popmusical blijkt
Poitier en Belafonte in
tamelijk
pover en onnozel
eerste all negro-western
F
Rede van Solzjenitsyn
Nobelprijs-jaarboek
Ie
Dansen is puur plezier!
„Godspell”
i
in
BIJBELS GEGEVEN IN CARNAVALSSFEER
ONBEKEND HOOFDSTUK
i
DON BYAS
OVERLEDEN
Gehoord, gisteren op radio veronica?
Vooral alsjehet goed kunt Dat islogisch.
13
VRIJDAG 2» AUGUSTUS 1972
(Van onze correspondent)
s.
/an
>ank
u’s
SCHERPE KRITIEK OP AANTASTING
VRIJHEID VAN MENINGSUITING
Ejfectenman
N achtvoorstellingen
PLEZIER
1. -
w
'i 1
Nederlandse korte film
in Panama bekroond
nieuwste dansen als eerste
leren, de nieuwste hits als
eerste horen. In een gezellige
omgeving. Daarom: dansen is
puur plezier bij
■ed
i.tus-
;euze
iten
Maar op Radio Veronica
hadden ze het over dansles.
Ja, je moet het eerst leren.
Maar je leert het al dansend.
Met goeie muziek, ontspannen
sfeer, leuke lui om je heen
Puur plezier!
Hangt wel van de dans
school af, natuurlijk. Echt
goed dansen dat betekent de
Matador Luis Dominguin
wordt filmacteur
„BUCK AND THE PREACHER’’
is de wat tamme titel voor een on
gewone wildwestfilm die op di
verse punten variaties aanbrengt
op een van de oudste filmgenres.
In de loop der jaren heeft de bio
scoopbezoeker de western zien
evolueren van eenvoudig (in dub
bele betekenis) zwart-wit avon
tuur van de rechtschapen en recht
lijnig denkende cowboy die het
kwaad bestreed (misdaad en India
nen) naar een meer gecompliceerd
en psychologisch steeds dieper
gravend drama over zedelijke
moed, de vrijheid van eigen be
slissing en over persoonlijke be
trokkenheid. De braafheid van
cowboy of sheriff werd steeds meer
problematisch gesteld, het recht
van de sterkste - de ijzeren wet
van het wilde westen werd aan
gevochten en de tegenpartij werd
niet langer zwart gemaakt volgens
de hypocriete moraal van de des
tijds, afkomstig van de pionier die
zijn honger naar land door niets
en niemand geblokkeerd wenste te
zien.
Beroep op schrijvers
DEN BOSCH De Brabantse
hoofdstad had donderdag de eerste
voorstelling van dit theaterseizoen
met de landelijke première van de
religieuze popmusical „Godspell” in
een Nederlandse bewerking. Gezien
het karakter van de produktie en de
kwaliteit ervan, zit de kans dat het
succes van Hair ermee geëvenaard
gaat worden, wel in.
Noordhoilands Philharmonisch Orkest
r
I
jgÊ
X.
r
a*
Sidney Poitier als Buck.
ieter
1,
in
Amerikaanse
Haarlem
itis
oleren
sn
i niet
Dansschool André Bakker, Kerkweg 221, Heemskerk
Danscentrum Griffioen, Parklaan óA, Haarlem
Danscentrum „Schröder", Raamsingel 16, Haarlem
id zijn
irekers
AMSTERDAM. De Amerikaanse te-
nor-saxofonist Carlos Wesley Don Bvas is
donderdagmiddag op 59-jarige leeftijd in
zijn woonplaats Amsterdam aan longkan
ker overleden.
in
et
Vooraf in The Movies „De activist”
een korte film van Heriberto Curiel,
enkele uren uit het leven van Griekse
politieke vluchteling behandelend die
zich in Amsterdam schuil houdt tot de
politie en twee Griekse geheime agen
ten hem dwingen als verstekeling te
rug te keren naar zijn vaderland. Een
filmpje dat op kort bestek veel actie,
en spanning geeft en iets overbrengt
van de onbehaaglijke sfeer van opge
jaagd wild, waarin de vluchteling leeft.
