PERSONEELSTEKORT BRACHT DE
Koffer-met-
RIJDENDE BAAR AAN HET ROLLEN
alles-voor-de
begrafenis
ondernemer
DIEREN HOUDEN: BELANGRIJK VOOR BEJAARDEN
Verordeningen
den. We weten wat voor cultuur men had in een bepaald tijdperk. We weten welke
rituelen gebruikt werden bij het begraven. We zien bouwsels die allemaal getuigen
van een eigen opvatting. Hunnebedden en piramides. Maar wat moeten de mensen
over duizend of tweeduizend jaar van ons denken Ze vinden niets bij onze graven.
Levend bedrijf
Advies
Gespreksstof
Meer entourage
„Wij meten de rijkdom van een volk aan datgene wat we in en om de graven vin-
Taboes
Zullen ze denken dat we geen cultuur gehad hebben T'
ZATERDAG 11 NOVEMBER 1972
Erbij
NA ENIG AANDRINGEN wil de heer L. Westerweel het wel toegeven:
„Inderdaad verkopen we in IJmuiden, in Rotterdam en omgeving en in
Limburg meer brancards en ongevallenbakken dan in de rest van Neder
land. Maar dat vind ik niet zo verwonderlijk. Waar industrie is moet men
rekening houden met ongevallen”. Een visie die uit de mond van de Bus-
sumse zakenman Westerweel beslist niet buitenissig klinkt; hoewel men
ook kan stellen dat juist in industriecentra zoveel voorzorgsmaatregelen
ter voorkoming van ongevallen zijn genomen dat Westerweel ongelijk
heeft.
Leo Westerweel weet wat de realiteit is. Als directeur van het in het
Gooi gevestigde zesmansbedrijf Honor in alle attributen die met over
lijden en begraven te maken hebben wordt hij bijna dagelijks gecon
fronteerd met de hardste kant van het leven: de dood. Honor heeft zo’n
300 artikelen in huis waar mensen in het dagelijks bestaan maar liever
niet aan denken. Een vreemd scala van met taboes overladen produkten.
Waar Westerweel overigens zijn gewone werk heel normaal over
praat. Sectietafels van blinkend staal, bordjes „uitvaart niet parkeren”,
opvouwbare rijdende baren, spreekgestoelten.
BUS uja
STOP q
A
Leo Westerweel
in
begrafenisgereedschap
!St
R.
Ss
Bij een instelling met hoofdzake
lijk mensen van het platteland be
staat er meestal een veel uitgebrei-
len. Een gebrek aan doodgravers (iets
wat zich in heel Nederland sterk doet
gelden) zorgde voor een toekomst voor
de lichtgewicht baar en later zelfs de
rijdende baar. Werd immers vroeger de
baar met daarop de kist op tien schou
ders gezet, het huidige personeelstekort
kan niet meer geven dan vier. „Inder
daad”, zegt Westerweel, „is het verve
lend dat naast de groeve zo’n lege baar
staat. We ontwierpen het harmonika-
systeem zodat hij inklapbaar is. Na het
gebruik is het een onopvallend kort
wagentje.”
De zorg die het begraafplaatsperso-
neel in vroeger jaren aan de laatste
rustplaats kon besteden, is naar ver
houding teruggelopen. Niet dat men de
zaak laat versloffen; integendeel, men
zakte, elke begrafenisondernemer vond
deze methode onvolmaakt. Nu is in de
handel (ft f 1500) een zogeheten be-
graaftoestel dat met één voetbeweging
de kist zeer langzaam en gelijkmatig
laat zakken. Wanneer men wil kunnen
plastic palmtakken de open groeve af
sluiten. Ook dit gebeurt semi-automa-
tisch.
Zomaar
mevrouw
Oosting
precies op het juiste (lage) punt kan
worden neergezet.
en de heer
uitweiden.
van verschillende factoren af, bij
voorbeeld hoeveel je moet reizen.
