f
een
BEGRIPPEN OMTRENT HET
EN OCCULTE
ONBEGREPENE
voor
Milieu-boodschap
jeugd
„Bommen voor brood":
nieuw veiligheidsbeleid
AANVULLING OP HET RAPPORT-MANSHOLT
KREET VAN ZUID-MOLUKKERS
„MENA-MURIA": BEGRIJPELIJKE
Onderwatersport
goed boekje
Generaal zoekt
Zeilend onder
de doodskop
dood leger
g^g^WIJ ONTVINGEN
Pr
in
Je
jo
„S.O.S. PLANEET AARDE IN GEVAAR"
MAANDAG ftO NOVEMBER
1
1972
Andere orde
Magiërs
Jc
za
m:
ga
ne
he
en
m:
ko
Gi
er
w<
de
tei
he
na
o
ECHTE VEILIGHEID kan pas verkregen worden als wij die ba
seren op rechtvaardigheid in de inrichting van de samenleving en
geestelijke weerbaarheid van de burgers. Een denken in de richting
van een nieuw veiligheidsbeleid wordt echter tegengehouden door de
angst. Dezelfde angst bij de gedachte dat onze positie van de sterkste
wel eens aangetast zou kunnen worden verhindert ons ook te denken
in de richting van een betere verdeling van de rijkdommen van de
wereld.
Nederland-proefland
n
cfie „Biosfeer” heet
-i
H.S.
ROLF STALLINGA
R.S.
over
ten komt het kind niet uitgekeken.
*4
B. V. P.
kernwapenvrij maken, een reorgani
satie van het militaire apparaat, een
wezenlijk andere opstelling binnen de
NAVO, werken aan een verdergaande
democratisering.
Rozendaal houdt van de onderwa
terwereld (hij geeft geen jachtaan-
wijzigingen, wel uitgebreide tips over
onderwaterfotografie), maar weet er
toch wel als instructeur zoveel
afstand van te nemen, dat hij ook op
de gevaren van het (onoordeelkundi
ge) duiken wijst. Hij zegt: „Meer dan
80 pct. van alle duikongevallen is te
wijten aan menselijk falen, gebrekki
ge opleiding, onvoorzichtigheid, pa
niek en onwetendheid.” Maar Rozen
daal vindt dat het rijden met de auto
naar de duikplaats gevaarlijker is.
l
jeu
voc
vei
net
te
nie
vo<
dei
of
de
eer
I
on!
ne<
Ge
ter
pol
nel
ter
pu
en
Ha
1
we
bes
Joi
zat
kei
voc
I
zen
tat:
ave
eer
tro
sch
het
we'
bijl
ver
ver
J
dee
kei
var
We
tay
var
mil
een
pra
ter
de
das
laa
rea
zeil
get
hei
tor,
ged
we:
S
hee
Nij
me:
der
die
Ak
bij
has
zo
ove
mir
Vol
dat
kin
doe
ze
var
lacl
ane
mei
hui
we:
»m
I
der
Jor
Tete Siahaya, de schrijver van
>rMena-Muria”.
KOSMOS—AMSTERDAM.
Van Binette Schroeder over „Het
Paard Floriaan en Max de tractor”.
Ook in dit boek is de tekst eenvoudig
gehouden, maar op de mooie kleurpla-
Hendrik Lindt. De tekeningen, die in
het boek een primaire functie hebben
zijn van Alessandro Pacini
Kort en bondig worden in het ka
der van de milieuproblematiek gebe
zigde begrippen al «ecologie, biosfeer,
diergeografische zones, biomes, ecolo
gische schelpen en levenswebben,
voedselketens en dergelijke verklaard.
Daarnaast geeft Masini puntig een
overzicht van de bedreigingen. Wat
„S.O.S. Planeet aarde in gevaar!” tot
een juweeltje maakt eigenlijk een
gekke kreet als je de smerigheid en
dreiging van het onderwerp bekijkt
zijn de tekeningen van Pacini. Ze
getuigen van een verrukkelijke origi
naliteit en speelsheid.
