WALTER GOHNER </e man van de-Spelen na De Spelen generale repetitie Zwemhal normaal hier niet gebouwd Van 520 miljoen naar München Q291972 2 miljard Museum Dinsdag 16 Tien miljoen Renteloos F m at i - Jffe» Bflg I Dl 15 AUGUSTUS 1972 Toen burgemeester Vogel van München het fiat van het IOC had gekregen om de Olympische Spelen in Beieren te organiseren maak te hij de totaalkosten bekend. De organisatie zou 520 miljoen mark gaan eisen. In 1968 liep het bedrag op tot 800 miljoen. In 1969 kwam er een vernieuwde rekening: 1,15 miljard. Weer een jaar later moest men toegeven, dat de kosten opgelopen waren tot 1,35 miljard. In 1971 kwam het traditionele bericht, dat alles toch weer duurder geworden was: 1.972 miljard. Men kan veilig aannemen, dat het uiteindelijke bedrag boven de twee miljard zal komen. Een nieuw, droevig Olympisch record. (Van onze sportredactie) MÜNCHEN In zijn sedert kort betrokken paviljoen, niet in, maar wel vlakbij de Olympische stad aan de Winzererstrasse, zegt Werner Göhner, directeur van de Münchner Olympiapark Gmbh: „Wij zullen alles doen om te voorkomen, dat de dure Olympische accommodaties na de Spelen ruïnes zullen worden”. De grootste zorg voor de heer Göhner is dan ook niet de organisatie van de Olympische Spelen, maar wel wat er daarna met de Olympische stad gebeurt. Want dat is de grote ham vraag: „Wat doet men met een miljardeninvestering als de zestiendaagse op 10 september voorbij is?” De Olympiapark Gmbh, een sedert 31 juli 1970 onder die naam opererende maatschappij, is verantwoordelijk voor de exploitatie en het onderhoud van de grote Olympische accommodaties. Zij is voortgekomen uit een instelling, die zich (voordat er Olympische plannen op tafel kwamen) ten doel had gesteld München betere sport accommodaties te geven. De Olympiapark-maatschappij heeft een raad van toezicht, waarin gemeenteraadsleden onder leiding van de burge meester van München zitting hebben. HbSI 4 OLYMPISCHE ACCOMMODATIES MOETEN GEEN RUINES WORDEN i in de HANS ROMBOUTS. I plaatst na de openingswedstrijd Duits landRusland: „het veld ligt te ver van het publiek af. Het directe contact, dat zo inspirerend kan werken, komt maar moeilijk tot stand.” Directeur Göhner schat de netto- kosten voor het jaarlijkse onderhoud van het Olympia-park op niet minder dan tien miljoen mark, waarin onder andere het probleem verdisconteerd is enz.) ligt het bad tot diep in 1973 ongebruikt. Het grote stadion met zijn dure dak (herstel van een van de 8300 acryl- platen kost ongeveer 2000 Mark) ligt het komende voetbalseizoen nog rente loos. Ten eerste door de bouw van het nieuwe stuk dak en het nieuwe veld (het huidige wordt op de laatste dag van de Spelen kapot gereden door de ruiters in hun finale). Dus inkomsten uit het grootste stuk accommodatie zijn er voorlopig niet bij, wel hoge kosten. (Van onze sportredactie) Door de Müncher Olympiapark Gmbh (verantwoordelijk voor de exploitatie van het Olympisch com plex) worden de Olympische Spelen slechts gezien als een generale repe titie, waar het het gebruik van het grote stadion betreft. Dat klinkt na tuurlijk zeer vreemd, omdat men zou denken, dat de Spelen de abso lute top van het internationale sportgebeuren vormen. Maar de ex ploitanten, in dienst van de stedelij ke, deel-statelijke en landelijke overheid, zien de wereldkampioen schappen voetbal 1974 als de abso lute topper voor het Olympisch Sta dion van München. Zo zegt men: „Elk foutje, dat nog aan het stadion en het gebruik daarvan kleeft, komt tijdens de Spelen naar voren. Dat kunnen we dan mooi herstellen vóór 1974, zodat de wereldkampi oenschappen voetbal vlekkeloos zul len verlopen”. De instelling van de Olympiapark Gmbh is begrijpelijk. Men