RASPHUIS OF VORMINGSCENTRUM Gevangenen voorwerp van onze zorg LEREN DENKEN MET GODDELIJKE WAARDEN VOORWAARDE BIJ ZINVOL PRATEN OVER VREDE i r I 1 s r Het fundament Vrede is een opdracht verdraagzaamheid vraagt Vergevingsgezindheid Vrede vraagt vrijheid Vrijheid vraagt verdraagzaamheid Vraag van de pastor ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1972 Erbij 14 Door de eeuwen heen In Haarlem En tochwie weet Morgen wordt de jaarlijkse vredesweek weer besloten. Vredesweek; onwillekeurig denk ik terug aan de tijd, waarin wij oorlog en terreur aan den lijve ondervonden. Toen echter die verschrikkelijke tijd voorbij was, waren alle mensen het er over eens, dat zo iets nooit meer mocht ge beuren. Een ding was duidelijk, dé mensheid had nu toch wel geleerd, dat er aan de vrede gewerkt moest worden. En is het in dit verband dan niet triest, dat nog geen dertig jaar nadien een vredesweek georganiseerd moet worden, om de mensen te wijzen op de vrede! Is het niet pijnlijk te er varen dat er geen vrede is! Er is geen vrede; er is onvrede, overal. On vrede tussen de volken, onvrede tussen bevolkingsgroepen, onvrede in de maatschappij, in de kerk, onvrede tussen mensen onderling, tussen fa milieleden, ja soms zelfs tussen leden van hetzelfde gezin. DE ZORG voor gevangenen heeft als werk van christelijke barmhartigheid door de eeuwen heen steeds weer een vorm gevonden. Die zorg betreft zowel degenen, die wederrechtelijk van hun vrijheid zijn beroofd in deze zin is het nu weer actueel als ook hen, die ten gevolge van misse daden een gerechtelijk von nis tegen zich hebben horen uit spreken. Nieuwe aanpak Jeugdgevangenissen Vrije jeugd Rol van de pastor siA# den! A. H. BEEMER, deken. A, L. C. STELLWAG. Vandaar dit artikel uit „Woord en Dienst” van 18 december 1971 be werkt door ds. A. W. Lenderink uit Schalkwijk tot voor kort gevan- gevangenispredikant in Rotterdam. „Het wordt de hoogste tijd, dat een ieder zich de mentaliteit van de vrede eigen maakt”. En toch maakt de christelijke liefde nodig voor de vrede geen beper king. Christus eist niet het onmogelij ke, wél het ongelooflijk moeilijke. Hij heeft het metterdaad voorgedaan. Han gend aan het kruis, na een afschuwe lijk lijden, bad Hij om vergeving voor zijn beulen. Vandaar dat Hij ons laat bidden in het „Onze Vader” en ver geef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. In Haarlem gold in 1503 de volgende regeling: Waert dat enig priester vut devocien of vut minne in de gevange- nesse Messe wilde commen doen, al waert alle dage, de steenwaerdere (ci pier) salt hem gedogen. Deze ramen van het kerkelijk centrum werden geschilderd door een aantal jongens uit het trainingskamp in „De Corridoor” in Noord-Brabant. Vrijheid, verdraagzaamheid en ver gevingsgezindheid zijn noodzakelijk om de vrede waar te maken. Dit is geen vrijblijvende zaak, maar een opgave. Het is de eis van de boodschap van Jezus Christus. Toen Hij in de wereld kwam klonk het lied: „Vrede op aarde aan de mensen die het goede willen” En bij zijn heengaan van de aarde, was zijn eerste groet na de verrijzenis: „Vrede zij U allen”. Hij is de bood schap van de vrede komen brengen. En wie zijn goddelijk woord niet serieus neemt, vindt de vrede niet. Voorts, aldus Hallema In zijn „Ge schiedenis van het Gevangeniswezen”, is bekend, dat de gevangenisknecht mee moesten helpen aan het inzamelen van liefdegaven, door in de kerken en andere publieke plaatsen rond te gaan met de gevangenisbus, waardoor aan de gevangenen nog enige toespijs op het menu van water en brood kon worden verstrekt. zelfs zo, schrikkelijk ook Het is de gebrokenheid van onze onvolmaakte wereld, dat iedere mens de vrede wil, maar dat de mensen tezamen de vrede niet kunnen bewer ken. Het