Geen
gekke werk
Artsen kunnen hun
eigen mensen helpen
IÜS
Dokter
De Jongste
N
DE PIL ALS REGELAAR
Ik
I
I
I
I
I
s
I
i
I
H
I
I
Sex in de sport: nog een
terrein waar taboe heerst
i
I
I
I
I
I
I
I
k
99
99
DE ATLETEN ZELF
I
I
i
isd
line
iband
1
I
Masturbatie
I
Enig gevaar
23
2
DINSDAG 15 AUGUSTUS 1972
(Van onze sportredactie)
Wel psychiater
z
M
ARNHEM. Vooral topsporters uit het verleden laten zich nogal
eens schamper uit over alle medische voorzieningen die er tegenwoor
dig worden getroffen. Oud-NOC-directeur ir. Paulen heeft nog geen
drie jaar geleden in een emotioneel betoog uitgeroepen: „Ik voel niets
voor al dat wetenschappelijk gedoe. De sport gaat daardoor steeds meer
verloren”.
BE
Relatie
Kritiek
578371
ARTSEN NAAR DE SPELEN
Natuurlijk is medische hulp in een situatie als deze noodzakelijk,
If
fWVVVWWVWWWVWV
II
verdekt
Nations
>43
3144
oordvi
iCottaa
„Een psychiater kan in de sport,
dacht ik, meer doen. Dat i s ook de
reden dat we een gesprekgroep met dr.
Zeven hebben gehad. Daaraan namen de
ze Camp
ustaband'
rkorrektia
sen. Dad
U hebt
ie met dl
a-
„Ik geloof zeker”, zegt mevrouw
Waalwijk van Doorn, „dat het een
reusachtig voordeel zou zijn als de
sex openlijk in een discussiegroep
zou komen, waar topsporters en be
geleiders bij zouden zijn. Als je
voordat ze weggaan een open dis
cussie zou hebben, dan weet je wat
je aan elkaar hebt en kun je daar
ook rekening mee houden. Dan hoe
ven er naderhand ook niet zulke
brokken te vallen”.
ARNHEM. Het is gekkewerk
Deze kreet wordt vaak gebezigc
door de critici van de topsport
Zijn de bovenmatige inspanningen
die topsporters moeten leveren, wel
verantwoord, vragen zij zich af. „Ik
dacht van wel”, antwoordt dokter
De Jongste van de NSF. „Ik geloof
dat de oude stelling dat een gezond
lichaam praktisch alle inspanningen
kan verdragen, juist is. Het bewe
gingsapparaat (het spier- en peesap-
paraat) begeeft het eerder dan het
hart, mits het hart gezond is. En
dat bekijk je bij de keuring”.
„Natuurlijk kan in de geneeskun
de nooit iemand voor de volle 100
percent gedekt zijn, maar de risico’s
zijn in de praktijk toch wel te
verwaarlozen. Belangrijk is wel, dat
in het trainingsschema alles geleide
lijk is opgebouwd. Het moet niet zo
zijn dat er gejakkerd is om nog snel
een limiet te halen. Dan krijg je
natuurlijk blessures”.
trainers, coaches, artsen, Bram Leeu
wenhoek en enkele keren ook de chefs
d’équipe deel. Ja dat is een groot
succes geworden. Aanvankelijk zeg je
van: gut, gut, ik geloof niet dat er iets
van terecht komt. De bedoeling was
dat we elkaar leerden kennen en dat
we elkaar de blinde vlekken voor zou
den houden. En als Frans Mahn van
de Wielrenunie op een ogenblik tegen
me zegt: „Hans, jongen, daar begrijp je
ook helemaal geen barst van”, dan
vind ik dat een hele stap. En als je
dan weet dat we ons de allerlaatste
keer hebben bezig gehouden met open
lijk te vertellen wat je van de vent
naast je dacht, dan ben je al een
verschrikkelijk eind op de goede weg”.
hebben ze weer zo snel mogelijk te kunnen herstellen”. „Het grote winstpunt ten
opzichte van Mexico is, dat in München de artsen de gelegenheid zal worden ge
geven zoveel mogelijk hun eigen mensen te behandelen. Als ze niet naar een
ziekenhuis behoeven te worden vervoerd, maar toch wel te ziek zijn om in hun
eigen flatje te blijven liggen, gaan ze naar een ziekenboeg in het Olympisch dorp
en daar worden ze dan door hun eigen begeleidende artsen behandeld. We kunnen
dan ook, als we dat nodig vinden, een specialist consulteren”, aldus dokter De
Jongste.
maar
minstens even belangrijk is de medische zorg achter de schermen voor de
„vormbewaring”.
loog niet te veel moeten overschatten.
