Op filmmarkt in Milaan Peter Vos illustreerde machtig sprookjesboek Braziliaanse films van Nederlander Danstheater boeit Parijs Internationale MIC grammofoonplaten en musicassettes HAARLEM opnieuw Bomans in gesprek In 1971 voerde Godfried Bomans zes televisie-gesprekken met bekende Nederlanders: van pater van Kilsdonk tot Johnny Kraaykamp. q Interviews, waar u nu opnieuw van L opera-cursus I I ia SPROOKJES VAN DE LAGE LANDEN 19 8 V R IJ D A G 3 1972 NOVEMBER ll Eisenstein in filmmuseum NOS EN OPERA-STICHTING in .Amsterdam Grote Houtstraat 62.Tel. (023) 327559 AAN DE BUITENKANT van Milaan, in het noordwestelijk deel van de stad, dichtbij de auto strada Turijn-Venetië ligt de Fie- ra Campionaria, een uitgestrekt terrein vol grote en kleine ten toonstellingsgebouwen, doorsne den met een net van wegen waarvan de namen, Viale Com mercie, Viale Industria, Viale del Lavore, Viale Meccanica al wij zen op het veelzijdig doel dat hier wordt nagestreefd. Alle tentoon stellingen op het gebied van han del, industrie en nijverheid vin den hier plaats, in een woord de Fieramilano is de verzamelplaats van vele jaarbeurzen en indu striële ontmoetingen en is dus in dit werkzame deel van Italië bij na het hele jaar door volgeboekt. Noordhollands Philharmonisch Orkest CONCERTGEBOUW HAARLEM dirigentYVES PRIN soliste: AYLA ERDURAN - viool N achtvoorstellingen „Filmfan” Nieuw maandblad kunt genieten 1 in het boek I Gesprekken j B met bekende' '4"" Nederlanders (Van onze correspondent) UTRECHT „We hebben allemaal erg ons best gedaan. Meer kun je niet doen”, zegt Peter Vos. Tussen ons ligt „Sprookjes van de lage landen”, zojuist verschenen als Boek van het Jaar. Bijna 100 sprookjes, uit de biblio theken opgedolven door Eelke de Jong en Hans Sleutelaar, en stuk voor stuk door Peter Vos geïllustreerd met kleine en grote platen. Het is zijn omvangrijkste produktie als illustrator van boeken. En waarin de samensteller van deze uitgave, de journalist en tv-producer Wouter van Dieren, vertelt hoe boeiend het werken met Bomans was. Kompleet met het tv-gesprek van Bomans „met zichzelf”. Een gesprek, dat nooit zou worden uitgezonden Voor 8,90 bij elke boekhandel. Een uitgave van Elsevier "vt 1T, -F7'a vaa a J offre Soares als de oude jaloerse man in Sluizers „Joao”. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Een naakt ballet is voor Parijs, dat zijn reputatie althans in de ogen van een deel van het internationale publiek al ruim een halve eeuw geleden aan de Folies-Bergères en het Casino de Paris had gekoppeld, uiteraard al lang geen novum meer. Maar op de planken van het klassieke theater was zo’n vertoning toch nog niet eerder opgevoerd. Niet alleen het talrijke publiek maar ook de Parijse kritiek heeft het experiment, mag men zeggen, manmoedig doorstaan. n.L „De (Van onze Parijse correspondent) PARIJS. Het Nederlands Dansthea ter, dat voor de Parijse balletoman enal lang een begrip was geworden, maakt momenteel opnieuw furore in het Théa- tre des Champs-Élysées waar het vier dagen achtereen optreedt. De clou van het programma waarover tevoren in de Franse kranten al uitvoerig werd ge schreven, is Hans van Manens ballet Mutations op een partituur van Stock hausen, waarin vier dansers en een danse- seres zich poedelnaakt aan en zelfs on der het publiek vertonen. (Onder redactie van Charles Boost) WOENSDAG IS MET „Staking” uit 1924 en „De weiden van Beshin” uit ’37 een cyclus van Eisenstein-films in het Filmmuseum begonnen en is te gelijk in enige zalen van het Stede lijk Museum een tentoonstelling be gonnen over het werk van de grote Russische regisseur die behalve een baanbrekend cineast ook een groot tekenaar en in het begin van zijn carrière een boeiend theater-vernieu- wer was. Dinsdag 7 november 1972 8.15 uur TWEEDE CONCERT SERIE A PROGRAMMA: Schubert Ouverture Rosamunde; Brahms Vioolconcert Berlioz Symfonie Fantastique Entree: 7.