Tijdschriften uit de kunst Pr/.v Concourt toegekend aan Jean Carrière wint jazztrofee Kunststichting wil pubFek Alphenaar Kees Hazevoet B LI Gedrag van mens en dier stemt vaak overeen” meer bij film betrekken Alphenaar -1 Controversieel Dronkenschap L.J Expositie Pyke Koch verlengd Hoogste Franse literaire prijs BERT HAANSTRA FILMDE „BIJ DE BEESTEN AF” Prinsen Geerligsprijs voor W. J. Otten W. H. Vroom opvolger D. H. Couvee bij Rijksmuseum 7 DINSDAG 21 NOVEMBER 1972 6 l (Van onze Amsterdamse redactie) Uitlokkerijen n Parallellen Wollig :1 Gedrag SHOW AGENDA NOORDHOLLANDS PHILHARMONISCH ORKEST Wessel Ilckenprijs ’72 HAARLEM CONCERTGEBOUW vrijdag 24 november 1972 Tweede concert serie C dirigent: solisten: YVES PRIN THEO BRUINS - piano SYLViA VEELO - harp AMSTERDAM „Bij de beesten af”, heet de nieuwe, ruim anderhalf uur durende film, die Bert Haan stra zojuist voltooid heeft. Rond Kerstmis gaat de film in negentien theaters tegelijk in première. Drie jaar lang heeft Bert Haanstra er continu aan gewerkt. Zuchtend zegt hij dan ook: „Ik heb aan één film nog nooit zo lang gewerkt en ik heb het nog nooit zo moeilijk ge had”. Flamenco dansgroep Superbe streekroman KRUISWEG 47-49 HAARLEM TEL. 023-320244 u; len. We konden rustig u- ie le (Van onze correspondent Frank Onnen) J.H. I I I ADVERTENTIE ADVERTENTIE Programma: i I l Kaartverkoop en plaatsbespreken bij het Concertgebouw, Lange Begtfne- straat 13, Haarlem, van 10-3 uur, telefonisch 320994 van 12-3 uur. n it n Cineast Bert Haanstra met een kameleon op zijn hand. Haanstra filmde onder meer deze vech tende zee-olifanten. ef ij ze le Handel Xenakis Van Baaren Dutilleux rt et ze 3- ie ze ir aanvc NaG ons 8.15 uur ij e n ït n tl t s :n ia el sen en tot zeggingskracht te bevorde ren”. Verder staan er zes gedichten in van Abu Nu was, een Arabisch dich ter uit de achtste eeuw, wiens werk zelden of nooit in een Europese taa) vertaald is, aldus meldt AndreAs Ep- pink die samen met Muhames Per la b. Yaclub de vrijmoedige, Van hel Reve-achtige verzen heeft vertaald Twee regels uit het gedicht „Het leven Is dronkenschap op dronken schap” Zonder drinken heeft zonde geen zin, geen charme heeft zwelgen als er niets verbodens op volgt. J1 n !t e e e n t >f tn >r ig le n ij at id ils pt a- as ot el ?n el e- le :r, in I. ia et Tl »r PARIJS. Het is de 41-jarige schrij ver schrijver-journalist-radio- en TV- regisseur Jean Carrière geweest die maandag in de vijfde ronde ten slotte voor zijn roman „l’Epervier de Maheux” („De sperwer van Maheux”) de jaarlijkse Prix Concourt is toegekend. Het is, zoals bekend, de hoogste, of althans lucratiefste litteraire onderschei ding die Frankrijk elk jaar te vergeven heeft en die de gelukkige uitverkorene minstens een miljoen frank aan auteurs rechten in het vooruitzicht stelt. De Prix Renaijot, die elke maand oktober op hetzelfde moment en ook in hetzelfde restaurant aan een journalist pleegt te worden toegekend, ging maan dag naar de 30-jarige Franse Engelsman Christopher Frank voor zijn romande buut „La Nuit Américaine” („De Ameri kaanse Nacht”). - Harpconcert - Metastaseis - Pianoconcert - Metaboles Entree ƒ4.- (a.i.) c.j.p. geldig „We hebben gefilmd in Janes gebied. Dat had voor ons veel voordelen. Ten eerste vertrouwden de dieren ons J ze keken ons aan met zo’n gezicht van hé: weer zo’n soort Jane en in de tweede plaats konden we zéér dicht bij komen en dingen filmen die nog nooit iemand gezien heeft. Jane heeft ons trouwens veel nuttige tips gegeven. Afgezien van het feit dat we van heel plicht bij close- ups hebben kunnen maken van handen en koppen, hebben we ook kunnen fil men hoe deze dieren gereedschap maken en gebruiken.” „En dat is iets werkelijk unieks. Jane zelf had het in