Op het kalf zit een grote plastic(!)
fles geplakt met onderaan de hard-
kartonnen kurk een briefje met de
kreet „De natuur sterft”. Diverse op-
klaptekeningen werken op de nieuws
gierigheid. De verklaring van bijvoor
beeld de term ecologische schelp zit
de oudere, die het boek ongetwijfeld
zal kunnen waarderen aan een beter
milieu kan bijdragen. ’’S.O.S. Planeet
aarde in gevaar!” zou een sprookjes
achtig boek kunnen worden ge
noemd als de inhoud niet zo’n kei
harde werkelijkheid was.
boelcenlx>ekenlx>ekdxt>odcenl
boelcenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekaoi
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEl
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenf
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekm
fc lekenboekenboekentioekeni
boekenboekenboekenboekenj
boe kenboeken boekenboeken]
boekenboekenboekenboeke»
boekenboekenboekenboeken!
boekenboeken
boekenboeken boekenboeken
boekenboekenboekenboekenf
boekenboekenboekenboekeni
boekenboekenboekenboekenf
GESCHIEDENIS van de Vrijbuite
rij of in de Nederlandse vertaling
„Zeilend onder de doodskop” is de
titel van een weliswaar omvangrijk,
maar niet altijd even boeiend boek
van Uitgeverij Westfriesland in
Hoorn waarin de Fransman Georges
Blond de lotgevallen van het interna
tionaal piratendom de bloedrode re
vue laat passeren. We maken kennis
met de zonen van Schildpaddeneiland
en hun held Henry Morgan, de heer
ser van de Caraibische Zee, die zich
als 65-plusser nog eens tegen zijn
vrijbuiter-broeders zou keren.
Na de laatste vertegenwoordigers
van de klassieke rijg aan het mes-,
plunder- en verkrachtstijl, zoals de
artistieke Grammont met zijn Hol
landse kornuiten, belanden we ten-
slote bij de Fransman Jean Laffite,
die alweer in de vorige eeuw—
met New Orleans als thuishaven
lustig mag intrigeren in het roerige
politieke wereldje van die dagen,
waarna deze kapitalist van-huis-uit
bevriend moet raken met Karl Marx
en volgens Blond zelfs diens „Mani
fest van de Communistische Partij"
heeft gefinancierd.
Feitenverzamelaar Blond heeft ge
probeerd de romantiek van het rauwe
zeeroversbestaan te koppelen aan een
wetenschappelijk benaderde opsom
ming van militaire, politieke en eco
nomische omstandigheden uit die tijd.
Een aanvaardbaar concept, waarmee
hij evenwel grote moeite heeft, om
dat het één zich in een niet al te best
geschilderde avonturenromansfeer af
speelt en het ander ondanks de tallo
ze details al evenmin voldoende uit
de verf komt. Dat is jammer, want
onze zeeschuimers hadden een beter
lit verdiend.
Men moet niet denken, dat, als
men dit boekje even doorneemt, dat
men dan het water in kan plonzen
om de zaken daar beneden langdurig
in ogenschouw te nemen. Het is geen
handleiding voor doe-het-zelvers. Het
geeft wel bijzonder veel i nformatie
(uitrusting, techniek, duikplaatsen,
duikreizen, eerste hulp, signalen, in
lichtingen over de NOB enz).
SPECTRUM-UTRECHT
Weer een Prisma-Fuzz-'boekje van
P. Damstra, onder de of 'ove titel:
„Manoeuvres”, waarvoor <.e aanval op
alle fronten weer ruimschoots de gele
genheid wordt geboden.
AL EERDER heeft de bekende psy-
chodiagnost Jack F. Ghandu zo’n
boekje als Gijsen geschreven. Het is
nu eenmaal een type boeken, dat een
willige markt vindt. Chandu is overi
gens een jaren lang bekende publicist
op dit terrein. L. J. Veen in Wagenin-
gen heeft nu van hem „De wonder
baarlijke wereld van de magiërs” uit
gegeven. Hierin komen voor een deel
dezelfde zaken als in het vorige
boekje ter sprake, maar dan op een
andere manier. Schrijft Gijsen over
magische ervaringen, Chandu heeft
de magiërs in zowat de hele wereld
opgezocht en vertelt over de mensen
„die het ’m dóen.”
