f een BEGRIPPEN OMTRENT HET EN OCCULTE ONBEGREPENE voor Milieu-boodschap jeugd „Bommen voor brood": nieuw veiligheidsbeleid AANVULLING OP HET RAPPORT-MANSHOLT KREET VAN ZUID-MOLUKKERS „MENA-MURIA": BEGRIJPELIJKE Onderwatersport goed boekje Generaal zoekt Zeilend onder de doodskop dood leger g^g^WIJ ONTVINGEN Pr in Je jo „S.O.S. PLANEET AARDE IN GEVAAR" MAANDAG ftO NOVEMBER 1 1972 Andere orde Magiërs Jc za m: ga ne he en m: ko Gi er w< de tei he na o ECHTE VEILIGHEID kan pas verkregen worden als wij die ba seren op rechtvaardigheid in de inrichting van de samenleving en geestelijke weerbaarheid van de burgers. Een denken in de richting van een nieuw veiligheidsbeleid wordt echter tegengehouden door de angst. Dezelfde angst bij de gedachte dat onze positie van de sterkste wel eens aangetast zou kunnen worden verhindert ons ook te denken in de richting van een betere verdeling van de rijkdommen van de wereld. Nederland-proefland n cfie „Biosfeer” heet -i H.S. ROLF STALLINGA R.S. over ten komt het kind niet uitgekeken. *4 B. V. P. kernwapenvrij maken, een reorgani satie van het militaire apparaat, een wezenlijk andere opstelling binnen de NAVO, werken aan een verdergaande democratisering. Rozendaal houdt van de onderwa terwereld (hij geeft geen jachtaan- wijzigingen, wel uitgebreide tips over onderwaterfotografie), maar weet er toch wel als instructeur zoveel afstand van te nemen, dat hij ook op de gevaren van het (onoordeelkundi ge) duiken wijst. Hij zegt: „Meer dan 80 pct. van alle duikongevallen is te wijten aan menselijk falen, gebrekki ge opleiding, onvoorzichtigheid, pa niek en onwetendheid.” Maar Rozen daal vindt dat het rijden met de auto naar de duikplaats gevaarlijker is. l jeu voc vei net te nie vo< dei of de eer I on! ne< Ge ter pol nel ter pu en Ha 1 we bes Joi zat kei voc I zen tat: ave eer tro sch het we' bijl ver ver J dee kei var We tay var mil een pra ter de das laa rea zeil get hei tor, ged we: S hee Nij me: der die Ak bij has zo ove mir Vol dat kin doe ze var lacl ane mei hui we: »m I der Jor Tete Siahaya, de schrijver van >rMena-Muria”. KOSMOS—AMSTERDAM. Van Binette Schroeder over „Het Paard Floriaan en Max de tractor”. Ook in dit boek is de tekst eenvoudig gehouden, maar op de mooie kleurpla- Hendrik Lindt. De tekeningen, die in het boek een primaire functie hebben zijn van Alessandro Pacini Kort en bondig worden in het ka der van de milieuproblematiek gebe zigde begrippen al «ecologie, biosfeer, diergeografische zones, biomes, ecolo gische schelpen en levenswebben, voedselketens en dergelijke verklaard. Daarnaast geeft Masini puntig een overzicht van de bedreigingen. Wat „S.O.S. Planeet aarde in gevaar!” tot een juweeltje maakt eigenlijk een gekke kreet als je de smerigheid en dreiging van het onderwerp bekijkt zijn de tekeningen van Pacini. Ze getuigen van een verrukkelijke origi naliteit en speelsheid. Op het kalf zit een grote plastic(!) fles geplakt met onderaan de hard- kartonnen kurk een briefje met de kreet „De natuur sterft”. Diverse op- klaptekeningen werken op de nieuws gierigheid. De verklaring van bijvoor beeld de term ecologische schelp zit de oudere, die het boek ongetwijfeld zal kunnen waarderen aan een beter milieu kan bijdragen. ’’S.O.S. Planeet aarde in gevaar!” zou een sprookjes achtig boek kunnen worden ge noemd als de inhoud niet zo’n kei harde werkelijkheid was. boelcenlx>ekenlx>ekdxt>odcenl boelcenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekaoi boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEl boekenboeken boekenboekenboekenboekenf boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekm fc lekenboekenboekentioekeni boekenboekenboekenboekenj boe kenboeken boekenboeken] boekenboekenboekenboeke» boekenboekenboekenboeken! boekenboeken boekenboeken boekenboeken boekenboekenboekenboekenf