Tijdschriften
uit de kunst
Pr/.v Concourt toegekend
aan Jean Carrière
wint
jazztrofee
Kunststichting wil pubFek
Alphenaar
Kees Hazevoet
B LI
Gedrag van mens en dier
stemt vaak overeen”
meer bij film betrekken
Alphenaar
-1
Controversieel
Dronkenschap
L.J
Expositie Pyke Koch
verlengd
Hoogste Franse literaire prijs
BERT HAANSTRA FILMDE „BIJ DE BEESTEN AF”
Prinsen Geerligsprijs
voor W. J. Otten
W. H. Vroom opvolger
D. H. Couvee bij
Rijksmuseum
7
DINSDAG 21
NOVEMBER
1972
6
l
(Van onze Amsterdamse redactie)
Uitlokkerijen
n
Parallellen
Wollig
:1
Gedrag
SHOW AGENDA
NOORDHOLLANDS PHILHARMONISCH ORKEST
Wessel Ilckenprijs ’72
HAARLEM
CONCERTGEBOUW
vrijdag 24 november 1972
Tweede concert serie C
dirigent:
solisten:
YVES PRIN
THEO BRUINS - piano
SYLViA VEELO - harp
AMSTERDAM „Bij de beesten
af”, heet de nieuwe, ruim anderhalf
uur durende film, die Bert Haan
stra zojuist voltooid heeft. Rond
Kerstmis gaat de film in negentien
theaters tegelijk in première. Drie
jaar lang heeft Bert Haanstra er
continu aan gewerkt. Zuchtend
zegt hij dan ook: „Ik heb aan één
film nog nooit zo lang gewerkt en
ik heb het nog nooit zo moeilijk ge
had”.
Flamenco dansgroep
Superbe streekroman
KRUISWEG 47-49 HAARLEM
TEL. 023-320244
u;
len. We konden rustig
u-
ie
le
(Van onze correspondent Frank Onnen)
J.H.
I
I
I
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Programma:
i
I
l
Kaartverkoop en plaatsbespreken bij het Concertgebouw, Lange Begtfne-
straat 13, Haarlem, van 10-3 uur, telefonisch 320994 van 12-3 uur.
n
it
n
Cineast Bert Haanstra met een kameleon
op zijn hand.
Haanstra filmde onder meer deze vech
tende zee-olifanten.
ef
ij
ze
le
Handel
Xenakis
Van Baaren
Dutilleux
rt
et
ze
3-
ie
ze
ir
aanvc
NaG
ons
8.15 uur
ij
e
n
ït
n
tl
t
s
:n
ia
el
sen en tot zeggingskracht te bevorde
ren”.
Verder staan er zes gedichten in
van Abu Nu was, een Arabisch dich
ter uit de achtste eeuw, wiens werk
zelden of nooit in een Europese taa)
vertaald is, aldus meldt AndreAs Ep-
pink die samen met Muhames Per la
b. Yaclub de vrijmoedige, Van hel
Reve-achtige verzen heeft vertaald
Twee regels uit het gedicht „Het
leven Is dronkenschap op dronken
schap”
Zonder drinken heeft zonde geen
zin,
geen charme heeft zwelgen als er
niets verbodens op volgt.
J1
n
!t
e
e
e
n
t
>f
tn
>r
ig
le
n
ij
at
id
ils
pt
a-
as
ot
el
?n
el
e-
le
:r,
in
I.
ia
et
Tl
»r
PARIJS. Het is de 41-jarige schrij
ver schrijver-journalist-radio- en TV-
regisseur Jean Carrière geweest die
maandag in de vijfde ronde ten
slotte voor zijn roman „l’Epervier de
Maheux” („De sperwer van Maheux”) de
jaarlijkse Prix Concourt is toegekend.
Het is, zoals bekend, de hoogste, of
althans lucratiefste litteraire onderschei
ding die Frankrijk elk jaar te vergeven
heeft en die de gelukkige uitverkorene
minstens een miljoen frank aan auteurs
rechten in het vooruitzicht stelt.
De Prix Renaijot, die elke maand
oktober op hetzelfde moment en ook in
hetzelfde restaurant aan een journalist
pleegt te worden toegekend, ging maan
dag naar de 30-jarige Franse Engelsman
Christopher Frank voor zijn romande
buut „La Nuit Américaine” („De Ameri
kaanse Nacht”).
- Harpconcert
- Metastaseis
- Pianoconcert
- Metaboles
Entree ƒ4.- (a.i.) c.j.p. geldig
„We hebben gefilmd in Janes gebied.