heeft een groot evenement als de WK voetbal nodig om althans iets van de na- Olympische kosten in te perken. En de FIFA (de wereldvoetbalorganisa- tie) heeft hoge eisen gesteld aan de organisatie. Men heeft zich gehaast die eisen snel in te willigen, opdat de finale niet de neus van München voorbij zou gaan. Zo komt er nog een nieuw stuk dak boven het stadion. Zo wordt het plateau voor de eregasten op de tribune uitgebreid. Zo komt er een automatische regen- en verwar- mingsinstallatie voor het speelveld. En zo krijgt men de beschikking over een afdek-installatie voor het veld. De FIFA krijgt in alles zijn zin. maar d« grote, nog onbeantwoorde vraag is: blijft het Olympische park met zijn accommodaties wel zo’n gro te trekpleister? De geschatte kosten voor het hotel zijn zes miljoen Mark. Maar er zijn wel meer onzuivere schattingen gemaakt in München. Daar is men expert in. Op het Oberwiesenfeld gaat men ook nog een sportmuseum zetten. Göhner: „De Olympische Spelen zijn van zo’n grote betekenis geweest voor de ge schiedenis van München, ze hebben ook zoveel veranderingen gebracht in een flink aantal stedelijke zaken dat we die Spelen niet als rook kunnen laten vervliegen.” Om de herinnering aan 1 (de wethouder München blijft Men zou kunnen denken, dat op 26 augustus, als de Olympische Spelen geopend worden en de duiven lustig wegfladderen van het Oberwiesenfeld (IOC-voorzitter Brundage maakte uit, dat de duiven pas na de saluutschoten zullen worden gelost), alles helemaal voor elkaar is en er na de Spelen voorlopig niets meer aan de accommo daties hoeft te gebeuren. Dat is een volkomen verkeerde voorstelling van zaken. Want dan begint de moeilijkste periode voor Göhner en zijn maat schappij. De zaak moet dan steeds weer „verkocht” worden. Hoe vreemd het ook moge klinken, maar na de Spelen gaat men allereerst beginnen een nieuw grasveld aan te leggen in het Olympisch Stadion en gaat men tegelijkertijd starten met de overkapping van de helft van de stadion-zitplaatsen. Het dure acryldak van de Spelen overhuift namelijk maar één kant van de tribunes. Om het voetbalvolk naar het stadion te lokken en daar moeten in de toekomst toch de grote financiële klappers van ko men moet men het merendeel Van het publiek toch van een tegen regen beschutte plaats verzekeren. Zowel Bayern München als München 1860 gaan op het Oberwiesenfeld spelen. Het grootste voetbalevenement van de ko mende jaren, de wereldkampioenschap pen, wordt in Duitsland gehouden en München is, na veel touwtrekken, uit verkoren als de stad, waar de nieuwe wereldkampioen gekroond zal worden. Maar dan moest er onder andere wel de garantie zijn van de overkapping van de tribunes. Vandaar. Een andere zaak is of dit stadion, hoe imposant ook, wel ideaal is voor voetballers. Eigenlijk heeft Helmut Schön, de Duitse bondscoach, daar al een duidelijke kanttekening bij ge- De Olympische investeringen zijn niet altijd even efficiënt geweest. Zo kan de grote sporthal (kosten ongeveer 103,1 miljoen) niet voor allerlei soor ten sport gebruikt worden. Zo kunnen er geen grote ruitersportmanifestaties worden gehouden. Als men er ijshoc key wil laten spelen moeten er weer forse bedragen uitgetrokken worden om de mogelijkheden er voor te schep pen. Gebouwen in deze vorm (sporthal en zwemhal) zouden niet gebouwd zijn als er geen Spelen waren geweest. Göhner over de zwemhal (kosten 88 miljoen): „door de gemeente zou dit zwembad op deze plaats nooit neergezet zijn.” sche Spelen zal men geen reclamebor den aantreffen langs de sportvelden. Dat mag nu eenmaal niet van Brunda ge. Daarna echter wel („als het maar geen schreeuwende reclame is, die de stad en de sport te schande maakt” zegt de gemeentelijke