wordt de hoogste tijd dat een ieder zich de mentaliteit van de vrede eigen maakt. Dit lijkt mij een eerste voorwaarde, wil er ooit sprake zijn van werkelijke vrede. Ik dacht, dat alle gepraat over vrede eerst dan zinvol is, als wij weer leren denken met de waarden en normen die God ons voorhoudt in de Openbaring. Deze gedachte is niet nieuw. De Bijbel staat er vol van. Ik kies Jesaja 55, 6-9 waar staat: „Dit is de godspraak van de Heer. Uw gedachten zijn nu een maal niet mijn gedachten, mijn wegen niet Uw wegen. Keer terug naar onze God, die altijd wil vergeven.” 2700 jaar geleden werd dit reeds gezegd. Ik vraag mij af, of de mens heid in 2700 jaar iets geleerd heeft. Ik krijg wel eens de indruk dat onze tijd genoeg heeft aan het varen op menselijk kompas alléén. De gevolgen zijn er dan ook naar. God wordt ver zwegen, godsdienst als een voorbije zaak verklaard. God heeft iets van zijn denken aan de mens kenbaar willen maken in de Bijbel of H. Schrift, door de profeten en door zijn Zoon Jezus Christus. Ds. A. L. C. Stellwag was tot 10 april 1972 de dag van zijn plot selinge dood verbonden aan de Jeugdgevangenis in Zutphen. Het werk, dat hij daar deed wordt ook gedaan in de Huizen van Bewaring hier in Haarlem. Aan de pastores werd daar toen reeds een bijzondere vrijheid toegekend om de gedetineerden te bezoeken in de overigens voor ieder afgesloten gevan genis, behoudens de bepaling, dat zij de cipier vóór tien uur des morgens niet zouden mogen lastig vallen Omdat wij mensen zijn, kan het gebeuren, dat ondanks alle goede Het tuchthuis van Amsterdam kende rond 1600 een ziekentrooster, een ker kelijk dienaar van lagere rang, die behoorde tot de suppoosten. Uit die tijd stamt ook het oudste Nederlandse ge vangenisbijbeltje, genaamd: Een Cleyn handboecxken. Gedruckt ten nutte *n ten profijten van den tuchthuyse binnen Amsterdam.Het geheel was overigens vrijwel alleen ingesteld op morele ver betering. In het tuchthuis in Utrecht was in 1620, voordat een vaste catechiseer meester werd aangesteld, de koster- voorlezer van een der Utrechtse ker ken met diens taak belast. Ook de predikatiën werden geregeld in het ge sticht gehouden, tenzij er bijzondere omstandigheden waren, die dat belet ten (waartoe naar Oudhollands gebruik, ook de schoonmaak van het gesticht behoorde....!). De eisen, aan deze ca techiseermeester gesteld, waren: hij diende lidmaat te zijn van de ware gereformeerde kerk, zich in alles met d’orde der kerken conformerende, van gezonden geloove en van vroomen handel en wandel, zodat hij daardoor met zijn exempel de godtsalicheyt des levens recommanderende was. (Utrecht 1621). Het pastoraat onder gevangenen -be hoort tot de oudste vormen van pasto raat, hoe het door de moderne peni tentiaire bril bezien dan ook mag hebben gefunctioneerd. Dat neemt niet weg, dat deze bijzon dere zielzorg-in-onvrijheid. nu, in deze tijd, naar nieuwe vormen zoekt. Zo worden in verschillende werkgroepen in dit pastoraat via vormingsinstell'n- gen allerlei methodieken verkend en geënt op het eigen gevangenispastoraat. want dit zal u niet zo verbazen de jongeren in onze gevangenissamen leving zijn erg onvolwassen, mede door de grote affectieve verwaarlozing en de gebrekkige relaties! Want vrijwel geen van onze jongens komt uit een nor maal functionerend gezin. De gebor genheid en veiligheid, nodig voor een normale ontplooing misten zij en ze be leefden in plaats daarvan een veelal vijandige maatschappij: dat wil zeggen een samenleving, die nauwelijks ruim te, laat staan liefde, voor hen had. Gevoelsarme, kille, vaak agressieve tendenties overheersen. Daarachter hoe ver daarachter? ligt het ver langen naar begrip, erkenning, ontmoe ting en bevestiging. Reeds de eerste christenen hebben dit werk gezien als een opdracht en de noodzakelijke consequentie van het evangelie, zoals Christus het bedoeld heeft: „Ik was in de gevangenis en u bent Mij komen opzoeken”. (Matth. 