HAD EINSTEIN ONGELUK? AZALEA WORDT DUUR BETAALD 4** 1 18 19 Oermens maakte hutten van mammoetbotten Dolfijnen op Bevolkingspeil Vissen afgericht 'ER r Zweden omhoog op stank haaienjacht ZATERDAG 28 OKTOBER 1972 Erbij I Toch sneller? I ASTRONOMEN ZOEKEN VERKLARING VOOR Niet uit staatsbos Drie verklaringen Toevalstreffer DAN VAN HET LICHT” Verbod op handen Niet te herstellen „SNELHEDEN, GROTER Tempo van de tijd (Van onze medewerker in Utrecht) UTRECHT Enkele weken ge leden werden twee tuinlieden uit Zeist door de Utrechtse politie rechter veroordeeld tot boetes van 400 gulden en gevangenisstraffen van vier weken wegens diefstal van mos uit de bossen bij Den Dol- der bij Utrecht. Maar veel ernsti ger aanslagen op de natuur blijven onbestraft. Zo is een van de groot ste zorgen van Staatsbosbeheer de strooiselroof: het weggraven van de humusachtige laag in het grove dennenbos, dat een begeerd pro- dukt is van de 70 tot 80 azalea- kwekers in ons land en hun col lega’s over de grenzen. De gevol gen zijn catastrofaal, al zijn slechts deskundigen hiervan doordrongen. Maanlandschap (Van een speciale medewerker) Bestaan er tóch snelheden, groter dan die van het licht? Had Einstein derhalve ongelijk, en moet een van de belangrijk ste theorieën waarop het hui dige natuurkundige wereldbeeld is gebouwd, de relativiteitstheo rie, zo niet geheel dan toch ten dele in het museum worden bij gezet? Sommige waarnemingen van de laatste tijd door astro nomen hebben deze vragen op geroepen: er zijn objecten be studeerd, die snelheden van gro ter dan die van het licht hebben, in één geval zelfs tienmaal zo groot. Of schijnen te hebben. Er is een aantal veronderstellingen geopperd om de waargenomen verschijnselen te verklaren zon der de relativiteitstheorie te ondergraven. Men geeft nu een maal niet zo gauw theorieën prijs, die in velerlei opzicht als juist zijn ervaren en waarop een geheel wereldbeeld is gevestigd. Hr FM J Tri F Strooiselroof a- an vernielt bos de ing aar i de )ek Die „zekerheid” staat nu op het spel. Astronomen van het California Institute of Technology in Pasadena gepaste bemesting bieden er een uitste kende vervanging voor”. zwartveen, het water te veel vasthoudt. „Kijk”, zegt hij, „het leidingwater is hier veel te zout, dus je moet de planten regelmatig goed doorspoelen. Dat gaat met strooisel veel beter dan met tuinturf”. Het bewijs voor zijn stelling ligt op het erf: een enorme berg grond uit het dennenbos. En ook uit de 10.000 bloempotjes met azalea’s, die hij in de kassen heeft staan, steken de dennenaaiden omhoog. „Zolang het nog te krijgen is, stap ik niet van strooisel af”, zegt Buis. „Het bos gaat langzamer groeien als het strooisel is weggehaald, zegt men. Nou, laat zo’n den dan maar vijf jaar langer over zijn groei doen. Aan de wegen bouw gaat ook genoeg bos verloren. Daar komt bij dat wij kwekers minder strooisel nodig hebben dan vroeger. Dat zit hem in de meer efficiënte ma nier van kweken”. Volgens hem hebben alle kwekers het wel eens met tuinturf geprobeerd en zijn zij er allemaal van teruggeko men. „Strooisel is niet zo duur. Dan ga je toch niet experimenteren met tuin in 46 12 W- te- ko- k en n- Rond het jaar 2000 zal het aantal inwoners van Zweden met 1.5 mil joen zijn toegenomen en dan om de 10 miljoen schommelen. Het aan deel van de kinderen in het bevol- kingspatroon in de leeftijd van 0 tot 6 jaar zal dalen van 10 naar 9 percent doch dat van de bejaarden boven de 66 jaar loopt op van 12 naar 13 percent aldus de verwach ting van