Wie is Leeuwenhoek?
waarover
NOC
Infra-rood-zenders
voor
I
to
Sponsoring steun
„Er zijn nog zoveel dingen
I
I
I
I
I
I
ik kan uitglijden”
„Iedereen staat maar
tegen je aan te duwen”
Wat is chef de mission?
t
I
I
B
3
H
i
s
LIMIETEN
WERELDSPELEN
NIET POPULAIR
S
B
9
HULPMIDDEL
I MNSDAG 15 AUGUSTUS 1972
-•
1
A
6
6
t
‘1
(Van onze sportredactie)
Si
t
B-
De aanwijzing van München als
plaats van handeling van de Olym
pische Spelen 1972 heeft voor het
Nederlands Olympisch Comité
tamelijk gunstige financiële con
sequenties. Vier jaar geleden
voor de Spelen in Mexico moest
het NOC zijn Olympisch fonds fors
aanspreken om het benodigde be
drag van 940.000 gulden, zijnde de
directe kosten voor tezamen
170 deelnemers en begeleiders, op
te kunnen brengen.
Voor München is het NOC
goedkoper uit, al blijft het een res
pectabel bedrag: ruim 550.000 gul
den voor naar schatting 190 deel
nemers en begeleiders.
Van dat bedrag moeten dan be
taald worden: alle reis- en ver
blijfkosten, de kosten van het
NOC-bureau te München, zakgel
den, speldjes, kledingpakketten,
van rondgaan met de hoed in de
hand. Dit keer is het gelukkig an
ders gelopen: dank zij de ge
zamenlijke sponsoractie van Al
bert Heijn en Shell vloeide een
kwart miljoen binnen”.
„Daardoor konden we nu ook
wel eens iets extra’s doen: bijvoor
beeld de reis van Ruska naar Ja
pan en de afvaardiging van men
sen naar vijfkampwedstrijden in
het buitenland. De sponsoring van
Albert Heijn en Shell was uniek:
nog nooit is er op een dergelijke
manier zoveel geld op tafel ge
komen. In de toekomst hopen we
op deze manier verder te werken,
daarbij uitgaand van een bepaald
basisbedrag, dat altijd in de pot
moet zijn”.
„Voor ons is het natuurlijk een
gunstige omstandigheid dat het
sponsorship de laatste jaren een
erkend begrip in de sportwereld
is geworden”, aldus Jan Cottaar.
'A
3-
verzekeringen en het vervoer van
goederen. Om de deelnemers te
gerieven, werd bovendien voor
een fors bedrag aan toegangskaar
ten gekocht, opdat zij ook kunnen
genieten van de sporten waaraan
zij niet deelnemen (een zuinig
trekje van het IOC: de deelnemers
hebben alleen gratis toegang tot
die sporten, waaraan zij zelf deel
nemen).
Een voor de hand liggende
vraag: Hoe komt het NOC aan zo
veel geld? Jan Cottaar, directeur
van het NOC, zegt daarover:
„Over vier jaar uitgesmeerd krij
gen wij 160.000 uit de toto en
70.000 van CRM. Van die 230.000
gulden maak je in de loop der
jaren natuurlijk een behoorlijke
rente, maar daarmee ben je er nog
niet. Het is noodzakelijk om via
andere fondsen de kas te spekken.
Dat was vroeger een moeilijke
zaak: het was vaak een kwestie
BRAM LEEUWENHOEK: JK KAN ME GEEN
g
vwvwwwvwwvwwvvwvwwwvwvwvwwww.
SJEF HENSGENS
'VVVWVVVVVVVWWWWWVifMIVVVVWIArirVVVVVVVVtRrifWWVVWWWWiAfWWVWIfMWI^^
niet
I
9
I
gehouden worden. Maar geen terug
grijpen meer op de klassieke oudheid,
geen hymnen of leuzen meer. Boven
dien zal er een ontwikkeling zijn naar
veel eenvoudiger Spelen, zoals ze in ’52
nog in Helsinki werden gehouden. Het
gigantisme van de huidige Spelen zal
worden verminderd”.
h
k
k
k
fc
k
k
atleten naar München gaan die zich
reeds volledig hebben leeggeknokt in
de strijd tegen de limieten.
ten van de Nederlandse deelnemers. Bovendien placht
hij zoveel mogelijk trainingen te bezoeken van de ploe
gen. Tussen de bedrijven door moest hij zich dan ook
nog door een rijstebrij van belangrijke Olympische
vergaderingen heenworstelen. Vaak ook zocht hij het
persoonlijke contact met de kandidaat-deelnemer in
lange, diepgravende gesprekken: „Straks heb ik met
al die mensen voortdurend te maken. Daarom is het
nuttig dat ik ze nu al zo goed mogelijk leer kennen”.
