Nobelprijswinnaar literair-politieke figuur Heinrich Böll op bres voor DELIVERANCE: ANGST EN een beter Duitsland VERLOSSING IN DETAILS CHINESE KUNST KEERT TERUG NAAR TRADITIE Vermeulenprijs voor componist J. van Vlijmen bartel/ bontcouture <IN£AV\TOGRAAF John Boorman overdrijft in gruwelijke voorvallen Culturele revolutie heeft geen blijvend effect I V t 17 VRIJDAG 20 OKTOBER 1972 Mannelijkheid Verlengstuk Noodlot Modieus w* - da Apenplaneet Keerpunt voor exclusieve herenmode (Van onze correspondent Wim Timmers) NERTSHOEDEN vanaf 150, Grote kollektie BONTMANTELS BONN Ruim een jaar geleden verscheen in de Bondsrepubliek het boek dat voor het Nobelprijscomité doorslaggevend moet zijn geweest bij het toekennen van de literatuurprijs aan Heinrich Böll: „Groepsfoto met dame”. Het comité prijst Bölls ver mogen om zich in allerlei situaties te kunnen inleven, zijn gevoeligheid, zijn heldere blik op de recente ge schiedenis. WAGENWEG 146 HAARLEM TEL. 316529 Weinig nieuws Paul Godwin weer terug op podium Bijzondere betekenis Mikpunt r. 7-“ in Amsterdam N achtvoorstellingen -TW HEINRICH BÖLL als ADVERTENTIE (Van onze correspondent) Grote Houtstraat 59 - Haarlem I VVVVV\AA/VVVWVVVVV\A/WVVVVVVVVVWVWVVWVVV\AA/WVVWVVVV\AAA/WV\^^ Overhemden nu tot maat 48 en in diverse mouwlengten. vendien wordt onderstreept door zijn ver kiezing als voorzitter van de internationa le PEN-club. Aan de plaatselijke sherrif wordt een bedacht verhaal verteld, waarin niet gerept wordt van de vermoorde „hillbillies” en het zwaar bedroefde drietal kan slechts hopen dat de tf- dammingswerkzaamheden snel genoeg zullen vorderen om tijdig het meer te vormen dat hun misdaden zal overspoe len en verbergen. Een opwindend ver haal dat nog veel gedetailleerde gruwe lijkheden bevat en, zoals een Engels cri ticus schreef .beschouwd moest worden als een „horror”-film zonder meer. De culturele revolutie bracht een keer punt. Veel Chinese schilders moesten on der de zware kritiek de kwast neerleggen. De kunst werd het klankbord voor de massa, de arbeiders, boeren en soldaten. Het sociaal-realisme bracht de olieverf, die zich erg goed leent voor de uitwerking van sociale thema’s terug. Sinds vorig jaar valt een terugkeer naar de traditionele pen- en wastekeningen te bespeuren. Veel oude beroepsschilders werken weer. Hun werk heeft het peil van vroeger echter nog niet bereikt. Echter ook op andere terreinen van de kunst is een terugkeer naar traditionele vormen en motieven, als bloemen en bloesems, in de plaats geko men voor de politieke thema’s van de culturele revolutie. Het ambachtelijke kunnen blijft bij de huidige massaproduktie voor het buiten land echter aanzienlijk achter bij vroeger, wat misschien ook wel komt doordat een aantal meesters van het ambacht niet meer leven. Cultuurboss Kwo Mo-jo liet een verza meling essays over de klassieke dichters Li Po en Toe Foe het licht zien. Ook een paar Westeuropese klassieken, als Rous seau en Montesquieu, zijn weer te koop. Vooral opvallend is de heruitgave van fraaie met prachtige kleurenfoto’s geïllu streerde kunstboeken. In tegenstelling tot vroeger, zelfs in vergelijking met de jaren van vlak voor de culturele revolutie, wordt in de Chinese pers uitvoerig over opgravingen bericht waarbij waardevolle kunstschatten werden gevonden. Rod Steiger. „Family life” .overdag in Kriterion is ook op vrijdag- en zater dagnacht in dat theater te zien. Op woensdag en donderdag aan staande zet het Nederlands Filmmu seum zijn reeks van Chinese films van vóór de Culturele