al die acht jaren maar twee keer gezien. Wat me overigens frappeerde bij de chimpanchees is die volstrekt hiërarchische opbouw in hun maatschappij, zowel bij de mannetjes als bij de vrouwtjes. Dat zie je bijvoorbeeld al bij de begroeting. De jongere vrouw geeft de oudere, als ze in dezelfde boom „Het gedrag van dieren zou je ook in de tuin kunnen filmen, maar dan kom je niet zo gek ver: want we hebben nu eenmaal haast geen wilde dieren meer hier. In die gebieden waar ik ben ge weest heb je in de eerste plaats een veel rijkere keuze en vaak ook een veel spectaculairder diersoort bij de hand. Het vreemdste vond ik overigens bij al dit filmen, reizen en trekken, waar je ook bent, in een sub-tropisch gebied, in de tropen zelf of aan de zuidpool: overal is een bepaald gedrag steeds weer terug te vinden.” „Op de zuidpool heb ik zee-olifanten, albatrossen en koningspinquins gefilmd. Heel typisch met de albatrossen overi gens, ze legeen maar één ei in de twéé jaar. Waarom? Ze hebben weinig na tuurlijke vijanden. Zelfs bij de mens is het doden van een albatros taboe: men zegt namelijk dat het onheil brengt als je zo’n vogel doodt. De koningspinquins toonden voor ons geen enkele angst. Ook zij worden niet door de mens aangeval- midden in hun kolonies gaan zitten om te filmen”. „In Afrika hebben we als één van de bijzondere dieren de wilde chimpanchee gefilmd. Jongens die je dan hier in Nederland als jonkies heel lief in circus sen ziet spelen, maar in feite veel agres siever en gevaarlijker zijn dan de daar toch voor bekend staande gorilla’s. We hebben fantastische hulp gehad van Ja ne Goodall en haar man Hugo van Lawick. Jane heeft ergens midden in de rimboe acht jaar lang het gedrag van chimpanchees bestudeerd. Ze kreeg pas na anderhalf jaar het eerste echte con tact met deze dieren.” HET „LITERAIRE magazine” (het laatste woord houdt in dat het wat minder zwaar op de hand eruit ziet dan het traditionele literaire tijd schrift) SOMA biedt in zijn septem- ber-oktober-nummer behalve de goe de boekrecensies en de nodige verzen (onder anderen van Rutger Kopland) twee bijzondere items. De beeldende kunstenaars Reinier Lucassen en Ger van Elk proberen via enige tekenin getjes en huiselijke kiekjes het werk van Paul Klee te „verjongen, verfris- IN HET EERSTE nummer van dit jaar van het literaire tijdschrift KENTERING analyseert Peter Berger de twist tussen Harry Mulisch en G. K. van het Reve. De laatste heeft in zijn boek „De taal der liefde" een opmerking aan het adres van Mulisch geplaatst, die als racistisch uit te leggen is. Mulisch heeft in Vrij Ne derland van 2 mei dit jaar uitvoerig de geschiedenis van zijn verhouding tot Van het Reve beschreven en ging tot een tegenaanval over. lijk, zelfs ernstige verwondingen komen zelden voor. Bij de dieren is het zelfs regel dat de sterkere de zwakkere de kans geeft te vluchten. Wij mensen leggen weglopen totaal anders uit- dat is bij ons laf. Maar wat zijn wij mensen eigenlijk anders dan massamoordenaars van de eigen soort? En in hoeverre houdt dat verband met zaken als over bevolking en voortdurend lawaai?” „En als je nu al die dingen naast elkaar legt in zo’n film, dan wordt alles ineens zo voor de hand liggend, zo heel begrijpelijk. Ik geloof dat dat het fasci nerende is van deze film. Ik heb van „Bij de beesten af” geen Disney-film gemaakt. Zo van het lieve diertje wordt net niet gepakt Om de dooie dood niet. Lieve beestjes worden wél gepakt, en hoe. Ik heb twee jachtluipaarden ge filmd die een jonge gazelle pakken en verscheuren. Daar wordt je wel even beroerd van.” ■w 22 en 23 november Hi-Fi Stereo Show in die Raeckse te Haarlem t.o. de Par keergarage Woensdag van 19.30 uur tot 23 uur Donderdag van 12 uur tot 23 uur Doorlopend demonstratie 27 novembe' Fhilicorda Orgel Show in het Concertgebouw m.m.v Conny Vink 20 15 uur. oijzonderheden leest U in Music Mix dat U dezer da gen onlvangen heeft Let up onze prijsvraaa met een reis- priis van I 1000.