De kans dat door de goede relatie
tussen de arts en de pupil dat is wel
voorwaarde, hoor er bij eventuele
problemen een oplossing kan komen,
dat die kans groter is dan bij een
psycholoog. Die ene psycholoog moet na
melijk dan 150 mensen gaan kennen.
En als ik zie welke problemen wij met
drie man al hebben om die 150 menseh
te kennen.
vrouwendorp met metershoge prik-
keldraadhekken afgeschermd was
en bovendien met een driedubbele
wacht was beveiligd: „Het gevolg:
de meisjes gingen met matras en al
naar de mannenflat”.
Je hoort vele gelukkig niet
alle sportleiders al uitroepen:
„Nou zie je wel. Je kunt die meisjes
geen moment uit het oog verliezen.
Hoe moet ik dat nu tegenover haar
ouders verantwoorden? En hoe
groot is niet het gevaar, dat ook de
jongere meisjes uit mijn ploeg zich
daardoor laten beïnvloeden? De
jeugd van tegenwoordig; ze leven er
maar op los
In München is medisch gezien
praktisch alles aanwezig wat het hartje
van een arts begeert. „Nee, dat vind ik
niet overdreven,” vindt dokter de
Jongste. „Het is gewoon noodzakelijk.
De mensen moeten bovenmatig grote
inspanningen verrichten. Je moet er
dus voor zorgen dat ze gezond zijn als
ze naar de Spelen toegaan. Dat is een
zaak van preventie. Maar als ze daar
ziek worden, moet je de mogelijkheid
OOSTERBEEK. De opvoeders
in het Victoriaanse tijdperk zagen
de sport als een hemels geschenk.
De edele sport was een uitstekend
alternatief. Het was immers een
uiterst probaat middel om de aan
dacht van de jeugd van de onedele
of zelfs laag-bij-de-gronds geachte
sexualiteit af te leiden. Wat heeft
men zich destijds toch ontzettend
vergist. Luister maar naar de uit
spraken van deskundigen van nu.
De Engelse arts, dr. C. Pickard,
verklaart onomwonden: „Activiteit
is ondeelbaar. Wie in de sport tot de
top reikt, is ook in de liefde favo
riet”. En de Oosterbeekse huisarts
en sexuologe, mevr. Waalwijk van
Doorn-Kool, stelde twee jaar gele
den al: „Zieke en oude mensen
hebben verminderde behoeften en
mensen met een goede conditie
dus zeker topsporters hebben
juist maximale behoeften”.
Hiermee rekende zij duidelijk af
met de (nog altijd) vaak geponeerde
stelling, dat de seksuele behoeften
bij topsporters minder zouden zijn.
Daar zit je nu als sportleider. Wat
moet je nu met al die waarden, die
men je in de jaren ’30 en ’40 heeft
bij gebracht toen je zelf nog vrij
van al die problemen streed om
nationale en internationale titels?
Je wilt zeker niet ouderwets zijn
tenslotte blijf je in de sportbewe-
ging meelopen om je geest jong te
houden maar als daar nu zo’n
rebellerende atlete als Mieke Sterk
min of meer in hun ogen schokken
de verhalen vertelt, ben je dan niet
verplicht de zaken harder en stren
ger aan te pakken?
Mieke Sterk: „Hoe moet je die
begeleiders op dit terrein nou iets
duidelijk maken als ze er niets van
weten of er zelfs niet over durven
te praten. Je kunt nog maar spora
disch met je seksuele problemen bij
de ploegleider terecht. Ook bij de
artsen. Ik zie het echt niet zitten,
dat een meisje bij de dokter een
morning after pil gaat vragen”.
Over de toestanden in Mexico,
waar ter voorkoming van de zo
gevreesde avontuurtjes het aparte
Ondanks de niet tegen te houden
groei naar meer vrijheid bestaan er
nog altijd taboes in de seksualiteit.
Eén daarvan is de masturbatie.
Twee jaar geleden al tijdens en
open sportartsendag heeft mevrouw
Waalwijk van Doorn er op aange
drongen, dat deze vorm van bevre
diging zal worden gepropageerd.
