Canada 1972 IS 1 i Bib ïf O H d. J Mi I «3 O'! y ff Am r I U. 1 W v AANTAL EMIGRANTEN STERK GEDAALD MEDICIJN VOOR HEIMWEE” „VAKANTIE IN HOLLAND BESTE 1 I zi üf w ■fiiïliftiill 12 f. - 1 '^2 nt I Succesformule Spijtoptanten - Geziene groep Drie hoog achter f S a I Dure biefstuk l L 1 |b &gf X: 1 r EN HUISKAMER in Mon treal vormt het decor voor een klein drama. De toneel spelers: een echtpaar. Achttien jaar geleden emigreerden ze naar Canada omdat Holland hen zo be nauwde en geen toekomst voor de kinderen te bieden had. Het Hol land van hun jeugd namen ze mee. Alles gebeurde in de goede, dege lijke Hollandse stijl. Ook de op voeding, want dat wilden ze de kinderen beslist meegeven. Maar op deze avond wordt het Neder- land-van-nu verketterd. „Het is er”, zegt hij, een geslaagde ac countant met het luchtmacht- embleem van vroeger nog op de revers, „een rotzooi geworden. De spirit is er uit. De studenten zijn slappe zakken en iedereen doet maar. Een tweede huis, een derde auto, maar aanpakken is er niet meer bij”. Wat gaat er schuil ach ter deze tirade? Alleen maar de woede over het naar de bliksem gaande vaderland of is er meer? Is het omdat al die Nederlanders, die gewoon bij moeders pappot zijn blijven zitten, nu even gretig van de welvaart mogen proeven? On gevraagd geeft de vrouw het toe als ze zegt: „Waarom zijn we eigenlijk geëmigreerd? In feite heb ik altijd heimwee gehad”. De cirkel wordt gesloten als hij zicht baar geschokt bekent, dat Canada een goed land, maar nog geen Nederland is. Reizend door Canada hoor je meestal, dat de Nederlanders het er goed doen en binnen een paar moeilijke jaren wel de formule voor succes vin den. Maar evenzeer hoor je over dat alsmaar blijvend heimwee naar Nederland - waar bijna iedereen nu óók welvaart beleeft. Onze verslaggever Rolf Stallinga doorkruiste Canada gedurende twee weken. Hier het eerste van zijn verhalen voor „ERBIJ”. Si --.JmIhÉMI!» i si iwmtar ft s De tijd <e van de pioniers N in 4 f- voorbij 1 Terug naar Holland. Ook de emigratie kent haar spijtoptanten. VICE-CONSUL HEERSINK We Bijn hier een zeer geziene groep. HUISARTS VERSTER een sa Erbij a me kent. Ik verkoop me aardig.” Voor dat geld heeft hij een grote boerderij gekocht op zo’n 230 km van zijn wo ning. Daar rijdt hij ieder weekeind naar toe. „Het geeft me een geweldige voldoening. Je laarzen aantrekken en over je eigen land lopen.” Veel stedelingen hebben een buiten huis, maar er zijn maar weinig emi granten die daar de eerste jaren aan toe komen. We ontmoeten een jonge medicus, die in Nederland is afgestu deerd, maar dat examen hier pas na geruime tijd kan overdoen. In de tus sentijd verdient hij minder dan zijn vrouw. Er zijn academici bij, die als taxichauffeur rondrijden. staan binne» een stoep”. Opvallend groot aantal vooral wat Een week later zijn we op bezoek bij een Friese boer. Hij heeft het niet gemakkelijk gehad. Nu, na twaalf jaar, al de Ml 3 i f- ig in r. r a. heid. Gekwalificeerde krachten en aca demici zijn welkom. Brothaag: „De fi losofie is, dat het zonde zou zijn het arbeidspotentieel te bederven door on geschoolden binnen te halen. De tijd van de pioniers is nu wel definitief voorbij.” zijn recht als op zijn gaspedaal.” Een rasechte Amsterdammer zal zijn stad niet gauw verloochenen, maar een mo de-agent schudde mismoedig zijn hoofd toen hij het over de vervuiling en het verval van de hoofdstad had. „Neem nou Krasnapolsky. Ze zijn dood, maar ze weten nog niet dat ze begraven moeten worden”, zei hij. Dr. Verster, die ook nog een Japans en Nederlands bejaardentehuis onder zijn hoede heeft („Het is nu vol: er zijn acht patiënten”), gelooft dat Cana dezen erg op Nederlanders lijken. „Ze zijn conservatief en nuchter”. Dat ze soms ook handig kunnen zijn, illu streert zijn verhaal over een man, die de bevalling van zijn vrouw had ver richt. „Hij deed het erg goed, maar hij is dan ook hospik in het leger ge weest.” „Rodeo" met Nederlanders „bij" Toronto. Het paard is bij de week- eind-uitstapjes een gewild artikel, maar je moet al gauw 150 tot 200 km rijden om ongestoord van de natuur te kunnen genieten. En dat gebeurt uiteraard per auto, die in Canada allang geen statussym bool meer is. Us Ir De meesten zijn neergestreken in Ontario, de rijke „werkplaats” van dit niet alleen door de tien, uiterst zelf standige provincies verdeelde land, dat over enorme bodemschatten beschikt, in grootte alleen China moet laten voorgaan maar nochtans economisch gezien naar het pijpen van Amerika moet dansen. r Betrouwbare en goede werkers, die tij dig onze bankschulden aflossen. Succes lijkt verzekerd, maar toch is het aantal nieuwe emigranten de laatste jaren in sneltreinvaart achteruitgehold. De sco re van zo’n 10.000 man in de jaren vijftig is vorig jaar gezakt tot nog geen duizend. Dit in tegenstelling tot het recordaantal van 29.085 Nederlanders dat in hetzelfde tijdsbestek naar Cana da vloog, waarvan 80 percent voor familiebezoek en 20.000 per charter. vindt hij wel het oudere emigranten dat vorig najaar terugging. De motie ven voor dit vertrek zijn uiteenlopend. Er zijn er bij, die menen dat ze in Holland beter gedijen, maar er zijn er ook die hun kinderen in de Canadese samenleving hebben zien verdwijnen en van hun spaarcenten beter in Euro pa denken te kunnen rentenieren. Omgekeerd is er ook de groep, die de binding met Nederland niet of nauwe lijks meer ervaart en een punt zet achter het contact met achtergebleven familieleden. Heersink: „Ik krijg elke week wel vier telefoontjes van mensen uit Nederland, die ontdaan zijn omdat ze al tijden niets meer van hun kinde ren gehoord hebben. Vaak is het niet meer mogelijk ze op te sporen.” Hoe zien de emigranten de ontwik kelingen in Nederland? Er zijn er, die teleurgesteld zijn in het anti-Amerikanisme hoewel dat juist bij de Canadees ook een steeds sterkere rol gaat spelen. Enige verbit tering is er ook over de „nieuwigheid- jes” in de Nederlandse kerk, maar da! is een verhaal apart waarop we in eer volgende aflevering zullen terugkomen In het algemeen komen ze bijzonde) graag terug om „eventjes aan de wor tels te zuigen, maar wonen op drit hoog achter zal nooit meer lukken.” Verbaasd zijn ze over de toenemende agressiviteit van de Nederlander. Voor al op de weg. „Hij staat even vlug op Veel emigranten zijn vurige Canade zen geworden. Zoals bijvoorbeeld de schrijfster Maxine Brender a Brandis, die met haar man en drie kinderen direct na de oorlog een bar moeilijke tijd doormaakte en daarover een boek schreef, dat ook in ons land is uitgege ven. Het land van onze zonen. „Als je probeert mee te werken aan de op bouw van een land, voel je je er ook beter thuis. Je hebt hier een groep die erg kritisch is, maar dat heb je in Nederland ook. Wij zijn een volkomen deel geworden van hier, Canada”, meent ze. Volgens hem zijn de meeste Neder landers geslaagde gevallen. „Het is merkwaardig hoe zeer heimwee te ma ken heeft met maatschappelijk succes”, zegt hij. „De meesten raken gelijk genezen van heimwee bij hun eerste bezoek aan Nederland. Het is het beste medicijn, ook voor meer ernstige ge- De heer Brothaag, attaché op de Nederlandse ambassade in het federale regeringscentrum Ottawa, verklaart de achteruitgang door de gezonde Neder landse economie met haar sociale ze kerheden en aan de andere kant door de recessie in Canada met een abnor maal hoge werkloosheid. Deze bedroeg in april 6,8 percent en in het Franstali ge Quebec zelfs 9,2 percënt. Bovendien was de helft van het aantal werklozen jonger dan 25 jaar. Dat de Nederlanders hierop geen uit zondering maken, blijkt uit het feit dat vorig jaar 26 percent van de aanvragen voor emigratie werd afgewezen. De deur staat nog maar op een kier, ook al omdat de inflatie-oorlog van de De beweringen over de honkvastheid van de Nederlanders, die na de oorlog met halve dorpen tegelijk emigreerden en op sommige