De filmproductie van en voor negers
begint op gang te komen in de VS. De
films van Gordon Sparks („The lear
ning tree”, „Shaft”), van Ossie Davis
(„Cotton comes to Harlem”) en niet te
vergeten hét optreden van Melvin van
Peebles die „Sweet Sweetback’s baad-
ass song” vooral voor eigen mensen
maakte zijn voldoende aanwijzingen om
van een neger-emancipatie op filmge
bied te gaan spreken.
Uiteraard is dit werk ook bedoeld
voor blanke bioscoopbezoekers, het is
niet al te nadrukkelijk eenzijdig racis
tisch maar de revenuën blijven nu in
eigen zak en kunnen straks bijdragen
tot een grotere onafhankelijkheid van
een neger-gemeenschap die zich wil
bevrijden uit de ghetto’s der grote
steden. Ook Poitier’s film, hoewel de
zaak der negers dienend, is algemeen
aanvaardbaar als een spannende, soms
amusante en in elk geval onderhouden
de speelfilm die aandacht schenkt aan
het lot van de bevrijde negerslaven na
de Burgeroorlog.
mitz over een staking op een Parijse
confectiefabriek naar aanleiding van
onmenselijke werktoestanden een dis-
cussiefilm die in de Rotterdamse film-
manifestatie meeliep. Er is geen indruk
wekkend sociaal filmdocument ont
staan, maar wel een poging om enig
Inzicht te geven in het geestdodend
wek op fabrieken en het geringe begrip
bij de leiding om door een beetje
menselijk inzicht de zaak niet op de
spits te drijven. De eigenlijke staking
geeft zowel momenten van aandoenlij
ke solidariteit bij de stakende vrouwen
als van haatuitbarstingen die te denken
geven.
Dat zich na de Amerikaanse Burger
oorlog van 1861-1865 nog andere dis-
crimerende ontwikkelingen voordeden,
kan men zien in „Buck and the prea
cher” het regiedebuut van Sidney Poi
tier die Buck speelt, terwijl de in de
titel genoemde „preacher” door Harry
Belafonte vertolkt wordt. Voor het
eerste treden beide prominente neger-
acteurs samen in een film op. voor
welke speciale gelegenheid de Belafon
te Enterprises Ine. werd opgericht die
nog wel meer films „voor eigen ge
bruik” zal gaan maken.
BILBAO. De Spaanse stierenvechter
Luis Miguel Dominguin begint aan een
filmacteursloopbaan. In een interview met
de in Bilbao verschijnende krant „El Pue
blo Vasco” zei Dominguin dat er plannen
zijn voor een film waarin hij optreedt
naast de Oostenrijkse actrice Romy
Schneider met Roman Polansky als regis
seur.
In feite was de slavernij in het Zui
den na 1865 afgeschaft, maar de afhan
kelijkheid van de voormalige neger
slaven van de blanke katoenplanters
en grootgrondbezitters bleef zodat ui
terlijk weinig wezenlijk veranderde.
En wie van zijn vrijheid gebruik wilde
maken en naar het „vrije” Noorden of
STOCKHOLM (AFP). De Nobelstich-
ting heeft donderdag in Stockholm de
rede gepubliceerd die de Russische schrij
ver Alexander Solzjenitsyn begin dit jaar
bij de uitreikingsplechtigheid van de hem
verleende Nobelprijs voor literatuur 1970
had willen uitspreken.
Merkwaardig is de in de film even
aangestipte verhouding tussen de ne
gers en de indianen, beiden minder
heidsgroepen die lijden onder de blan
ke overheersing. Het verwijt van een
Indianen-opperhoofd aan het adres van
Buck dat deze als voormalig soldaat bij
de „bluecoats” ook tegen de roodhuiden
gevochten heeft, wordt beantwoord
met een beroep op solidariteit omdat
beide volkeren het slachtoffer van de
blanke kolonisatie dreigen te worden.