Revolutie voort met „La Fleuve Jaune escalade la montag- ne” en „Tachi retrouve son père”, beiden uit 1960 an „Combat dans une vieille cité” uit 1962 over de strijd tegen de Japanse bezetting. John Boorman is ongetwijfeld een filmmaker die een dergelijke studie in retrospectief waard is en zijn vijfde film in zes jaar geeft daartoe alle gelegenheid. De nu 39-jarige Boorman, Engelsman van geboorte maakte, na jaren werkzaam te zijn geweest bij de Britse televisie zijn entree in de film wereld, in 1965 met „Catch us if you can”, een luchthartig geval rond een popgroep dat weinig opzien baarde, in ons land bij mijn weten nooit vertoond werd, maar de debutant niettemin twee jaar later een Hollywood-contract bezorgde. En met „Point blank” die hij daar maakte, begint de eigenlijke car rière van John Boorman. „Point blank” is oppervlakkig gezien een gangsterfilm met Lee Marvin als AMSTERDAM. Het bestuur van de Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft de Matthijs Vermeulenprijs 1972 ten bedrage van 5000 gulden, toege kend aan de componist Jan van Vlijmen uit Voorburg voor zijn vioolconcert „O- maggio a Gesualdo” voor viool-solo en zes instrumentale groepen. De bekroonde compositie zal 21 januari 1973 worden uitgevoerd door Theo Olof met leden van het Concertgebouworkest. Het geheel zal onder leiding staan van Hans Vonk. De commissie die het bestuur adviseer de bestond uit Theo Bruins, Hans Vonk, en drs. H. J. van Royen. Ze kreeg 116 partituren te beoordelen. Het stellen van min of meer algemeen geldende maatsta ven bij de beoordeling wordt volgens de adviescommissie ten zeerste bemoeilijkt door de vrijwel onbegrensde verschillen in stijlen, die binnen het hedendaagse componeren kunnen worden waargeno men. Voor wat de toekenning van de prijs voor 1972 betreft is de commissie unaniem van oordeel dat hiertoe het werk van Jan van Vlijmen dient te worden voorgedra gen. Ze is onder meer van mening dat het bewust afzien van gangbare virtuoos-in- strumentale effecten „in niet geringe mate heeft bijgedragen tot de bijzondere zeg gingskracht van dit, in zijn dwingende monotomie ongemeen boeiend» werkstuk”. HONGKONG. De laatste jaren boden de boekhandels in de Chinese Volksrepu bliek een troosteloze aanblik. Verkrijgbaar waren slechts het werk van Mao Tse Toeng en andere politieke geschriften. Tijdens de Culturele revolutie verdwenen de Chinese klassieken en buitenlandse au teurs uit de Chinese boekhandels en bibli otheken. Sinds een paar maanden verschijnen echter weer boeken, die sinds de Culture le revolutie verboden waren. Daaronder zijn klassieke romans en geschiedenisboe ken over de dynastieën van de vijfde en zesde eeuw. wegde kledmgproblemen van de allergrootste inwoners van Haarlem en omgeving door de start van onze afdeling héél, héél grote maten in kostuums, colberts, blazers en pantalons. AMSTERDAM. Na een afwezigheid van twee en een half jaar - onder meer als gevolg van ziekte - zal de violist Paul Godwin weer op het concertpoduim te rugkeren. Zaterdag 4 november zal hij in de grote zaal van het hoofdstedelijk con certgebouw samen met de violist Yehudi Menuhin en het Amsterdams Filharmo nisch orkest de Symfonie Concertante van Mozart vertolken. BOORMAN’S IRONISCHE visie op onze samenleving vol goede, maar averechts werkende bedoelingen vindt een verlengstuk in zijn laatste film die binnen enkele weken in onze bioscopen te zien zal zijn en eenvoudigweg „Deli verance” heet. Kort verteld komt de inhoud van de film hierop neer dat vier mannen op een lang