p
Invloed
reikte
heel ver
DE EERLIJKHEID VAN FRANCOISE SAGAN
IN
OP DE ZIEL”
„BLAUWE PLEKKEN
I
16
ZATERDAG 29 JULI 1972
Erbij
Innerlijke realiteit
Schouwend schilderen
termnen.
Toch elitair
„Sagan-wereldje”
IET MONDRIAAN die een
eeuw na zijn geboorte in het
Haagse Gemeentemuseum
wordt herdacht met een uitgebrei-
de tentoonstelling is typisch
een „schilder voor schilders” ge
weest Dit dan analoog aan het ver
schijnsel, dat in de literatuur som
mige auteurs typische „schrijvers
voor schrijvers” zijn, voorbeelden
dus voor andere schrijvers en nooit
de leveranciers van bestsellers. In
de schilderkunst kent men dat
verschijnsel veel minder, maar bij
Mondriaan springt het naar voren.
Voor verreweg de meeste toe
schouwers is hij een onbegrepene
gebleven, hoewel hij toch tot in on-
se tijd door vele schilders is nage
volgd in talloze varianten op zijn
non-figuratieve stijl. Die varianten
worden evenmin algemeen door
het publiek aanvaard en zo is er
dan een geïsoleerd „eiland” van
non-figuratie ontstaan binnen de
beeldende kunsten, een eiland
waarop bijna alleen kunstenaars
en enkele toegewijde vrienden wo
nen. Wie zich wil inschepen naar
dat eiland, desnoods voor een
korte vakantie, moet dan nu zijn
reisbiljet (tot half september) gaan
kopen in het Haagse Museum, al
ie het maar om er zich over te ver
bazen, dat de geometrische non-fi-
guratie sindsdien in feite niets
nieuws meer heeft voortgebracht,
ook al heeft men in de laatste de
cennia de fraaiste nieuwe namen
rp OEN ZE 18 JAAR WAS, in 1954, schreef Fran-
I coise Sagan een roman die haar op slag beroemd
1 maakte. „Bonjour Tristesse” werd vertaald,
verfilmd en kwam in sommige landen op de lijst van
verboden boeken wegens het feit dat er sex en een
laakbare moraal in voorkwamen. Sindsdien heeft ze
met wisselend succes negen romans en zes toneelstuk
ken geschreven, die allemaal één ding gemeen hebben,
namelijk dat ze spelen in het milieu van de Franse
„happy few”. Er komen uitsluitend personages in voor
die zojuist van de Bahama’s terugkomen en op het punt
itaan naar de Cote d’Azur te vertrekken, die in plaats
van een gezond glas melk, whisky drinken en voort
durend hard heen en weer rijden in Ferrari’s en Mase-
rati’s, van klassieke muziek houden en van een ex
quise maaltijd in een gedistingeerd restaurant. Waar
schijnlijk zal het werk van Franchise Sagan over
100 jaar verplichte literatuur zijn voor middelbare
scholieren, niet vanwege de literaire waarde, maar
om de „tijdsschildering”.
Ontkeer
«MM 'fe
--
i"' .1
I
Ik
Mondriaan
in Haagse
Gemeente
museum
.Compositie met blauw’’ uit 1937. Mondriaan schildert dan reeds jaren geheel
doek is geheel grijs, met een enkel vlak blauw, de lijnen zijn zwart.
Een kalf in de wei, een van de vroegste schilderijen van Mondriaan, nog ge
heel en al binnen het kader van het impressionisme in zijn tijd.
HEIN STEEHOUWER
heeft gekregen en levenservaring heeft opgedaan.
F
vaak beschreven geweest als juist het
zo genoemde „Nieuwe beelden”, gepre
senteerd in het blad „De Stijl”, dat
tussen de Eerste Wereldoorlog en de
jaren twintig de absolute „must” was
voor schilders en architecten.
net licht en wat niet al. Toen was hij
ook al de beschouwelijke mens, af
komstig uit streng Calvinistische kring,
die dieper keek dan de werkelijkheid.
IN HAAR NIEUWSTE ROMAN Des bleus l’ame of „Blauwe
plekken op de ziel” spreekt ze voor de eerste maal over zich
zelf en geeft haar persoonlijke, nogal badinerende visie op
datzelfde frivole wereldje waar ze haar boeken mee pleegt te
vullen. Reden voor een deel van de Franse pers om met ge
matigd enthousiasme haar nieuwste werk te bespreken.
Philip Bouvard, een soort Frans-nationale kruising tussen
Willem Duys en Henk van der Meyden, spuide twee kolommen
vol gif over haar. „Die schandelijke Sagan, die zelf dagelijks
toast met de beste kaviaar eet en vervolgens de verworven
heden van de consumptiemaatschappij bekritiseert!”