Chandu behandelt heel in het kart
de geschiedenis van de magie vanaf
de primitieve mens tot aan vandaag
de dag toe en noemt dan de meest
bekende figuren en hun prestaties op
dat gebied. Hij wijst er op, dat heel
veel „wonderen” trucs zijn of natuui-
lijk verklaarbare verschijnselen. De
onverklaarbare, tracht hij te ontraad
selen, een beetje anders dan sommige
andere schrijvers, omdat hij vanuit
zijn eigen praktijk kan spreken. Een
aardig boekje, maar ook weer voor
de beginners.
WOLTERS-NOORDHOFF-GRONIN-
GEN
Een vierde druk van het bekende
boek van Drs. S. C. Derksen: „Hoe
leren we de vrede?” De schrijver
vraagt zich af: „Kunnen we de vrede
leren?” Een beslissende vraag ook vol
gens hem, want oorlog biedt geen toe
komst.
de organisatie van die samenleving en
de doelstellingen van die organisatie.
Die organisatievormen hangen weer
nauw samen met de opvattingen, me
ningen en ideeën van de mensen, die
er dee’ van uitmaken. Organisatie en
mens beïnvloeden elkaar, zij vormen
elkaar.
Het driehoeksprobleem moet op
twee fronten worden aangepakt: me
dewerken aan een verandering van
de opvattingen die er over de werke
lijkheid bestaan en meewerken aan
een verandering van het gedrag dat
in die werkelijkheid ontplooid wordt.
Dit laatste kan via het handvat van
de economische macht, de dikste
wortel van de boom waarvan de
takken de genoemde problemen zijn.
Het eerste proberen de samenstellers
te doen door het schrijven van
„Bommen voor brood”.
BERT VAN PANHUIS
verborgen in een opklapbare schelp
en bij het stukje over de voedselke
ten is een uitklapbare hardpapieren
keten gemaakt.
Alle figuurtjes, in de tekeningen
voorkomend zijn in een wat tekenfilm
achtige stijl uitgevoerd. Achterin
het boek wordt nog eens uit de
doeken gedaan hoe de jeugd, en ook
HET MILIEU BRENGEN WE in
Nederland, aldus Blok c.s. door onze
manier van produceren en consume
ren nu al ernstig in gevaar. Door het
nemen van eenzijdige maatregelen
kunnen we vooruitlopen op een in
ternationale politiek van milieube
houd en daarmee de totstandkoming
van een dergelijke politiek stimule
ren. Het veiligheidsbeleid kan moei
lijk worden bevorderd wanneer klei
ne naties blijven vertrouwen op de
kernwapengaranties van de grote mo
gendheden. Dat remt nucleaire ont
wapening van de Verenigde Staten en
de Sovjet Unie. Nederland kan proef-
land zijn voor een nieuw veiligheids
beleid.
Twee beleidslijnen zijn hierbij het
zich langzaam terugtrekken en niet
langer meedoen aan het conventio-
neel-nucleair bewapeningssysteem en
het opbouwen van zogenaamde socia
le verdedigingssystemen, hetgeen pa
rallel loopt aan verdergaande demo
cratisering. Beide processen vullen el
kaar aan, het één gaat niet zonder
het ander. „Bommen voor brood”
geeft een aantal stappen waarmee
Nederland gids kan zijn: het land
VOOR WIE ZIJN vertier onder
water gaat zoeken is er nu een aardig
„bijbeltje” bij L. J. Veen in Wagenin-
gen verschenen: „Alles over sportdui-
ken”. Schrijver is ir. Ruud Rozendaal,
jarenlang bondsinstructeur van de
Nederlandse Onderwatersport Bond.
