Rozenkruizer
schilder
en
ontsnapte door
koninklijke
interventie
vuurdood
aan
DE DUIVEL VAN HAARLEM
1
BEDRIEGER VAN HET VOLCK,
PEST VOOR DE JEUCHT EN
EEN
SCHOFFEERDER VAN
EEN
VROUWEN...
I
II
O
„EEN
17
iiis
ZATERDAG 4 NOVEMBER
1972
Erbl]
6
Narren
Hel en Hemel
Fotografie?
Opzien
Galgenveld
r
J
i
TORRENTIU
7h
n
ROLT STALLINGA
5u-
lu-
voor de uitvinding van de fotografie
reeds het principe van de Camera Ob
scura kende?
Mystiek stilleven van Torrentius in het Rijksmuseum, dat lange tijd fungeerde
als deksel op een krentenvat.
Christiaan Coppens, die met enkele
ongetrouwde zusters in 3e Zijlstraat
woont.
Allemaal erg belastend voor de dui
velskunstenaar over wie een dienstbo
de echter niets anders weet te vertel
len dan dat hij altijd rijk gekleed was
en een lekker hapje kreeg voortgezet.
In juni 1625 krijgen zij een bruikba
re troef in handen gespeeld door het
Hof van Holland, dat de magistraat
waarschuwt voor de Rozenkruizers, die
voor de zaken van het land en de
ingezetenen zeer schadelijk zijn. De
wufte toaster op de duivel wordt nu
dagelijks gevolgd en bespied en alles
wat maar enigszins verdacht is wordt
gerechtelijk vastgelegd.
DE MEESTER wordt op 30 augustus
1627 samen met zijn vriend Coppens
gevangen genomen. De arrestatie baart
veel opzien en de regenten proberen
het gemor en de werkelijke bedoeling
te verdoezelen door het verhaal, dat zij
door het volk op straat tot deze daad
zijn aangezet.
kruis wordt in het vonnis met geen
woord gerept.
:de
iti-
aal
ets
600
ian
9 2
0 2
i. 2
aeo
/ag
sen
08-
’68
js
oe-
700
el-
23-
.25,
>00
850
net
br.,
en
er-
>rt-
fel.
550
en-
rti-
iw.
2n-
’67
;d.
xe.
z.
net
gh.
pr.
Tel
HET MAAKT nauwelijks indruk, want
voor deze ketter kan er maar één straf
zijn: de dood op de brandstapel, waar
na het lichaam buiten op het Galgen
veld aan een stok moet worden ge
prikt. Dit vonnis blijft de artiest be
spaard, want de rechters beslissen dat
hij twintig jaar lang moet worden opge
sloten. Over contacten van het Rozen-
de bijbel heeft gedreven door te ver
tellen dat deze er alleen is om de
mensen in toom te houden. Men vraagt
Roelant Clarenbercq van „De Vergulde
Valck” in Haarlem of Torrentius aan
de duivel heeft geofferd en met welke
ceremonie en wat er nog meer voor
gruwelijks in de sociëteit van de kun
stenaar is gebeurd. De waard vertelt,
dat Torrentius met zijn vrienden van
de „Rosse Cruys” een verschrikkelijk
lawaai maakte en achtereenvolgens
dronk op Zijne Excellentie, de Lieve
Heer en de duivel. Een predikant ver
haalt dat hij eens met de verdachte
door de Hout was gelopen en deze toen
aan een tegemoetkomende vrouw had
gezien, dat zij net gemeenschap met
een man had gehad. Anderen had hij
ook voor kwade geesten uitgemaakt
-
Op 29 december wordt hij halfdood
voor de burgemeesters en schepenen
gebracht „ter scherpen examen bij tor
ture”. Wat de stadsbestuurders over
deze aanblik hebben gezegd is nooit
bekend geworden, maar ze verschui
ven het proces een maand. Op een
kille januaridag wordt Torrentius op
kussens hij is nog geheel verlamd
ter rechtszitting gedragen. Het is
een buitengewoon proces en de Markt
is dan ook stampvol. Mr. Schoorel,
Torrentius bekwame verdediger, vraagt
het bewijsmateriaal openbaar te maken
maar daar wil de schout niets van
weten. Elk uitstel van de zaak zou het
volk maar tot morren brengen, zegt
hij. De Rozenkruizer blijft ontkennen.