Dat wordt haar kwalijk genomen. De kritieken geven de
indruk dat het haar zelfs kwalijk wordt genomen dat ze sinds
haar eerste succes 18 jaar ouder is geworden. Dat ze niet meer
het meisje uit de keurige bourgeois familie is, maar inmiddels
HET VALT BUITEN HET BESTEK
van een krante-artikel om ter herden
king Mondriaans leven als schilder ge
heel na te gaan. Er is zeer veel over
hem bekend, omdat hij zelf zijn doel
stellingen uitmuntend in vele essays
heeft toegelicht. Weinig stijlen zijn zo
Zelfs Mondriaan is zichzelf niet ge
heel en al trouw gebleven. Het merk
waardige fet doet zich voor dat hij,
om den brode, behalve zijn „geestelijke
Natuurlijk is Mondriaan, nog in de
vorige eeuw, als typische vertegen
woordiger van het impressionisme be
gonnen. Zijn opleiding tot leraar M.O.
in die tijd, later de academie, zijn
omgang met bekende schilders van
toen, het lag allemaal in die sfeer.
Maar al heel snel ging hij een eigen
weg, naar grote meer omvattende vor
men, naar studie van de werking van
In vogelvlucht: Op Walcheren, waar
hij de theosofie leert kennen maakt hij
voor 1910 behalve zijn bekende lumi-
nistische doeken met de toren van
Domburg als onderwerp, enige grootse
doeken, duinlandschappen in een sa
menvattende vormgeving en kleurstel
ling, die ze tijdeloos goed doen zijn.
PASSAGES ALS DEZE strijken veel mensen tegen de haren
in en ondanks het feit dat haar afkeur navoelbaar is, is het
natuurlijk toch een nogal elitair standpunt dat ze inneemt.
Je kunt je gemakkelijk afzetten tegen de horden toeristen
die ieder jaar rond deze tijd neerstrijken op het strand tussen
Marseille en Menton als je zelf een groot comfortabel buiten
huis in Normandië bezit.
IN MIJN JEUGD WAS IK een be
wonderaar van Mondriaan. Ik heb zelf
wel met waterverf, omdat olieverf te
kostbaar was, zitten „mondrianen”, met
♦en vaag gevoel dat ik tevens bezig
was met de mystieke achtergronden
Een paar punten echter moeten wél
worden genoemd. Wie meer wil weten
moet zich de uitstekende catalogus
aanschaffen met de inleiding van Cor
Blok, die heel verhelderend schrijft.
woont, maar zoals Appolinaire ge
tuigt het wordt zeer persoonlijk toe
gepast.
Zijn vrienden in de Stijlgroep -Van
der Leek, Oud, Huszar en vele ande
ren- hebben Mondriaan nooit hélemaal
willen volgen. Andere navolgers zonder
tal -maar ook grote figuren in het
buitenland die los van hem tot naar
het uiterlijk gelijkwaardige non-figu-
ratieve concepties kwamen- deden dat
evenmin. Dat is ook goed, want de
veelvormigheid in de kunst is het be
houd ervan. Er zijn nooit genoeg stij
len, evenmin als er nooit genoeg kun
stenaars met een groot eigen karakter
zijn.
Of men het nu wel of niet eens is met de maatschappijvisie
van Sagan, in ieder geval geven deze uitweidingen een „extra"
aan het boek waardoor het boven haar gemiddelde werk uit
komt, hoewel het er tegelijkertijd wat verwarrend door wordt,
zodat het eerste hoofdstuk een kwestie is van even doorzetten.
Ze schrijft steeds stukjes roman om daar tegelijkertijd weer
afstand van te nemen en zich weg te laten drijven op ge
dachtenassociaties die ze vermengt met haar eigen dagboek-
passages.
In de romangedeelten voert ze twee figuren ten tonele die
afkomstig zijn uit Chateau en Suède, Sébastien en Eléonore
van Milhem, broer en zuster die inmiddels rond de veertig
zijn, in Parijs vertoeven en o.a. een incestueuze relatie hebben
(die overigens alleen maar aangeduid wordt en verder niet
uit de verf komt).
Hun geld is op en daarom wordt Sébastien de gigolo van
een rijke, niet erg aantrekkelijke dame van middelbare leef
tijd, terwijl Eléonore iets begint met een aankomende film
werken” ook bloemstukken op bestel
ling schilderde en copieën naar oude
meesters maakte. In zijn tijd bestond
er geen contra-prestatieregeling. Het
heeft hem niet geschaad, want zijn
leven is toch „eind goed al goed” geëin
digd in roem. Reeds befaamd voor de
eerste wereldoorlog en beroemd in
Amerika, toen hij voor de tweede we
reldoorlog vanuit Parijs naar New
York moest vluchten, creëert hij in
die laatste stad zijn „Boogie-Woogie”
schilderingen. Hij blijft er puur abstract
in, maar het statische uit al zijn vroe
gere werk is dan van een grote muzi
kale dynamiek doortrokken geraakt.