„Het is een zeer goed alternatief’.
Deze en andere uitlatingen van haar
en andere forumleden op die bij
eenkomst, zoals vrouwenarts Hon-
nebier, dr. Wafelbakker en sportarts
Van Reeken, schreeuwden om meer
gehoor. Het is jammer, dat de af
vaardiging naar München niet in de
gelegenheid is gesteld over de sek
sualiteit met deskundigen te praten.
Nog steeds is de strijdvraag in het
sportwereldje of psychologen van nut
(AjaX) of zelfs noodzakelijk kunnen
zijn bij het bereiken van optimale
prestaties. Ter constatering: er gaat
geen psycholoog mee naar München.
De leider van de medische staf, dokter
De Jongste, vindt dat je de mogelijk
heden van een psycholoog in de sport
wereld niet moet overschatten. Als je
nu uitgaat van de stelling, dat sport
een geïntegreerd deel is van de samen
leving, dan moet je constateren, dat
een psycholoog wel degelijk werk te
doen heeft op en rond de sportvelden
en zeker in het spanningsveld van
München.
Het is een goed ding, dat de leiding
(coaches, artsen, trainers en chef de
mission) bij elkaar heeft gezeten om
zich psychologisch te laten „bewerken”
door dr. Zeven. Gezien de situatie in
Mexico was een psychologische cursus
wel hoognodig. De uitlating van dokter
De Jongste over een opmerking van
Mahn (zie hiernaast) laat zien, dat we
er nog lang niet zijn.
De grote vraag is nu: waarom waren
er geen deelnemers (of kandidaat-deel-
nemers) aan de Spelen bij het psycho
logische cursusje aanwezig? Het gaat
tenslotte toch om de deelnemers en
hoe zij zich verhouden tot de leiding.
Zij hadden misschien interessante za
ken naar voren kunnen schuwen, waar
een coach of een arts niet opkomt.
Wij begrijpen, dat er niet ook nog
een team psychologen mee naar
München kan reizen (hoewel de aan
wezigheid van dr. Zeven bij de Spelen
om de staf psychologisch bij te staan
wel nuttig zou zijn.)
Gelukkig zijn er wel masseurs. Zij
waren kennelijk niet belangrijk genoeg
voor de psychologische doorlichting.
Maar zij hebben wel het directe en
intiemste contact met de Olympiërs.
Gelukkig kunnen zij hun pupillen op
peppen als dat nodig is. Het is te
hopen, dat ze wat meer vrijheid krij
gen dan in Mexico, waar sportartsenij
meer huisartsenij was. Een sportarts
zal andere maatstaven aan moeten leg
gen dan een huisarts. Dat was het
grote probleem in 1968.
Tussen haakjes: professor Popov,
verantwoordelijk voor de dopingcon
troles in München, heeft verklaard,
dat alle dopingstoffen, ook de hormo
nale onmiddellijk terug gevonden kun
nen worden. Hij moet maar eens gaan-
praten met onder anderen de gewichts-
heffers en de wielrenners.
HANS ROMBOUTS
ARNHEM. Anno 1972 'hebben ook de sportartsen het wat minder
moeilijk om over van oudsher precaire onderwerpen te praten. Zo konden
de Olympische dokters tegen de aan hun zorgen toevertrouwde vrouwen
en meisjes zeggen, dat ze rustig konden aankloppen om hun cyclus te laten
regelen.
Dokter De Jongste daarover: „Er zijn inderdaad een aantal kandidates
bjj ons gekomen. We hebben toen gezegd, dat we het beter met de pil kon
den regelen dan met uitstelmiddelen. Dat is ook gebeurd. Bij de anderen,
die er niet om hebben gevraagd, kunnen we niets doen. Je kan dat regelen
uiteraad niet verplichten”.
Ook wat de keuringen betreft, zjjn er volgens dokter De Jongste geen
problemen. „De boksers krijgen uiteraard nu een EEG (hersenonderzoek).
En wat eventuele zwangerschappen aangaat, kan ik zeggen dat we zover
het in ons vermogen ligt elke mogelijkheid dat er eentje tussendoor zal
glippen, uit zullen sluiten”.