Daaronder een muziekstrofe met de
regels „Wat bu-ten maar be-staat, in 't
on-maats en ver-ghaat”. Ook is er de
afkorting E.R.+, wat wordt uitgelegd
als „Eques Rosae Crucius” ofwel ridder
van het Rozenhuis. De authenticiteit
van dit werk is koninklijk, gezien het
monogram van Karel I. Het geheel
ademt een onheilspellende sfeer en in
gewijden menen, dat Torrentius dit
bewust heeft gedaan om de goe-ge-
meente in de waan te brengen, dat hij
tot bovennatuurlijke dingen in staat
was
Tien jaar later krijgt hij daar spijt
van en looft hij 100 pond en nog eens
300 pond voor de armen uit aan dege
nen, die zijn Neeltje weet terug te
vinden. Al heel vroeg komt hij in
contact met de Broederschap van het
Rozenkruis. Johannes trekt de aan
dacht door een boek voor jijn raam te
zetten, dat op een bijbel lijkt, maar dat
„Het boeck der sotten ofte der narren”
als titel heeft. In 1614, hij is dan
amper 25, volgt hij Roemer Visscher
op als Ridder van dit geheime genoot
schap.
Zijn schilderijen worden in beslag
genomen. Het zijn voorstellingen van
een naakte Adam en Eva, een vrouw
met doodshoofd en kruis, een man en
vrouw die naakt tegenover elkaar
staan, een grote lantaarn en een naak
te vrouw met een voet op haar knie
Vier schilderijen worden er verbrand.
Het is een donker paneel, waarop
kruiken, een wijnglas, paardebit, pijpen
en een lage horizon zijn afgebeeld.
DE MYTHE van Torrentius leeft nog
voort, omdat historische en technische
deskundigen het nooit helemaal eens
zijn geworden over de vraag of Torren
tius, wiens stillevens aanzienlijk beter
waren dan zijn erotische tekeningen,
inderdaad heeft geschilderd of dat hij
een vorm van fotografie heeft ge
bruikt. Zelf heeft hij op het proces
ontkend dat hij ooit van de ezel, pen
seel of verf gebruik maakte, doch een
andere wetenschap hanteerde. De fbto-
chemicus Trivelli, die rond 1920 een
speciale studie maakt, komt tot de
conclusie dat Torrentius als een geni
aal man moet worden beschouwd, die
200 Jaar voor uitvinder Daguerre reeds
fotografeerde en de krant Het Vader
land wijdt aan dit feit een enthousiast
artikel.
Van deze meester, volgens tijdgenoot
Christiaan Huygens „een listigen vent”,
is in ons land officieel een symbolisch
stilleven bewaard gebleven en dat
hangt sinds 1915 in het Rijksmuseum.
Het werd door een historicus ontdekt
in de woning van een Enschedese han
delaar in tabaks- en kruideniersartike-
len, waar het dienst deed als deksel
van een krentenvat.
Torrentius ziet in zijn bespieders al
leen lastige vliegen, die hij met een
gebaar wegwuift. Tegen vrienden en
vijanden pocht hij, dat hij een vrij
brief van de prin heeft en dat geen
schout hem in een „oneerlijk huis” kan
pakken. Hij bluft ook dat hij alle
lichte vrouwen „in contributie” heeft
en laat Den Haag smullen van specu
laties, dat hij daar twaalf vrouwen van
raadsheren heeft verleid.
De karikatuur van een snoever en en
ketter, die de waarheid stellig geweld
aandoet. Was het immers ook niet zo
dat voorname burgers hem op straat
aanhielden en de bekoring, die hij op
de dames uitstraalde, meer te maken
had met zijn intelligente en humoreske
optreden dan met narrenstreken en
dronkemansgelach? Wel is zeker dat de
„verleider en echtbreker” wijntje en
trijntje niet onberoerd liet en dat de
rechtzinnige Haarlemse calvinisten
hem gaarne het Spaame in schopten.