We kunnen ook geen advies geven
aan iemand die bijvoorbeeld zijn
hond wil houden als hij naar een
bejaardencentrum gaat. Als de di
rectie van dat centrum daar tegen
is, kun je er niets aan doen. Die
directie moet juist om advies vra
gen. We willen grote groepen mensen
benaderen. Let wel: het hoeft dan
niet om een groot dierenbestand te
gaan”.
is
it
k
is
;t
LEO WESTERWEEL
Daarbij moet natuurlijk zeer duide
lijk voorop gesteld worden dat de wij
zigende omstandigheden in het begra
feniswezen de tijd rijp maakten voor
een levend bedrijf in dit soort artike-
Hoeveel kost een advies van hen
eigenlijk? Mevrouw Appelman: „Dat
is niet zomaar te zeggen. Het hangt
ie
re
n
l-
ifi
te
ir
te
i-
ti-
m
t-
er
it
.n
f-
ik
Is
in
a.
at
lp
n-
:h.
Jlf
ey
er
‘èf
n
►g
;n
!D
ig
n
te
d
Ie
n
h»
g
et
it
n
a-
in
:ie
al
de
o-
èn
h-
it-
de
.*el
ta
in
ds
en
n,
er
an
er
e-
Cn
er
ek
en
ra
p
id,
et
lit
as.
)k
li
er
lij
m
s-
li-
et
ar.
ti
de
p”
ril
ra
in
is
t>-
jr
Bij gebouwen met meerdere ver
diepingen kunnen aan de buiten
kant langs de ramen kattenpalen
gezet worden. De katten kunnen
hier op- en afklimmen en via luik-
„Als er in een bejaardentehuis
dieren zijn”, vervolgt mevrouw Ap
pelman, „dan ontstaat daardoor ook
gespreksstof als er jongen komen of
als er een sterft. We kennen een
bejaardencentrum waar de bewo
ners gingen stemmen over de na
men van pasgeboren diertjes. En de
kleinkinderen vinden het kostelijk,
als opa of oma een dier hebben. Er
zitten vreselijk veel positieve kan
ten aan deze zaak".
hoe ze leven. Ze krijgen hun eten
bijvoorbeeld door een luikje. Daar
word je toch koud van? We moeten
ze een beter leefklimaat geven en
ze uit de klinische sfeer halen. Laat
ze met een hondje wandelen. Er
ontstaan dan vanzelf gesprekken
met andere mensen en je voorkomt
vereenzaming”.
De heer Oosting: „We willen die
ren in oog-, oor- en tastbereik van
de mensen brengen; in de gebouwen
zelf’. Mevrouw Appelman: „In een
bejaardencentrum in Malden heb
ben we al een klein dierenbestand.
Ook mensen van buiten het centrum
mogen er komen. Zo ontstaan er
leuke contacten. Als er mensen
langs het gebouw komen en ze zien
een bewoner die ze door die dieren
hebben leren kennen voor het raam
staan, dat wordt er naar elkaar
gezwaaid. En ik vind dat er nog
veel te weinig naar elkaar gezwaaid
wordt”.
Het Landelijk Dieren Adviesbu
reau voor Instellingen draait nu
enkele weken. De reacties zijn al
zeer positief. Wie inlichtingen wil
hebben over het adviesbureau, kan
terecht bij mevrouw Appelman, Pr
Bernhardweg 7, Oosterbeek, tele
foon 08307-4367, of bij de heer Oos
ting, Italiaanseweg 11, Doorwerth,
telefoon 08307-6292.
dere behoefte dan bij een instelling
met stadsbewoners. „Mensen van
het platteland willen varkens, kip
pen, ganzen, eenden en kalkoenen.
Mensen uit de stad hebben al ge
noeg aan kippen, konijnen en dui
ven”, vertelt de heer Oosting.
Voorbeeld twee van Wésterweel: de
urnentang. „Als de urn moet worden
bijgezet dan kan het gebeuren dat dit
op een laag punt moet geschieden. Om
te voorkomen dat mensen moeten buk
ken of anderzinds moeten werken en
zich tegelijk ergens aan vast moeten
houden hebben we de urnentang in de
handel gebracht.” Een reuzenpincet
waarmee de urn wordt opgenomen en
De redeneringen van beiden heb
ben geleid tot de oprichting van het
Landelijk Dieren Adviesbureau voor
Instellingen. Ziekenhuizen, bejaar
dencentra en andere inrichtingen
kunnen bij dit bureau terecht voor
adviezen voor het houden van huis
dieren. Als een instelling om advies
vraagt, gaan mevrouw Appelman en
de heer Oosting op pad. Ze brengen
een bezoek aan de instelling en
bekijken welke dieren men er wil
hebben en hoe ze er gehouden kun
nen worden.