ARNHEM- Drie is te weinig. Dr. J. L- de Jongste, chef van het
begeleidingsteam voor de Nederlandse Olympische ploeg, had naast
zijn collega’s Kessel en Rozijn nog wel enkele artsen mee naar
München willen nemen. „Voor drie man wordt het qua hoeveelheid
werk toch wel moeilijk daar in München, maar we mogen er van het
IOC gewoon niet meer laten werken”.
„Ik geloof dat deze bijeenkomsten
meer zin hadden dan een psycholoog
of een psychiater meenemen naar
München. Als er een psychisch pro
bleem is, doet dat zich bijna altijd al
eerder voor, hier in Nederland. Zou het
in München gebeuren, dan zou dacht
ik, de beste psychiater niet meer in
staat zijn vlak voor het evenement dat
helemaal te verhelpen. Ik heb zelf
twee jaar psychiatrie gedaan en ik
weet dat je om iemand een spiegel
voor te kunnen houden een aantal
gesprekken van één a twee uur nodig
hebt. Trouwens, in het algemeen is het
zo, dat die jonger) en dat meisje aan de
top dwars door de problemen heen
gaan. Anders kom je niet aan de top”.
I
2
Het is niet de enige beperking die hem is opgelegd. In het para
medisch team, met de fysioterapeut en oud-internationale waterpolo-
doelman Max van Gelder als coördinator, en verder bestaande uit nog
een fysioterapeut en drie masseurs, ontbreekt een assistente. En wat het
betekent zonder je rechterhand en je geheugen te moeten werken, kan
elke arts in minder dan de tijd die nodig is voor een injectie, vertellen.
Na Mexico is er op de medische
begeleiding forse kritiek geuit. De op
zienbarende affaires rond de wieler-
soigneur Collard, de bokser Baars en
de atlete Lia Louer hadden het ver
trouwen in de artsen ernstig geschaad.
Daarnaast lanceerde de psycholoog
prof. dr. J. E. Hueting via onze krant
een aanval op het zoals hij het
noemde amateuristische psychologi
sche werk van het medische team.
„Tijdens en na afloop van de Spelen
in Mexico kon men zonder moeite en
rekening houdend met het dramatise
rend vermogen van journalisten uit de
reportages en commentaren afleiden
dat zich in Mexico en daarna belang
rijke moeilijkheden van psychologi
sche aard hebben voorgedaan. Men be
hoeft overigens geen geheugen van een
olifant te hebben om zich te kunnen
herinneren dat zich uiteraard moei
lijkheden van in wezen dezelfde aard
hebben voorgedaan in Londen 1948,
Helsinki 1952, Rome 1960, e n Tokio
1964. En ik zie er ook geen verbetering
in komen. In München zullen dus
dezelfde fouten worden gemaakt”,
meende prof. Hueting.
Dr. De Jongste is het oneens met die
diagnose van de psychologen: „Ik dacht
wel dat wij als artsen eventueel psy
chische en psychologische moeilijkhe
den in München van de deelnemers
kunnen opvangen. Ik geloof ook dat
we de mogelijkheden van een psycho-
Niet alleen de Nederlandse topspor
ters, maar dus ook de artsen klagen
over de Olympische limieten. Dr. De
Jongste staat internationaal gezien niet
alleen. „Ik zit namens het NOC in een
organisatie van Olympische artsen. Die
organisatie is in 1969 opgericht. We
komen eens in de twee jaar bij elkaar.
In het jaar na de Spelen praten we
voornamelijk over hoe het is geweest
en in .hét jaar vóór de Spelen bekijken
we hoe de organisatie daar gaat verlo
pen. En de mensen in deze organisatie
proberen een oplossing te vinden voor
de beperking van het meenemen van
artsen. Dat is niet zo makkelijk. Je
kunt wel stellen dat eigenlijk iedereen
zijn eigen arts moet mogen meenemen,
maar dat kan natuurlijk ook weer
niet”.
Dr. De Jongste verwacht dat er in de
toekomst toch wel meer mogelijkheden
zullen komen. Hij is echter niet bang
dat de beperking nu onoplosbare kwa
len zal opleveren. „Natuurlijk, met de
ze zo gedifferentieerd groep die we
hebben, zouden we problemen kunnen
krijgen. Maar ik geloof dat, door het
feit dat we zo ingeschoten zijn op de
begeleiding op zich, we toch wel ge
makkelijk zullen draaien. We kunnen
ook makkelijk voor elkaar inspringen”.