weekend een kanovaart orga niseren op de Chattooga rivier, nu nog een wilde rivier vol stroomversnellin gen, binnenkort echter ingedamd en in een groot stuwmeer veranderd. De mannen zijn gezeten burgers van in de dertig die toegeven aan een impuls voor enkele dagen één te zijn met de natuur, hun fysieke krachten te testen en de gevaren en avonturen van vroe gere pioniers te delen. Het vrolijk be gonnen uitstapje in de stemming van mannen onder elkaar wordt één grote mislukking en tragedie. Het viertal komt in conflict met de achterlijke bevolking van de „back- woods”, het heuvelachtige en vaak ontoegankelijke bosgebied op de grens van Georgia en Noord-Carolina, is tot tweemaal top gedwongen een van de bewoners te doden, raakt in een on verwacht sterke stroomversnelling, waarbij de boten omslaan, een hunner verdrinkt en 2 een ander lid van het gezelschap een kwaadaardige been breuk oploopt en worden tenslotte, terugkomend op hun uitgangspunt met tergende argwaan ontvangen door de dorpsbewoners die hen van het begin af aan als ongewenste indringers be handeld hebben. OP ENKELE verschuivingen en lich te vernieuwingen na heeft de Amster damse filmagenda ongeschonden de week-wisseling overleefd. „Sunday, bloody Sunday” van John Schlesinger is onverwacht opgedoken in Alhambra en „The bridge on the River Kwai” van David Lean is groots aangekon- digd, als gold het een nieuwe film, in Bellevue-Cinerama verschenen onder de meeslepende reclamezin „Gigant der giganten!” Maar Boorman wil juist méér. Hij ontleende de stof voor zijn film aan een bestseller van James Dickey die in de Verenigde Staten geldt alls voor aanstaand dichter. Dickey omschrijft zelf zijn roman (en verklaart daarbij) tegelijk de titel in de volgende woor den :„Het verhaal laat zien hoe mannen gevaarlijke dingen doen om hun man nelijkheid te bewijzen, maar, als zij zien hoe gevaarlijk hun situatie werke lijk is, bidden zij om verlossing”. En dat is een boodschap die John Boorman meer zal aanspreken dan de opdracht zijn publiek aan het griezelen te bren gen. Bovendien betekent het Engelse „deliverance” behalve verlossing ook nog bevrijding en in die betekenis kan men met de titel verschillende malen een situatie in de film omschrijven. Boorman is een filmer met een ge weldige flair en talent om ingewikkelde zaken in de krachtige en aansprekende vorm op de film vast te leggen. De kanotochten op de onbevaarbare Chattooga zijn adembenemend ver filmd, de eerste contacten tussen de stadsbewoners en de wat achtergeble ven bevolking van de „backwoods” zijn van een prachtig ingehouden ironie, het dreigend gevaar, van verschillende kanten waarvan de expeditie zich langzaam bewust wordt, is beklem mend weergegeven. De werkelijkheid is echter dat de prijs in de Bondsrepubliek een zeer bijzondere betekenis krijgt, omdat Böll juist van zijn voetstuk is gestapt en het op afstand fijnzinnig kritiseren heeft afgewisseld met een felle inzet in de Westduitse politieke strijd. Bölls vanuit Stockholm geprezen gevoeligheid heeft hem dit jaar tot een omstreden figuur in de Duitse publiciteit gemaakt. Heinrich Böll explodeerde in een arti kel, dat in januari door het weekblad Der Spiegel werd gepubliceerd. De Bondsrepu bliek beleefde de jacht op de Baader- Meinhofbende. Böll probeerde, bij alle kritiek op Ulrike Meinhof, begrip te vin den voor haar gedrag. Daarbij legde hij de nadruk op de hetze, die door Springers Bildzeitung („waarvan de oplage wel bij de vier miljoen zal liggen, het aantal lezers waarschijnlijk bij de tien