Volgens het adviserende duo kun
nen ook bedlegerigen met dieren
gelukkig gemaakt worden. Breng bij
een bed een uittrekbare observatie-
kast in een muur aan. Een vogel
bouwt er een nest in. Zo gauw er
jongen zijn, kan de patiënt het
kastje naar zich toetrekken. In het
kastje zit een lamp en door een
glazen wand kan de patiënt zien
hoe de jonge vogels gevoerd wor
den. De oude vogels volgen het nest
altijd.
jes kunnen ze in de verschillende
kamers komen.
Duidelijk is dat Honor wil zorgen
voor een goede, harmonieuze afwikke
ling van de begrafenis. En ook dat men
daar nog iets aan wil toevoegen; wat
meer entourage geven dan het strikt
zakelijke. De katafalk-rokjes, de plas
tic kunstbloemen, de vele soorten con
doléanceregisters, de koperen of stenen
urnen getuigen daar allemaal van.
Mevrouw Appelman: „Er moet
een mentaliteitsombuiging komen.
Veel directies van instellingen wil
len geen dieren. Misschien zijn ze
niet op de hoogte van de nieuwe
Westerweel over de taboes die over
het algemeen zijn produkten versluie
ren: „Er ligt inderdaad een enorme
geheimzinnigheid over deze zaken.
Maar ik stel me op het standpunt dat
ik zorg dat de overledenen op de juiste
manier daar komen, waar de nabe
staanden ze willen hebben." Voorbeeld
van Leo Westerweel: het begraaftoe-
stel. Werden vroeger de touwen gevierd
zodat de kist langzaam in de groeve
systemen. En zijn er wel dieren
toegestaan, dan zitten we vaak vre
selijk omhoog met gemeentelijke en
provinciale verordeningen. Daar
proberen we dan ontheffingen op te
krijgen”.
Als alle moeilijkheden overwon
nen zijn en de dieren voor een
bepaalde instelling zijn uitgezocht,
dan komen mevrouw Appelman en
de heer Oosting met meer technische
adviezen, bijvoorbeeld over de hok-
kenbouw en aanleg van vijvers. „Als
je de juiste dieren kiest en ze op de
goede manier houdt, dan wordt het
altijd een succes”, aldus mevrouw
Appelman.
„Bejaarden, zieken en gehandi
capten in het algemeen mensen
die in instellingen verblijven zijn
afgesloten van contact met dieren.
En juist voor hen is dat contact zo
belangrijk. Via het dier komen ze
ook weer in contact met andere
mensen". Aan het woord is de vroe
gere directeur van het Noorder Die
renpark te Emmen, de heer W.
Oosting uit Doorwerth.
zocht naar andere oplossingen. Bijvoor
beeld een efficiëntere aanpak. Vandaar
dat Honor een uitneembare, kunststof
grasmat bij de begraafplaatsen aan
prijst. Het gras om de groeve blijft
gespaard en het gemorste zand wordt
door de kunst vloer bedekt. Leo Wes
terweel verhandelt de gewoonste zaken
zoals nummertjes („Zo is het nou een
maal, we dragen van de wieg tot het
graf een nummer”) tot zeer bijzondere
zoals Embalmol, een spuitbusje met
zoals erop staat Leichpraeparations-
mittel. Honor bracht ook een koffer
met alles-voor-de-begrafenisonderne-
mer in de handel. Erin zitten bijvoor
beeld naast de spuitbusjes, ook stukken
desinfecterende zeep, werkjassen, een
voudige gereedschappen.
Die nuchtere opvatting van de Ne
derlanders steekt hem ook op een an
dere manier. Met het oog op verleden
en toekomst zegt Leo Westerweel (38
jaar): „Wij meten de rijkdom van een
volk aan datgene wat we in en om d«
graven vinden. We weten wat voor
cultuur men had in een bepaald tijd
perk. We weten welke rituelen ge
bruikt werden bij het begraven. We
zien bouwsels die allemaal getuigen
van een eigen opvatting. Hunebedden
en piramides. Maar wat moeten de
mensen over duizend of tweeduizend
jaar van ons denken? Ze vinden niets
bij onze graven. Zullen ze denken dat
we geen cultuur gehad hebben?”