Maar het blijkt dan al dat ieder zijn
eigen problemen heeft en dat van een
gemeenschappelijk front geen sprake
zal zijn.
Al deze aspecten van een ingewik
kelde problematiek komen even ter
sprake in de film van Sidney Poitier
die niet over een origineel of vernieu
wend talent blijkt te beschikken, maar
in staat is een goede, commerciële
wildwestfilm te maken (opgenomen in
Mexico), waarin hij een vrij onbekend
hoofdstuk uit de lijdensgeschiedenis
van de neger op boeiende manier on
der de aandacht van het bioscooppu
bliek brengt.
Het opmerkelijke van de vertoning
in The Movies ligt echter in het feit
dat „Coup pour coup” niet langs de
offciële kanalen, dat wil zeggen, via de
bestaande importbureaus de bioscoop
bereikt heeft, zoals is voorgeschreven.
Dat betekent een overschrijding van de
Bonds voorschriften die als ze stilzwij
gend geaccepteerd zou worden een eer
ste stap zou kunnen betekenen op de
weg naar de alternatieve bioscoop die
zich op eigen gelegenheid van films
gaat voorzien. Een ontwikkeling die in
het buitenland met name in Duits
land al aan de gang is.
OOK IN DE NACHTvoorstellingen
vertoont The Movies „Coup pour coup”
die als ondertitel „Baas in eigen fa
briek” heeft meegekregen. Steve
McQueen is in de aan hem gewijde
serie in Calypso te zien als „Nevada
Smith”, een film van Henry Hathaway.
„Medium cool” is zaterdagnacht in Ci
neac Reg. Breestraat en Godard’s „Alp-
haville in Kriterion.
THE MOVIES TENSLOTTE komt
met „Coup pour coup” van Marin Kar-
Solzjenitsyn doet een beroep op de
schrijvers over de gehele wereld zich
tegen geweld en verdrukking te verzetten.
„Literatuur heeft tot doel”, zegt hij, „de
mens over werkelijk ernstige en ontoe
laatbare zaken te informeren. Onze toorn
moet zich niet slechts richten tegen dat
wat in onze omgeving plaatsgrijpt, maar
tegen dat wat het meest afschuwelijk is”.
Solzjenitsyn hekelt vervolgens de „geest
van München” die volgens hem voortdu
rend de internationale politiek en vooral
die van de Verenigde Naties karakteri
seert. Hij schildert de volkerenorganisatie
Toen de 23-jarige Amerikaanse student
John Michael Tebelak Pasen 1970 zeer
gesticht de Sint Paul’s Chatedrale in
Pittsburg verliet, liep hij een forse politie
man tegen het lijf, die de in zijn paasbe-
ste hippe pak gestoken jongeman argwan
en aankeek, ten onrechte bezit van drugs
vermoedde en hem vroeg zijn zakken om
te keren. Diep geschokt door ’s mans erg-
denkendheid en met de paasdienst nog in
zijn achterhoofd, gebeurde iets heel
vreemds, gezien de omstandigheden, met
John Michael Tebelak: hij wist plotseling
waarover hij de scriptie voor zijn docto
raal examen zou schrijven en hij kreeg
tegelijkertijd het idee voor een religieuze
musical, waarvoor hij en één adem 15
teksten schreef. Aldus, wil het zijn bio
graaf, is „Godspell” ontstaan. Het basisi
dee, hoe dat ook feitelijk ontstaan mag
zijn, is geweest om de christelijke begin
selen, zoals vastgelegd in het evangelie
van de apostel Mattheus, uit te dragen op
een voor iedereen, ook niet-relieus-
geïnteresseerden, te verteren manier. En
dat is gelukt, te verteren is „Godspell”
ongetwijfeld. Dat er aan de andere kant
verbluffende, nog nooit eerder vertoonde
dingen gebeuren, is bepaald niet het geval,
daar is het allemaal veel te simpel voor.
