn
„Shock of Recognition” is een stand
aard anthologie van Amerikaanse let
terkunde, zijn „Memoirs of Hecate
County” een schitterende inleiding tot
New England.
Het is verheugend dat de Arbeiders
pers op het idee gekomen is een vroeg
kort verhaal van deze schrijver in een
gave vertaling van Else Hoog uit te
brengen: het in 1927 verschenen „Gala-
had” dat met zijn zestig bladzijden een
mooie aanwinst is in de Kattengat-
boekjes. Het is een verrukkelijk ver
haal, over een knaap van streng chris-
teijken huize die moet ervaren dat ook
hij ontvankelijk is voor de lusten des
vlezes. Heel subtiel verteld (en ver
taald) in het puntig proza, Wilson ei
gen, en heel triest-ironiserend.
Heel die hippe wereld van heads en
Angels en trippers blijkt stijf te staan
van paranoia, van elektronische gad-
.De Pranksters, Babbs en Gretch
en Page an anderen, nemen de
plaats van het orkest in. Totaal ge
ëlektrificeerd en ze beginnen de meest
keiharde Chinese science-fiction mu
ziek uit te golven en gaan als mani
akken tekeer op het Buchla elektro
nische muziekapparaat totdat het
zichzelf in de meest onberekenbare
sonische hoek lanoeuvreert, de laat
ste draai in het gesoldeerde circuit-
labyrint, en een zuiver topologisch
gemeten kreet uitstoot. Ultima-tijd,
heavy-duty-bedrading, de hele an-
del. Kesey staat nog altijd aan de
kant, in het schimmige duister,
bij Control Central, alleen heeft
hij nu zijn Vlaggenoverall uitgetrok
ken en zijn borst is bloed, hij draagt
alleen een witte maillot en een wit-
satijnen cape die om z’n nek vastzit
en een rood-wit-blauwe sjerp diago
naal over zijn borst, 't Is Captain
America! The Flash! Captain Mar
vel! de Superheld, kortom...” (blz.)
380).
kloeke band door Strengholt, in een
soms wat haastige vertaling van Klip
huis. Het is een merkwaardig werk,
deze trilogie over een kunstschilder,
Thomas Hudson, waarin we naast alle
overbekende Hemingway-trekjes (drin
ken, vechten, jagen, vissen en een boel
„machismo”) ook eindelijk eens kennis
kunnen nemen van Hemingway’s rijke
gevoel voor humor en toch wel aanwe
zige gave van understatement.
Het eerste deel beschrijft het leven
van Thomas Hudson op het eiland
Bimini nabij Florida, en het bezoek
van zijn zoons. Het bevat schitterende
beschrijvingen van diepzeevissen, maar
ook een uiterst subtiel portret van het
gevoelsleven van de kunstschilder. In
het tweede deel wordt niet op vissen
gejaagd, maar op Duitse onderzeeboten.
De achtergrond is hier een bar in
Havana, en Hemingway leeft zich uit
in prachtige dialogen en dwaze por
tretten van het menselijk wrakhout
dat in die bar is aangespoeld. In het
derde deel wordt de jacht op een
onderzeeboot voortgezet, op zee, en
hierin wordt de kunstenaar gedwongen
zich ook in directe actie te ontwikke
len. In het derde deel bereikt Heming
way trouwens ook weer die stijl die
doet herinneren aan het beste van zijn
vroegere werk. Eilanden in de golf
stroom vult het oeuvre van deze grote
schrijver aan en mag niet ontbreken in
de kast van hen die een zuiver beeld
willen hebben van Papa Hemingway.
(Van onze correspondent)
ROTTERDAM
dames. Dat was het
laatste beeld dat
het Holland Festi
val 1972 opleverde.
Zes uur lang was
de Rotterdamse
Doelen een vrij
doorgangshuis voor
iedereen die voor de
Holland Festival-finale nog wat guldens
over had gehad. Een zeer muzikaal feest,
dat elke liefhebber wel wat wils bood.
Om een kleine greep te doen: Elly
Amerling zong liederen van Gustav Mah
ler, Pim Jacobs begeleidde zijn vrouw, de
jazz-zangeres Rita Reys. In een andere
zaal werd achtereenvolgens Griekse,
Turkse en Joegoslavische volksmuziek ge
maakt. Optredens van Greet je Kauffeld,
de Leidse Sleuteltjes, Leen Jongewaard,
Marilyn Tyler en nog een handjevol an
deren. Van klassiek tot populair, van snel
tot slow, van puur zang totinstrumentaal.
Volgens Doelen-directeur Huub van
Dael waren er 3200 aanwezigen. Verspreid
over alle ruimtes leverde dat een redelijk
bezet muziekcentrum op. Opvallende af
wezigen bij deze nationale sluiting van
het Holland Festival waren autoriteiten
uit Amsterdam en Den Haag. Niemand
die daar zwaar aan tilde. Ze zouden
immers terstond anoniem zijn geworden
in het krioelende, duizendkoppige pu
bliek, dat op deze luchtige wijze afscheid
nam van het jaarlijkse kunstgebeuren.
Bij Bert Bakker verscheen Bert Ko-
ning’s erg knappe vertaling van Tom
Wolfe’s merkwaardige „The electric
kool-aid acid test” onder de hoofdtitel
„De Trip”. In dit boek, waarmee Wolfe
zich in 1968 openbaarde als een hoogst
oorspronkelijk schrijver, wordt een re
portage gegeven van Ken Kesey’s unie
ke experimenten in alternatief leven.
Aangezien Wolfe voornamelijk als
journalist-observator optreedt, is het
heel juist gezien van de uitgever dat
het portret op de kaft van Kesey (de
schrijver van, ondermeer „One Flew
„Ik heb niet alleen geprobeerd to
vertellen wat de Pranksters deden,
maar ook de mentale atmosfeer
trachten te herscheppen of de sub-
jektieve werkelijkheid ervan”.
En aangezien wat de Pranksters de
den kort samengevat op het terrein
van de geestverruimende drugs lag, is
de wel zeer subjectieve werkelijkheid
van hun experimenten in groepsleven,
tripping, enz. door Wolfe weergegeven
in een ademloze opeenvolging van stijl
en idioom van het „hier en nu” schijn
baar zonder ordening. Schijnbaar, want
Wolfe’s grootheid schuilt juist
hierin, dat vanuit de herschepping van
die subjectiviteit op griezelig objectieve
wijze zich een beeld begint te vormen,
dat in de strikt logische opbouw van
de roman steeds duidelijker vormen
aanneemt, van een benauwende we
reld. Het vertelritme versnelt zich
steeds, totdat in het trieste eind de
objectieve werkelijkheid van de
Pranksters op niet mis te verstane
wijze doorschemert.
en