Hij geeft practische tips en houdt zich
bezig met theorie-kennis, die gewoon
van nut is voor degenen, die ofwel
als snorkelduiker ofwel als perslucht
duiker onder de waterspiegel ver
dwijnen om zich daar bezig te hou
den met al wat daar leeft en bloeit.
Dit zeggen de zes samenstellers van
„Bommen voor brood” (Wereldven
ster, Baarn), dat volgens hen moet
worden gezien als een vervolg en
aanvulling op het rapport-Mansholt.
De natuurkundige Joh. Blok, de poli
tici Dolf Coppes en Bas de Gaay
Fortman, de ontwikkelingseconoom
H. Linneman, de polemoloog Hylke
Tromp en de ethicus J. Verkuyl heb
ben veel waardering voor het rap
port-Mansholt, maar ze missen er iets
in. Van de drie grote wereldproble
men milieubedreiging, bewapenings
wedloop en armoede in de derde
wereld, wordt slechts het eerstge
noemde nader uitgewerkt. De andere
twee worden terloops behandeld en
ook de samenhang komt volgens
..Bommen voor brood” eigenlijk te
weinig naar buiten.
BIJ DISCUSSIES over de proble
men rond milieuverontreiniging en
verstoring van het biologisch even
wicht wordt nogal eens gesteld, dat
aan de basis van alle het leven be
dreigende ellende de mentaliteit van
de mens ligt. De mens die met zijn
gemakzuchtig en onverantwoord han
delen het eigen graf staat te delven.
Een juiste mentaliteit ten opzichte
van de ons omringende natuur en de
medemensen is, zo wordt dan gezegd,
een kwestie, die bij de opvoeding een
grote rol moet spelen.
Het door de uitgeverijen Helmond
en Kok Kampen in de verkoop ge
brachte ’’S.O.S. Planeet aarde in ge
vaar!” is speciaal op de hele jonge
generatie afgestemd en draagt dan
ook als ondertitel: Bericht over de
milieuvervuiling voor de jeugd. Deze
’’ecologische boodschap aan de jeugd
van de hele wereld” is uit Italië
afkomstig. De tekst is van Giancarlo
Masini, d« Nederlandse vertaling van
Mena-Muria is de „strijdkreet” van
deze (internationaal niet erkende) re
publiek. Is het alleen dweperij die
een jongeman als Siahaya en met
hem 32 andere jonge Zuidmolukkers
ertoe drijft een gewapende overval te
plegen op de ambtswoning varr de
Indonesische ambassadeur (waarbij
een Nederlandse politieman om het
leven kwam)?
Of is het haat tegen de Indonesiërs,
die zij als de onderdrukkers van hurt
RMS zien en tegen Nederland, dat
hen naar hun opvatting - en zeker
niet alleen de hunne - weliswaar
onderdak en comfort bood maar hen
politiek gezien heeft laten vallen als
een baksteen? Of past een overval als
deze in het sociologische modebeeld
van polaristatie, harde actie en esca
latie?
Vast staat, dat bij een gesloten
groep als de Zuidmolukkers in ons
land vormen, de invloed van de ou
ders en de kerken op hun hier opge
groeide jongeren bijzonder groot is -
zeker groter dan die van de Neder
landse ouders en kerken op hun kin
deren.
Al deze factoren spelen een rol bij
de totstandkoming van acties als die
in Wassenaar en de brandstichting in
de Indonesische ambassade in Den
Haag in ’66, die eveneens in dit boek
geschreven wordt en waarin Siahaya
ook een aandeel had. De Zuidmoluk
kers zelf erkennen slechts één grote
drijvende kracht achter alles wat zij
deden en nog zullen doen: het hun
heilige ideaal van de RMS - een
ideaal dat, zo beseffen zij duidelijk,
misschien nog lang op vervulling zal
moeten wachten, maar dat zeker ver
wezenlijkt zal worden.
Moeilijk te ontkennen valt dat Ne
derland, met zijn koloniale verleden
in hoge mate medeverantwoordelijk
is voor de nu ontstane situatie, ook al
door de wijze waarop destijds in
NederlandsIndië de Zuidmolukkers
zijn doordrenkt met onze idealen als
God, Vaderland en Vorst.