Dat had voor ons veel voordelen. Ten
eerste vertrouwden de dieren ons J ze
keken ons aan met zo’n gezicht van hé:
weer zo’n soort Jane en in de tweede
plaats konden we zéér dicht bij komen
en dingen filmen die nog nooit iemand
gezien heeft. Jane heeft ons trouwens
veel nuttige tips gegeven. Afgezien van
het feit dat we van heel plicht bij close-
ups hebben kunnen maken van handen
en koppen, hebben we ook kunnen fil
men hoe deze dieren gereedschap maken
en gebruiken.”
„En dat is iets werkelijk unieks. Jane
zelf had het in al die acht jaren maar
twee keer gezien. Wat me overigens
frappeerde bij de chimpanchees is die
volstrekt hiërarchische opbouw in hun
maatschappij, zowel bij de mannetjes als
bij de vrouwtjes. Dat zie je bijvoorbeeld
al bij de begroeting. De jongere vrouw
geeft de oudere, als ze in dezelfde boom
„Het gedrag van dieren zou je ook in
de tuin kunnen filmen, maar dan kom
je niet zo gek ver: want we hebben nu
eenmaal haast geen wilde dieren meer
hier. In die gebieden waar ik ben ge
weest heb je in de eerste plaats een veel
rijkere keuze en vaak ook een veel
spectaculairder diersoort bij de hand.
Het vreemdste vond ik overigens bij al
dit filmen, reizen en trekken, waar je
ook bent, in een sub-tropisch gebied, in
de tropen zelf of aan de zuidpool: overal
is een bepaald gedrag steeds weer terug
te vinden.”
„Op de zuidpool heb ik zee-olifanten,
albatrossen en koningspinquins gefilmd.
Heel typisch met de albatrossen overi
gens, ze legeen maar één ei in de twéé
jaar. Waarom? Ze hebben weinig na
tuurlijke vijanden. Zelfs bij de mens is
het doden van een albatros taboe: men
zegt namelijk dat het onheil brengt als
je zo’n vogel doodt. De koningspinquins
toonden voor ons geen enkele angst. Ook
zij worden niet door de mens aangeval-
midden in hun
kolonies gaan zitten om te filmen”.
„In Afrika hebben we als één van de
bijzondere dieren de wilde chimpanchee
gefilmd. Jongens die je dan hier in
Nederland als jonkies heel lief in circus
sen ziet spelen, maar in feite veel agres
siever en gevaarlijker zijn dan de daar
toch voor bekend staande gorilla’s. We
hebben fantastische hulp gehad van Ja
ne Goodall en haar man Hugo van
Lawick. Jane heeft ergens midden in de
rimboe acht jaar lang het gedrag van
chimpanchees bestudeerd. Ze kreeg pas
na anderhalf jaar het eerste echte con
tact met deze dieren.”
HET „LITERAIRE magazine” (het
laatste woord houdt in dat het wat
minder zwaar op de hand eruit ziet
dan het traditionele literaire tijd
schrift) SOMA biedt in zijn septem-
ber-oktober-nummer behalve de goe
de boekrecensies en de nodige verzen
(onder anderen van Rutger Kopland)
twee bijzondere items. De beeldende
kunstenaars Reinier Lucassen en Ger
van Elk proberen via enige tekenin
getjes en huiselijke kiekjes het werk
van Paul Klee te „verjongen, verfris-
IN HET EERSTE nummer van dit
jaar van het literaire tijdschrift
KENTERING analyseert Peter Berger
de twist tussen Harry Mulisch en G.
K. van het Reve. De laatste heeft in
zijn boek „De taal der liefde" een
opmerking aan het adres van Mulisch
geplaatst, die als racistisch uit te
leggen is. Mulisch heeft in Vrij Ne
derland van 2 mei dit jaar uitvoerig
de geschiedenis van zijn verhouding
tot Van het Reve beschreven en ging
tot een tegenaanval over.
lijk, zelfs ernstige verwondingen komen
zelden voor. Bij de dieren is het zelfs
regel dat de sterkere de zwakkere de
kans geeft te vluchten. Wij mensen
leggen weglopen totaal anders uit- dat is
bij ons laf. Maar wat zijn wij mensen
eigenlijk anders dan massamoordenaars
van de eigen soort? En in hoeverre
houdt dat verband met zaken als over
bevolking en voortdurend lawaai?”
„En als je nu al die dingen naast
elkaar legt in zo’n film, dan wordt alles
ineens zo voor de hand liggend, zo heel
begrijpelijk. Ik geloof dat dat het fasci
nerende is van deze film. Ik heb van
„Bij de beesten af” geen Disney-film
gemaakt. Zo van het lieve diertje wordt
net niet gepakt Om de dooie dood niet.
Lieve beestjes worden wél gepakt, en
hoe. Ik heb twee jachtluipaarden ge
filmd die een jonge gazelle pakken en
verscheuren. Daar wordt je wel even
beroerd van.”
