:ert over watervervuiling JEteonoom Hueting de man van „de nieuwe CBS I schaarste" I ja 5F EUTROFIE GIGANTISCHE BEDRAGEN FOSFATEN AAN HET BEGIN IMPORT iiiiffl M| ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1972 Erbij it EM (Van onze correspondent) BIJ DE FOTO’S: Boven, van links naar rechts: Het water, waarmee het wel en wee van ons land zo nauw verbonden heet te zijn, ver vult volgens het rapport van Hueting c.s. een groot aantal functies. Bijvoorbeeld als ele ment in bebouwing, om in te zwemmen, om te drinken en om op te varen. Maar terwijl de behoefte aan schoon wa ter steeds groeit, neemt het „aanbod” daarvan af. Dat is geen wonder, als we op de foto’s hiernaast en hieronder zien, hoe we het water op grote schaal ook de functie van vuilnisvat opdringen. DEN HAAG Na drie jaar studie is deze week een heel voor zichtig begin van een antwoord naar buiten gekomen op de bij zonder veelomvattende vraag, die in ons steeds milieubewuster Nederland steeds vaker wordt ge steld: wat kost het ons om de tot nu toe aan onze leefomgeving toe gebrachte schade te herstellen, een leefbaar milieu terug te krijgen en te houden? We doelen op het eer ste rapport van een specialistisch onderzoek dat het Centraal Bu reau voor de Statistiek (afdeling leefmilieu) verricht en dat is toe gespitst op de watervervuiling. Vele jaren is het water zonder meer gebruikt als „stortplaats voor afval”. Die functie heeft ervoor ge zorgd dat er veranderingen (van biologische, chemische of fysische aaud) in dat water zijn opgetreden. En deze veranderingen hebben weer tot gevolg gehad dat datzelf de water een vermindering van andere gebruiksmogelijkheden heeft ondergaan. ip. het milieu rijg Nadat de samenstellers van het rap port aan het begin de begrippen, waar mee zij werken en de berekeningsme thode die zij hebben gevolgd omstandig hebben uiteengezet, is het een kwestie van nauwgezet cijferen geworden. Er wordt een raming gemaakt van wat er aan afbreekbaar organische stoffen in ons vaderlandse oppervlaktewater zit en terecht komt en wat van dat alles de invloed is op met name de zuurstof- huishouding in dat water. Ze zijn nog maar een paar passen op weg. In hun rapport verhullen ze de moeilijkheden niet, die ze zijn tegenge komen. Maar alleen al het vermogen toch tot samenvattend en concluderend studiemateriaal te komen, is een aan wijzing dat er op den duur op dit terrein wezenlijk resultaat kan worden bereikt. Als standaardmaat gebruiken de rap porteurs het begrip inwonerequivalent: de hoeveelheid vervuiling die gelijk staat met het geloosde afvalwater van één inwoner per etmaal, ongeacht de bron van lozing. Om die hoeveelheid te zuiveren (af te breken) is 54 gram zuurstof nodig. Als we dan enkele opvallende cijfers uit het materiaal van Hueting c.s. lichten, dan komt uit het onderzoek naar voren dat de Neder landse bedrijven en de landbouw per jaar bijna 45,6 miljoen inwonerequiva lenten aan verontreiniging in het water deponeren. de studie in zoverre tegenover elkaar uitgezet in tabellen, dat duidelijk wordt waar functieverlies optreedt en in welke omvang. Met andere woor den: waar en in welke omvang die afbreekbare organische stoffen en dat eutrofiërende materiaal het water in mindere mate geschikt maakt om er bijvoorbeeld in te zwemmen of van te drinken. Grote verdienste van het nu versche nen eerste rapport is, dat een poging is ondernomen om de milieuverslechte- rig binnen de economie te brengen. Het CBS is daarbij begonnen met de „milieucomponent”, die in Nederland op het ogenblik het meest tot de ver beelding spreekt, het (oppervlakte) wa ter. De waarde van dat water wordt bepaald door zijn gebruiksmogelijk heid, zijn functie en de waardering die men daaraan toekent. Water heeft een hele reeks van die functies: drinkwa ter, spoelwater, proceswater, zwemwa ter, vaarwater, water als element in da woonomgeving en water als vuilnisvat. De functies van dat water worden in straks een prijskaartje? economen, een scheikundige, een cl- viel-technicus, een bioloog, een natuur kundige en een documentalist hebben het rapport samengesteld te maken met van die onberekenbare factoren als de doorspoeling van de hoeveelhe den fosfor, die in de rivieren aan het slib zijn gehecht. Toch hebben ze doorgezet. De opzet was om materiaal op tafel te brengen, waarmee men in Nederland het vraag stuk van de waterverontreiniging voor al in zijn kostenaspect in ieder geval eens zou kunnen overzien. Hueting c.s. hebben de functieverliezen in het op pervlaktewater becijferd en ze hebben aangegeven welke maatregelen nodig zijn om die functieverliezen als gevolg van die twee soorten van vervuiling tot op zekere hoogte ongedaan te ma ken. Functieverlies. Tot nog toe doorgaans niet veel meer dan een begrip. Maar hoe groot is dat functieverlies, is het in geld uit te drukken en is ook te becijferen hoeveel het zou gaan kosten om in Nederland die schade weer ongedaan te maken of terug te dringen? De 42-jarige Haagse econoom drs. van onvoorstelbare hoeveelheden gege vens. De Nederlandse bevolking levert via huishoudelijk afvalwater 8,7 mil joen inwonerequivalenten aan het op pervlaktewater, dan komt daar nog bij het effluent van zuiveringsinstallaties, die in hun activiteiten maar tot een bepaalde grens gaan (samen nog zo’n 1,3 miljoen inwonerequivalenten) en de grote hoeveelheid „troep”, die onze ri vieren uit het buitenland importeren. Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en België zetten aldus maar even 33,5 miljden inwonerequivalenten over de grens. Met deze optelsom zijn de CBS- onderzoekers er nog niet uit als het gaat om een benadering van de om vang van alleen maar dat onderdeel „organisch afbreekbare stoffen”. En daarmee geven ze meteen aan hoe gecompliceerd het is om tot een totaal beeld te komen van nog maar één onderdeel van die watervervuiling. Bij de optelsommen, tabellen en overzichten van de watervervuiling door eutrofie komen de onderzoekers uiteraard eerst en vooral terecht bij de lozing van fosfaten, toegevoegd aan de wasmiddelen. Op de fosforba- lans van Hueting en zijn medewerkers is de import van fosfor sis vervuiler wel ongeveer de belangrijkste post. Ie der jaar dragen de grote rivieren 40 miljoen tot 60 miljoen kilo fosfor over de grens. Er ontstaat dan wel weer een evenwicht met wat we daaraan in Nederland zelf toevoegen, omdat we tenslotte eenvoudigweg ook nogal wat fosfor naar zee „exporteren”, maar daarmee is de kous natuurlijk niet af. De zeevervuiling is een ander pro bleem. Het viel weliswaar niet binnen het bestek van dit CBS-onderzoek, maar is beslist niet minder urgent. Opnieuw kregen de mensen van de afdeling leefmilieu van het CBS Roefie Hueting heeft zich bij het CBS met een staf medewerkers in deze pro blematiek vastgebeten en twee soorten waterverontreiniging maar dan wel de belangrijkste —in harde cijfers proberen te „vertalen”. Kwantificeren is de term, die daarvoor doorgaans wordt gebezigd. Er zijn gigantische bedragen uit dit cijfer- en rekenwerk gerold. Hueting is de man van „de nieuwe schaarste”. Hij heeft nog niet zo lang geleden een boekje op de markt gebracht onder de titel „Wat is de natuur ons waard?” Daarin