JOHANNES Symoonisz van der Beeck
werd in 1589 in Amsterdam geboren,
waar zijn vader vermaardheid krijgt
door als eerste boef in het nieuwe
tuchthuis te worden opgesloten. De
jonge intellectueel neemt naar de mo
de van de tijd een verlatiniseerde
naam aan: Torrentius. Hij trouwt als
hij 23 jaar is Neeltje Camp. Een onge
lukkige greep, want na twee jaar zijn
ze alweer gescheiden. Neeltje verhaalt
vriendinnen over da bruut die haar
tegen een kist slingerde en daarna ook
brulde: „Bruid, het huis uit Ik zal
nooit meer mijn benen naast je strek
ken.
Torrentius wordt maandenlang ver
hoord. Wat wordt hem aangerekend?
Er is een Delftse waard, Lambrecht
Schapenberch („Het Schaapje”), die
verklaart dat de schilder de spot met
Gebroken reist Torrentius naar het
Engelse hof om in het kringetje van
geprotegeerde schilders te worden in-
gelijfd. Over zijn ervaringen daar is
nauwelijks iets bekend, maar volgens
kronieken moet hij meer schandalen
hebben veroorzaakt dan reden tot te
vredenheid hebben gegeven. Men
neemt echter aan dat zijn verwoeste
gezondheid hem heeft verhinderd nog
veel te kunnen werken. Omstreeks
1641 keert hij ziek en berooid terug in
Amsterdam, waar hij tot zijn dood met
moeite rondkomt van het geld dat zijn
moeder hem heeft nagelaten. Op 17
februari 1644 wordt hij opvallend deftig
in de Nieuwe Kerk begraven.
placht iedereen te groeten met een
beminnelijke aanspraak. In huis maak
te hij dagelijks goede sier. Onder het
drinken zwoer hij op de naam van
Epicurus, hij geloofde niet in hel en
hemel, kortom een gevaarlijk mens (zie
inleiding), een verkwister van eigen en
andermans geld. Het meest wonder
baarlijke was, dat hij nooit gebrek aan
geld had. Altijd had hij wel een „bult
van penningep” bij zich als in de tijd
van Danaesi, toen de hemel goud re
gende.
Het stadsbestuur vergadert op 25
juni de hele dag en seint de Prins dan,
dat het toch maar beter is deze ketter
stil in het gevang te laten. De druk
vanuit Den Haag wordt evenwel te
groot en op 11 juli kan de Prins het
„pardon” tekenen.
Wie was deze occult aangelegde
„duivelskunstenaar” over wie deskun
digen nog niet zo lang geleden hebben
beweerd, dat hij tweehonderd jaar
Kort daarna trekt Torrentius naar
Haarlem, waar occulte bewegingen we
lig tieren. Hij kiest domicilie in het
huis van de Haarlemse koopman
Over hekserij rijn nog steeds
kleurige verhalen in omloop,
maar het laatste grote proces van
de brandstapel in ons land heeft
zich in het begin van de Gouden
Eeuw op de Haarlemse Grote
Markt afgespeeld. De „ketter” was
een buitengewoon begaafde, amu
sante en knap ogende man, die
volgens de overleveringen ver
dacht goed schilderde, op de dui
vel toaste en ook als verleider van
de meest kuise „blommen der na
tie” de aandacht trok. In zijn be
schrijving van het oude Haarlem
noemt Schrevelius hem „een be
drieger van het volck, een pest
voor de jeucht en een schoffeerder
van vrouwen”. Wat de strenge
calvinisten in Haarlem helemaal
niet beviel, wal, dat de van wijn
tje en trijntje genietende bohé
mien ook nog prediker was van het
geheime genootschap van de
Rozenkruizers. Zijn naam: Johan
nes Torrentius. De wrede Haar
lemse beul wenste deze in fluweel
door het leven stappende intellec
tueel van de lichte penseelstreek
en lichte vrouwen de vuurdood
toe, maar invloedrijke vrienden
wisten dat te voorkomen. Door
interventie van de prins van
Oranje en de Engelse koning Ka
rei I belandde de toen al geknakte
Torrentius aan het hof van de
kunstlievende Britse vorst.