boekenboekenboekenboekeni boekenboekenboekenboekenf GESCHIEDENIS van de Vrijbuite rij of in de Nederlandse vertaling „Zeilend onder de doodskop” is de titel van een weliswaar omvangrijk, maar niet altijd even boeiend boek van Uitgeverij Westfriesland in Hoorn waarin de Fransman Georges Blond de lotgevallen van het interna tionaal piratendom de bloedrode re vue laat passeren. We maken kennis met de zonen van Schildpaddeneiland en hun held Henry Morgan, de heer ser van de Caraibische Zee, die zich als 65-plusser nog eens tegen zijn vrijbuiter-broeders zou keren. Na de laatste vertegenwoordigers van de klassieke rijg aan het mes-, plunder- en verkrachtstijl, zoals de artistieke Grammont met zijn Hol landse kornuiten, belanden we ten- slote bij de Fransman Jean Laffite, die alweer in de vorige eeuw— met New Orleans als thuishaven lustig mag intrigeren in het roerige politieke wereldje van die dagen, waarna deze kapitalist van-huis-uit bevriend moet raken met Karl Marx en volgens Blond zelfs diens „Mani fest van de Communistische Partij" heeft gefinancierd. Feitenverzamelaar Blond heeft ge probeerd de romantiek van het rauwe zeeroversbestaan te koppelen aan een wetenschappelijk benaderde opsom ming van militaire, politieke en eco nomische omstandigheden uit die tijd. Een aanvaardbaar concept, waarmee hij evenwel grote moeite heeft, om dat het één zich in een niet al te best geschilderde avonturenromansfeer af speelt en het ander ondanks de tallo ze details al evenmin voldoende uit de verf komt. Dat is jammer, want onze zeeschuimers hadden een beter lit verdiend. Men moet niet denken, dat, als men dit boekje even doorneemt, dat men dan het water in kan plonzen om de zaken daar beneden langdurig in ogenschouw te nemen. Het is geen handleiding voor doe-het-zelvers. Het geeft wel bijzonder veel i nformatie (uitrusting, techniek, duikplaatsen, duikreizen, eerste hulp, signalen, in lichtingen over de NOB enz). SPECTRUM-UTRECHT Weer een Prisma-Fuzz-'boekje van P. Damstra, onder de of 'ove titel: „Manoeuvres”, waarvoor <.e aanval op alle fronten weer ruimschoots de gele genheid wordt geboden. AL EERDER heeft de bekende psy- chodiagnost Jack F. Ghandu zo’n boekje als Gijsen geschreven. Het is nu eenmaal een type boeken, dat een willige markt vindt. Chandu is overi gens een jaren lang bekende publicist op dit terrein. L. J. Veen in Wagenin- gen heeft nu van hem „De wonder baarlijke wereld van de magiërs” uit gegeven. Hierin komen voor een deel dezelfde zaken als in het vorige boekje ter sprake, maar dan op een andere manier. Schrijft Gijsen over magische ervaringen, Chandu heeft de magiërs in zowat de hele wereld opgezocht en vertelt over de mensen „die het ’m dóen.” Chandu behandelt heel in het kart de geschiedenis van de magie vanaf de primitieve mens tot aan vandaag de dag toe en noemt dan de meest bekende figuren en hun prestaties op dat gebied. Hij wijst er op, dat heel veel „wonderen” trucs zijn of natuui- lijk verklaarbare verschijnselen. De onverklaarbare, tracht hij te ontraad selen, een beetje anders dan sommige andere schrijvers, omdat hij vanuit zijn eigen praktijk kan spreken. Een aardig boekje, maar ook weer voor de beginners. WOLTERS-NOORDHOFF-GRONIN- GEN Een vierde druk van het bekende boek van Drs. S. C. Derksen: „Hoe leren we de vrede?” De schrijver vraagt zich af: „Kunnen we de vrede leren?” Een beslissende vraag ook vol gens hem, want oorlog biedt geen toe komst. de organisatie van die samenleving en de doelstellingen van die organisatie. Die organisatievormen hangen weer nauw samen met de opvattingen, me ningen en ideeën van de mensen, die er dee’ van uitmaken. Organisatie en mens beïnvloeden elkaar, zij vormen elkaar. Het driehoeksprobleem moet op twee fronten worden aangepakt: me dewerken aan een verandering van de opvattingen die