streken hun stempel drukken, spreken elkaar nogal eens tegen. Dit heeft de emigratie tot een „hete aardappel” gemaakt, waarover politiek veel te. doen is. Canada is veel selectie ver geworden. De emigratie wordt meer aangepast bij de werkgelegen- Reizend door dit onbeschrijfelijk mooie en ruime land, waar een autorit als van Amsterdam naar Parijs gering schattend met „een eindje om” wordt afgedaan en de vrijheid 'van onderne ming (zonder de papieren rompslomp) ieders goed recht is, waar de in de gevangenissen getimmerde picknick- banken het aantal verkeersborden bij na overtreffen en de wegrestaurants vrijwel allemaal alcoholvrij zijn, de massa’s reclameschilden zelfs een vo gelverschrikker aan het schrikken zou den maken en stropdassenwinkels schaars zijn, hoor je meestal dat de Nederlanders het er goed doen en de formule voor succes: geld, binnen een paar moeilijke jaren wel vinden. vallen- Dan merken ze heel gauw dat de vrienden van vroeger geen tijd meer voor ze hebben en de biefstuk weer zo veel duurder is geworden. Je ziet weinig nieuwe emigranten, maar als de kinderen hier onder de vijftien jaar zijn gekomen, worden het snel Canadezen. Maar je ziet toch, dat ze naar een Nederlandse dokter blijven gaan. Waarom weet ik niet. Het is wel zo, dat de Nederlanders na de derde generatie verdwijnen. Het enige, wat ze vaak nog vasthoudt, is de kerk. De kerk is hier iets anders dan in Neder land. Als iemand nieuw is, zegt men: word lid van de kerk, dan word je wel geholpen. En een dominee adviseerde me ouderling te worden, omdat ik dan meer patiënten zou krijgen. Dat zal een Canadees niet erg vinden. Bij hem leeft sterk het idee: als het iemand goed gaat, moet hij een christen zijn. Een calvinistisch trekje.” De jeugd trekt van het platteland naar de steden, waar meer kan worden verdiend. Een probleem waar ook de Nederlandse boeren in Canada ernstig mee kampen. liberale premier Pierre Eliott Trudeau sinds december 1968 300.000 Canadeze (van de 23 miljoen) hun baan heeft gekost. Daar zouden maar weinig Ne derlanders bij zitten, maar helemaal zeker weet je dat nooit omdat ze nergens officieel geregistreerd staan. Met wie zou je beter over emigran ten kunnen praten dan met een huis arts? Arnold Verster, 51 jaar, emi greerde in 1957 naar Ontario. Hij heeft nu een groepspraktijk in Beansville en van zijn patiënten is veertig percent Nederlands. Waarom zoekt een arts zijn geluk in Canada? Verster: „Ik was arts in Den Haag en werd ziek van de ziekenfondspraktijk. Ik zat daar en moest in twee uur 75 patiënten afhan delen. Een machinesysteem, wat naar je gevoel iedereen wel kon doen." De econoom Henk van Silfhout heeft aardig wortel geschoten in het finan cieel centrum van Toronto, na Los Angelos de snelst groeiende stad van Noord-Amerika. Niet dat hij daar zo prat op gaat, „maar het is wel zo”, vertelt hij, „dat iedereen in Baystreet heeft hij eindelijk een flinke lap grond, die nog wel moet worden afbe taald. Na het eten haalt zijn vrouw de bijbel te voorschijn. De kaft is helemaal versleten. Moeizaam woorden zoekend begint hij voor te lezen- In het Engels, want zijn drie kinderen verstaan niets anders. Het is een beeld dat niet mag ont breken in de reeks van succesverhalen over al die Nederlanders, die het tot miljonair hebben geschopt. Natuurlijk, ze zijn er, maar het gros van de half miljoen van Nederlandse afkomst in Canada heeft voor de doorgaans goed belegde boterham daar hard moeten knokken. Vaak harder dan zij het thuisfront hebben durven vertellen. Volgens de vice-consul in Toronto en zakenman-in-het-groot mr. J. Heersink, die al spoedig na de bevrijding inten sief te maken kreeg met emigratiepro- blemen en de grote stoot gaf tot Ne derlandse organisaties, gaat ongeveer de hA:tt van de emigranten wee' terug naar Nederland. „Dat zijn onze spijtop tanten”, zegt hij, „want de meesten jaar weer op de a k

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 13