— I I® INI Onderwerp van deze film is een wat moeilijke, maar enorm boeiende zaak: namelijk de parallellen in het gedrag van mens en dier. Hoofdpersonen zijn de dieren, maar „Bij de beesten af” is een totaal andere film over dieren dan men gewend is te zien. De film begint bij de dieren en gaat daarna over op de relatie tussen mens en dier. Een zeer bijzondere relatie volgens Haanstra, waar hij aan toevoegt dat die relatie goed en slecht kan zijn, aardig en onaardig. Onaardig vindt Haanstra bijvoorbeeld het bedrij ven van bepaalde soorten sport met dieren, de rodeo in Amerika bijvoorbeeld, iets wat hij een onfrisse zaak noemt. Aardig is weer de eindeloze liefde en al het geduld dat gelukkig velen kunnen opbrengen met kleine en grote dieren in en rond het huis. „Alle aspecten van de relatie mens dier neem ik onder de loep. En het gekke is daarbij, tot die conclusie ben ik tenminste gekomen, dat ze met het dier doen wat ze willen. Wat ik me nu in deze film af vraag is dit: waarom en wat is het verschil tussen mens en dier? Wat hebben we gemeen met de dieren? Dat zijn eigenlijk nog vrij veel zaken. We vermenigvuldigen ons, we eten, we trachten ons te handhaven, we kennen ook het begin en het einde, de geboorte en de dood, overigens allemaal zuiver biologische zaken. Maar als je die zaken dan op een rijtje gezet hebt, dan ligt toch vrij snel de volgende vraag voor de hand: zou het nou zo gek zijn als we ook in ons gedrag niet iets met de dieren gemeen hebben?” „En mijn conclusie is dan: laten we het menselijk gedrag nu eens niet altijd via de sociologische en psychologische of weet-ik-veel welke kant verklaren, maar ook eens via die gewone biologi sche achtergronden. Ik voor mij vind het een klare zaak. Trouwens: iedereen kan dat herkennen als hij die film heeft gezien. Ik dacht trouwens ook dat het een conclusie was, die echt wel weten schappelijk verantwoord is. Er zijn zelfs hele bestsellers over dit onderwerp ge schreven. Wetenschappelijk heet die stu die etologie ofte wel gedragsleer.” Bert Haanstra heeft 175.000 kilometer voor deze film gereisd. Behalve alle uithoeken van Europa bezocht hij Afri ka, de zuidpool, India en Zuid-Amerika; 40.000 meter film werd er opgenomen. Het resultaat: een film van één uur en drie kwartier. Een moeten, dat reizen? AMSTERDAM. De Reina Prinsen Geerligsprijs voor jonge debuterende au teurs wordt dit jaar toegekend aan W. J, Otten voor zijn ongepubliceerde gedich tenbundel „Een zwaluw vol zaagsel”. Een eervolle vermelding kende de jury toe aan Elisabeth Lampe. De prijs wordt vrijdag uitgereikt in de Lutherse kerk in Amsterdam. De jury stond onder voor zitterschap van Taap Harten. AMSTERDAM De Spaanse flamen- go-dansgroep E) Sali zal van 7 tot en met 15 december in ons land optreden. Er zullen voorstellingen worden gegeven in Assen. Tilburg, Breda, Eindhoven, En schede, Ter Aar en Amsterdam (10 de cember in het RAI-congresgebouw). Het is een film die je eigenlijk niet van Haanstra verwacht. Zijn films zijn over het algemeen nogal komisch neem bijvoorbeeld „Alleman" en hoewel de brede lach hier en daar om de hoek komt kijken, ligt het accent meer bij de verbazing, de ontroering, de ernst. Jean Carrière met zijn bekroonde „l’Epervier de Maheux" (De sperwer van Maheux"). De prijs, bestaande uit een bedrag van 3000, beschikbaar gesteld door het Prins Bemhardfonds en een door Jan Wolkers vervaardigd wisselbeeldje, is Kees Hazevoet in de eerste plaats toege kend om zijn kwaliteiten als