Hiermee heeft de NSF-arts voor een
belangrijk deel voldaan aan het uit
gangspunt dat hij bijna twee jaar gele
den, toen hij als leider van de Olympi
sche equipe werd aangewezen, heeft
gesteld. De les van Mexico had hem
geleerd dat de basis om goed te kun
nen werken een fijne relatie tussen
de deelnemers en de arts dient te zijn.
„In het algemeen heb je geen last van
en met de mensen die je goed kent, als
er over en weer vertrouwen bestaat”.
Om te voorkomen dat een begelei
dende arts een deelnemende atleet pas
in het vliegtuig leert kennen, zoals
Mevrouw Waalwijk van Doorn
lacht niet om dat soort reacties. „Je
kimt mensen niet veranderen en je
moet ze om hun overtuiging ook in
hun eer laten. Maar dat wil niet
zeggen, dat je je aan je eigen ver
antwoordelijkheid moet onttrekken.
Er bestaat natuurlijk wel enig ge
vaar voor oneigen gedrag onder
groepsdruk. Maar dat gebeurt bij
voorbeeld ook op middelbare scho
len”.
„Ik vind dat de persoonlijke ver-
antwoordlijkheidsgevoelens zich
moeten kunnen ontwikkelen. Je
kunt daar in de groep zelfs een
positief gebruik van maken door de
ouders met de jongeren te laten
optrekken. Je hoeft ook niet zo
bang te zijn voor de meisjes, die de
stad in gaan. Ze zullen er zelf toch
ook graag goed uitkomen; ze zullen
er zelf toch ook geen schadelijke
gevolgen van willen overhouden.
Kan dat dan niet met wat soepel
heid worden geregeld”.
„Ik bedoel dit: zoals het meisje,
dat de pil niet mag gebruiken van
haar ouders, omdat ze geen voorhu
welijks seksueel contact mag heb
ben, dat meisje gaat dan rustig
naar de dokter en gebruikt twee
jaar lang de pil totdat de jongen is
afgestudeerd of totdat ze om een
andere reden kan gaan trouwen. En
dan komt pa bij mij en zegt: Ik heb
voor Mexico gebeurde, is nu bij het
aanwijzen van de artsen en verzorgers
getracht zoveel mogelijk de bestaande
situatie voort te zetten. Dat betekent
dat voor de grote ploegen de eigen arts
en de eigen masseur meegaat en dat
kleinere ploegen zich daarbij hebben
moeten aanpassen. Mét de artsen van
die kleinere equipes is echter in de
afgelopen tijd wel een intensief contact
geweest.
„Ik durf niet te stellen dat iedere
dokter alle Olympische kandidaten kent,
maar hij kent wel de vent waar hij
mee te maken heeft. Ja, ik heb destijds
als ideaal gesteld dat iedereen iedereen
zou kennen, maar dat is praktisch niet
te verwezenlijken. Neem bijvoorbeeld
de roeiers: die zijn nog niet bekend.
Als ze worden aangewezen, gaan ze
direct na^r St. Moritz. Ik zie ze dan
niet meer, maar dokter Kessel, die hen
in München zal begeleiden, gaat wel
drie dagen naar St. Moritz toe. Ik heb
de atletiek-, de turn- en de hockey-
ploeg. Die ken ik te uit en te na.
Toegevoegd is de moderne vijfkamp en
die jongens ken ik toch ook goed,
omdat ik al vier, vijf keer bij trainin
gen en wedstrijden ben geweest”.
I
I
i
i
toch zo’n geweldige dochter. Ze kan
in het wit trouwen, maar ze heeft
beige en ik ben zo ontzettend trots
op haar. Nou ja, fijn pa”.
„Die dochter heeft haar vader
gespaard en voor zichzelf heeft ze
haar eigen leven bepaald en ervoor
gezorgd dat niemand daar schade
van heeft gehad. Had ze het andere
idee gevolgd, dan waren er waar
schijnlijk heel wat brokken geko
men. Nu is iedereen gelukkig. Zoals
dat meisje zich heeft gedragen, dat
is uit liefde gedaan. Niet uit weer
spannigheid. Ze wist dat die vader
toch niet veranderd kan worden. Je
moet je eigen verantwoordelijkheid
dragen. Kun je dat niet met je
ouders, dan moet je het alleen
doen”.
k/WWVWVWWWVWWWWWWWWWVW1
tv