Maar bij het hamer-werpen lagen
de verschillen aanmerkelijk krap
per: de Hongaar Zsivotsky haalde
goud met 73.36 de Rus Klim zilver
met 73.28 meter een verschil van
slechts 8 centimeter. Waarmee maar
gezegd wil zijn: de mannen die bij
discus- speer- en hamerwerpen
alsmede bij de driesprong en het
verspringen de meetband hanteren
moeten echt wel over een gouden
handje beschikken.
Is Leeuwenhoek inderdaad zo mee
dogenloos als hij door zijn tegenstan
ders wordt afgeschilderd? Heel beslist
zegt hij: „Nee, ik ben gevoeliger dan
sommigen denken. Maar als ik deze
baan tot een goed einde wil brengen,
dan zal ik absoluut moeten rationalise
ren. Ik kan me geen medelijden of
emoties permitteren. Ik wil een rechte
koers varen door mijn argumenten
zuiver te houden. Dan ontmoet je bij
veel mensen tenslotte toch wel begrip.
Ik ben niet hard of meedogenloos in
die zin dat ik expres een rot-maatregel
zal nemen om iemand dwars te zitten”.
Waarna hij zijn toekomstvisie op de
Spelen geeft: „Binnen 25 jaar zijn er
geen Olympische Spelen meer. Dan
zijn het Wereldspelen geworden die om
de vier jaar in verschillende takken
van sport op dezelfde tijd en plaats
Toch menen sommige atleten derge
lijke destructieve eigenschappen in
Leeuwenhoek te hebben ontdekt. Af en
toe hebben ze hem dat op onverhulde
wijze laten blijken. „Tja”, zegt hij, „ik
kan me wel voorstellen dat veel atle
ten me niet graag zien. Populair kun
je met dit baantje nu eenmaal nooit
worden. Of die verwijten me pijnlijk
hebben getroffen1? Ach, ik heb steeds
heel flink tegen mezelf gezegd: het
doet me niets, het laat me koud. Maar
Moeten? Moesten! In München
zullen er nog wel meetbanden wor
den meegedragen, maan voor de oj-
Als adviseur woonde Leeuwenhoek
alle vergaderingen bij van het Neder
lands Olympisch Comité met de sport
bonden over kandidaten, limieten etc..
Hoewel hij officieel geen stem had op
deze vergaderingen, lijkt het aanneme
lijk dat de adviezen van deze doorkne
de vakman in veel gevallen doorslag
gevend zijn geweest. Daarom ook is hij
vooral in de atletiekwereld het mik
punt van scherpe kritiek: men be
schouwt hem als de geestelijke vader
van de scherpe limieten die de afgelo
pen maanden als een loden last op de
schouders van de atleten hebben ge
rust.
Leeuwenhoek relativeert zijn aan
deel: „De beslissingen zijn alle geno
men na democratisch overleg met de
bonden. De primaire taak van het NOC
was: een vaste lijn aanhouden, voort
durend consequent blijven. Het NOC is
hard geweest, dat moet wel. Men heeft
de bonden gezegd waar het op staat,
(Van onze sportredactie)
„Een enorme tijdvreter”. Zo karakteriseert Bram
Leeuwenhoek (47 jaar), chef de mission van de Neder
landse Olympische afvaardiging naar München, de
veel omvattende taak die nu al ruim twee jaar op zijn
schouders rust. „Ik was ervoor gewaarschuwd, maar er
komt toch nog veel meer voor kijken dan ik had ver
wacht”. Leeuwenhoek heeft sinds zijn benoeming dan
ook beslist niet stilgezeten: Bij vrijwel alle belangrijke
wedstrijden, zowel in binnen- als in buitenland, was
hij aanwezig om zich te informeren over de kwalitei-
Bram Leeuwenhoek is al jarenlang een bekende figuur in de Neder
landse sportwereld. Kort na de tweede wereldoorlog werd hij enkele
malen Nederlands kampioen verspringen. In die hoedanigheid werd hij
ook geselecteerd voor de Olympische Spelen van 1948 in Londen, maar
een achillespeesblessure verhinderde tenslotte zijn uitzending.
Later werd Leeuwenhoek trainer bij de KNAU en na de Olympische
Spelen van 1968 volgde zelfs een benoeming als trainingscoördinator bij
de atletiekunie.
Leeuwenhoek verricht zijn omvang
rijke nevenwerkzaamheden in zijn
vrije tijd en wordt daarvoor niet be
taald. De vraag ligt dan ook voor de
hand: zou hij de functie van chef de
mission willen prolongeren voor de
volgende Olympische Spelen, hetgeen
in theorie mogelijk is?