pianist „en voor zijn voor Nederlandse verhoudin gen ongekende persoonlijke inzet, zijn gedifferentieerde mogelijkheden en zijn ongewone emotionaliteit”, aldus het ju ryrapport. De jazzpianist heeft thans een eigen, internationaal samengesteld com bo. Kees Hazevoet, die pas sinds 1961 piano speelt, zal de prijs op 29 december tijdens een concert in de VARA-studio in Hilversum uitgereikt krijgen. Het is dan voor de tiende maal, dat deze prijs wordt uitgereikt. De jury, die de prestaties van de in aanmerking komende Nederlandse jazz musici heeft beoordeeld, stond onder lei ding van Rudy Koopmans en was be noemd door de Stichting Jazz in Neder land. MUSEUMJOURNAAL is een tijd schrift waarin kunsthistorici en kunstcritici schrijven over moderne beeldende kunst, al dan niet aan de hand van wat er in de musea in ons land te zien is. In het laatste nummer analyseert Johannes van der Wolken enige computerschilderijen van Peter Struycken. Jan Donia wijdt een artikel aan Hans de Vries die volgens hem „de meest contrversiële kunstenaar in Nederland” is. De Vries welkt in de natuur met dieren, natuurlijke produkten en verschijnselsen exact op de wijze waarop dat al eeuwenlang volgens de wetten van die natuur gebeurt. Er is geen sprake van enige toevoeging of ingreep, waardoor a. de natuur geweld aangedaan zou wor den; b. „valse” elementen zouden kunnen opduiken”. Kortom Hans de Vries boert in het Groningse dorp Beerta op antroposofische wijze Hij tekent wel naar de natuur, maar dat is slechts een oderdeel van zijn „kunst” Het witlof inkuilen en het observeren van Saturnus op zaterdag in de hagebeuk horen daar eveneens toe. Donia noemt hem „een Kalmerend middel in een chaotische samenle ving”. Een samenleving die Hans de Vries overigens niet of nauwelijks als producerend en denkend individu ac cepteert". De stelling van Donia dat De Vries „de meest controversiële kun stenaar van Nederland” is is onjuist Controx ersieel zeker wel maar niet de meest controversiële, alsof hij de enige zou zijn. In Haarlem werkt al enige laren op gelijksoortige wijze alleen dan niet op een boerderij maar (noodgedwongen) vanuit een flatwo ning in Schalkwijk Jeroen ten Berge. WIE DE MEMOIRES van Nadjezda Mandelstam heeft gelezen moet ook het novembernummer van Tirade ko pen. Daar staat alles wat Anna Ach- matova heeft gepubliceerd over Osip Mandelstam, de Russische dichter, die in 1938 stierf in een concentratie kamp van Stalin Hoewel hef relaas van de weduwe aanzienlijk dieper graaft en de lijdensweg van zichzelf en haar man in een veel breder verband zet. geven Anna Achmato- va’s anekdotes en herinneringen een welkome aanvulling Vooral Mandel stams verliefdheden geven een pikant tintje Het stuk is vertaald en in kleine lettertjes achteraf verduidelijkt door Kees Verheul, die de „Memoi res” heeft vertaald. Verder in deze Tirade gedichten van Jacques Hamelink. een politieke beschouwing van J. de Kadt en enige informatieve notities over de proble men rond de emigratie van joden uit Rusland door Charles B Timmer die voorts melding maakt van vertaling in het Russisch van proza van Simon Vestdijk (Pastorale 1943) en Willem Elsschot (Het Dwaallicht en Lijmen) AMSTERDAM. - Tot hoofd van de afdeling Nederlandse geschiedenis van het Rijksmuseum in Amsterdam is met terugwerkende kracht tot 1 november benoemd drs. W. H. Vroom, sinds 1971 aan deze afdeling verbonden als weten schappelijk medewerker. De 42-jarige heer Vroom studeerde aan de Universiteit van Amsterdam eco nomische en kunstgeschiedenis. Voor zijn komst naar het Rijksmuseum was hij als conservator van de Historische topografische atlas van Amsterdam ver bonden aan de gemeentelijke archief dienst. Drs. Vroom is opvolger van de heer