het Zweedse Centrale Bu reau voor de Statistiek. Deze verwachting is mede ontleend 'ian het feit, dat de gemiddelde leeftijd van de Zweden hoger is dan in andere landen. De Zweedse man wordt in doorsnee 71.3 jaar tegen een Nederlander 71 en een Noord- Amerikaan 66.6 jaar. Dr. Benignus, als bioloog verbon den aan de Amerikaanse Trinity universiteit, heeft met behulp van electroden aangetoond, dat vissen reageren op kwalijk riekende che micaliën. Voor zijn onderzoekingen maakte hij gebruik van meervallen waarvan hij de hersens verbond met minuscule electroden. Deze wa ren aangesloten op een uiterst ge voelig meetapparaat, dat zelfs een verandering van een miljoenste volt kon aangeven. Werdén de reukzin- tuigen van de proefdieren niet ge prikkeld, dan bleef de spanning zeer Hij legt uit dat tuinturf, volgens hem precies hetzelfde als doorgevroren De heer Oldenkamp beaamt dit: „Met aanvullende bemesting zijn met tuinturf en doorgevroren zwartveen even goede resultaten te bereiken. In de prijs zal het ook weinig verschil ma ken, want een handelaar betaalt tegen woordig al duizend tot tweeduizend gulden voor het strooisel in één hecta re dennenbos. Daarbij komen dan nog de kosten voor arbeidsloon, transport en verwerking”. „Hij legt uit dat de zuurgraad en de samenstelling van de voedingsstoffen van strooisel uit het grove dennenbos juist zo aantrekkelijk zijn voor de azaleacultuur, veel beter zelfs dan de kwalitatief rijkere gronden van het loofhoutbos. Als verwachting spreekt de landbouwkundig ingenieur uit dat het ooit stellig zal komen tot een wettelijke bepaling die strooiselroof verbiedt, vooral nu de mentaliteit ten aanzien van natuurgebieden aan het veranderen is. „Maar we zullen toch niet te lang moeten wachten”, zegt hij. Hij begraaft met zijn laars een eek hoorn die de aanslag op de natuur ook al niet heeft overleefd en vervolgt dan: „Het zijn zulke mooie bossen hier. Ik slaap nu al de hele week in de auto in het bos, want ik ben bang voor stro pers nu hier pas een paar honderd jonge fazanten zijn uitgezet.Vanoch tend heb ik reeën gezien, jonge vossen en een buizerd. Zelfs vond ik sporen van een das, die toch niet veel meer voorkomt in het wild. En dan graven ze zo maar halve bossen weg. Moet je die woestenij eens zien..." Al in 1964 gaf Staatsbosbeheer een folder uit over strooiselroof, nadat on derzoekingen van het Bosbouwproef- station onweerlegbaar hadden aange toond dat de gevolgen tot in lengte van dagen waarneembaar zouden zijn. In juni van dit jaar schreef de directeur van het Bosbouwproefstation, ir. J. F. Wolters aan burgemeester en wethou ders van de gemeente Losser (Overijs sel): „Al deze nadelige gevolgen kunnen door houtteeltkundige maatregelen niet worden voorkomen of hersteld. Door bemesting kan enige compensatie wor den verkregen, maar onvoldoende om strooiselroof te rechtvaardigen. Econo misch gezien zal op korte termijn bet directe geldelijke voordeel van strooi selroof niet door inkomsten in geld uit het bos kunnen worden goedgemaakt. Ook op langere termijn zal de boseige naar hogere kosten krijgen door toena me aan verzorgings- en aanlegkosten en verlaging van houtopbrengsten”. „Het sterkste argument tegen strooi selroof ligt evenwel niet in het finan ciële vlak. Het bos heeft nu eenmaal een veel hogere waarde voor de ge meenschap en ook voor de eigenaar van de in geld uitgedrukte houtop- brengst.Deze waarde is het hoogst voor een gezond bos, dat de nodige afwisse ling biedt. Door strooiselroof worden deze waarden