25, 36). Het moderne groepswerk biedt daar toe een goede mogelijkheid, daar voor al deze jongeren vaak groepsgewijs het leven en de wereld beleven. Gespreks groepen en moderne media gaan hand in hand. „Buiten” ondergingen zij deze laatste meestal passief en tot bewust nadenken kwam het (hoe zouden zij?) zelden of nooit. Het zondagmorgenge- sprek, dat we met elkaar hebben, zal misschien menige ambtsdrager de wenkbrauwen doen fronsen. Evenwel, niet of het kerkelijk en liturgisch ver antwoord is, maar of het tot een ontmoeting en een dialoog komt is de kwestie. Vrede en vrijheid zijn zeer nauw met elkaar verbonden. Als het ene er niet is, kan het andere niet bestaan. Als een volk zijn vrijheid wordt afge nomen, grijpt het naar de wapens. Als een volksdeel in zijn vrijheid wordt beknot, komt het in opstand. Als men de vrijheid niet geeft aan een ander, dan staat de ene mens op tegen de ander en ontstaat de ruzie, de twee dracht. Vrijheid is een enorm kostbaar goed, mits goed verstaan. Vrijheid wil n.l. niet zeggen ongebondenheid, ga je gang maar, doe maar waar je zin in hebt. Echte vrijheid is altijd gebonden, houdt altijd rekening met de ander. Immers eigen vrijheid mag nooit de vrijheid van de ander in de weg staan. Echte vrijheid is daarom altijd gebon den aan de wet der liefde. Het is wonderlijk dat de H. Schrift getuigt waar zij stelt dat God liefde is dat God de mens nooit dwingt, maar zijn vrijheid respecteert. In dit verband spreekt Paulus als hij het over echte christenen heeft, van de vrijheid van de kinderen Gods. Oecumenisch perspectief was ver te zoeken, want in de openbare instellin gen van Noord-Nederland was alleen aan de Hervormde Kerk de zielzorg toevertrouwd; aan de katholieke ge vangenen werd de troost van de eigen zielzorger onthouden. Zij mochten zelfs bij hun ter dood brengen alleen door een hervormd predikant worden bijge staan; omgekeerd werden in de Zuide lijke Nederlanden, alleen de rooms katholieke pastores toegelaten. Daarom lijkt het mij, dat in inrich tingen als deze. he‘ accent moet vallen op een nieuwe taak, waarvoor wij als pastores medeverantwoordelijk zijn, namelijk een bepaald type vormings werk Hei heeft een voorbereidend en foerustend karakter. Het is echter te incidenteel te kortstondig en de resul taten zijn nooit te meten Trouwens... we zouden niet eens weten met welke maat „Hjj is nooit weer met Justitie in aanraking geweest Is dit de maat? Dat is een negatieve deugd We ho pen op meer, soms tegen beter weten in! De naam van Vincentius van Paolo (1576-1660), zelf uit de slavernij be vrijd, bleef door de eeuwen heen ver bonden, niet alleen aan vormen van liefdadigheid, maar ook aan het verlos sen van gevangenen en met name aan het bevrijden van galeislaven. De gege vens over de zorg voor gevangenen in ons land, aanvankelijk zeer spaarzaam (het bestaan van vrijplaatsen en van het asielrecht wijst er op, dat ook hier al vroeg een traditie was gevormd) worden geleidelijk talrijker, en dan treffen we o.a. in ’s-Hertogenbosch een fundatie aan (19 mei 1464), waarbij geregeld was, dat iedere week twee H. Missen in de kapel van de gevange nispoort zouden worden gelezen en bo vendien één op de dag, waarop een terdoodveroordeelde gevonnist zou wor den. Wie nu de echte vrijheid lief is, zal verdraagzaam moeten zijn. Want vrij heid vraagt om verdraagzaamheid, d.i. gewoon de instelling en de waardering dat een andere mens anders mag zijn dan ik zelf, dat hij anders mag denken, anders mag handelen dan ik. Het bij zondere van de verdraagzaamheid is dat