D. H. Couvee die per 1 juli direc teur is geworden van het Frans Halsmu seum in Haarlem. Dat Carrière zichzelf een groot be wonderaar en zelfs discipel van de ver maarde en enkele jaren geleden gestor ven romancier Jean Giono noemt, is op de eerste bladzijde van zijn bekroonde roman al wel duidelijk te merken. Zijn boek plaatst zich niet alleen in de 150 jaar oude traditie van de Franse regio- nalistische boerenromans, maar heeft bovendien ook nog het geboorteland van Giono en overigens ook van Carrière zelf de kurkdroge en doodarme Cé- vennes in Zuid-Frankrijk tot kader en plaats van handeling. Van dit bijna woestijnachtige en dun bevolkte gebied, waar in de dagen van de Franse godsdiensttwisten de Hugeno ten een onderkomen vonden, weet Car rière in een rijke, muzikale en lyrische taal, in zijn stroeve barheid, veel bewon- derenswaardigs op te roepen. Maar die soms sublieme en beeldende beschrijvin gen rieken van tijd tot tijd ook nog naar litteraire bravourstukjes, die dan ge schreven lijken te zijn om later in bloemlezingen voor leerlingen van lycea te worden opgenomen. Boven twijfel staat dat Jean Carrière een Frans produceert dat van een soe vereine, vaak superbe schoonheid is en dat hij als romancier ook stellig door bijna mystieke kracht gedreven lijkt te worden. Qua structuur, stijl en middelen is de Renaijot-prijs dit keer evenmin naar een aanhanger van de experimentele stro mingen of scholen gegaan, want Franks „Nuit Américaine” is het nogal onge compliceerd relaas over het leven voor en achter de schermen van het Parijse wereldje van acteurs, schilders, schei - vers en journalisten, dat zich in het Quartier Latin heeft genesteld. AMSTERDAM. De tentoonstelling van schilderijen van Pyke Koch in het Stedelijk Museum in Amsterdam is we gens grote belangstelling verlengd tot en met 3 december. De expositie laat werk zien uit de jaren 1929 tot en met 1972. brok cultuur deel te nemen, noemt de filmnota de filmwerkwinkel. In Rotter dam is een dergelijk fenomeen dit jaar met een financiële injectie van de ge meente (20.000 gulden) van de grond gekomen. Volgens de filmnota moet dat budget geleidelijk worden verhoogd, om dat de behoefte nog maar ten dele gedekt is en werkwinkel nodig moet worden uitgebreid. In de werkwinkel kunnen jongelui zich vertrouwd maken met het maken van films, terwijl beroepsfilmers die in het huidige beste] niet „aan de bak” komen zich er creatief kunnen uitleven. De tweede mogelijkheid die in de nota wordt aangegeven, is de oprichting van een landelijk circuit van „filmhuizen”: onafhankelijke niet-commerciële theaters die films vertonen die in de bioscoop niet kunnen worden gezien. „Waarbij je je overigens wel even dit af vraagt: zo’n roofdier heeft nu een prooi in de bek, en die prooi is klein warm en wollig. De andere dag heeft ze haar eigen jong in de bek’ en dat is ook klein, warm en wollig. Waarom bijt ze de ene dag wel door en de andere dag niet? Zo iets vind ik frappant. Maar toch is het goed je te realiseren dat we niet zo moeten oordelen als we op het ogenblik doen. Wij zeggen bijvoorbeeld bij de beesten af en dat is dan duidelijk een waardevermindering.” „Maar moet je dat nu ook zo zien? Ik heb in ieder geval geprobeerd dit soort scènes niet neer te zetten als een proto type van de zielige en de wrede natuur Want volgens mij is de natuur eigenlijk niet wreed, hoogstens volstrekt onper soonlijk. Wat ik in dit soort scènes heb geprobeerd te doen, is ook op deze punten pure, eerlijke informatie te ge ven. Meer niet.” Berger toont aan dat er sprake is van een zuiver „litteraire rel”,waarbij de argumenten die Mulisch tegen Van het Reve bezigt, tegen hemzelf ge bruikt kunnen worden. Berger stelt dat Mulisch en Van het