(ai.), CJP geldig. Kaartverkoop en plaatsbespreken bij het Concertgebouw, Lange Begijne- straat 13, Haarlem, van 10-3 uur, telefonisch 320994 van 12-3 uur. achterhalen en de denkwereld te doorgronden van waaruit de veelvou dige moordpartij in de buurt van Los Angeles uit ’69 (waarbij Sharon Tate, echtgenote van Roman Polanski, een der slachtoffers was) zo niet te ver klaren is dan wel enige toelichting krijgt. Manson was daarbij, als lei der van een groep half religieuze hippies die in Death Valley een com mune vormden en gezamenlijk de slachting verrichten, de hoofddader, maar ook zijn hysterische volgelin gen, waaronder drie vrouwelijke teen-agers leggen in hun verklarin gen een hardheid en gewetenloosheid aan de de dag die schokkend werkt. De film van Lawrence Merrick is niet van sensatie en modieus filmen vrij te pleiten, maar blijft een indruk wekkend document over de degene rerende werking die de moderne sa menleving op labiele jongeren uitoe fent. NEDERLAND WAS tenslotte op de Mifed bescheiden, maar voortreffelijk vertegenwoordigd door twee films van George Sluizer, beide opgenomen in Brazilië, waarvan de een een kort verslag is over het bouwen van een vlot door een arme Braziliaanse fa- Onder leiding van de docenten Franco Ferrars en Lofti Mansouri, die zich ieder ook als pedagoog een internationale faam hebben verworven, kunnen jonge dirigenten en regisseurs zich verdiepen in de veelzijdige aspecten van de mu ziekdramatische kunst. De cursus biedt een unieke kans om cursisten direct te betrekken bij de praktijk van het opera theater, waar dirigenten en regisseurs in nauwe samenwerking een produktie voorbereiden en leiden. De Nederlandse film „Daniël” met o.m. Johnny Kraaykamp en Sylvia de Leur is nu in de nachtelijke uren te bezichtigen in Bio, terwijl de crazy- show „Helzapoppin” teruggekeerd is in Cineac Reg.Breestraat en Visconti’s „The Leopard” met Burt Lancaster, Alain Delon en Claudia Cardinale te zien is in Leidseplein Theater. Lachen in de nacht kan men in De Uitkijk met de Tsjechische comedie „Sla nooit een vrouw, zelfs niet met een bloem”, een zachtaardige film geheel in contrast met wat Calypso vertoont, John Boorman’s harde „Point blank” met Lee Marvin aan wie een serie films gewijd wordt.. Zouden er in deze tijd nog sprookjes te tekenen zijn? „Sprookjes niet ,maar wel andere din gen. We waren laatst in Zeeland, bij een oud-oom van Anneke, een man van bijna 90 en die vertelde wat hem zelf was overkomen. Spookverhalen. Hij liep over een weg en op eens veranderde die weg in water, voor enachter hem. Maar die man is dan ook 90! De functie van het sprookje is overgenomen. Iedereen kan lezen, er is televisie. Wat ze nog wel vinden, dat zijn die oude liederen. „Onder de groene linde, dat radiopro gramma, geweldig om te horen”. Maar je zou zeggen, als ze die oude liederen nog vinden, dan moet je ook nog sprookjes kunnen vinden. „Ja, dat denk ik ook wel, maar alleen bij oude mensne. Er komen geen nieuwe sprookjes meer bij. Dat zou mij ten minste erg verbazen." milie als enig middel van transport voor een „zakelijke” reis, de ander een speelfilm is, in een soortgelijk milieu en onder soortgelijke omstan digheden spelend als „Het vlot”. „Joao, de man en het mes” heet de speelfilm die gemaakt is naar de ro man „Het meis en de rivier” van de Braziliaanse schrijver Odyla Costa. Het is ’t drama van ziekelijke en nood lottige jaloezie bij een oudere man, ’n weduwnaar die met »en veel jongere vrouw hertrouwt. Tegen een achter grond van armoede en rechteloosheid voltrekt zich het drama dat mede bepaald wordt door de dominerende rol van de man in de Zuid-Ameri- kaanse samenleving. Geholpen door het voortreffelijke camerawerk van Jan de Bont, die Joao’s dorp, het Braziliaanse oerwoud en een reis op de Amazone in een raderboot vol sfeer en dreiging in beeld brengt, is er een film ontstaan die zijn tijd neemt voor de ontwikkeling van het eenvoudige gegeven dat op verschillende niveau’s speelt. Sluizer zelf typeert zijn film als „de trage kracht van de Amazone” en kan zich verheugen in opmerkelijk goede kritieken in de internationale en nationale pers na vertoningen in de VS., Berlijn en Groningen. Zo