er over de werke lijkheid bestaan en meewerken aan een verandering van het gedrag dat in die werkelijkheid ontplooid wordt. Dit laatste kan via het handvat van de economische macht, de dikste wortel van de boom waarvan de takken de genoemde problemen zijn. Het eerste proberen de samenstellers te doen door het schrijven van „Bommen voor brood”. BERT VAN PANHUIS verborgen in een opklapbare schelp en bij het stukje over de voedselke ten is een uitklapbare hardpapieren keten gemaakt. Alle figuurtjes, in de tekeningen voorkomend zijn in een wat tekenfilm achtige stijl uitgevoerd. Achterin het boek wordt nog eens uit de doeken gedaan hoe de jeugd, en ook HET MILIEU BRENGEN WE in Nederland, aldus Blok c.s. door onze manier van produceren en consume ren nu al ernstig in gevaar. Door het nemen van eenzijdige maatregelen kunnen we vooruitlopen op een in ternationale politiek van milieube houd en daarmee de totstandkoming van een dergelijke politiek stimule ren. Het veiligheidsbeleid kan moei lijk worden bevorderd wanneer klei ne naties blijven vertrouwen op de kernwapengaranties van de grote mo gendheden. Dat remt nucleaire ont wapening van de Verenigde Staten en de Sovjet Unie. Nederland kan proef- land zijn voor een nieuw veiligheids beleid. Twee beleidslijnen zijn hierbij het zich langzaam terugtrekken en niet langer meedoen aan het conventio- neel-nucleair bewapeningssysteem en het opbouwen van zogenaamde socia le verdedigingssystemen, hetgeen pa rallel loopt aan verdergaande demo cratisering. Beide processen vullen el kaar aan, het één gaat niet zonder het ander. „Bommen voor brood” geeft een aantal stappen waarmee Nederland gids kan zijn: het land VOOR WIE ZIJN vertier onder water gaat zoeken is er nu een aardig „bijbeltje” bij L. J. Veen in Wagenin- gen verschenen: „Alles over sportdui- ken”. Schrijver is ir. Ruud Rozendaal, jarenlang bondsinstructeur van de Nederlandse Onderwatersport Bond. Hij geeft practische tips en houdt zich bezig met theorie-kennis, die gewoon van nut is voor degenen, die ofwel als snorkelduiker ofwel als perslucht duiker onder de waterspiegel ver dwijnen om zich daar bezig te hou den met al wat daar leeft en bloeit. Dit zeggen de zes samenstellers van „Bommen voor brood” (Wereldven ster, Baarn), dat volgens hen moet worden gezien als een vervolg en aanvulling op het rapport-Mansholt. De natuurkundige Joh. Blok, de poli tici Dolf Coppes en Bas de Gaay Fortman, de ontwikkelingseconoom H. Linneman, de polemoloog Hylke Tromp en de ethicus J. Verkuyl heb ben veel waardering voor het rap port-Mansholt, maar ze missen er iets in. Van de drie grote wereldproble men milieubedreiging, bewapenings wedloop en armoede in de derde wereld, wordt slechts het eerstge noemde nader uitgewerkt. De andere twee worden terloops behandeld en ook de samenhang komt volgens ..Bommen voor brood” eigenlijk te weinig naar buiten. BIJ DISCUSSIES over de proble men rond milieuverontreiniging en verstoring van het biologisch even wicht wordt nogal eens gesteld, dat aan de basis van alle het leven be dreigende ellende de mentaliteit van de mens ligt. De mens die met zijn gemakzuchtig en onverantwoord han delen het eigen graf staat te delven. Een juiste mentaliteit ten opzichte van de ons omringende natuur en de medemensen is, zo wordt dan gezegd, een kwestie, die bij de opvoeding een grote rol moet spelen. Het door de uitgeverijen Helmond en Kok Kampen in de verkoop ge brachte ’’S.O.S. Planeet aarde in ge vaar!” is speciaal op de hele jonge generatie afgestemd en draagt dan ook als ondertitel: Bericht over de milieuvervuiling voor de jeugd. Deze ’’ecologische boodschap aan de jeugd van de hele wereld” is uit Italië afkomstig. De tekst is van Giancarlo Masini, d« Nederlandse vertaling van Mena-Muria is de „strijdkreet” van deze (internationaal niet erkende) re