aangetast. Uit onderzoek is verder nog gebleken dattuinders beslist niet zijn aangewezen op het gebruik van strooisel. Tuinturf en doorgevroren zwartveen met een aan- In het marine-laboratorium in Florida heeft men dolfijnen na we ken intensieve training als haaien- verjagers opgeleid. Dit is in strijd met hun natuur omdat zij normaal haaien niet vijandig zijn gezind. Door het inprenten van comman do’s, verstrekt door onder water ge plaatste bakens, werd de instelling van de afgerichte dolfijnen zo om gevormd, dat zij via bevelen de haaien zo lang belaagden, dat deze er vandoor gingen. Zij zullen nu duikers van de Amerikaanse marine vergezellen in door haaien bedreig de zeeën. Omdat het technisch vermogen van de prehistorische mens zeer be perkt was, moest hij materiaal be trekken uit de naaste omgeving, dat nagenoeg kant en klaar voor verde re bewerking was. De Poolse arche ologen Kozlowski en Kubiak hebben vastgesteld, dat de skeletten van mammoeten in de oertijd het ge raamte vormden van de onderko mens van een jagersvolk in Midden- Europa. De vloer werd samengesteld uit schouderbladen, verstevigd door on derkaken en gestut door botten van de ledematen. De wand werd opge trokken met slagtanden, ribben en wervels. Als boogvormige spanten om het geheel te overkoepelen werd gebruik gemaakt van de slagtanden. De dikke, harige huiden van de mammoet dienden voor de afdich ting. Tijdens opgravingen vonden Koz lowski en Kubiak restanten van ze ker 20 mammoeten. Uit de as van een kampvuur verwijderden ze uit geholde beenden, die mogelijk dienst hebben gedaan als een soort olielamp. Dit wordt in de relativiteitstheo rie onder meer verklaard door het verschijnsel, dat snelheid invloed heeft op de maten in de bewegings richting en op het „tempo van de tijd”. Bij toeneming van de snelheid gaat de tijd van een snel object vergeleken met die van een „stil staand” object langzamer verlopen. Het lijkt een wonderlijk concept, maar het bleek (veel later) te klop pen met waarnemingen. Een van de vele elementaire mate- rie-deeltjes, het mu-meson, kan ui terlijk een tweemiljoenste seconde een zelfstandig bestaan lelden. Soms ontstaan dergelijke deeltjes hoog in de atmosfeer door inwerking van kosmische stralen. Zij komen dan met snelheden, die de lichtsnelheid evenaren, op aarde terecht. Maar hun maximum levensduur zou tot gevolg hebben, dat ze de aarde in die korte tijd niet meer konden bereiken. Zij hadden niet hoger dan 600 meter mogen zijn ontstaan in plaats van vele kilometers! De ver klaring: door hun hoge snelheid verloopt hun tijd langzamer en „ha len” ze de aarde wel! Er zijn nog vele andere aanwijzingen voor de juistheid van Einsteins theorieën, die nu op de helling schijnen te moeten. In de eerste plaats denkt men aan signalen, die op de een of andere manier gereflecteerd zijn op zich zeer snel verplaatsende concentra ties materie of krachtvelden, waar door de schijn kan worden gewekt dat de stralingsbron zich met veel grotere snelheid verplaatst. Ter ver duidelijking een vergelijking. Laat men een zoeklicht zeer snel draaien en projecteren op een in tegenover gestelde richting bewegend wolken dek, dan kan men de indruk krijgen dat het lichtverschijnsel zich heel veel malen sneller verplaatst dan in werkelijkheid het geval is. De tweede mogelijke verklaring is, dat een aantal hemelobjecten in eikaars nabijheid identieke stralin gen uitzendt, maar dat af en toe straling van één object wordt on derschept en een volgend moment van een ander. Dan zou men