zij niet dwingt, niet eist, maar steeds probeert begrip te krijgen voor een ander. Verdraagzaamheid leidt tot gesprek, tot overleg in waardering voor een ander. Het grote tekort van onze tijd is m.i., dat het met de verdraagzaamheid slecht is gesteld. Ik wil dit verduidelij ken. Wij leven momenteel in een cri sisperiode, een tijd van overgang naar een nieuwe tijd. Het is vanzelfsprekend dat nieuwe inzichten, nieuwe ideeën ontstaan. Niemand weet echter van te voren of deze nieuwe wegen de juiste zijn. Dat zal de geschiedenis moeten leren. Wel is het zo, en daar ligt m.i. de fout dat al het nieuwe ongenuanceerd dwingend en eisend wordt aangeboden en opgelegd. Als je maar een bedenking maakt of probeert te relativeren, ben je ouderwets, con servatief of behoor je tot het establish ment. Dit gebrek aan verdraagzaam heid beknot de vrijheid en doet de vrede geweld. Het roept omgekeerd een zelfde starheid en onverdraagzaamheid op. Hierbij zij opgemerkt, dat verdraag zaamheid niet wil zeggen, dat je alles maar goed moet vinden of op zijn beloop moet laten. Integendeel. Zij vraagt om begrip voor wat de ander denkt en wil, om een eerlijk gesprek waarin men tot elkaar kan komen. In ons land zijn drie jeugdgevange nissen, waarvan er één nieuw is (bij Zeeland in Brabant), waarvan wij er één te danken hebben aan de Duitse bezetting (het stenen barakkencomplex in Vught) en als oudste van vóór de oorlog daterend, de „bijzondere gevan genis voor Jonge Mannen” in Zutphen, waar al zo’n 35 jaar geprobeerd wordt om de straf voor jonge volwassenen van 17 tot 23 jaar ..dienstbaar te ma ken aan de terugkeer in de maatschap pij”. In dit geheel van jeugdgevange nissen te midden van vakopleiding, on derwijs en diverse zogenoemde „ge dragsdeskundigen”. mag al sinds ele jaren de pastor een ruim toegemeten rol spelen. Wat voor rol? Iemand vroeg mij laatst: zijn al die kosten en moeiten nu eigenlijk verant woord. Als we puur economisch den- ken, moet ik zeggen: ik geloof van niet, maar er is Iemand. Die alzo lief de wereld heeft gehad, dat Hij kosten noch moeiten gespaard heeft Mis schien kunnen we samen tot het in- zich komen dat drugs, licht en geluid het dragen van lang haar en kettingen er nog niet op hoeft te wijzen, dat je een vrij mens bent. Dat passieve consumptie en laveloos amu sement op den duur armoe betekent, menselijke armoe. Inzicht in hun wereld en wezenlijke belangstelling vormen daarvoor de in valshoek! De trekken, die men voor de vrije jeugd tekenend noemt zijn bij deze jeugd extra aangezet. Het zijn marginale figuren, meest zonder ach tergrond en er zijn weinig positieve waarden voor hen en voor ons om op terug te grijpen. Schijn, cynisme, on verschilligheid, armoe in taal en uiting, vervreemding, het teruggeworpen zijn op onmiddellijke, primaire emoties en seksuele fixaties zijn typisch. De laatste jaren hebben aangetoond hoe die jongeren trachten de machte loosheid van de ouderen op te roepen en aan de kaak te stellen, terwijl deze machteloosheid hen tegelijk teleurstelt. Hoe belevenissen en allerlei wonderlij ke ervaringen, onder andere door mid del van drugs, worden tot prikkels en sensaties, die hun levenspatroon gaan domineren. Als wij over maatschappij, gezin, liefde, arbeid praten, bedoelen we iets anders dan zij. Hun beleving van de wereld is een andere: „het leven wordt niet beheerst door tradities; prestaties gaan vóór gewoonte en privilege. Het kunnen heeft het gewonnen van het weten, het doen van de beschouwelijk heid’ Zo gaan zii leven op zeer pri maire emoties, waarin vooral vitale drift en consumptieve lustbevrediging de overhand krijgen. Dit mag u bij ons zelfs letterlijk nemen: in sommige gevangeniskerken werd er van bovenaf gepreekt, soms kwam het wel, soms