„Godspell” begint met een Babylonische
spraakverwarring. Acht mensen in een
met kippegaas afgeschoten ruimte, ge
kleed in gouden kledij met op hun buik
de namen van filosofen, Socrates, Nietz
sche, Sartrestaan door elkaar heen
te praten en moeilijk te doen. Johannes
de Doper komt Christus aankondigen, die
onopgemerkt al aanwezig blijkt.
Dan breekt het feest los. Iedereen heeft
plotseling gekke bonte pakjes aan en
begint mal en leuk te doen en zo blijft
dat nagenoeg de hele voorstelling door
gaan. Erg vermoeiend is dat aanvankelijk,
al die pret en clownerie. Men schopt
elkaar tegen de billen, trekt gekke gezich
ten, praat met kinderlijke stemmetjes,
trekt elkaar aan de neus, etc. etc.
En Jezus Christus blijkt de populairste
jongen van deze kleuterklas. Dan worden
parabels verteld, de Farizeeër en de Tolle
naar, de Barmhartige Samaritaan, de
Zaaier die iuptging om te zaaien
Een eigenlijke verhaal-stuctuur ont
breekt intussen, totdat na de pauze op
zeker moment Christus z’n laatste avond
maal nuttigt, verkocht, verraden en aan
het kruis genageld wordt en ten slotte
verrijst. Dan is de boot weer aan en kent
de jolijt geen grenzen meer. Ik zei het al:
een uiterst simpele opzet.
Daarbij is het lastig om na te gaan wat
nu eigenlijk de uiteindelijke inbreng van
regisseur Eddy Habema is geweest. Voor
zover mij bekend gaat het er in Londen,
Parijs en andere plaatsen, waar de musi
cal loopt, net zo toe in precies zo’n
kippegazen kooi en met soortgelijke kos
tuums. Bovendien is Liz Whiting, die in
Londen samen met Tebelak de regie voer
de, te hulp geschoten bij de mise-en-scene
en de choreografie.
Bewondering is zeker op zijn plaats
voor Loek Schaareman, die de Nederland
se bewerking verzorgde en daarbij een
alledaags idioom gebruikte, waar onze bij
bels rethorisch plegen te zijn en handig
op sommige plaatsen toch weer de tale
Kanaans inpast, voor het leggen van rela
tiverende accenten.
Dat „Godspell” per saldo toch tamelijk
onnozel en pover óverkomt, ligt niet aan
hem. Als hij dat had willen verhelpen
had hij waarschijnlijk een nieuwe musi
cal moeten schrijven. Iets dergelijks geldt
voor de muziek (van Stephen Schwartz),
die niet bepaald uitblinkt door oorspron
kelijkheid, maar kalmpjes voortborduurt
op de patronen van andere popmusicals,
zonder er iets nieuws aan toe te voegen.
Over verrichtingen van de Nederlandse
cast ten slotte kunnen we over het alge
meen tevreden zijn. Dans, mime en spel,
voor zover er van „spel” sprake is, staan
op een behoorlijk niveau. Bij de meesteri
ook de zang. Een voortreffelijke indruk
maakten Bill van Dijk, Maélys Morel en
DEN HAAG. Tijdens het filmfestival
voor kinderfilms, dat van 12 tot 19 augus
tus in Panama is gehouden, werd de Neder
landse korte film „Stuiter” van Jan Oonk
diverse malen bekroond. De film ontving
de eerste prijs als beste korte film; voorts
de prijs voor de beste fotografie en voor
de beste acteur. De film „Stuiter” is door
Nico Kramer geproduceerd en vervaar
digd met een subsidie van het ministerie
van Cultuur, Recreatie en Maatschappe
lijk werk.
Don Byas, geboren in Muskogee (Okla
homa, USA), was een tenorsaxofonist die
de traditie van Hawkins voortzette, maar
het instrument moderniseerde in de rich
ting van de moderne jazz in de stijl van
onder meer Charly Parker. Als zodanig
was hij in de jaren ’40 met Gillespie in
New York een van de vernieuwers van de
jazz.