publiek. Is het alleen dweperij die een jongeman als Siahaya en met hem 32 andere jonge Zuidmolukkers ertoe drijft een gewapende overval te plegen op de ambtswoning varr de Indonesische ambassadeur (waarbij een Nederlandse politieman om het leven kwam)? Of is het haat tegen de Indonesiërs, die zij als de onderdrukkers van hurt RMS zien en tegen Nederland, dat hen naar hun opvatting - en zeker niet alleen de hunne - weliswaar onderdak en comfort bood maar hen politiek gezien heeft laten vallen als een baksteen? Of past een overval als deze in het sociologische modebeeld van polaristatie, harde actie en esca latie? Vast staat, dat bij een gesloten groep als de Zuidmolukkers in ons land vormen, de invloed van de ou ders en de kerken op hun hier opge groeide jongeren bijzonder groot is - zeker groter dan die van de Neder landse ouders en kerken op hun kin deren. Al deze factoren spelen een rol bij de totstandkoming van acties als die in Wassenaar en de brandstichting in de Indonesische ambassade in Den Haag in ’66, die eveneens in dit boek geschreven wordt en waarin Siahaya ook een aandeel had. De Zuidmoluk kers zelf erkennen slechts één grote drijvende kracht achter alles wat zij deden en nog zullen doen: het hun heilige ideaal van de RMS - een ideaal dat, zo beseffen zij duidelijk, misschien nog lang op vervulling zal moeten wachten, maar dat zeker ver wezenlijkt zal worden. Moeilijk te ontkennen valt dat Ne derland, met zijn koloniale verleden in hoge mate medeverantwoordelijk is voor de nu ontstane situatie, ook al door de wijze waarop destijds in NederlandsIndië de Zuidmolukkers zijn doordrenkt met onze idealen als God, Vaderland en Vorst. „Menu-Muria” is een persoonlijk verslag zonder enige literaire preten tie, maar bijzonder informatief en ook lekker leesbaar door de afwisse ling van loodzware ernst en speelse objectiviteit waarmee het geschreven is. Vooral het eerste deel, over de actie-Wassenaar, komt recht uit het hart op je af. Het beschrijft niet alleen de primi tief opgezette acties als die in Wasse naar en Den Haag, maar ook het verblijf van de jonge Zuidmolukkers in de gevangenis van Scheveningen en van Vught; bovendien omvat het een beschouwing, „Waarom wij kwa men”, door F. A. Aponno, de leider van de Zuidmolukse delegatie, die 10 augustus ’50 in Nederland arriveerde om met de autoriteiten te overleggen over de wijze van demobilisatie van de Zuidmolukse KNIL-militairen. Menu-Muria verscheen bij uitgeve rij De Bezige Bij in Amsterdam. „HET HOUWEEL DRONG met een dof geluid in de grond. De priester sloeg een kruis. De generaal bracht de militaire groet. De oude grondwer ker van de gemeente hief zijn werk tuig weer op en dreef het met kracht in de grond. Het is zover, we zijn begonnen dacht de generaal ont roerd en hij keek naar de eerste kluiten vochtige aarde, die aan zijn voeten rolden. Het was het eerste graf, dat ze openden, en alle aanwezi gen stonden er als versteend om heen.” „BEKROMPEN IDIOTEN stellen maar al te vaak de vraag: .Jullie Zuid-Molukkers hebben het hier in Nederland goed; wat willen jullie eigenlijk nog meer?” Dat zinnetje zegt veel, bijna alles, over de mentaliteit van waaruit Ma theus Frederik (Tete) Siahaya het boek „Mena-Muria”, ondertitel Was senaar *70: Zuid-Molukkers slaan te rug”, schreef. Siahaya is nog jong - hij werd in ’49 in Tarakan (Indone sië) geboren en heeft dus niet bewust meegemaakt dat Ambon zich, op 25 april 1950, vrij en soeverein procla meerde in de Republiek Maluku Se- latan. HET JAN LUITINGFONDS-ZEIST heeft het boekje: „Thuisgym” uitgege ven. Samengesteld door Rie Vasten hóud. 250 oefeningen huisvrouwengym- nastiek van de radio. Heel iets anders dan het eerder genoemde boek, maar om een goede conditie te veroveren of te handhaven, ook uitstekend te ge bruiken. Sterk begin van Ismaïl