ogen voor problemen Surinamers MOOI SAMENRAAPSEL VAN hervormde kerk Lege plaats na in professor Van Niftrik heengaan Vicaris Polanen: COMPROMISSEN” „THEOLOGIE VAN KUYPER WAS "Kerken sluiten "IK WORD ER AAN MIJN HAREN BIJ GESLEEPT" 1 w «te* 14 Flat (Van een medewerker) t De hervormde wereld in Neder land hield vorige week woensdag even de adem in bij het bekend worden van het overlijden van de theoloog prof. dr. G. C. van Nif trik. Van Niftrik, die 68 jaar werd, was zijn leven lang een strijdbare figuur binnen de hervormde kerk. Niet alleen sinds de verschijning van het mede door hem opgestelde „Getuigenis” in oktober 1971 trok ken zijn woorden veel belangstel ling, altijd is met veel aandacht al dan niet instemmend naar hem geluisterd. „De hele theologie van Kuyper was eigenlijk een mooi samenraap sel van kunstige compromissen, waardoor-ie zowel de „ware kern gedachte ’n beetje overeind hield als de samenwerkingmogelijkheid met anderen. De gemene gratie en de antithese hielden elkaar in even wicht. Wanneer er verkiezingen waren en men stemmen van her vormden nodig had, werd de plu riformiteit van de kerk van stal gehaald. Kuyper had een ongeloof lijk scherpe kijk op zijn tijd en hij sloeg voortdurend vele vliegen in één klap met al z’n leerstukken. Je kon er alles mee doen”. Aldus de socioloog dr. D. Th. Kuiper in een gesprek met het VU-magazine over zijn proefschrift De voorman nen; een sociaal-wetenschappelijke studie over ideologie, conflict en kerngroepvorming binnen de ge reformeerde wereld in Nederland tussen 1820 en 1930. Jammer, dat de kerken zich zo veel bezighouden met het verleden en het hiernamaals en zo weinig met de realiteit van nu”, zegt vicaris R(udie) F. Polanen, die als predikant van de Evangelische Broedergemeente in de Amsterdamse Bijlmermeer dagelijks wordt geconfronteerd met de niet geringe problemen van de Surinaamse gemeenschap in Nederland. Vica ris Polanen is van mening, dat de kerken zich nog te weinig bekommeren om het lot van de Surinamers en Antillianen in Nederland. „Zelf word ik er hier aan mijn haren bijgesleept om vanuit het Evangelie een bijdrage te leveren aan de oplossing van de moeilijkheden”, zo zegt hij. Vicaris Polanen laat zich er ondertussen aan zijn haren bijslepen, ook omdat dat in overeenstemming is met zijn opvattingen over de functie van de kerk. „Niet een exclusieve groep, die met zichzelf bezig is, maar een die een duidelijke taak in de wereld heeft.” Erbij S ZATERDAG 4 NOVEMBER 1972 a na! 4. ABRAHAM KUYPER R. K. I Kuiper beschrijft in zijn proefschrift ook de houding van de sterke gerefor meerde middengroep, die geleid werd door een groep mensen uit de periode van de doleantie en door de „homines novi”, die mensen die net naar boven ding hebben gevormd voor het migre ren naar Nederland de benarde eco nomische situatie in Suriname en de rol, die Nederland daarin speelt zijn maar weinigen in Nederland bekend. geïntroduceerd. Hij was verder betrok ken bij de hervormde „Jonge Kerk”- beweging, leverde bijdragen aan de CHU (waarvan hij overigens de laatste jaren met minder plezier lid was), de Confessionele Vereniging en aan ver schillende vormingscentra. Vorige week gaf het Provinciaal Be stuur zijn fiat, wat echter een onaan- In hetzelfde artikel, dat professor Strijd schreef ter gelegenheid van het digde in de schorsing van ds. Netelen bos, die daarna hervormd predikant werd. tot hervormd predikant en stond later in Volienhove (1934), Rijnaburg (1938) en tenslotte Zeist (1954). Dat deze instellingen een grotere in vloed kregen op de gang van zaken in de afzonderlijke gemeenten betekende echter een breuk met de gereformeer de traditie. „De Gereformeerden gaan uit van de plaatselijke kerk. De plaatselijke Kerk wordt bestuurd door den Kerkeraad. Deze is de enige bestu rende macht in de kerk”, schreef de zelfde H. H. Kuyper nog in het Kerke lijk Handboekje van 1905. situatie van de leidende te Ondanks het verwijt van de Raad van Oudsten, dat hij teveel „politiek” bedrijft, gaat vicaris Polanen nog een jaar verder. Hij heeft goede hoop op een gesprek, waaraan dag en nacht gewerkt wordt. „Die gesprekken zullen alleen wel gestructureerd moeten wor den, want als ze onverhoopt mochten worden afgebroken, zal de situatie snel verslechteren”, aldus vicaris Polanen. RONALD KRAAYEVELD zijn onze doden?” en „De vraag naar God in de kentering van onze tijd”. Over de grote betekenis van Van Nif trik voor de Nederl. Hervormde Kerk bestaat geen twijfel, maar een waarde ring daarvan wordt veel moeilijker. In „Hervormd Nederland” van 16 oktober vorig jaar, schreef Van Niftrik's colle ga aan de Universiteit van Amsterdam, prof. dr. Kr. Strijd het volgende: „Ik weet van de meest uiteenlopende men sen hoe ze via prof. Van Niftrik ge boeid zijn geraakt door dogmatische vragen, ook al zijn ze later soms totaal andere wegen gegaan dan hun leer meester”. Kunnen de kerken een rol spelen bij het helpen oplossen van de moeilijkhe den van de Surinamers en Antillianen in Nederland. Moeilijkheden, die afge zien van de huisvesting en de werkge legenheid, volgens vicaris Polanen zijn terug te voeren tot onbekendheid met eikaars cultuurpatronen. De gecompli ceerde Nederlandse maatschappijvorm stelt veel Surinaamse bewoners voor onvoorstelbare problemen, die het op bouwen van een plaats in de Neder landse samenleving ernstig belemme ren. Ook de motieven, die de aanlei- Vicaris Polanen: „De leiding van de Evangelische Broedergemeente in Ne derland had tegen iedereen ook te gen mij gezegd, dat een uiteindelij ke beslissing over een continuering van verblijf in Nederland niet bij hen lag, terwijl men de indruk gaf het met een continuering eens te zijn. Een kwalijke zaak. Ik voel me wel bedonderd”, aldus vicaris Polanen. Over de oorzaken van de verbolgenheid van de Raad van Oudsten heeft hij overigens wel een verklaring. „Ik heb de mensen van de Evangelische Broedergmeente hier op timale inspraak gegeven. Ik zie name lijk niet in, waarom de Surinaamse christenen hier met minder genoegen zouden moeten nemen dan de blanke christenen. Die openheid over het be leid is hier wel in goede aarde geval len, maar niet bij de Raad van Oud sten. Die waren gewoon om pratend en werkend vanuit de Amsterdamse stads situatie beslissingen te nemen over de hoofden van de Surinamers in de Bijl mermeer heen, terwijl de situatie hier volslagen anders ligt. waren gekomen en het gereformeerde bouwsel zoals dat toen al was opge trokken, wilden behouden. „Elkaar vasthouden” was het motto van deze groep. Onder leiding van prof. dr. J. Ridderbos werd het beleid tussen 1905 en 1930 daarop zoveel mogelijk gericht. Professor Van Niftrik werd op 24 oktober 1904 geboren. Aanvankelijk kantoorbediende, werd hij na zijn the ologische studie in Utrecht op 15 mei 1932 in het Friese Scraard bevestigd In april 1970 nam professor Van Niftrik deel aan het eerste theologische „topgesprek” in Rome tussen hervorm den en rooms-katholieken. Van de vele geschriften van de hand van Van Nif trik kunnen genoemd worden: „Een beroerder Israëls”, „Hardegarijp; een teken”, „Zie de mens”, „De vooruitgang der mensheid, „Staat en kerk’, „De boodschap van Karl Barth". „Erasmus”. „Kleine dogmatiek”, „De hemel”, „Waar In het werk wordt uitgebreid de periode tussen 1920 en 1930 belicht. Dr. Kuiper schrijft een groot deel van de moeilijkheden van die bewogen ja ren toe aan de voor verschillende ma nieren vatbare uitleg van Abraham Kuypers gedachten. De kern van de strategie van „Abraham de geweldige” bestond uit het „reculer pour mieux sauter”, vrij vertaald: toegeven om la ter met meer eisen naar voren te komen. Nederlandse kerkelijke en politieke wereld en vervolgens de herkerstening van de vaderlandse samenleving door voeren. Volgens dr. Kuiper werd het bereiken van dat einddoel, de herker stening van Nederland, onmogelijk ge maakt door de geslaagde verwezenlij king van het tussendoel emancipatie. In de periode na de Eerste Wereld oorlog begon de vraag „wat