Carlos Wesley Don Byas begon als pro
fessioneel tenor-saxofonist bij Lionel
Hampton. Nadien werkte hij onder meer
met Andy Kirk. In de jaren ’40 werkte
hij naast Gillespie ook met Count Basie,
Dan Carter en Duke Ellington. Met Dan
ny Carter trok Don Byas in 1946 naar
Europa. Ook met het orkest van Don
Redman maakte hij een toernee door
Europa. Het beviel hem zo goed in dit
werelddeel dat hij er zich voorgoed ves
tigde. Aanvankelijk in Frankrijk, later
in 1955 na zijn huwelijk met zijn
Nederlandse vrouw die hij in Frankrijk
had leren kennen, in Nederland, waar hij
zich vestigde in Amsterdam.
Twee jaar geleden maakte hij in Ame
rika zijn come-back, onder andere op het
Newport Jazz Gestival. Vorig jaar nog
maakt hij met Art Blakey een toernee
door Japan. Kort na zijn terugkeer werd
Don Byas ziek.
„Wee de natie wier literatuur wordt
verstoord door de inmenging van de
macht. Want dat betekent niet alleen
slechts een schending van de vrijheid van
drukpers, het betekent het sluiten van het
hart van de natie, het wegsnijden van
gedeelten van haar herinneringen. De na
tie verliest haar zelfbesef. Zij wordt be
roofd van haar spirituele eenheid en on
danks een veronderstelde gemeenschappe
lijke taal, verstaan landgenoten plotseling
elkander niet meer.
men ontdekte dat de houding van de
gemakshalve als bloeddorstige afge
schilderde Indiaan verklaard kon wor
den uit het historische feit dat deze
(met de bison )h et grootste slachtoffer
is geworden van de heroïsche trek der
blanken naar het westen.
Deze ontwikkeling liep tenslotte uit
op films als „Soldier Blue” (deze week
in Roxy, Haarlem) en „Little big man”,
waarin de filmer aan de kant van de
Indianen ging staan en geen goed beeld
meer over had voor de gedragingen
van de blanke volksverhuizers.
Serge Valck als Jezus in korte broek
temidden van zijn volgelingen.
af als een immorele instelling, gecreëerd
door een immorele wereld. Men moet niet
spreken van de Verenigde Naties, maar
van de verenigde regeringen, want men
vindt daar zowel in vrijheid gekozen re
geringen als andere die door geweld zijn
ontstaan.
In zijn Nobeiprijsrede zegt Solzjenitsyn
over het thema literatuur en macht:
REMBRANDPLEIN Theater brengt
de Amerikaanse huwelijkscomedie
„The marriage of a young stockbro
ker”, wat in het Nederlands vertaald
nog droger als „Het huwelijk van een
jonge effektenman” geafficheerd staat.
De film is van Lawrence Turman, met
in de hoofdrollen (wat waarschijnlijk
meer zegt) Richard Benjamin en Joan
ne Shimkus.
Benjamin („Diary of a mad housewi
fe”) speelt opnieuw een jonge Ameri
kaan die ontvreden is met zijn huwe
lijksleven en met zijn beroep. Wat er
aan zijn beroepsijver mankeert, is na
de eerste beelden al duidelijk, maar
waarom zijn huwelijk kapot dreigt te
gaan wordt onvoldoende beargumen
teerd. Benjamin blijkt een beetje het
voyeurstype te zijn dat plotseling ont
dekt geïnteresseerd te zijn in porno
films en vrouwenbenen en in schaars
geklede meisjes op het strand.
Geen opzienbarende afwijking, zou
men zo zeggen, maar er wordt in de
film zwaar aan getild en de jonge
effektenman moet eerst zijn baan en
vervolgens zijn huwelijk beëindigen
om pas in zijn aldus heroverde vrijheid
een verzoening met zijn vrouw aan te
durven. Er komt nog een schoonzuster
met psychiatrische kennis aan te pas,
maar het geheel is zo onvolwassen
bedacht en uitgewerkt dat zelfs een
amusant en intelligente acteur als
Benjamin de zaak niet kan redden.