verkondigt hij de theorie dat frisse lucht, schoon water en een scho ne bodem vroeger steeds als een „vrij artikel” werden beschouwd. Er was genoeg en men behoefde zich er niet om te bekommeren als er op die voorraad wat werd ingeteerd. In het dichtbevolkte, sterk geïndustriali seerde Nederland van vandaag kunnen water, bodem en lucht niet langer als afvalemmers worden gebruikt zonder dat andere belangen van die zelfde milieucomponenten worden geschaad. Daarom moet volgens Hueting dit steeds schaarser wordende „goed” zo duidelijk mogelijk worden geprijsd. Alleen door de „vrije” artikelen van destijds binnen het marktmechanisme te krijgen, lijkt het mogelijk tot een waardering van onze leefomgeving te komen, die vergelijkbaar is met ande re, vooral economische waarderingen. Hueting is ook de opvatting toege daan dat de onvrede over de. huidige gang van zaken bij de produktie wordt veroorzaakt door het feit dat we doen alsof schaarse of schaars geworden goederen nog vrij zijn. Velen waren tot voor kort van opvatting dat het in de milieuproblematiek voor een deel om onmeetbare gevoelszaken gaat, waar een econoom nooit aan te pas zou kunnen komen Hueting en zijn ploeg willen het tegendeel aantonen. - W Het ging in het kader van dit rap port om de watervervuiling met zoge naamde afbreekbare organische mate rialen (onttrekking van zuurstof aan het water) en om die als gevolg van „eutrofie” (overbesmetting van water planten met voedingsstoffen van een bepaalde soort en tekort aan andere voedingsstoffen). Hueting en zijn medewerkers komen in hun studie tot schrikbarend hoge cijfers, als het erom gaat welke inves teringen en jaarlijkse lasten Nederland zou moeten opbrengen om alleen nog maar deze twee soorten vervuiling van ons oppervlaktewater effectief te be strijden Dat voorzichtige begin van een ant woord op die bovenaangehaalde vraag dus. Er zou f 7.6 miljard tot 10 miljard moeten worden gestoken in zuiveringen, rioleringen en sa neringsmaatregelen als nieuwe pro jecten en daarbovenop nog eens meer dan één miljard aan jaarlijkse lasten. En om vooral duidelijk te ma ken dat we er daarmee echt nog niet zijn, wordt al meteen in de inleiding van deze CBS-studie vastgesteld dat „iedere poging om aan de hand van dit onderzoek een inzicht te verkrijgen in de totale omvang van de milieuver- slechtering in Nederland als ónmoge lijk moet worden beschouwd”. Daar komt nog bij dat de samenstel lers van de studie echt niet pretende ren dat ze de kosten voor het onge daan maken van de milieuverslechte- ring in dit geval de twee soorten watervervuiling tot zes cijfers ach ter de komma nauwkeurig hebben be rekend. Er zijn optelsommen per bedrijfs tak gemaakt, ramingen die ge baseerd zijn op de verzamelingen Er moest worden uitgezocht hoeveel van dat vervuilde water naar zee wordt afgevoerd. Men stiet daarbij op de moeilijkheid dat niet is na te gaan hoe groot de nadelige invloed van het afgevoerde water is in de noordelijke stroom langs de kust van Nederland. Verder dan een „pro memorie”-aftrek- post kwam men niet. Dan was er vervolgens een serie posten, die aan de tussentelling had moeten worden toegevoegd, maar daar bij gebrek aan benaderingsmethodes evenmin voor in aanmerking kwam. Om er een paar te noemen: afbreek baar organisch materiaal van neerslag uit de lucht, olielozingen door de scheepvaart, lozing van koelwater, be mesting met natuurlijke mest door landbouwbedrijven, lozing van zuur stofloos grondwater, afvalwater af komstig van recreanten. ■X' s XX" XX

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 13