nu?” daarom met meer nadruk in gerefor meerde kring gesteld te worden. Aan de „rechterzijde” van de gereformeerde smaenleving, de groep die zich min of meer verwant voelde met de Gerefor meerde Bond in de Hervormde Kerk en met de Christelijk Gereformeerde Kerken, rees die vraag. Maar evenzeer aan de linkerzijde, in de kring van de Jong-Gereftwmeerden, die herkennings punten ontwaardden in de ethische en confessionele stromingen binnen de Hervormde Kerk. Vicaris Polanen heeft in brieven aan driehonderd collega-pastores van ver schillende kerkgenootschappen in Am sterdam en omgeving, waarin hij te vens zijn bezorgdhei uitsprak over de toenemende discriminate tegenover zijn Surinaamse landgenoten, gevraagd of de kerken niet wat meer zouden kunnen doen aan het oplossen van de problemen. Vicaris Polanen: „Bijna ie dereen die reageerde was met mij van mening, dat er te weinig gedaan werd”. „Het probleem moet duidelijk aan de orde gesteld worden. En dat niet op de romantische manier van honderd jaar geleden. Die dikke laag romantiek moet eraf. De kerken zouden de aanzet moeten geven tot een breed gesprek tussen de Nederlandse overheden en Surinaamse verenigingen en tussen Su rinamers en Nederlanders zelf. Eigen lijk zouden we niet een bemiddelende rol moeten spelen, maar partij moeten Kuyper wilde met zijn gereformeer den een bolwerk vormen, zo geaccep teerd worden door de rest van de Het zijn opvattingen, die hem in dank worden afgenomen door zowel de Surinaamse als de Nederlandse bewo ners van Amsterdam. Opvattingen ook, die hem In regelrecht conflict brachten (en brengen) met de top van het kerk bestuur van de Evangelische Broeder gemeente in Nederland. „Ook mijn ei gen kerk sluit de ogen voor deze zaak”, aldns vicaris Polanen, „zij zijn allang tevreden wanneer de Surinaamse christenen naar de kerk gaan, naar de preek luisteren en zich verder koest houden”. In Amsterdam en met name in de Bijlmermeer ontstond kort geleden grote onrust, toen bekend werd dat vicaris Polanen op basis van reeds in 1967 gemaakte afspraken in november naar Suriname zou terug keren. Uit de reacties die daarop volg den van een twaalftal kamerleden, particulieren en een groot aantal orga nisaties bleek duidelijk in welek mate vicaris Polanen betrokken is geraakt bij het ontwikkelen van de Surinaamse gemeenschap tot een volwassen bevol kingsgroep en het verbeteren van de contacten tussen de Surinaamse en Ne derlandse bewoners van de Bijlmer meer, waar ruim een kwart van de bevolking uit beide rijksdelen afkom stig is. Het provinciaal Bestuur van de Evangelische Broedergemeente in Pa ramaribo werd overstelpt met verzoe ken om vicaris Polanen nog een jaar in de Bijlmermeer te laten werken, omdat zijn vertrek een ernstige aantas ting van het leefmilieu in de Bijlmer meer tot gevolg zou hebben. kiezen. Maar dat kan ik mijn calvinis tische broeders niet aan doen”, zo voegt hij er aarzelend aan toe. Verdere taken voor het opzetten van Vicaris Polanen in het opzetten van een stuk vormingswerk. Het feit, dat de middelen daartoe ontbreken mag geen reden zijn om het na te laten. „Wij kunnen onze rijke broeders vra gen een daartoe uitgerust apparaat ter beschikking te stellen”, aldus vicaris Polanen. Ook intern kunnen de kerken volgens vicaris Polanen nog veel doen. „Juist omdat de kerk is een instelling die in het bestel van de samenleving zo verschillend gesitueerd is moet het daar mogelijk zijn om begrip voor de verschillende culturele achtergronden te kweken”. Binnen dit complexe geheel van middengroep, links en rechts in de Gereformeerde Kerken ontstond dus rond het eind van de Eerste Wereld oorlog de kwestie over de beantwoor ding van het „Wat nu”. In dat klimaat werd de „kwestie-Netelenbos” geboren. Aanleiding was het optreden van de Middelburgse gereformeerde predikant ds. J. B. Netelenbos in een hervormde kerkdienst, waarmee hij wilde bereiken „dat velen eens wat ernstiger zouden gaan nadenken over de eenheid aller gelovigen in Jezus