Peinzend zegt hij: „Ik weet het niet.
Er kan in de komende twee maanden
nog zoveel gebeuren. Er zijn nog veel
dingen waarover ik kan uitglijden.
Daar in München ben ik min of meer
de directeur van een bedrijf van een
paar honderd man. Je staat in het
middelpunt van de belangstelling, met
alle consequenties van dien: reken
maar dat je ip een glazen huisje zit”.
De laatste tijd ervéart Leeuwenhoek
al steeds sterker de kwetsbaarheid van
zijn positie. „Ach”, zucht hij, „ik ver
moed dat je je naderhand voorname
lijk de prettige dingen zult herinneren.
Maar een leuke baan is het momenteel
zeker niet. Iedereen staat maar tegen
je aan te duwen en probeert je te
verleiden tot precedenten”.
juist het feit dat ik dat zo vaak tegen
mezelf moest1 zeggen, bewijst dat het
me wel degelijk wat heeft gedaan”.
Leeuwenhoek zegt van zichzelf dat
hij het vermogen heeft om sterk te
relativeren, een eigenschap die hij bij
veel coaches mist. „Je kunt je werk
alleen volhouden als je steeds weer
gaat relativeren. Men vraagt je wel
eens: wat is nu in vredesnaam de zin
van de Olympische Spelen? Wat is het
nut van topsport bedrijven? Als je dat
aan de orde stelt, vraag je in feite
naar de zin van het leven. Ik geloof
niet in God en in het hiernamaals,
voor mij is de zin van het leven het
leven zelf”.
„Topsport is dwaas? Maar wat is er
dan wel zo belangrijk in het leven? De
zin van topsport is het doen ervan. En
dat geldt voor alles: een andere waar
de is er niet. Je zit allemaal in je eigen
micro-klimaatje of wereldje en daarin
moet je gewoon datgene doen, waar
voor je het meest geschikt bent. Je
moet je bezigheden perfectioneren, met
je talenten woekeren. Dat boeit me
dan ook in de sport: het eruit halen
wat erin zit. Voor mij is dat de essen
tie van het leven. Daarnaast moet je
ook in staat zijn te lachen om jezelf.
Als je jezelf soms niet kunt zien als
een schertsfiguur, dan ben je reddeloos
verloren”.
Dergelijke filosofische bespiegelingen
ventileert Leeuwenhoek als hem ge
vraagd wordt of het überhaupt wel
enige zin heeft dat jonge mensen el
kaar in München straks weer gaan
opjagen in een keiharde record- en
prestigejacht. Tegelijkertijd laat hij
echter blijken dat hij wel degelijk
bezwaren heeft tegen de vorm van de
huidige Spelen. „Die duifjes en hym
nen, dat hoeft voor mij niet. Er is ook
wel een andere opening denkbaar, die
toch sfeervol is. Je moet niet langer
vasthouden aan symbolen die
meer van deze tijd zijn”.
I
„Deelnemers kunnen zich rechtstreeks tot mij wenden, maar ze moeien
wel eerst hun chef d’équipe inlichten. Bij conflicten zal ik aandringen
op een afkoelingsperiode, waarin niet met de pers wordt gesproken. Elke
morgen heb ik een bespreking met alle chefs d’équipe. Ikzelf ben alleen
verantwoording verschuldigd aan Kees Kerdel, de voorzitter van het
Nederlands Olympisch Comité”.
I
B
I
zodat er later geen verwijten kunnen
komen”.
Vooral de besprekingen met de Ko
ninklijke Nederlandse Atletiek Unie
zijn soms uiterst moeizaam verlopen.
Leeuwenhoek: „Dat overleg is inder
daad niet gemakkelijk geweest. Wij
willen nu eenmaal dat er straks strijd
kan worden geleverd op Olympisch ni
veau. In de loop der jaren zijn de eisen
al steeds strenger geworden. In Mexico
heeft dat geresulteerd in aanvaardbare
resultaten: vrijwel alle atleten hebben
daar aan de verwachtingen voldaan. Er
viel niets op aan te merken. Maar voor
de Europese atletiekkampioenschappen
van vorig jaar heeft de Unie zich weer
tot allerlei precedenten laten verleiden,
wat een afgang tot gevolg had”.
„Ik heb tijdens het overleg wel eens
de indruk gekregen, dat men bij de
Unie die afgang al weer vergeten is.
Maar voor het NOC blijft het uitgangs
punt: een redelijke kans op een fina
leplaats”. Dat uitgangspunt werd overi
gens door de meeste coaches en atleten
niet te vuur en te zwaard bestreden.