Alle zwart is verdwenen, lijnen zijn
kleurvlakjes geworden, het trilt van
leven, terwijl hij aan een verwaarloos
de longontsteking als 72-jarige in een
hospitaal sterft. Aan zijn graf staan de
beroemsten uit de Amerikaanse schil-
derswereld, waaronder vele emigran
ten.
Edward Munch, de Noorse expressio
nist, heeft Mondriaan beïnvloed tot
sterke schilderingen van sommige
boom-verbeeldingen die toch geen na-
volgelingen werden. Het kubisme gaat
over Mondriaan heen als hij in Parijs
utu-ctcv un. uüi. inuuui luaic scunucib aan, revas jaren, yerieei,
los van de natuur zijn innerlijke realiteiten’’, gebaseerd op zijn mystiek. Het
Nadat Mondriaan een groot voorgan
ger was geweest in het Europa van de
jaren twintig in de Bauhaus-periode,
wordt hij het onmiddellijk na zijn
dood voor vele jonge Amerikanen. Tot
vandaag de dag wordt er „gemondri-
aand” maar alleen hij die zielsverwant
aan Mondriaans religieuze ideeën
werkt, zal nog iets aan het „Nieuwe
beelden” van destijds kunnen toevoe
gen. Het ludieke in de kunst zal nooit
het werkelijk gemotiveerde engage
ment met de diepste zelfkennis kunnen
vervangen. De rest is „silence”, dan
wel steriliteit, en dat is de les, die deze
exposite leert.
Mondriaan is vroeger nog al eens
verweten dat hij eigenlijk meer denker
dan schilder was. Als late impressionist
zou hij niet zoveel hebben betekend en
niet het schilderen als vak, maar zijn
geestelijke theosofische instelling zou
hem vooral tot zijn non-figuratieve
kunst hebben gebracht. Deze expositie
is er dan om het tegendeel overtuigend
te bewijzen.
ALS EEN GROOT GEBEUREN, dat
tenslotte richtinggevend is geweest in
de wereld van de beeldende kunst,
ontstaan dan de bekende puur geome
trische schilderingen, die niets met de
uiterlijke realiteit te maken hebben.
Het zijn de verbeeldingen van innerlij
ke beschouwingen. Mondriaan, aanhan
ger van de theorieën van de ethisch-
katholieke theosoof prof. dr. M. H. J.
Schoenmaekers en vereerder van
Krishnamurti -hun geschriften leest
hij tot zijn dood- beeldt de zielsharmo-
nie uit, die ontstijgt aan alle realiteit.
Daérom en alleen om die redenen cre-
eert Mondriaan.
„JA, IK WEET HET, ik ben weer in uiterste frivoliteit ver
vallen, dat kleine „Sagan-wereldje” waar geen échte proble
men bestaan. Inderdaad. Het komt omdat ik ongeduldig begin
te worden, zelfs ik, ondanks mijn oneindige geduld. Een voor
beeld: na verklaard te hebben (nog steeds trouwens) dat een
vrouw voor hetzelfde werk hetzelfde betaald moet krijgen als
een man, na verklaard te hebben dat vrouwen vrij moeten zijn
of te beslissen of ze al dan niet een kind willen en dat abortus
legaal zou moeten zijn”.
„Na toespraken te hebben aangehoord van absolutisten, ge
matigden, idioten, intelligenten, na mijzelf teruggevonden te
hebben ondanks een lawaaierige sportwagen aan de kant
van hen die niets bezitten, na dat alles dus vlucht ik in een
denkbeeldige wereld „waar geld niet telt”. Dat is mijn recht
tenslotte, zoals ieder ander het recht heeft om mijn ver
zamelde werken niet te kopen. Deze tijd verbittert mij inder
daad vaak. Ik ben niet gek op werken en het zuivere geweten
is niet mijn sterkste zijde. Maar nu, dank zij de literatuur,
ga ik mij amuseren met mijn vrienden de Van Milhems”.
DIEUDONNEE TEN BERGE
rimpels
Ervaringen die figuurlijk blauwe plekken achterlaten.