gauw een algemeen landelijke roula tie op gang is gekomen, kernen we terug op een film die wat mij betreft de teleurstelling over de film markt vair Milaan voor een goed deel goedmaakte. *fl De Hollanders, die zich intussen wel bijzonder voort varend uit het keurslijf van hun eeuwenoude calvinistische preutsheden hebben bevrijd, tonen, zo juichte donderdag France-Soir, een grandioze opvatting inzake de integrale vrijheid van het individu. Doch afgezien van de opwindende sensatie van die blote mannen- en vrouwenlijven, wordt het Nederlands Danstheater door de Parijse critici ook nog uitbundig geroemd van wege de voorbeeldige discipline waarvan Van Manens groep getuigt. Peter Vos temidden van de samenstellers van het sprookjesboek Eelke de Jong (links) en Hans Sleutelaar. Van al die facetten van dit unieke talent, maar vooral ook van de sa menhang die er heeft bestaan tussen teken-, theater- en filmwerk geeft de overzichtelijke en prachtig gedocu menteerde tentoonstelling een fasci nerend beeld. Sergei Mikhailovich Ei senstein die in 1898 als zoon van gegoede ouders werd geboren, stu deerde voor ingenieur toen de Revo lutie uitbrak. Hij was korte tijd sol daat in het Rode Leger, ontwierp decors, costuums en maskers voor theateropvoeringen aan het front, werd in 1920 leider van het eerste arbeidstheater van Proletkult en enscèneerde in ’24 „Gasmaskers” in de hal van een Moskouse gasfabriek waarmee hij aangaf de ruimte die het traditionele theater hem ter be schikking stelde, als onvoldoende te beschouwen. De doorbraak van het toneel naar de film met zijn in letterlijke zin onbegrensde mogelijkheden, vond dan ook in datzelfde jaar plaats. „Sta king” werd Eisensteins eerste film, in ’25 gevolgd door het schokkende en in dubbele zin revolutionaire „Pant serkruiser Potemkin”. Die ontwikke lingsgang, geïllustreerd door decor ontwerpen .kostuumtekeningen, cari- caturen en affiche-ontwerpen kan men in de eerste zaal vinden, waar tegelijk op intelligente wijze verband wordt gelegd tussen caricatuur-teke- ning, ontwerp toneelmaskers en be kende typeringen uit de eerste revo- lutiefilms van Eisenstein. Een groot aantal originele tekenin gen, al dan niet temaakt met een film in het achterhoofd, laat zien dat Eisenstein een meer dan begaafd te kenaar was, geestig, ironisch en van een directe lijnvoering die soms geni aal aandoet. Met combinaties van vergrote filmbeelden worden vervol gens Eisenstein’s montage-principes verduidelijkt, terwijl zijn volledige oeuvre, ook de niet of halfafgemaak- te films in scène-schetsen, foto’s en productie-notities van fase tot fase wordt gevolgd. Met medewerking van o.a. de Mosfilm Studio’s en de bond van Russische filmers, maar vooral door tussenkomst van Naum Klein man, een Moskouse filmcriticus en Eisenstein-kenner is deze boeiede en Eisenstein-kenne ris deze boeiende en men. Kleinman die ontwerper en samen steller van de tentoonstellingg is, leidde woensdag de pers bij een voor- bezichtiging rond en verduidelijkte een en ander met een in het Duitse gegeven commentaar dat van grote kennis over het onderwerp getuigde. De Amsterdamse Filmacademie mag zich daarom gelukkig prijzen deze gast van het Ned.Filmmuseum dezer dagen te kunnen begroeten als docent over Eisenstein. Nadat woensdag a.a. een zesde voorstelling in de serie van Chinese films zal worden gegeven, is de daar op volgende donderdag bestemd voor Eisenstein’s „Oktober” uit 1927. Aan de Amsterdamse bioscoopagenda is één nieuwe film toegevoegd, „Outback”, hier vertaald door sadisten” een sensatiefilm van Ted Kotcheff met Donald Pleasance, Gary Bond en Chips Rafferty.. MET HET OPSAMMEN van een groot aantal kenmerken van de film fan, heeft Rinus Ferdinandusse, woensdagmiddag in Amsterdam het filmmaandblad Filmfan ingeleid. Filmfan zal maandelijks in een op lage van 10.000 exemplaren in de losse verkoop komen, om de „infor matie te geven waarin Skoop en Skrien niet voorzien”, zo formuleerde een der medewerkers het. Het eerste nummer van Filmfan bevat veel (fo to) materiaal