Zij wezen er echter op, dat straks
Leeuwenhoek: „Ik ken dat argument.
Geloof me, wij beschouwen de limiet
niet als een heilige koe. Het is maar
een hulpmiddel. Als het om een jonge
vent of vrouw gaat met fighting spirit
en veel talent, dan is er geen pro
bleem. Ik denk nu even aan een Sjef
Hensgens, voor wie we toch echt niet
kinderachtig zijn geweest. Maar de
moeilijkheden komen juist met de
mensen die zich moeten leegknokken
om een minimum-eis te bereiken. Kijk,
met die lieden win je niet, daarmee
kom je zelfs niet in een finale”.
„Ja, roept men dan, maar die jongen
traint al jarenlang erg hard, geef hem
toch maar een kans. Dan is mijn
antwoord: sorry, maar het pleit niet
voor hem als hij ondanks zijn zware
training toch nauwelijks verder komt.
Dit soort argumenten ben ik dagelijks
tegengekomen. Ik heb echter de hard
heid om daar doorheen te trekken”.
MEDELIJDEN OF EMOTIES PERMITTEREN”
„München kost ongelooflijk veel
geld. Voor gewone landen is het bijna
niet meer mogelijk om dat te kunnen
opbrengen. Als er geen andere weg
wordt ingeslagen, zullen alleen de rijke
landen of de landen die louter uit
prestige-overwegingen handelen, de
Spelen nog aandurven. Voortaan moe
ten de Spelen ook niet beperkt worden
tot een stad, maar tot een heel rayon,
waar gebruik wordt gemaakt van de
bestaande accommodaties. In dat geval
zou ook Nederland in aanmerking ko
men”.
En wat zal er met de achterhaalde
amateurbepalingen gebeuren? Leeu
wenhoek: „De groei van de regels zal
altijd bij de ontwikkelingen achterblij
ven. Maar vergeet niet dat het NOC
ook nu al niet helemaal volgens de
letter te werk gaat. In Oost-Europa
heeft de topsporter alleen formeel een
baan, bij ons is dat nog slechts inci
denteel het geval. In de huidige situa
tie is Oost-Europa de lachende derde
bij onze conflicten met de amateurbe
palingen. Dat is fout. Wij moeten niet
roomser zijn dan de paus. Om een
einde aan die toestand te maken, ben
ik zelf bereid om ver te gaan”.
tn Mexico-1968 wierp de Ameri
kaan Al Oerter, gouden-medaille-
winnaar op dit nummer in 1956,
1960 en 1964, de discus naar 64
meter en 78 centimeter een af
stand goed voor goud en een nieuw
olympisch record Het was met Oer
ter een klare zaak: zijn naaste con
current, de Oostduitser Milde,
kwam niet verder dan 63.08 m.
fidele prestatiemeting staan zij bui
tenspel. Elektronische afstandsme
ters zullen hun taak overnemen. En
elektronische driehoeksmeting heeft
dat mogelijk gemaakt.
Het punt waarop discus, speer en
hamer de grond raken en let wel:
het eerste punt) wordt in München
waargenomen door twee verrekij
kers. die via een instelnrisma me'
elkaar verbonden zijn Tijdens he*
neerkomen stellen zij automatisch
twee infra-roodzenders in werking
die hun stralen ook weer opvangen
en uit de tijd die verlopen is tussen
uitzenden en opvangen de gemiddel
de afstand tot het punt van neerko
men via een computer berekenen
Dezelfde computer heeft in zijn ge
heugen de afstand van de stand
plaats van ie kijkers tot het af-
werppuni -• ••'■-eken 'i.an-ruit blik
semsnel 4- ore<ve.ze tstnnH r/ip hm
projectiel heeft aftr'legd van het
werppunt tot het punt van neerko
men.
In het dagelijks leven is Leeuwenhoek stafdocent aan de Haagse
Academie voor Lichamelijke Opvoeding.
Leeuwenhoek volgde Dokkum op als chef de mission voor de Olym
pische Spelen. Dokkum had de leiding in Mexico.
Wat is precies de functie van een chef de mission van een Olympische
ploeg? Leeuwenhoek: „Vanaf 2 augustus heb ik de volledige leiding van
de ploeg. Ik zal in München moeten zorgen voor een goede verdeling van
de werkzaamheden der begeleiders. Ik moet toezien op het indienen van
eventuele protesten, hooggeplaatste personen ontvangen en de deel
nemers aan hen voorstellen, en praten met deelnemers die moeilijkheden
of grieven hebben”.
A
HUK-