De voor de aanklager eenvoudig
plooibare huisknecht Jellekens vertel
op het proces, dat Torrentius het
vrouwvolk betastte en knuffelde
aan en onder het schort en dat hij
de zusters van Coppens wel eens had
gekust zonder dat hij, Jellekens, had
gezien dat deze vrouwen andere
minnaars hadden. Men liet hem ook
vertellen, dat de slaapkamer van de
schilder tegenover die van de zusters
lag en dat hij bij het schudden van
zijn bed had ontdekt, dat de bedde-
plank was verlegd teneinde meer
ruimte te hebben.
Hoewel deze mening door anderen
later bestreden is, komt dr. Van Lut-
terveld in 1948 nog tot de volgende
analyse: „De werkjes zijn zo subtiel en
zuiver en de perspectiefwerking is zo
gaaf, dat men vermoeden mag dat de
meester met behulp van een camera
obscura met ronde projectie heeft ge
werkt.” Deze postume hulde heeft Tor
rentius hoogstens nog tot een triom
fantelijk gebaar tegen het plafond van
zijn grafkist kunnen verleiden. De
koopman Coppens. zijn vriend, is het
overigens al even slecht vergaan. Hij
werd naar het buitenland verbannen,
hoewel hij altijd staande heeft gehou
den, dat er nooit op de echte duivel
doch op een kennis met deze naam is
geproost. Helemaal onmogelijk is dat
niet want in de processtukken d’iikt
de naam op van een zekere Hans
DuyveL
Veel vrienden blijven Torrentius
trouw. Zij bereiken dat hij ten minste
een stoop wijn per dag mag hebben en
bezoek kan ontvangen. De prins van
Oranje bepleit clementie, maar hij
stuit op de onwrikbare strengheid en
angstvallige vrees voor ketterijen bij
de Haarlemse heren. Pas als de Eng^l-
se koning Karel I in hét vizier konrt,
durft hij opnieuw een beroep op Haar
lem te doen.
Torrentius vindt het erg amusant en
blijft ontkennen. Hij valt in handen
van de wrede schout Cornells van
Teylingen, die weinig moeite denkt te
hebben om hem dan maar kwaadschiks
tot een bekentenis te dwingen. Dat valt
tegen, want als de bohémien in het
blok is geslagen en met door gewichten
verzwaarde benen en de armen op de
rug gebonden door twee' handlangers
van de beul wordt opgetrokken, vindt
de schobt dat nog niet voldoende en
laat hij nog twee „trekkers” aanruk
ken. De kermende Torrentius, wiens
ledematen volkomen ut elkaar „liggen”
laten ze zo een tijdje hangen.
Een erotische tekening, die aan de meester wordt toegeschreven, maar hele
maal zeker zijn de deskundigen daar niet van. De gravure is in het bezit van
het Rijksprentenkabinet. Voorts is er van hem nog een bordeelscène bekend,
die schuil gaat achter het portret van een predikant. Schuift men het paneel
van deze vrome afbeelding opzij, dan springen er naakte vrouwtjes te voor
schijn.
HOE IS Torrentius in Haarlem?
Schrevelius vertelt in zijn beschrijving
van de stad, dat hij zich in fluweel
kleedde. Als hij op de markt wandelde,
waren alle ogen op hem gericht en hij
Bijvoorbeeld dat hij verklaard zou
hebben dat de bijbel een rapsodium is
dat door een of andere sufferd of
monnik over 200 tot 300 jaar was
bijeengeraapt.
Dit portret maakte Jan van de Velde van Johannes Torrentius tijdens diens
gevangenschap in Haarlem.