dus verschillende objecten hebben waargenomen in plaats van hetzelf de. Een derde uitweg is, dat twee sterke radiobronnen zich met onge looflijke (maar volgens Einstein aanvaardbare) snelheden in de rich ting van de waarnemer (de aarde) bewegen met iets divergerende ba nen. Interferentieverschijnselen zouden dan de oorzaak kunnen zijn van (foutieve) plaatsbepaling van wat men dacht één object te zijn. Hoe dan ook, de astronomen staan voor een nieuw raadsel, en in dit geval wachten ook de fysici met spanning verdere waarnemingen en conclusies af. Prof. Marschall Co hen, een astronoom van het Califor nian Institute of Technology en een van de ontdekkers van de „haasti ge” hemelobjecten verklaarde voor alsnog zijn vertrouwen in de theo rieën van Einstein te handhaven, maar toch wel nadere observaties van de merkwaardige objecten met spanning af te wachten. De grove den, in een bos waar het strooisel is weggehaald, krijgt nauwe lijks meer voedingsstofen, evenmin als water dat juist door het organisch ma teriaal wordt vastgehouden. Zijn fijne wortels worden vernietigd, waardoor hij al gauw aan de top begint af te stierven. De groei van de den loopt sterk terug, wat goed is te zien aan de steeds smaller wordende jaarringen. Voorts wordt hij erg kwetsbaar voor ziekten als wortelrot en honingzwam, waartegen vrijwel niets te doen is. De consequenties hiervan zijn dat het grove dennenbos in zijn beide functies wordt aangetast: zijn econo mische functie, door het teruglopen van de houtaanwas: en zijn veel be- langrijker sociale functie. Er vallen open plekken in; nieuwe bomen of plantengroei ontstaat niet meer. In veel gevallen haalt de handelaar niet alleen het strooisel uit het bos, maar kapt meteen ook maar alle bomen om. „Nog steeds wordt in ons land op grote schaal strooisel geroofd”, zegt landbouwkundig ingenieur L. Olden kamp van het bosbouw-proefstation „De Dorschkamp” in Wageningen. „Ju ridisch is daar weinig tegen te doen. Slechts hier en daar is een verbod in de algemene politieverordening opge nomen, maar een wettelijke bepaling ontbreekt geheel”. Hij schat dat in zeker de helft van de naaldbossen in Noord-Brabarft strooiselroof is ge pleegd, waardoor 15.000 tot 20.000 hec tare bos ernstig is aangetast. Maar ook op de Veluwe zijn duizenden hectaren ten behoeve van de azaleakweek van hun strooisel ontdaan. De roof breidt zich geleidelijk naar het noorden van ons land uit. Wie zichzelf wil overtuigen van het feit dat strooiselroof in Nederland wordt gepleegd, hoeft maar gaan te kijken in de schitterende naaldwouden tussen de Brabantse gemeenten Someren en Heeze. Nog pas een paar weken geleden zijn daar 20 hectare dennenbos afgegraven en de bomen gekapt. „Het lijkt nu wel een maanlandschap”, zegt jachtopziener L. Walczak uit Schaesberg (L.). „Zeker, er zijn protesten geweest, eerst in de gemeenteraad, later van de bevolking. Er is zelfs een protestmars gehouden in Someren, maar het heeft allemaal niets geholpen”. Ir. A- van Maarten van Staatsbosbe heer signaleert die mentaliteitsverande ring evenzeer. „Wij hebben ons tot nu toe altijd gericht op voorlichting aan diegenen die bossen bezitten, hetzij ge meenten of particulieren. Misschien dat het klimaat nu eens rijp wordt om verder te gaan dan vriendelijke, vrij blijvende wenken.” Hij voegt daar snel aan toe dat in de bossen van Staats bosbeheer vanzelfsprekend geen strooi sel wordt geroofd. „Uit de algemene middelen wordt bijgedragen tot het onderhoud en de instandhouding van bossen. Het wordt