Reve op dezelfde manier, door middel van de ironie zich de pose aanmeten van hei romantische type „goddelijke schrij ver” Daartoe haalt Berger bewijzen aan uit Mulisch’ „Voer voor psycholo gen” Hij wijst voorts op Mulisch’ pre-occupatie met de Hitler-mythe En komt tot de conclusie dat Mulisch („fascist-uit-ironie”) zichzelf om brengt met de genadestoot, die hij Van het Reve wil toebrengen. Berger noemt zijn duivels knappe stuk dan ook „de Harry Kiri van een halfgod” Een andere beschouwer van de va derlandse Parnassus, Wim Hazeu maakt in Kentering enige kantteke- ningetjes bij de opvatting van Van het Reve, dat hij uniek is in de Nederlandse litteratuur. Hazeu wijst op enige treffende overeenkomsten (ook wel een paar vergezochte) tussen Van het Reve en Lodewijk van Deys- sel. Hij raadt G. K. aan „Frank Rozelaar” van Van Deyssel te lezen HET OKTOBER-NUMMER van Maatstaf gaat over de 80-jarige Vic tor E. van Vriesland, aan wie enkele opstellen, herinneringen en gedichten worden gewijd. E. Verbeek schrijft onder andere „Hij zou nooit de emi nente plaats als verbindingsman in de Nederlandse letteren (tussen de opeenvolgende literaire generaties) hebben ingenomen zonder zijn meti- culeus taakbesef Of hij er altijd gelukkig mee is geweest, is een twee de”. Van Vrieslands vrouw schrijft:: „Twintig jaar, een heel leven, soms moeilijk, met een jokkebrok, eerlijk als goud; met een tiran, toegefelijk als geen ander: met een onverzoen lijk en altijd begrijpend, met een verstandelijk en altijd warm en lief devol mens. Maak daar nu eens een portret van. Ik ka nhet niet”. ROTTERDAM. De Rotterdamse Kunststichting heeft een plan opgesteld om de filmsituatie in de Maasstad te verbeteren. De kern van dit plan is het publiek meer bij het filmleven te be trekken. Enkele mogelijkheden hiervoor zijn neergelegd in een nota die aan het Rotterdamse gemeentebestuur is aange boden. De Kunststichting meent, dat de gemeente zelf een actief filmbeleid moet voeren, temeer daar het ministerie van CRM het afgelopen jaar flink het mes heeft gezet in het landelijke budget. De filmnota is daarom tegelijkertijd een oproep aan andere steden of regio’s Als één van de mogelijkheden voor het publiek om actief enbewustaaneen HILVERSUM. De Wessel Ilcken prijs 1972 is dit jaar toegekend aan de 24-jarige pianist, orkestleider en compo nist Kees Hazevoet uit Amsterdam. wil gaan zitten een handreiking, buigt voor haar, kust haar.” „Het griezeligste zijn eigenlijk de overbevolkingsproeven. Enorm fascine rend, maar angstaanjagend als je paral lellen gaat trekken. Ik heb het in Gro ningen op de universiteit bij prof. Tin bergen gefilmd, met ratten en muizen. De dieren worden ondergebracht in een afgesloten ruimte, met volop voedsel en nestmateriaal. Je stopt er een normaal aantal dieren in. Een tijdje gaat het goed, er komen nesten, jongen, nog meer nesten, nog meer jongen, maar dan in eens, bij een bepaalde bevolkingsdicht heid gaat er iets mis. Door te grote intensiteit van de contacten houden ze eerst op met het krijgen van jongen, daarna gaan ze onderling vechten, ma ken ze elkaar zelfs af.” „En dat is waarachtig angstaanjagend. Want bij overbevolking onder kunstma tige omstandigheden wordt het dier dat van nature absoluut geen kannibaal is, in die zin dat hij nooit zijn soortgenoten zal opeten, een pure kannibaal. Conclu sie: overbevolking wekt op zijn minst agressiviteit op.” „Een dier doodt niet eens soortgeno ten. Bij alle gevechten bij alle dieren, geen enkele uitgezonderd, is vechten slechts een afbakening van zijn territo rium en nooit een gevecht om het ge vecht. Zo’n gevecht verloopt nooit dode- A Hi >«ji no.-iij. JEgH ruHHwtiiiii.ur

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 7