Kadares met wiens „De generaal van het dode leger” voor het eerst in ons land een Albanese roman verschijnt (bij Pega sus in Amsterdam) en dan nog wel een hele beste ook. De generaal in het boek van Kaderes (hij was 33 toen hij het schreef) is een Italiaan, die twintig jaar na de nederlaag van de fascistische legers naar Albanië komt om vergezeld door een priester de stoffelijke resten van gesneuvelde Italiaanse militairen te zoeken. Dit ongewone gegeven krijgt een nog meer bizar accent door de ma nier, waarop de generaal („Ik heb een heel legei- doden onder mijn bevel, maar als uniform hebben ze allemaal een plastic zak”) zich een weg door dit ruige „eiland” op de Balkan ploegt en de gesprekken, die hij on derweg met de priester en zichzelf voert. Aan de ene kant bezeten om zijn hoogste opdracht uit te voeren, aan de andere kant moreel aangetast door de tegenslagen bij zijn spitten in het dodenrijk, zegt de generaal er gens: „Mijn arme soldaten. Ik voel me een pleegvader van mijn kinde ren. Hoe kan ik ze wreken?” en „We zijn de bekwaamste doodgravers ter aarde. Ze zullen ons niet ontsnap pen.” Op zijn speurtocht stuit hij op vele voorvallen uit de oorlogsjaren met onder meer ontroerende fragmenten uit het dagboek van een deserteur, die door de generaal een karika tuur van al die helden uit het Musso- linitijdperk een sentimentele hui lebalk wordt genoemd. Dramatisch hoogtepunt zijn de gebeurtenissen tij dens een huwelijksfeest in een klein dorp. „Hier zijn ze, ik heb ze terugge bracht. Het land was woest en we hebben voortdurend met slecht weer te kampen gehad”. Ismaïl Kadares is een boeiend verteller met een direct woordgebruik, dat in de vertaling van Karlijn Stoffels volledig tot zijn recht komt. méér zaken zullen worden verklaard. Al te wetenschappelijk doet Wim Gijsen echter niet. Integendeel, zijn boekje is een „inleiding voor begin ners”, waarin hij van alles aanroert, onder meer het denken over het den ken, omdat daarin de sleutel van de paranormale vermogens verborgen is. Wim Gijsen weet dat hij te opper vlakkig schrijft, maar gelukkig geeft hij aan zijn boekje achter de hoofd stukken uitgebreide literatuuropgaven mee voor hen, die verder willen op het „pad van de verlichting”. Hij heeft inderdaad de goede boeken ge lezen. H. MEULENHOFF-BAARN L. Woiwode: „Het verloren Jaar”, roman van jonge liefde, jalouzie, haat en wrok.” Prins Leopold van Loewen stein: „Een tijd om lief te hebben. een tijd om te sterven”, vertaald door Dra. M. G. Schenk. Een aangrijpend liefdesverhaal. Richard Marius: „Mor gen komt er regen”, een boek vol romantiek, weldadigheid en geheimzin nigheid dat zich afspeelt in een stad in Tennessee in de tachtiger jaren. UITGEVERIJ LEOPOLD-DEN HAAG Robin Maugham: „Het Compromis”, roman. Johan Fabricius: „Partnerruil niet uitgesloten”, een onbenullig verhaal over twee echtparen die het via een advertentie „er dan maar eens op wa gen”. UITGEVERIJ ORION N.V. DESCLEB DE BROUWER-UTRECHT Marianne Kohier: „Relaxen”, de kunst en de wetenschap van het rus ten. Een boekje met oefeningen waar lichaam en geest beiden baat bij heb ben. De kunst van het „niet-doen” het „niet-bezig zijn”, die voor vee] „doe mensen” zo moeilijk is wordt in dit boekje op eenvoudige wijze duidelijk en aanschouwelijk gemaakt door een combinatie van tekst en foto’s. Eigen lijk moet iedereen dergelijke oefenin gen doen, jong zowel als oud. Psycho somatische klachten zijn beter te voor komen dan te genezen, maar wanneer het toch zover mocht komen brengt relaxen uitkomst, mits de oefeningen zeer regelmatig en toegewijd worden uitgevoerd. DE ARMOEDEBESTRIJDING IN de derde wereld vereist een herzie ning van de onrechtvaardige interna tionale economische orde. De gids functie van Nederland kan zijn dat de ontwikkelingsvoorstellen goed worden doordacht en dat stappen