tijd dat wij eigenaren bossen, die strooisels verkopen, van zulke bijdra gen gaan uitsluiten”, zegt hij. „Dit is immers strijdig met de instandhou ding”. Een wettelijk verbod gaat ir. Maarten nog wat te ver, al onder schrijft hij de conclusies van het Bos bouwproefstation. Toch stelt hij„De bewustwording is belangrijker dan dwang; er worden zovéél aanslagen op de natuur gepleegd. Het moet mogelijk zijn dat ook zonder het creëren van wettelijke bepalingen de gemeenschap zegt: we betalen liever wat meer be lasting dan dat onze natuur er aan gaat.” Maar zo erg milieubewust is men in Nederland nog niet, getuige het feit dat de strooiselroof op grote schaal wordt vootgezet. Inspecteur D. T. van Oers van de Zeister politie geeft toe dat de aanhou ding van de twee tuinlieden in de bossen bij Den Dolder „een toevalstref fer” was. „Een bosdiefstal is voor ons nu eenmaal minder belangrijk dan een inbraak. Overigens heb ik de indruk dat het in onze omgeving wel mee valt”, zegt hij. Op de medewerking van de strooisel- handelaren - als een van de grootste wordt oud-wielrenner Wim van Est genoemd - en van de azaleakwekers hoeft al helemaal niet te worden gere- kend.De secretaris van de Nederlandse Vereniging van Azaleakwekers W. P Buis uit Aalsmeer zegt: „Natuurlijk kun je met tuinturf even goede resul taten bereiken. Maar waarom zouden we het ons moeilijk maken als hel makkelijk kan?” turf dat door het water in elkaar wordt geperst? Maar ik geef toe, in Duitsland zijn er kwekers die dat wel doen. Daar hebben ze zeker beter wa ter dan hier”. Een niet onbegrijpelijk standpunt voor een azaleakweker, die door de jaren heen zijn brood mede heeft ver diend door gebruik te maken van strooisel uit het grove dennenbos. Ze ker, als daarbij wordt bedacht dat tientallen Nederlandse gemeenten hun bossen voor strooiselroof verkopen aan handelaren: de overheid is zelf weinig milieubewust. Dat blijkt ook uit het jaarverslag van Staatsbosbeheer: „Voor de uitvoering van de wetten die nodig zijn om natuur en landschap te ver fraaien of te behouden, respectievelijk voor de aankoop en het beheer van bossen en natuurterreinen, is nu een maal veel geld nodig. Deze posten ver schijnen in forse bedragen op het bud get van onze overheidslichamen. Ze zijn in een tijd van bezuiniging een grage prooi voor het rode potlood, want de bescherming van de natuur kan nog wel een jaartje wachten”. Sinds de erkenning van de wetten van Newton voelde het wereldje van astronomen en natuurkundigen zich vrij gelukkig: men had een vast raam van zekerheden, waarop het wereldbeeld kon worden ge bouwd. Maar naarmate men dieper in allerlei problemen doordrong en meetinstrumenten werden verfijnd, kwamen er verschijnselen aan het licht die toch niet goed verklaar baar waren met de eenvoudige gel dende wetten, en die daarmee zelfs in strijd schenen. Voor een heel groot deel van die problemen bracht Einstein de oplos sing. Einstein zelf heeft eens gezegd dat het meest onbegrijpelijke in de wereld is, dat zij zo begrijpelijk in elkaar zit. Hij had daarmee wel gelijk, maar met zijn theorie heeft hij -zelfs voor vele natuurkundigen en zeker voor de leek- de wereld bepaald niet gemakkelijker te be grijpen gemaakt. meer „zekerheden” overboord ge gooid. Einstein heeft met zijn theorieën (hij lanceerde een algemene en een speciale relativiteitstheorie, die in eikaars verlengde lagen) één pro bleem opgelost, dat wel zeer drin gend om een verklaring vroeg. Met uiterst gevoelige instrumenten was vastgesteld, dat de