c I 27-jarige Zaandamse leidt in St.-Maarten Nederlands enige grote geitenhouderij w I 15 u- ZATERDAG 23 SEPTEMBER 197 2 Erbij Geitenkaas In bed Leuke tijd (Van een onzer verslaggevers) N HET DORP zeiden ze: „Bij post? O, u bedoelt Annelies van de geiten”. De bungalow ligt aan de rand van het veelbe- zongen St. Maarten, omringd door het weidse Noordhollandse land- schap van de Noordkop. Blaffende honden houden de wacht bij het hek, maar de bewoonster zelf is on vindbaar. Even later komt ze te voorschijn uit een schuur, waar zesduizend kuikens ongeduldig op een voederbeurt hebben zitten wachten. Een tengere jonge vrouw met kort geknipt haar en een vast besloten trekje om de mond, die het meel van haar overal klopt. - - JÉ Annelies van de geiten De liefde van Annelies voor geiten is professineel geworden. „Als ik een mooie geit zie, laat ik ’m niet lopen”, vertelt ze. „Maar in Noord-Holland zijn ze bijna niet meer te vinden. Ik moet er voor naar Friesland”. De geitenkaas is In opmars. Die uit St. Maarten is volgens haar beter dan de Franse, omdat daar veel koeienmelk in zou zitten. De melk (inmiddels 900 liter per week, goed voor 90 kilo kaas) gaat naar een geitenkaasfabriekje in Assendelft. Of ze zelf van deze kaas soort houdt? „Jawel, maar het is het dorp niet te krijgen”. Het is een hard bestaan. Voordat haar man naar zijn werk gaat, is hij van ’s morgens half vijf tot zeven uur bezig met melken, 's Avonds doet An nelies dat. „In het voorjaar was het ontzettend zwaar. In die tijd was het lammeren geblazen en moest ik om half vier op. Nou, dan heb je er gauw genoeg van. Er moesten vijftig geiten lammeren en iemand had me verteld, dat ze dat niet in koppels kunnen. Ik heb toen ge dacht: dan moet ik er zeker bij gaaa slapen, maar achteraf was dat niet nodig. In totaal kwamen er 115 lam meren. Het ging achter elkaar door. Er is een nacht geweest, dat ik er drie heb verspeeld, maar verder is het goed gegaan. Je bent eigenlijk je eigen die renarts. In het begin vond ik dat ijselijk, maar je kunt niet iedere keer een verloskundige gaan halen, want dan zijn de lammeren dood. Ik moest er dus wel aan. (Verzucht) Ik heb er wat afgehaald”. Nadat ze dochter Jolanda („ze is nog geen vier, maar gaat er bij het mel ken ook al onder zitten”) op klompen naar buiten heeft gestuurd, vertelt ze uitgebreid over de geweldige potentie van jonge bokjes en de dektijd, die ze „enorm leuk” vindt. „Als ze niet goed bokkig zijn, dekken ze ook niet”. Be weert dat ze alle geiten bij de naam kent en bewijst dat later, als we de stallen bezichtigen. Zijn de geiten nukkig? „Nee hoor. Ze zijn allemaal even mak, maar het scheelt veel hoe je er mee omgaat. Het zijn schatjes. Het liefst zou ik alles houden en er is bij mij niks te koop. Er komen hier wel eens mensen die zo’n geitje willen kopen, maar daar pas ik voor. In de regel gaan ze boos weer weg. aAn de andere kant kun je ze nu eenmaal niet allemaal houden. Je moet er niet bij nadenken, maar een jong bokje is zo goedkoop dat je ’m beter kunt opeten. Dan heb je er meer aan”. Annelies Bij post ligt op het ogenblik in de clinch met de directeur van het kaasfabriekje. De reden: hij zou haar een veel te lage prijs veertig cent per liter voor de melk betalen. „Als hij met die prijs niet omhoog gaat, ga ik desnoods zelf geitenkaas maken. Tenslotte heb ik er tot dusver nog geen cent van overgehouden”, zegt ze. Hoé komt ze aan al die kennis over geiten? „Uit boeken. Het is ook het enige wat ik lees. De rest interesseert me niet”. Ze voelt zich een beetje een moeder van de lammeren, „want”, zo zegt An nelies, „naar een geit kijken ze niet meer om. Er gaat zelden iets bij me dood. Al moet ik ze er voor in bed hebben. Dat heb ik laats gehad met dertien jonge konijnen. Ze moesten later wel weer geslacht worden, maar ja. Heeft ze er moeite mee gehad zich in het boerenleven in te burgeren? „Het gaat vanzelf. Ik kom hier ner gens, want het interesseert me niet. Ik heb er ook geen tijd voor en vind het al erg als ik in het dorp naar een winkel moet om boodschappen te doen. Ik heb ook geen beho-"ie aan vakantie. ,Dat was vroeger al zo. Mijn ouders hebben wel eens een reis voor me geboekt, maar die heb ik toen weer geannuleerd hoewel het me geld kost te”. Trots laat ze de geiten zien. Eerst de 31 lammeren, die na het horen van „Sik, sik” vrolijk komen aansprinten. Daarna de 48 melkgeiten, die produk- tiezwanger alvast de schaduw van de melkmachine hebben opgezocht. Favo riete geit is nog steeds Dora, omdat het uiteindelijk zes jaar geleden met haar maar toen nog als hobby is be gonnen. Annelies Bijpost, 27 jaar en afkom stig uit Zaandam, waar ze de MMS doorliep, is bezeten van dieren en het leven op het land. „Ik heb altijd ge zegd”, bekent ze, „dat ik alleen trouw als ik een boer krijg”. Nu, die kreeg ze, maar het was wel domme pech dat haar man als gevolg van rugklachten een kantoorbaan moest nemen en An nelies in feite in haar eentje dit naar Nederlandse begrippen unieke boeren bedrijf een geitenhouderij op deze schaal moet opknappen. Tussendoor verzorgt ze ook nog haar twee peuters.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 15