worden ondernomen, die een land alleen kan doen. Voorbeelden: het oprichten van een fonds voor de ontwikkelingslanden, die hebben gele den van monetaire crises, garanties verstrekken op leningen van de We reldbank, de hulpverlening richten op het platteland in de derde wereld. De samenhang tussen de drie we reldproblemen blijkt, aldus de sa menstellers van „Bommen voor brood” uit het feit dat ze dezelfde inhoud hebben, ook al zijn er andere etiketten opgeplakt. Fundamenteel is dat de problemen het directe gevolg zijn van het gedrag van de menselij ke samenleving. Het komt voort uit DE BOEKERIJ-BAARN Johannes Mario Simmel: „Ik weet niet wie ik ben”. Deze roman vangt aan met een bombardement van Wenen, maart 1945, een luchtaanval van Ame rikaanse bommenwerpers. Het ver haal concentreert zich dan op een bepa?!-’ r-nd op de Neumarkt, dat met de grond wordt gelijkgemaakt, maar waarvan men weet dat het eeuwenoude kelders heeft, waar verscheidene men sen naar toe zijn gevlucht voor een veilig heenkomen. Men graaft en graaft en tenslotte na enkele dagen werken onder hoogspanning wordt er contact gemaakt met de zeven opge slotenen, die het drama allen hebben overleefd. C. W. A. J. A. Walraven zorgda voor de vertaling. HET OCCULTE trekt aan, zoals al het geheimzinnige. Toch trachten we altijd het geheim te ontraadselen. Als al het occulte zou kunnen worden ontraadseld, wat dan? Zouden we de geheimzinnigheid dan missen en op zoek gaan naar nog diepere verkla ringen? Natuurlijk, want elk ant woord levert weer een nieuwe vraag op. Om die reden is „Wat niet weg is wordt gezien” van Wim Gijsen, geïl lustreerd door Lux Buurman en in kwarto-formaat uitgegeven door Bert Bakker in Den Haag, eigenlijk een vergeefs boekje. Wim Gijsen dezelfde van goede gedichten, essays en „Leven dat het een lieve lust is” stelt namelijk, dat de occulte raadselen eens uit het bovennatuurlijke gebied zullen zijn verhuisd naar het natuurlijke. Dan zullen ze hanteerbaar zijn geworden binnen de „gewone” natuurkunde. Hij begint dan alvast maar aan de onbe gonnen taak om te trachten ver schijnselen als hypnotisme, magnetis me, reïncarnatie, helderziendheid, spi ritisme, imaginatie en nog meer van een redelijke verklaring te voorzien. Hij doet dat, als iedereen overigens, door in de natuurkunde vergelij kingsmogelijkheden te zoeken met paranormale verschijnselen. Het wordt vaak gedaan, zo in de zin van: „Kijk eens, telepathische mensen zijn net als radiozenders en ontvangers”, en dan volgt er een verklaring, die wel geldt voor radio’s, maar slechts met zeer veel reserve mag worden gesteld voor mensen. Vaak raken zul ke vergelijkingen kant noch wal, maar anderzijds heeft de échte we tenschap de laatste decennia ook tal van paranormale verschijnselen wel binnen haar gebied getrokken omdat de apparatuur verfijnd is. Veel zaken, die zich in onze hersens afspelen zijn min of meer meetbaar geraakt, al thans de reflex ervan. Inderdaad zal Wim Gijsen dus wel gelijk hebben, als hij stelt, dat veel HOLLANDIA-BAARN Roman van Monica Dickens: „Ten einde Raad”, een verhaal over een mens in nood, die in uiterste vertwijfe ling en wanhoop een nummer draait van de telefonische hulpdienst „De Sa maritanen”, die 24 uur dus dag en nacht klaar staan om met medeleven een luisterend oor te geven aan die mens in nood. Vertaling van Frédéri- que van der Velde. 2de druk. UITGEVERIJ „DE FONTEIN"-DB BILT Ann Head: „De bruid was zestien en er zat niets anders op dan te trouwen”. Hun huwelijk leek éné rgote valstrik! maar later viel het allemaal wel weer mee. Vertaling van Frans van Olden burg Ermke. UITGEVERIJ VAN HOLKEMA A WA- RENDORF-BUSSUM Twee romannetjes voor jonge men sen, door Lide Meijer: „Een eigen ge zicht” en „Het glasheldere hoofd”. .S* i i' s w

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 6