niet over of verminkt, naar wat daar beneden in de hokjes verbleef. Die hokjes zijn weg, de verplichte godsdienstoefeningen door „bedienaren van de godsdienst” geleid, zijn ook weg. Het heeft in veel gevallen zuiverend gewerkt. We zijn niet langer de verplichte opvoeders, als we dat al ooit geweest zijn, tot het aankweken van christelijke en maat schappelijke deugden. We pionieren nu in het niemandsland tussen kerk en wereld, te midden van branies en kneusjes. Want gebleken is, dat het vooral de kwetsbaren zijn, de kneusjes, de mensen, die geen aanpassing kun nen vinden bij de maatschappij: dege nen, aan wie alle kosten en moeiten gespaard zijn. De pastor nu in een jeugdinrichting, dat wil zeggen onder deze jeugdigen met een niet-gekozen verblijf in die inrichting is een wonderlijke figuur, want zijn ambt za] bij de beste bedoe ling en met de beste methodieken een onnatuurlijke situatie blijven behou- Spoedig was het pastoraat onder de gevangenen een geordend diaconaat, dat ook in de liturgie tot uitdrukking kwam. Als we enkele momenten uit deze lange historie naar voren halen en met zevenmijlslaarzen door de (kerk)geschiedenis gaan, zien we b.v. dat bij het binnenvallen van de Ger manen in het Romeinse Rijk de chris tenen losgeld sturen voor hun gevan gen genomen broeders. Verder dat er in de middeleeuwen enkele orden wor den opgericht, o.a. door Johannes van Maltha en Felix van Valois, met het doel slaven van de Moren vrij te kopen met behulp van giften der christenen. Later werden op diverse plaatsen verenigingen opgericht, die zorgden voor het bezoeken der gevan genen, voor het uitreiken van goede ren, voor de hulp bij procesvoering en ook om de gekerkerden moed in te spreken. Eén van de grote vragen voor ons als pastores in dit gespecialiseerde pas toraat is dan ook of in deze onnatuur- lijke situatie de godsrelatie kan geleerd - en geoefend worden, wanneer de rela tie van mens tot mens ontbreekt of ontwricht is. bedoelingen een ander fout is in onze ogen. Ja zelfs dat ons onrecht wordt aangedaan. Om in deze situaties de vrede geen geweld te doen, zal ik niet mogen handelen zoals wij van nature zo gauw geneigd zijn te doen, n.l. oog om oog, tand om tand. Het enig noodzakelijke in deze situaties is de vergevingsgezindheid, zoals de chris telijke liefde gebiedt. Ik ben er van overtuigd, dat dit zeer moeilijk is, omdat zij geen uitzonderin gen kent. Wij moeten iedereen wie het ook is vergeven. Niet alleen degenen die wij sympathiek vinden, maar ook de genen die wij niet kunnen uitstaan. Niet alleen degenen die vergeving ver dienen, maar ook degenen die dit in geen enkel opzicht waard zijn. Het is dat wij alles hoe ver moeten vergeven. Vergeven zal geen probleem zijn voor hen, die weinig of niets te vergeven hebben. Het wordt een vreselijke opga ve voor hen, die getroffen worden en persoonlijk en emotioneel bij de zaak betrokken zijn. Wat is begrijpelijker dan dat deze mensen in die emotionele toestand zeggen: „Dit kan ik niet ver geven”. PAGINA, die één keer per maand verschijnt in piaats var de wekelijkse pagina Geestelijk Leven, wordt door de redactie afgestaan aan de kerken in onze regio. Met name het r -k dekenaat Haarlem en de Regionale Raad van Kerken te Haarlem en omstreken hebben op deze plaats de gelegenheid opiniëren de artikelen over actuele ontwikkelingen in hun gebied te publiceren. Maar ook bijdragen van andere reli gieuze stromingen zijn welkom. De redactie beperkt zich er toe het materiaal te verzamelen en opmaak-tech- nisch te verwerken. Kopij voor deze pagina, die op de laatste zaterdag van de maand in „Erbij” wordt opgenomen, dient uiterlijk week vóór de verschijning ter redactie te zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 14