„Menu-Muria” is een persoonlijk
verslag zonder enige literaire preten
tie, maar bijzonder informatief en
ook lekker leesbaar door de afwisse
ling van loodzware ernst en speelse
objectiviteit waarmee het geschreven
is. Vooral het eerste deel, over de
actie-Wassenaar, komt recht uit het
hart op je af.
Het beschrijft niet alleen de primi
tief opgezette acties als die in Wasse
naar en Den Haag, maar ook het
verblijf van de jonge Zuidmolukkers
in de gevangenis van Scheveningen
en van Vught; bovendien omvat het
een beschouwing, „Waarom wij kwa
men”, door F. A. Aponno, de leider
van de Zuidmolukse delegatie, die 10
augustus ’50 in Nederland arriveerde
om met de autoriteiten te overleggen
over de wijze van demobilisatie van
de Zuidmolukse KNIL-militairen.
Menu-Muria verscheen bij uitgeve
rij De Bezige Bij in Amsterdam.
„HET HOUWEEL DRONG met een
dof geluid in de grond. De priester
sloeg een kruis. De generaal bracht
de militaire groet. De oude grondwer
ker van de gemeente hief zijn werk
tuig weer op en dreef het met kracht
in de grond. Het is zover, we zijn
begonnen dacht de generaal ont
roerd en hij keek naar de eerste
kluiten vochtige aarde, die aan zijn
voeten rolden. Het was het eerste
graf, dat ze openden, en alle aanwezi
gen stonden er als versteend om
heen.”
„BEKROMPEN IDIOTEN stellen
maar al te vaak de vraag: .Jullie
Zuid-Molukkers hebben het hier in
Nederland goed; wat willen jullie
eigenlijk nog meer?”
Dat zinnetje zegt veel, bijna alles,
over de mentaliteit van waaruit Ma
theus Frederik (Tete) Siahaya het
boek „Mena-Muria”, ondertitel Was
senaar *70: Zuid-Molukkers slaan te
rug”, schreef. Siahaya is nog jong -
hij werd in ’49 in Tarakan (Indone
sië) geboren en heeft dus niet bewust
meegemaakt dat Ambon zich, op 25
april 1950, vrij en soeverein procla
meerde in de Republiek Maluku Se-
latan.
HET JAN LUITINGFONDS-ZEIST
heeft het boekje: „Thuisgym” uitgege
ven. Samengesteld door Rie Vasten
hóud. 250 oefeningen huisvrouwengym-
nastiek van de radio. Heel iets anders
dan het eerder genoemde boek, maar
om een goede conditie te veroveren of
te handhaven, ook uitstekend te ge
bruiken.
Sterk begin van Ismaïl Kadares
met wiens „De generaal van het dode
leger” voor het eerst in ons land een
Albanese roman verschijnt (bij Pega
sus in Amsterdam) en dan nog wel
een hele beste ook. De generaal in
het boek van Kaderes (hij was 33
toen hij het schreef) is een Italiaan,
die twintig jaar na de nederlaag van
de fascistische legers naar Albanië
komt om vergezeld door een priester
de stoffelijke resten van gesneuvelde
Italiaanse militairen te zoeken.
Dit ongewone gegeven krijgt een
nog meer bizar accent door de ma
nier, waarop de generaal („Ik heb een
heel legei- doden onder mijn bevel,
maar als uniform hebben ze allemaal
een plastic zak”) zich een weg door
dit ruige „eiland” op de Balkan
ploegt en de gesprekken, die hij on
derweg met de priester en zichzelf
voert. Aan de ene kant bezeten om
zijn hoogste opdracht uit te voeren,
aan de andere kant moreel aangetast
door de tegenslagen bij zijn spitten in
het dodenrijk, zegt de generaal er
gens: „Mijn arme soldaten. Ik voel
me een pleegvader van mijn kinde
ren. Hoe kan ik ze wreken?” en „We
zijn de bekwaamste doodgravers ter
aarde. Ze zullen ons niet ontsnap
pen.”