uit de jaren waar nu het filmsentiment op rust. De redactie wordt gevormd door de filmrecensenten als Ab van leperen. Fred van Doorn. Jan Meng, Peter van Bueren, Ron Kaal en Thijs Ockersen. HILVERSUM. De Nederlandse Om roep Stichting en de Nederlandse Opera Stichting houden van 21 mei tot en met 17 juni 1973 een internationale opera cursus voor dirigenten en regisseurs. De ze cursus in de omroepstudio’s in Hil versum en de Stadsschouwburg in Utrecht, is een uitbreiding van de tot dusver gevolgde opzet van de internatio nale dirigentencursus van de NOS die sinds 1953 jaarlijks wordt georganiseerd. In 1973 wordt het accent van deze cursus van het symfonische naar het opera-repertoire verlegd, waardoor be halve dirigenten nu ook regisseurs kun nen worden toegelaten. „Of misschien had ik toch wel meer kunnen doen. Ik had er twee keer zoveel plaatjes voor kunnen maken. Als je kijkt naar die oude boeken die Gustave Doré heeft geïllustreerd, die staan werkelijk stampend vol met platen. Ik heb er heel wat uren in zitten kijken.” „Nou had ik dit jaar juist besloten geen opdracht meer aan te nemen, maar toen kwamen ze met dit manuscript. Ik ben e rin gaan lezen en ik dacht, ja geweldig. Er zit natuurlijk veel materiaal bij dat je al kent ,want die sprookjes zwerven van land naar land. Je vindt soms dingen, motieven, die je ook bij Andersen hebt gelezen, of bij La Fontaine.’ In het nawoord staat: „Toen wij door een speling van het lot met dit materi aal in aanraking kwamen Wat was dat voor een speling? „Nou, Eelke interesseerde zich er al tijd al voor. Ze hebben het allemaal uit 19e-eeuwse tijdschriften. Eelke interes seert zich erg voor heksenverhalen, dat vind je soms terug in zijn rubriek in de Haagse Post. Bijvoorbeeld dat meisje dat niet wakker wil worden, behalve als er een muis in haar mond springt, wat dus eigenlijk haar ziel Is. Dat is typisch iets voor Eelke”. Is Peter Vos ook als kind met sprook jes bezig geweest? „Ja, pappa (journalist en middelpunt van het Utrechtse kunstenaarsleven in jaren ’2ó en ’3ó bracht veel boeken voor ons mee. Andersen, de sprookjes van moeder de gans. We hadden zo’n uitgave met plat envan Doré. Dat vond ik ge weldig. Die Doré heeft alles geïllustreerd wat er was. De fabels van La Fontaine, die hadden we ook.” Er staan in het boek een paar prachti ge platen met reuzen. Zijn dat nieuwe beelden die bij hem zijn opgekomen of gaan die terug op voorstellingen uit zijn kindertijd? „JaDat weet je eigenlijk niet. Je verbeelding wordt gedeeltelijk geacti veerd door plaatjes die je vroeger hebt gezien. Dat is ook het vervelende met plagiaat. Soms doe je iets wat iemand anders al gedaan, heeft, terwijl je denkt dat het van jezelf is”. „Er is een mooi voorbeeld van Lorca. Die had een gedicht geschreven en toen hij het begon voor te lezen zei zijn broer: „Hé, dat is leuk, dat is het liedje dat die ezeldrijver laatst zong. Lorca werd kwaad en zei: „Nee, dat is hele maal niet waar, ik heb het zelf be dacht!”. Hij wist niet meer dat hij het had gehoord. Komt veel voor hoor. Ik vind het ook niet zo erg. Bepaalde dingen, daar kunnen mensen onafhanke lijk van elkaar op komen, ’t Is gek he". Wanneer is Peter Vos begonnen met tekenen? „Ik denk toen ik vier was, zoals alle kinderen. Het enige bijzondere van mij is, dat ik er niet mee opgehouden ben. Als je ziet wat voor dingen Sandertje maakt, die nou vijf is - die houdt er al weer mee op. Die belangstelling gaat dan over. Later heb ik veel steun gehad van Jules Jongenden, mijn tekenleraar op het St. Bonifacius-lyceum. Die heeft er ook voor gezorgd dat ik naar de Rijksacademie in Amsterdam kon gaan.” De ontdekking van Peter Vos vond plaats op het hoofdpostkantoor in Am sterdam. Daar kreeg de dichter Theo Sontrop, werkzaam als hulp-postsorteer- der een brief in handen van Peter Vos, waarvan de enveloppe met tekeningetjes was versierd. Hij kende Peter nog wel van het lyceum en dacht dat die teke ningetjes wel wat waren voor het stu dentenblad Propria Cures, waarvan hij redacteur was. De laatste jaren