We laten haar zelf aan het woord: en mijn ogen wen
den zich vol afschuw van de prachtige kleurenreclames in de
dagbladen, waar heldere zeeën tegen rode rotsen opbruisen
en de stranden zich maagdelijk uitstrekken, voor 1350 francs
all in. Oh, laat ze gaan, verzucht ik fascistisch, laten ze zonne
baden en zich amuseren in de omgeving die voor mij zo vaak
een reden van bestaan was, mijn geliefde, mijn prooi. Leve de
Méditerranée ClubsI Weg met de zee van die naam
En enkele bladzijden en maanden later schrijft ze:Zo
vind ik het ook onverdraaglijk om in een film een man en een
vrouw over een strand te zien hollen, net als trouwens het
beeld van twee mensen (of twaalf), die met ontbloot bovenlijf
in bed liggen, het laken in meerdere of mindere mate terugge
slagen. Ik vermeld onmiddellijk voor hen die van dat soort
dingen houden: het komt niet voor in dit boek. Hoogstens
„Eléonore kwam die avond niet thuis”, dat is tenslotte waar!”
„Wat hebben ze gemaakt van die nachtelijke verrukkingen,
gefluisterde woorden in het donker, wat hebben ze gedaan
met dat geweldige „geheim” van de lichamelijke liefde? Ge
weld, schoonheid, eerlijk plezier, wat is er van over? Je ziet
een dame in bed die met gesloten ogen het hoofd van links
naar rechts draait en de gespierde rug van een zielige jonge
man, die ritmische bewegingen maakt en je wacht dan ge
duldig in je bioscoopstoel tot ze klaar zijn. Je zou bijna de
mensen benijden die er nog door geshockeerd raken: dat ont
spant tenminste nog.
held, Bruno. Wanneer ze langharig waren, zouden ze onder de
categorie „werkschuw tuig” worden gerangschikt, maar gezien
het feit dat ze chic, mooi, extravagant en erg snob zijn, gaan
alle deuren voor hen open en er is altijd wel een goede geest
in de buurt die de champagne en de oesters voor ze wil af
rekenen.
De vriend van Eléonore heeft bovendien nog een homofiele
relatie met een zekere Robert, die in het verleden voor broer
en zuster Van Milhem onophoudelijk een hulp in de nood was.
Voer deze Robert is het feit dat zijn Bru^P hem c"trouw ir
met Eléonore tenslotte aanleiding om zelfmoord plegen.
Voor Eléonore reden om diezelfde Bruno zijn congé te geven.
Een beetje incest, een beetje homofilie (wat in Frankrijk
nog een veel groter taboe is dan in Nederland), vloeiende vol
zinnen en soms aardige observaties, dat alles op de bekende
Sagan-wijze uitgewerkt. Hoewel ze ook daar zelf afstand van
neemt en er in een zin van meer dan een pagina lengte een
soort rechtvaardiging over schrijft. En wel als volgt:
„Compositie nr. 6”, een der schilderijen uit 1914, die de overgang naar het
non-figuratieve markeren. Hier is een onderwerp uit de werkelijkheid nog
een (verre) aanleiding geweest, zoals dat ook in het kubisme vaak het geval
was. Het schilderij is in een grijze toon, verlevendigd met wat mat-rose en
lichtbruin.
Mondriaans vroegste impressionisti
sche schilderijen zijn bepaald niet
slecht, ook niet bepaald opvallend. Het
was huisje-boompje-beestje en dat dan
in een Hollands zonnetje. Maar al snel
komen zijn nachtgezichten, waarin het
maanlicht een verontrustende rol gaat
spelen en waarin velden, water en
bomen „vormgroepen” worden, tegen
elkaar afgewogen in mistig licht en in
kleuren die met de natuur niet veel
meer hebben te maken.
die het werk van Mondriaan heeft.
Later stootte ik me eraan, dat die
achtergronden voor mij alleen beston
den bij de gratie van het wéten en niet
van het zien. Daarvoor was ik te
weinig puriteins. Nü stoot ik me eraan,
dat velen van de navolgers alleen
maar het bééld van Mondriaan varië
ren, zonder zijn geest te kunnen na
voelen en hem dus in feite verraden.
Ze zetten „een vlak in spanning” met
geometrische figuren, de verbijzonde
ring dus van slechts één van de vele
expressiemiddelen binnen de schilder
kunst. Het is vaak dor academisch
geworden. En het wonderlijke is dan,
bij het aanschouwen opnieuw van
Mondriaans werk, dat hij mij weer als
springlevend is voorgekomen, veel le
vender dan zijn navolgers. Minimal
Art, Optical Art, enfin noem maar op
vanaf het constructivisme tot aan nu,
komen me veel minder sterk voor, dan
Mondriaans werk. De geestelijke ach
tergrond is dus tóch gaan doorklinken
en zijn doeken zeggen me veel meer
dan de decoratieve oefeningen van de
navolgers, ook al mogen die laatsten
ogenschijnlijk en proef dat woord
letterjjk vaak verrassen door groter
beeldende vindingrijkheid met optische
verschuivingen, kleur-en-vorm-verras-
singen en wat niet al meer.
- 'M'