Op zijn speurtocht stuit hij op vele
voorvallen uit de oorlogsjaren met
onder meer ontroerende fragmenten
uit het dagboek van een deserteur,
die door de generaal een karika
tuur van al die helden uit het Musso-
linitijdperk een sentimentele hui
lebalk wordt genoemd. Dramatisch
hoogtepunt zijn de gebeurtenissen tij
dens een huwelijksfeest in een klein
dorp.
„Hier zijn ze, ik heb ze terugge
bracht. Het land was woest en we
hebben voortdurend met slecht weer
te kampen gehad”. Ismaïl Kadares is
een boeiend verteller met een direct
woordgebruik, dat in de vertaling van
Karlijn Stoffels volledig tot zijn
recht komt.
méér zaken zullen worden verklaard.
Al te wetenschappelijk doet Wim
Gijsen echter niet. Integendeel, zijn
boekje is een „inleiding voor begin
ners”, waarin hij van alles aanroert,
onder meer het denken over het den
ken, omdat daarin de sleutel van de
paranormale vermogens verborgen is.
Wim Gijsen weet dat hij te opper
vlakkig schrijft, maar gelukkig geeft
hij aan zijn boekje achter de hoofd
stukken uitgebreide literatuuropgaven
mee voor hen, die verder willen op
het „pad van de verlichting”. Hij
heeft inderdaad de goede boeken ge
lezen.
H. MEULENHOFF-BAARN
L. Woiwode: „Het verloren Jaar”,
roman van jonge liefde, jalouzie, haat
en wrok.” Prins Leopold van Loewen
stein: „Een tijd om lief te hebben.
een tijd om te sterven”, vertaald door
Dra. M. G. Schenk. Een aangrijpend
liefdesverhaal. Richard Marius: „Mor
gen komt er regen”, een boek vol
romantiek, weldadigheid en geheimzin
nigheid dat zich afspeelt in een stad in
Tennessee in de tachtiger jaren.
UITGEVERIJ LEOPOLD-DEN HAAG
Robin Maugham: „Het Compromis”,
roman.
Johan Fabricius: „Partnerruil niet
uitgesloten”, een onbenullig verhaal
over twee echtparen die het via een
advertentie „er dan maar eens op wa
gen”.
UITGEVERIJ ORION N.V. DESCLEB
DE BROUWER-UTRECHT
Marianne Kohier: „Relaxen”, de
kunst en de wetenschap van het rus
ten. Een boekje met oefeningen waar
lichaam en geest beiden baat bij heb
ben. De kunst van het „niet-doen” het
„niet-bezig zijn”, die voor vee] „doe
mensen” zo moeilijk is wordt in dit
boekje op eenvoudige wijze duidelijk
en aanschouwelijk gemaakt door een
combinatie van tekst en foto’s. Eigen
lijk moet iedereen dergelijke oefenin
gen doen, jong zowel als oud. Psycho
somatische klachten zijn beter te voor
komen dan te genezen, maar wanneer
het toch zover mocht komen brengt
relaxen uitkomst, mits de oefeningen
zeer regelmatig en toegewijd worden
uitgevoerd.
DE ARMOEDEBESTRIJDING IN
de derde wereld vereist een herzie
ning van de onrechtvaardige interna
tionale economische orde. De gids
functie van Nederland kan zijn dat
de ontwikkelingsvoorstellen goed
worden doordacht en dat stappen
worden ondernomen, die een land
alleen kan doen. Voorbeelden: het
oprichten van een fonds voor de
ontwikkelingslanden, die hebben gele
den van monetaire crises, garanties
verstrekken op leningen van de We
reldbank, de hulpverlening richten op
het platteland in de derde wereld.