De andere kant van de medaille
werd wat nauwkeurger bekeken en
Westen trok, kreeg te maken met de
zogenaamde „nightriders”, groepjes
blanken die deze voor het Zuiden nade
lige gang van zaken gewelddadig en
door intimidatie wilde tegengaan.
Buck, voormalig soldaat in het-
Noordelijke leger tijdens de Civil War,
wordt de geeselijke, maar vooral gewa
pende leider van deze vrijheidszoekers
en zijn activiteiten brengen hem in
contact met „preacher”, een sluwe en
schijnheilige pseudo-predikant die met
een revolver in de bijbel door het land
trekt om zich te verrijken. Harry Bela
fonte speelt deze rol met veel komi
sche trekjes en hij is duidelijk het
amuserende element in een overigens
serieus opgezette nagedachtenis aan de
vele naamloze negerslachtoffers van de
chaotische na-oorlogse jaren.
Een bloedige wraakneming door
Buck en de „preacher” op een groepje
feestvierende „nightriders” en een
overval op een Bank om het benodigde
geldt e krijgen voor een vrije door
tocht door een Indianen-reservaat zijn
dan de spanningshoogtepunten in een
film, die alleen afwijkt van de gebrui
kelijke western doordat de h andeling
zich ditmaal concentreert op n eger-
pioniers.
De plechtigheid, die in Moskou zou
plaatsvinden, ging echter niet door omdat
de Russische autoriteiten de permanente
secretaris van de stichting, Carl Ragnar
Gierov, geen inreisvisum wilden verlenen.
In haar jaarboek „De Nobelprijs” heeft
de stichting nu de toespraak van Solzje
nitsyn volledig afgedrukt.
De schrijver van o.m. „De eerste cirkel”,
„Kankerpaviljoen” en „Een dag uit het
leven van Ivan Dennisovitsj” oefent in
zijn zestien bladzijden lange toespraak
scherpe kritiek op de „talrijke gevaarlijke
stromingen” die zich in de hedendaagse
wereld manifesteren en die vooral tot
uitdrukking komen in „nationaal chauvi
nisme” en „geweld tegen personen en
landen”. Hij veroordeelt censuur en de
aantasting van de vrijheid van meningsui
ting.
Thea Fanft. Ronduit het zwakst was
hoofdrolspeler Serge Henri Falcke als Je
zus Christus. Hij zingt beroerd, heeft een
Belgisch accent, dat merkwaardig functie
loos contrasteert met de spraak van zijn
tegenspelers en hij slist, alsof hij een paar
tanden mist.
U kunt het zelf straks gaan bekijken en
zondagavond alvast een voorproefje krij
gen, want de AVRO zal dan via Neder-
land-1 om half negen wat hoogtepunten
uit „Godspell” laten zien.
Concertgebouw
VIJFDE ZOMERCONCERT
woensdag 30 augustus 1972, 20.15 uur
dirigent: HANS VONK
solist: GEORGE VAN RENESSE - piano
PROGRAMMA: Berlioz - Ouverture Cameval Romain; Schumann -
Pianoconcert; Tschaikowski - 4e Symfonie.
Entree 3.50 (a.i.). Kinderen tot 12 jaar 1.C.J.P. geldig.
Kaartverkoop en plaatsbespreken bij het Concertgebouw, Lange Begijne-
straat 13, van 10-3 uur, telefonisch 320994 van 12-3 uur.
AMSTERDAM VERTOONT deze
week drie nieuwe films, al zijn het
geen van alle Nederlandse premières.
In City gaat „Buck and the preacher”,
het filmdebuut van Sidney Poitier, hier
uitgebracht onder de wat kruidiger ti
tel „Buck, de priester en de duivel”
waarover hierboven uitvoeriger bericht
wordt.