miljoen”) werd bedreven. Böll schreef: „Zo iets kun je zat wor den. En ik bén het zat. Vermoedelijk zal Bild spoedig zo ver zijn, een zo arme duivel als Herman Göring, die zichzelf helaas om het leven moest brengen, tot de offers van het fascisme te rekenen.” Wat Bild deed, was in Bölls ogen „een oproep tot lynch justitie”. Voor Ulrike Meinhof verlangde hij op zijn minst een aanbod tot vrijgeleide. Ineens was de eeuwig geprezen christe lijke schrijver het mikpunt van allen in West-Duitsland die het genuanceerde ge redeneer van linkse intellectuelen niet lusten. De schrijver Hans Habe beschul digde hem van „naakt fascisme”, de be kende journalist Frank Planitz noemde hem „een salonanarchist”. „Uit alle hoeken kruipen de verdedigers van Springer te voorschijn”, stelde Böll diep geschokt in een televisiegesprek vast. De consequentie van deze belevenissen is voor Heinrich Böll geweest dat hij zich geëngageerd ging inzetten voor de politie ke vernieuwing die Willy Brandt in zijn regeringsprogramma heeft geschreven. In 1969 had zijn bijdrage, als partijloze, zich nog beperkt tot een openbare oproep aan alle katholieke vrouwen om deze keer Willy Brandt te stemmen. Nu is hij, naast Günther Grass, het paradepaardje van de organisatie die als „Sociaal-Democratisch kiezersinitiatief” door het land trekt met de leus: „Burgers voor Brandt”. Heinrich Böll, nog altijd partijloos, was vorige week in Dortmund de enige gast- 72/73 De argumentatie voor het verlenen van de Nobelprijs aan de Duitse schrijver is vrijwel een beoordeling van de „Groepsfo to met dame”, het fictieve researchwerk van de schrijver in een tijdperk van de Duitse geschiedenis. De verschijning van het boek in juli 1971 ging gepaard met een publiciteit, die duidelijk maakte dat Böll naar het oordeel der Duitse critici, alle tijdgenoten literair al royaal ont groeid was. Het Nobelprijscomité beoordeelt nu dat Bölls werk vernieuwend heeft gewerkt in de Duitse literatuur. Hetzelfde zou over Günther Grass of Siegfried Lenz kunnen worden geschreven. Ontegenzeggelijk neemt de auteur van „Biljart om half tien” en „Meningen van een clown” echter In de moderne Duitse literatuur een bij zondere plaats in. Bölls werk is daarvoor niet de enige reden. Hij is een christelijke schrijver. In de „Meningen van een clown” las iedereen een bijtende kritiek op de Rooms-Katho- lieke Kerk (Böll zelf wil dat er niet in gelegd hebben), waarvan hij, alle kritiek ten spijt, lid is gebleven. Heirich Böll uit Keulen is zo’n ongemakkenjke christen, van wie de kerk er niet genoeg kan hebben in de ogen van het selecte gezel schap dat zijn omvangrijke en ook qua inhoud loodzware „Groepsfoto” heeft ver werkt. De onderscheiding met de Nobelprijs zou, voor het Duitse publiek, een verster king kunnen zijn van het voetstuk waar op Böll reeds lang stond. Een schrijver, wiens werken een miljoenenoplage heb ben in de Sovjet-Unie wat voor een westelijke auteur een uitzonderingspositie betekent), wiens positie in de wereld bo- Parisien, het sextheatertje op de Nieuwendijk in Amsterdam heeft de klok een halve eeuw teruggedraaid. De aankleding van het bioscoopje, de prijzen en de kledij stammen uit 1912. Voor slechts een kwartje of vijftien centjes worden na door een martiale portier te zijn begroet en door een ouvreuse anno 1912 naar zijn plaats te zijn beracht zeer be jaarde films getoond. Het is een boeiende bezigheid een beginnend regisseur in zjjn eerste film- pogingen te volgen on* daarna zjjn groeiend werk aan een vergelijkend onderzoek te