Die archeologen zullen onze cultuur
op een andere plaats vinden. Ze zullen
autokerkhoven opgraven. Westerweel
glimlacht „Misschien is dat wel zo.
Dan zie ik het vanwege mijn beroep
waarschijnlijk wat te eenzijdig.”
„Het personeel van instellingen is
meestal niet erg van dieren gediend.
Dan krijgen we nog meer werk en
nog meer rommel, zeggen ze. Maar
rpet de moderne methoden hoeft
het houden van dieren niet vies te
zijn". Dat zegt mevrouw Th. Appel
man uit Oosterbeek.
Wat Westerweel soms niet goed kan
verkroppen, is dat Nederlanders zo
nuchter zijn. Ook in het begraven. „In
ons land besteden de mensen de helft
van het geld aan een begrafenis, wat
er in het buitenland aan wordt uitge
geven. Ik doe veel zaken met Duits
land. Maar je kunt rustig stellen dat
daar een veel rijkere ceremonie om
het begraven heen is. Je zou kunnen
zeggen dat de mensen daar denken:
welke lintjes kunnen wij om het ge
beuren heen hangen, opdat het zo aan
genaam mogelijk wordt voor de nabe
staanden.”
Voor buitenstaanders een vreemde
beroepskeuze, deze handel in produk
ten die alle op een of andere manier
met het overlijden in verband staan.
Voor Westerweel allerminst. Hij groei
de er als het ware in op. Zijn vader
was begrafenisverenigingsdirecteur en
zag de doodgravers zwoegen met zware
eikehouten baren. Hij ontwierp een
lichtgewicht stalen buizenframe om
hun taak gemakkelijker te maken en
zo was Honor geboren. Het ideaal van
de jonge Westerweel lag echter in een
andere richting. Hij ging studeren, be
haalde een ingenieurstitel in de koel
techniek en werd manager van een
koel- en vrieshuis in Bussum. Totdat
enkele jaren geleden een ongeluk ge
beurde. Bij het onschadelijk maken
van een hoogspanningsleiding bleef
Westerweel eraan hangen.
Hij overleefde het. „Maar”, zoals hij
zelf zegt, „ik moest opnieuw beginnen.
Ik moest weer leren lezen, weer leren
schrijven.” Dat laatste deed hij aan de
hand van het kaartsysteem van ’s va
ders firma, Honor. Hij schreef kaartje
na kaartje totdat hij weer langzaam
kon beginnen. Op dat ogenblik postte
zijn vrouw de kaartjes met de uitnodi
ging eens op te geven welke bestellin
gen men bij Honor wilde plaatsen. De
respons was groter dan beiden ver
wachtten en Westerweel koos het be
roep dat hij altijd had kunnen kiezen,
maar nooit had gekozen: hij werd
directeur van Honor. De man die zelf
de dood in de ogen had gezien, werd
handelaar in attributen die andermans
overlijden begeleiden.
twee adviezen waarover
Appelman
enthousiast
Nauwkeurig uitgewerkte ontwerpte
keningen verduidelijken hun ver
haal.
Het idee voor het Landelijk Dieren
Adviesbureau voor Instellingen
komt van de heer Oosting. „Als
directeur van het Noorder Dieren
park werd ik vaak met eenzamen
geconfronteerd. Bij het rondleiden
van groepen constateerde ik vaak
een grote hang naar contact met
het dier. Blinden wilden bijvoor
beeld konijnen en marmotjes in de
handen houden. In het dierenpark
werden ook mensen uit inrichtingen
te werk gesteld. Ze hadden een ge
stoord contact met mensen. Door de
omgang met dieren kwamen ze
weer bij de mensen terug”.
Mevrouw Appelman: „Hier in
Oosterbeek word je met de proble
men van de bejaarden geconfron
teerd, of je wilt of niet; 16 percent
van de bevolking bestaat uit bejaar
den, landelijk is het 10 percent. Als
je die bejaarden gaat bezoeken,
word je er beroerd van als je ziet
o
r 1