Christus”. Het ein- Bekender nog dan deze affaire zijn de gebeurtenissen rond de Amsterdam se predikant dr. J. G. Geelkerken. De vraag over de zintuiglijke waarneming van het spreken van de slang (Genesis 3) zoals het zeer vereenvoudigd de historie is ingegaan, hield in die dagen (en ook later) niet alleen de gerefor meerden, maar vrijwel geheel kerke lijk Nederland bezig. Dr. Kuiper heeft veel tijd en aandacht besteed aan het uiteenrafelen van deze zaak die ook leidde tot de schorsing en later afzet ting van dr. Geelkerken. Zoals bekend is de gereformeerde synode nog niet zo lang geleden op het Asser besluit uit 1926 teruggekomen. Dr. Kuiper tekent hierbij aan als voor stander van Geelkerken begonnen te zijn, maar, gegeven de toen, het optreden van gereformeerden uit die tijd wel kunnen indenken „al is het hun op een reusachtige wijze uit de hand gelo pen”. 25-jarig hoogleraarschap van Van Niftrik, merkte hij op: „Professor Van het ligt in zijn aard- een eigen plaats in de kerk in te nemen. Hij is een leidinggevende figuur in de Confessio nele Vereniging en een bekend man in de Christelijk-Fistorische Unie en toch was hij promotor van dr. J. J. Buskes bij diens erepromotie in 1957. „Tijd voor Taak” (onafhankelijk weekblad voor Evangelie en Socialisme) schreef: professor Van Niftrik heeft op nadruk kelijke en waardige wijze toegelicht, waarom Buskes het eredoctoraat toe kwam. En Militia Christ (orgaan van „Kerk en Vrede”) schreef, dat het even juist als verheugend was, dat profes sor Van Niftrik in zijn toespraak niet in de laatste plaats sprak van ds. Buskes die wij als man van Kerk en Vrede kennen. Professor Strijd bracht toen ook nog in herinnering, dat professor Van Niftrik eveneens promotor was van di. G. H. ter Scheg- get. „En in diens proefschrift stond een massa waarmee hij het niet eens kon zijn”, aldus professor Strijd. Interessant is het in dit verband nog een uitspraak van Kuiper in het VU- magazine te citeren: „Met name H. H. Kuyper heeft met veel geschipper en ’n stuk kerkpolitiek geprobeerd de boel bij elkaar te houden en daar is-ie zelfs mee doorgegaan toen het niet meer te houden was”. Hij heeft er zelfs het gereformeerd kerkrecht voor veran derd! De conflicten in de Gere formeerde Kerken van 1926 en 1944 (resp. de kwestie-Geelkerken en de Vrijmaking red.) zijn door de mid dengroepen gewonnen met behulp van een ander kerkrecht, namelijk een, waarin de „meerdere vergadering” gro tere macht heeft en predikanten kan afzetten" De „meerdere vergadering" wordt zoals bekend gevormd door de classes en de synode. Dr. D. Th. Kuiper, De voormannen; een sociaal-wetenschappelijke studie over ideolo gie, conflict en kerngroepvorming binnen de Gereformeerde wereld in Nederland tussen 1820 en 1930. Uitg. Boom, Meppel en Kok, Kampen. Ingenaaid. 666 pag., ƒ49.-. Dr. Kuiper (33), wetenschappelijk medewerker aan de VU en vice-voor- zitter van de Anti-Revolutionaire Par tij heeft met zijn proefschrift een be langwekkende bijdrage geleverd tot de recente gereformeerde kerkgeschiede nis. Het wachten is nu op diegenen die, al dan niet met de ogen van de socioloog, zich willen wagen aan de historie na 1930. genaam gevolg had. De „Raad van Oudsten” in Amsterdam kwam met de mededeling, dat dit fiat van Paramari bo gezien werd als een inbreuk op het beroepingswerk van de raad en als een zich bemoeien met interne kwesties. Op 17 december 1940 promoveerde hij op het proefschrift „Sola Fide, de rechtvaardigingsleer in de nieuwe the ologie”. Op 1 oktober 1946 werd hij hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en tevens buitengewoon hoogleraar vanwege de Nederlands Hervormde Kerk, aan de Univer siteit van Amsterdam, waar hij tot aan zijn overlijden dogmatiek, vaderlandse kerkgeschiedenis en zending doceerde. Professor Van Niftrik, die veel pu bliceerde en sprak, heeft vooi velen in Nederland vanaf een vroeg stadium Karl Barth en diens theologie en visie i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 14