■w
22 en 23 november Hi-Fi Stereo Show in
die Raeckse te Haarlem t.o. de Par
keergarage Woensdag van 19.30 uur
tot 23 uur Donderdag van 12 uur
tot 23 uur Doorlopend demonstratie
27 novembe' Fhilicorda Orgel Show in het
Concertgebouw m.m.v Conny Vink
20 15 uur.
oijzonderheden leest U in
Music Mix dat U dezer da
gen onlvangen heeft
Let up onze prijsvraaa met een reis-
priis van I 1000.—
I I® INI
Onderwerp van deze film is een wat
moeilijke, maar enorm boeiende zaak:
namelijk de parallellen in het gedrag
van mens en dier. Hoofdpersonen zijn de
dieren, maar „Bij de beesten af” is een
totaal andere film over dieren dan men
gewend is te zien. De film begint bij de
dieren en gaat daarna over op de relatie
tussen mens en dier. Een zeer bijzondere
relatie volgens Haanstra, waar hij aan
toevoegt dat die relatie goed en slecht
kan zijn, aardig en onaardig. Onaardig
vindt Haanstra bijvoorbeeld het bedrij
ven van bepaalde soorten sport met
dieren, de rodeo in Amerika bijvoorbeeld,
iets wat hij een onfrisse zaak noemt.
Aardig is weer de eindeloze liefde en al
het geduld dat gelukkig velen kunnen
opbrengen met kleine en grote dieren in
en rond het huis.
„Alle aspecten van de relatie mens
dier neem ik onder de loep. En het
gekke is daarbij, tot die conclusie ben ik
tenminste gekomen, dat ze met het dier
doen wat ze willen. Wat ik me nu in
deze film af vraag is dit: waarom en wat
is het verschil tussen mens en dier? Wat
hebben we gemeen met de dieren? Dat
zijn eigenlijk nog vrij veel zaken. We
vermenigvuldigen ons, we eten, we
trachten ons te handhaven, we kennen
ook het begin en het einde, de geboorte
en de dood, overigens allemaal zuiver
biologische zaken. Maar als je die zaken
dan op een rijtje gezet hebt, dan ligt
toch vrij snel de volgende vraag voor de
hand: zou het nou zo gek zijn als we
ook in ons gedrag niet iets met de
dieren gemeen hebben?”
„En mijn conclusie is dan: laten we
het menselijk gedrag nu eens niet altijd
via de sociologische en psychologische of
weet-ik-veel welke kant verklaren,
maar ook eens via die gewone biologi
sche achtergronden. Ik voor mij vind
het een klare zaak. Trouwens: iedereen
kan dat herkennen als hij die film heeft
gezien. Ik dacht trouwens ook dat het
een conclusie was, die echt wel weten
schappelijk verantwoord is. Er zijn zelfs
hele bestsellers over dit onderwerp ge
schreven. Wetenschappelijk heet die stu
die etologie ofte wel gedragsleer.”
Bert Haanstra heeft 175.000 kilometer
voor deze film gereisd. Behalve alle
uithoeken van Europa bezocht hij Afri
ka, de zuidpool, India en Zuid-Amerika;
40.000 meter film werd er opgenomen.
Het resultaat: een film van één uur en
drie kwartier. Een moeten, dat reizen?
AMSTERDAM. De Reina Prinsen
Geerligsprijs voor jonge debuterende au
teurs wordt dit jaar toegekend aan W. J,
Otten voor zijn ongepubliceerde gedich
tenbundel „Een zwaluw vol zaagsel”.
Een eervolle vermelding kende de jury
toe aan Elisabeth Lampe. De prijs wordt
vrijdag uitgereikt in de Lutherse kerk in
Amsterdam. De jury stond onder voor
zitterschap van Taap Harten.
AMSTERDAM De Spaanse flamen-
go-dansgroep E) Sali zal van 7 tot en
met 15 december in ons land optreden.
Er zullen voorstellingen worden gegeven
in Assen. Tilburg, Breda, Eindhoven, En
schede, Ter Aar en Amsterdam (10 de
cember in het RAI-congresgebouw).
Het is een film die je eigenlijk niet
van Haanstra verwacht. Zijn films zijn
over het algemeen nogal komisch
neem bijvoorbeeld „Alleman" en
hoewel de brede lach hier en daar om
de hoek komt kijken, ligt het accent
meer bij de verbazing, de ontroering, de
ernst.
Jean Carrière met zijn bekroonde
„l’Epervier de Maheux" (De sperwer
van Maheux").