staat hij niet meer op de kunstmarkt. Komt dat omdat zijn werk wegvliegt, of omdat hij te weinig produceert? „Nou, ik heb de laatste tijd erg veel opdrachten gehad, en dan heb je geen tijd om vrij te werken. Ik heb nog steeds het gevoel, dat komt ook nog van school, eerst moet je huiswerk af zijn en dan mag je pas op straat spelen. Ik zou niet lekker voor mezelf kunnen werken als ik nog wat moest afmaken. Ik wou een tijdje proberen te leven van vrjj werk. Ik wou ook wat boekjes voor me zelf maken. Vogels .Ik heb een paar plannetjes. Ik wou een leporello maken, een boek dat je kunt uitvouwen”. Heeft hij, met zijn belangstelling voor vogels, geen behoefte om op het platte land te wonen? „Nou, wij hebben juist een huisje gekocht, dankzij dit boek. Bij winters wijk. Een klein boerderijtje. Dat is ge woon geweldig. Daar wou ik op den duur gaan wonen. Het is een erg vreem de buurt. Ze noemen Winterswijk daar ’t Hangegat, omdat het regelmatig voor- komst dat boeren zich daar ophangen. Het ritueel is, de mannen verhangen zich en de vrouwen springen in de put. Je vindt ’s morgens een stoel naast de put en opoe is nergens te vinden. Vrremd he”. Alleen tegen het winterseizoen wordt het wat stiller in dit dorp van expositieruimtes in alle formaten, de lege hallen en gebouwen liggen er wat triest en verlaten bij en doen denken aan een ontruimd filmstudio- complex en in die periode van ver minderde activiteit komt de najaars- MIFED poëtisch „Indian Summer” geheten in actie. MIFED betekent Mercato Internazionale del Film, TV- Film. Documentario, een internationale filmmarkt dus, waar de speelfilm, maar ook tv.-producties en documen taires aangeboden en verhandeld worden. Film en televisie-mensen uit de hele wereld ontmoeten elkaar hier, dit najaar voor de 26ste keer, en proberen vruchtbare contacten te leg gen en tot goede zaken te komen. Nu is MIFED niet de enige Europese filmmarkt en ze is bovendien sterk gericht op de grote filmconsument, de televisie, zodat de filmliefhebber, uit op nieuwe evenementen, er relatief weinig van zijn gading zal vinden. De grote gebeurtenissen op filmgebied hebben al plaats gevonden op de diverse festivals, in Cannes,, Venetië, Berlijn, waar ook handel bedreven wordt zij het meer achter de scher men, en wat er is blijven liggen voor deze laatste filmmarkt van het jaar, is zeker niet indrukwekkend te noe men. Wel is er een zo grote aanbieding van lange en korte speelfilms of documentaires dat de hele dag door in een tiental showrooms de projecto ren draaien en ieder maar moet zien waar hij zijn heil wil zoeken. Wat tot grote keuzemoeilijkheden en gewe tensbezwaren aanleiding geeft, vooral ook omdat in de dagelijkse program- ma-aankondiging wel de producenten en verhuurkantoren vermeld staan, maar geen regisseurs of medespelers, zodat vaak de begintiteling op het doek pas duidelijk oriëntatie ver schaft omtrent het genre waarin men verzeild is geraakt. DE UITEINDELIJKE balans van vier dagen film-kijken opmakend blijft een wat povere indruk over aan veel overbodige films die, zo te zien, noch het eenvoudige bioscoop-amuse- ment, noch het meer complexe artis tieke genoegen dienen. Veel goedkope sexfilmpjes, veel zinloos geschiet en geweld (zoals in de amateuristische Belgische gangsterfilm „Les singeS font la grimace”), veel holle drama tiek (zoals in de nieuwste Vadim „Hellé”). „De zaak Mattei”, een reconstructie door Francesco Rosi) van leven en werken van de Italiaanse groot-in- dustrieel Eurico Mattei die onder verdachte omstandigheden in 1964 bij een vliegongeval de dood vond, had al op vroegere festivals zijn sterke werking als gefilmde documentaire bewezen, die nu weer met dezelfde kracht overkwam. En een andere documentaire over een recent gebeuren, „Manson” kwam ook gemakkelijk boven de grauwe middelmaat van het meeste wat op de doeken van het Mifed-gebouw verscheen. „Manson” wil via authen tiek, materiaal, interviews en com mentaren trachten de motieven te H A’ A. A.: - F a. 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 19