De samenhang tussen de drie we
reldproblemen blijkt, aldus de sa
menstellers van „Bommen voor
brood” uit het feit dat ze dezelfde
inhoud hebben, ook al zijn er andere
etiketten opgeplakt. Fundamenteel is
dat de problemen het directe gevolg
zijn van het gedrag van de menselij
ke samenleving. Het komt voort uit
DE BOEKERIJ-BAARN
Johannes Mario Simmel: „Ik weet
niet wie ik ben”. Deze roman vangt
aan met een bombardement van Wenen,
maart 1945, een luchtaanval van Ame
rikaanse bommenwerpers. Het ver
haal concentreert zich dan op een
bepa?!-’ r-nd op de Neumarkt, dat met
de grond wordt gelijkgemaakt, maar
waarvan men weet dat het eeuwenoude
kelders heeft, waar verscheidene men
sen naar toe zijn gevlucht voor een
veilig heenkomen. Men graaft en
graaft en tenslotte na enkele dagen
werken onder hoogspanning wordt
er contact gemaakt met de zeven opge
slotenen, die het drama allen hebben
overleefd. C. W. A. J. A. Walraven
zorgda voor de vertaling.
HET OCCULTE trekt aan, zoals al
het geheimzinnige. Toch trachten we
altijd het geheim te ontraadselen. Als
al het occulte zou kunnen worden
ontraadseld, wat dan? Zouden we de
geheimzinnigheid dan missen en op
zoek gaan naar nog diepere verkla
ringen? Natuurlijk, want elk ant
woord levert weer een nieuwe vraag
op. Om die reden is „Wat niet weg is
wordt gezien” van Wim Gijsen, geïl
lustreerd door Lux Buurman en in
kwarto-formaat uitgegeven door Bert
Bakker in Den Haag, eigenlijk een
vergeefs boekje.
Wim Gijsen dezelfde van goede
gedichten, essays en „Leven dat het
een lieve lust is” stelt namelijk,
dat de occulte raadselen eens uit het
bovennatuurlijke gebied zullen zijn
verhuisd naar het natuurlijke. Dan
zullen ze hanteerbaar zijn geworden
binnen de „gewone” natuurkunde. Hij
begint dan alvast maar aan de onbe
gonnen taak om te trachten ver
schijnselen als hypnotisme, magnetis
me, reïncarnatie, helderziendheid, spi
ritisme, imaginatie en nog meer van
een redelijke verklaring te voorzien.
Hij doet dat, als iedereen overigens,
door in de natuurkunde vergelij
kingsmogelijkheden te zoeken met
paranormale verschijnselen. Het
wordt vaak gedaan, zo in de zin van:
„Kijk eens, telepathische mensen zijn
net als radiozenders en ontvangers”,
en dan volgt er een verklaring, die
wel geldt voor radio’s, maar slechts
met zeer veel reserve mag worden
gesteld voor mensen. Vaak raken zul
ke vergelijkingen kant noch wal,
maar anderzijds heeft de échte we
tenschap de laatste decennia ook tal
van paranormale verschijnselen wel
binnen haar gebied getrokken omdat
de apparatuur verfijnd is. Veel zaken,
die zich in onze hersens afspelen zijn
min of meer meetbaar geraakt, al
thans de reflex ervan.
Inderdaad zal Wim Gijsen dus wel
gelijk hebben, als hij stelt, dat veel
HOLLANDIA-BAARN
Roman van Monica Dickens: „Ten
einde Raad”, een verhaal over een
mens in nood, die in uiterste vertwijfe
ling en wanhoop een nummer draait
van de telefonische hulpdienst „De Sa
maritanen”, die 24 uur dus dag en
nacht klaar staan om met medeleven
een luisterend oor te geven aan die
mens in nood. Vertaling van Frédéri-
que van der Velde. 2de druk.
UITGEVERIJ „DE FONTEIN"-DB
BILT
Ann Head: „De bruid was zestien en
er zat niets anders op dan te trouwen”.
Hun huwelijk leek éné rgote valstrik!
maar later viel het allemaal wel weer
mee. Vertaling van Frans van Olden
burg Ermke.
UITGEVERIJ VAN HOLKEMA A WA-
RENDORF-BUSSUM
Twee romannetjes voor jonge men
sen, door Lide Meijer: „Een eigen ge
zicht” en „Het glasheldere hoofd”.
.S*
i
i' s
w