onderwerpen, waardoor vaak een nieuwe kijk op zijn vroegere films en zelf een herwaardering ervan kan ontstaan. als een modieuze gangsterfilm te om schrijven, althans als het product van een filmer die pretenties heeft, óp wil vallen en niet in de grote massa van routine-regisseurs wenst onder te gan. Ook Boorman’s volgende film „Heil in the Pacific” (’68), verried ambities, al was het alleen maar omdat er niet meer dan twee acteurs in de film optraden: opnieuw Lee Marvin, dit maal als een Amerikaanse marinier, en de Japanner Toshiro Mifune, als Ja pans marine-officier, beiden door de laatste wereldoorlog achtergelaten op een eenzaam eiland in de Pacific, waar ze een korte tijd de strijd voorzetten tot ze besluiten samen te overleven. Ook hier geen gewone avonturenfilm, maar een film met een boodschap. Opvallender treden die bijbedoelin gen naar buiten in „Leo the Last”(’7O), waarin een ingewikkelde allegorische voorstelling wordt gegeven van onze samenleving in een bizar verhaal over een idealist (Marcello Mastroianni) die de wereld wil veranderen door zijn naaste omgeving te gaan verbeteren. In het Chinees verschenen „Tijdens de Culturele revolutie uitgegraven relikwie ën” en de „Zijdestraat”, beide van uitste kende kwaliteit. Het laatste werk zal binnenkort ook in het Engels worden vertaald. Inmiddels zijn talrijke nieuwe musea geopend, vaak dicht bij de plaats van de opgravingen. Opnieuw verschenen EEN NIEUWE FRANSE film met als top-komieken de hier niet zo be kende Chariots vindt men in Cineac Damrak onder de titel „Met de Franse slag” (Les fous du stade). In Royal een western van Sydney Pollack, „The scalphunters”, met Burt Lancaster, Shelley Winters en Telly Savalas en in Rembrandtplein Theater het zoveelste vervolg men raakt de tel kwijt van „Planet of the Apes” dat nu „Con quest of the planet of the apes” heet, wat een pertinente leugen is omdat het hier niet gaat om de planeet van de apen maar van de mensen die bedreigd wordt door een zich snel uitbreidend apengeslacht. Omdat deze diersoort gemakkelijk dienstbaar te maken schijnt te zijn aan de mensheid en dus moeilijk te krijgen personeel kun nen vervangen (ongeveer zoals bij ons de gastarbeiders) laat de mensheid die groei toe, maar onderdrukt natuurlijk wel iedere vorm van zelfstandig den ken of handelen. Wat dan leidt tot een opstand onder leiding van de spreken de mensaap die destijds in een vorige aflevering ontsnapt is aan de uitmoor ding door de blanken van zijn intelli gente ouders en eventuele familie. De regie is ditmaal in handen van J. Lee Thompson en weer staan Paul Dehn en Pierre Boulle (die ook „De brug over de Kwai” schreef) aan de geestelijke wieg van wat zich nu als apekool aandient. „HELL IN the Pacific” van John Boorman, waarover we het in boven staand artikel hebben, wordt in het weekeinde ’s nachts in Calypso ver toond. Antonioni’s „Zabriskie Point” kan men vinden in Studio K en Agnès Varda’s „Lions Love” in het Leidse- plein Theater. Visconti’s „De verdoem den” is nog te zien in Bio, Lester’s ..How I won the war” met John Len non in De Uitkijk, terwijl The Movies doorgaat met het „Erotic Filmfestival” en Cine D met „Al Capone, waarin zijn ook de tijdschriften „Wen Woe” (Cul tuur) en „Kwa Koe” (Archeologie). Moderne Chinese literatoren hebben echter tot nu weinig nieuws laten zien. Hoewel zij door de partijfunctionarissen nadrukkelijk daartoe uitgenodigd worden, ontbreekt hun klaarblijkelijk nog de moed om na de turbulente jaren van de culturele revolutie de pen weer op te nemen. In