overheid). Men had vóór het begin van Olympische Spelen een groot hotel willen neerzetten op het Oberwiesen feld, maar daar is niets van terecht gekomen: de onderhandelingen daaro ver lopen nog steeds. Wat is namelijk het geval? Dit hotel moet van particu liere zijde opgezet worden, dus zonder steun van de overheid, waarmee de officiële Olympische instanties (inclu sief Müncher Olympiapark Gmbh) wel kwistig bouwen. Kennelijk heeft men bij het bedrijfsleven niet al te veel fiducie in de gang van zaken. De suggesties van de Olympische bouwers zijn wel aardig: in het hotel kunnen bezoekende elftallen logeren evenals Werner Göhner probeert niet te sug gereren, dat hij de exploitatie van „Europa’s grootste sportpark” sluitend zou kunnen maken: „De investeringen van het Oberwiesenfeld blijven ook bij de hoogste bezettingsgraad een schip van bijleg.” Er zal ook een gulden middenweg gezocht moeten worden tussen de beoefenaars van topsport en de recreanten. Göhner: „Sport en re creatie zullen in het Olympiapark op een harmoniséhe wijze moeten samen gaan.” Zoals bijvoorbeeld in het zwem- stadion. Dat wordt het nationale trai ningscentrum. Maar ook de gewone man moet er terecht kunnen. In ieder geval wordt het aantal toeschouwers- plaatsen drastisch verminderd na de Spelen (van 5000 tot 1700). Door aller lei werkzaamheden (afbraak tribunes het sportfestijn levendig te houden van Financiën van er steeds aan herin nerd door de terugkerende kosten) het museum gedacht. Weer een trekpleistertje erbij. Maar er zit ook nog een wens achter. Göhner: „Misschien ontdekken we, wanneer w« met dat museum starten, ook nog wel een paar sportmaecenassen.” Een be denkelijke zaak natuurlijk. Eerst voor twee miljard aan overheidsgeld uitge ven en dan later bij de exploitatie hopen op particuliere steun. Het is duidelijk: het is een onmoge lijke zaak om de Olympische accom modaties zonder al te groot verlies per jaar in te passen in de huishouding van de stad München. Men heeft een geest opgeroepen met het in huis halen van de Spelen en kan die geest niet meer in de fles terug duwen. Het zal het IOC verder een zorg zjjn. Dat internationale gezelschap kijkt alweer naar de volgende Spelen uit. Het IOC zou er verstandig aan doen de kosten voor een Olympiade aan banden te gaan leggen. Men kan wel praten over de Spelen van de Eenvoud (zoals Münchens burgemeester Vogel in 196G deed), maar als men eenmaal in de Olympische prestige-lawine terecht ge komen is, dan wordt men meegesleurd. München heeft dat weer eens aange toond. De Olympia Baugesellschaft mag proberen de schade zo beperkt mogelijk te houden, na de Spelen. heeft men aan van het sneeuwruimen in het park. De vraag is nog steeds bijvoorbeeld of het tentdak de sneeuwlast wel kan houden en zo ja, wat voor schade er aange richt kan worden door zo’n zware belasting. Die kosten zitten hem ook natuurlijk in het personeelsbestand. Göhner begon als éénmansbedrijfje. Eind 1970 waren er elf medewerkers aangetrokken. Een jaar later bestond de staf uit twintig mensen. Men heeft nu een organisatie opgebouwd (een commerciële en tech nische dienst), die na de Spelen een sterkte heeft van honderd man perso neel, van ingenieurs tot tuinlieden. Twaalf gardeniers zullen het hele jaar bezig zijn om het park in orde te houden. Om iéts van de kosten te kunnen dekken is men uiteraard grote evene menten aan het aantrekken (de we reldkampioenschappen voetbal, de we reldkampioenschappen ijshockey, een wielerzesdaagse, TV-shows, ijsrevues enz.). Men maakt ook druk werk van de reclamewerving. Tijdens de Olympi- artisten, musici, congressisten enz, .tóHf ij ‘i r.i '-J7 11 'y E -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 16