lichtsnelheid constant is ten opzichte van de waarnemer. Het doet er niet toe of die waarnemer zich met een enor me snelheid „met het licht mee” beweegt of in tegenovergestelde richting: de snelheid ten opzichte van de waarnemer is altijd 299.792 kilometer per seconde. Een van de consequenties van de relativiteitstheorie is, dat er in het heelal geen grotere snelheid moge lijk is dan die van het licht. Bij toeneming van de snelheid neemt ook de massa van een voorwerp toe, en bij snelheden, die de lichtsnel heid benaderen is die massatoename zo groot (en tenslotte oneindig groot) dat er een oneindige hoeveel heid energie nodig zou zijn om de snelheid nog weer eens te verhogen. Goed, dit was dan een van de weinige „zekerheden” die men na Einsteins relativiteitstheorie over hield: de lichtsnelheid kan niet worden overtroffen. Allerlei „zekerheden”, die zelfs een kwart eeuw later nog op scho len werden onderwezen, bleken waardeloos, nieuwe denkwijzen werden ten troon geheven, wetten van behoud van energie en behoud van materie bleken onjuist. Materie en energie bleken omwisselbaar vol gens de magische formule E MC2, waaruit later de techniek van de kernenergie werd ontwikkeld, in eerste instantie de atoombom. Ein stein zelf heeft die laatstgenoemde ontwikkeling gestimuleerd maar heeft zich later van het gebruik van de bom gedistantieerd en is een van de voormannen van de anti-bom- acties geworden. Zo werden er veel en van het National Radio Astrono my Observatory in Greenbank, West Virginia hebben enkele maanden geleden hemel-objecten waargeno men, die zich met snelheden ver plaatsen groter dan de lichtsnelheid. In een sterrenstelsel op 5,6 miljard lichtjaar afstand van de aarde (dat is circa 53.000.000.000.000.000.000.000 kilome ter) werden twee sterke radiobron nen waargenomen. Latere waame- til mingen toonden aan, dat zij zich in Vamvi/pnpn 7PKPrnPnPn de tijd tussen de observaties met een veraweneii zcmsiiieuen snelheid van twee tot driemaai die van het licht van elkaar moeten hebben .verwijderd. De positiebe palingen waren zeer nauwkeurig mede doordat gebruik werd gemaakt van radiotelescopen, die duizenden kilometers van elkaar waren ver wijderd. Later zijn enkele nieuwe objecten waargenomen, die zelfs snelheden van tienmaal die van het licht suggereren. In dat laatste geval ging het over verplaatsing van de radiobronnen in de tijd van enkele maanden. Deze waarnemingen stellen de natuurkundigen en astronomen voor een ernstig dilemma: moet een van de grondslagen van de relativiteits theorie worden herzien en daarmee de basis worden ontnomen aan het „wereldbeeld” zoals men zich dat thans (vaag) heeft gevormd, of moet worden aangenomen, dat wetten, die geldig zijn in „ons” heelal, dat wil zeggen in het eigen stukje van die oneindigheid, elders niet van kracht zijn? Beide oplossingen lig gen de geleerden niet erg. Vandaar dat men voorlopig tracht het „on mogelijke” op andere wijze te ver klaren, namelijk door een fout in de interpretatie van de observaties. Daarvoor zijn enkele supposities ge opperd. gelijkmatig doch zodra er sterk rie kende chemiciliën aan het water werden toegevoegd, liep de spanning tot het vijf a tienvoudige op. Via een computer werden de schommelingen in de prikkelingen van het reukvermogen in een gra fiek aangetoond. De bedoeling is de meervallen in de toekomst zo af te richten dat zij als boodschappers fungeren wanneer water in sterke mate wordt verontreinigd. O’ v o z*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 19