de beeldende kunst en het kunstam bacht begint het sociaal-realisme van de culturele revolutie zo langzamerhand weer plaats te maken voor de klassieke Chinese vormen en motieven. In talrijke Chinese steden vallen tentoonstellingen te bezichtigen met veel werk in traditionele stijl. De Chinese schilder- en andere kunsten wierpen zich na de communistische machtsoverneming in 1949 op het sociaal- realisme naar Russisch voorbeeld. Het verminderen van de Russische invloed liet ook de kunst niet onberoerd. De eigen Chinese tradities werden in de jaren voor de culturele revolutie de inspiratiebron voor een groot aantal hoogstaande werken met nieuwe composities, stijlen, technie ken en kleurschakeringen. Enkele van de meest belangrijke schil ders konden aan politieke concessie niet ontkomen (Foe Pau-tsji gaf zijn boten zo nu en dan rode vlaggen en Li Ko-jan voorzag zijn landschap van de Koelang- bergen van een gedicht van Mao Tse Toeng over de mars van het Rode Leger door de bergen) maar in het algemeen vertoonde de Chinese schilderkunst vlak voor de culturele revolutie weinig politie ke invloed. De oude Chinese symbolen stonden in bijna al het werk centraal, zelfs in de industrielandschappen van Tsjen Soen-jen. spreker op het partijcongres van de SPD. Hij sprak over het geweld dat naar zijn overtuiging in zo veel soorten de Duitse democratie bedreigt; het geweld niet in de eerste plaats van bommen en pistolen, maar vooral van grote persconcentraties en van de industrie, en dat allemaal als macht achter de CDU. Böll beschouwt een regering van CDU en CSU op het ogenblik als „levensgevaarlijk” voor Duitsland. Als hij door het land trekt om uit te leggen waarom Duitsers, die nog op een fatsoenlijke toekomst hopen, wel SPD móeten stemmen, prijst men hem aan als „Duitslands grootste en in de hele wereld erkende katholieke schrijver en dichter”. Voortaan zal de ene Nobelprijswinnaar de andere aanprijzen. Brandt kreeg de vredes prijs al seen vroege onderscheiding voor zijn Oost-politiek. Bölls literaire verdien sten worden onderscheiden nu hij de strijd heeft aangebonden met een Duits land waarin hij „niet kan en wil werken.” In die trant voortgaande had Boor man een hoogst opmerkelijke film kunnen afleveren. Maar zijn noodlot is dat hij te veel wil, te veel met metafo ren en allegorieën werkt en de film tenslotte laat verdrinken in een over maat aan gruwelijke gebeurtenissen die misschien passen in de ambitieuze opzet van dit nieuwste project, maar die „Deliverance” tenslotte toch in de categorie brengen, waarvan de Engelse criticus sprak. Wat niet ten nadele van de film behoeft te worden uitgelegd, wan ook een goede en in dit geval zeer goed gemaakte, „horror”-film heeft zijn niet geringe bestaansrecht MEN KON IN dit verband zelfs verwijzen naar de tijd- en plaats- experimenten die Alain Resnais zich bij voorbeeld in „Mariënbad” permitteerde. Het is niet onlogisch „Point blank” een ex-bendelid dat wraak gaat nemen op zijn vroegere baas- die hem niet alleen verraden heeft waardoor hij in de gevangenis beland is, maar hem bovendien zijn vrouw en een hem toekomend deel van de buit afhandig heeft gemaakt. Dit eenvoudige, recht lijnige gegeven dat een veel gebruikt thema is in het misdaad-genre, wordt in handen van Boorman echter een bij zonder gecompliceerde affaire, waarin de continuïteit van de tijd voortdurend doorbroken wordt en de gebeurtenissen niet samenhangend en chronologisch op elkaar volgen. ESi- E 1 fill

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 17