De prijs, bestaande uit een bedrag van
3000, beschikbaar gesteld door het
Prins Bemhardfonds en een door Jan
Wolkers vervaardigd wisselbeeldje, is
Kees Hazevoet in de eerste plaats toege
kend om zijn kwaliteiten als pianist „en
voor zijn voor Nederlandse verhoudin
gen ongekende persoonlijke inzet, zijn
gedifferentieerde mogelijkheden en zijn
ongewone emotionaliteit”, aldus het ju
ryrapport. De jazzpianist heeft thans een
eigen, internationaal samengesteld com
bo.
Kees Hazevoet, die pas sinds 1961
piano speelt, zal de prijs op 29 december
tijdens een concert in de VARA-studio
in Hilversum uitgereikt krijgen. Het is
dan voor de tiende maal, dat deze prijs
wordt uitgereikt.
De jury, die de prestaties van de in
aanmerking komende Nederlandse jazz
musici heeft beoordeeld, stond onder lei
ding van Rudy Koopmans en was be
noemd door de Stichting Jazz in Neder
land.
MUSEUMJOURNAAL is een tijd
schrift waarin kunsthistorici en
kunstcritici schrijven over moderne
beeldende kunst, al dan niet aan de
hand van wat er in de musea in ons
land te zien is. In het laatste nummer
analyseert Johannes van der Wolken
enige computerschilderijen van Peter
Struycken.
Jan Donia wijdt een artikel aan
Hans de Vries die volgens hem „de
meest contrversiële kunstenaar in
Nederland” is. De Vries welkt in de
natuur met dieren, natuurlijke
produkten en verschijnselsen exact op
de wijze waarop dat al eeuwenlang
volgens de wetten van die natuur
gebeurt. Er is geen sprake van enige
toevoeging of ingreep, waardoor a. de
natuur geweld aangedaan zou wor
den; b. „valse” elementen zouden
kunnen opduiken”. Kortom Hans de
Vries boert in het Groningse dorp
Beerta op antroposofische wijze Hij
tekent wel naar de natuur, maar dat
is slechts een oderdeel van zijn
„kunst” Het witlof inkuilen en het
observeren van Saturnus op zaterdag
in de hagebeuk horen daar eveneens
toe.
Donia noemt hem „een Kalmerend
middel in een chaotische samenle
ving”. Een samenleving die Hans de
Vries overigens niet of nauwelijks als
producerend en denkend individu ac
cepteert". De stelling van Donia dat
De Vries „de meest controversiële kun
stenaar van Nederland” is is onjuist
Controx ersieel zeker wel maar niet
de meest controversiële, alsof hij de
enige zou zijn. In Haarlem werkt al
enige laren op gelijksoortige wijze
alleen dan niet op een boerderij maar
(noodgedwongen) vanuit een flatwo
ning in Schalkwijk Jeroen ten
Berge.
WIE DE MEMOIRES van Nadjezda
Mandelstam heeft gelezen moet ook
het novembernummer van Tirade ko
pen. Daar staat alles wat Anna Ach-
matova heeft gepubliceerd over Osip
Mandelstam, de Russische dichter, die
in 1938 stierf in een concentratie
kamp van Stalin Hoewel hef relaas
van de weduwe aanzienlijk dieper
graaft en de lijdensweg van zichzelf
en haar man in een veel breder
verband zet. geven Anna Achmato-
va’s anekdotes en herinneringen een
welkome aanvulling Vooral Mandel
stams verliefdheden geven een pikant
tintje Het stuk is vertaald en in
kleine lettertjes achteraf verduidelijkt
door Kees Verheul, die de „Memoi
res” heeft vertaald.
Verder in deze Tirade gedichten
van Jacques Hamelink. een politieke
beschouwing van J. de Kadt en enige
informatieve notities over de proble
men rond de emigratie van joden uit
Rusland door Charles B Timmer die
voorts melding maakt van vertaling
in het Russisch van proza van Simon
Vestdijk (Pastorale 1943) en Willem
Elsschot (Het Dwaallicht en Lijmen)
AMSTERDAM. - Tot hoofd van de
afdeling Nederlandse geschiedenis van
het Rijksmuseum in Amsterdam is met
terugwerkende kracht tot 1 november
benoemd drs. W. H. Vroom, sinds 1971
aan deze afdeling verbonden als weten
schappelijk medewerker.
De 42-jarige heer Vroom studeerde
aan de Universiteit van Amsterdam eco
nomische en kunstgeschiedenis. Voor
zijn komst naar het Rijksmuseum was
hij als conservator van de Historische
topografische atlas van Amsterdam ver
bonden aan de gemeentelijke archief
dienst. Drs. Vroom is opvolger van de
heer D. H. Couvee die per 1 juli direc
teur is geworden van het Frans Halsmu
seum in Haarlem.
Dat Carrière zichzelf een groot be
wonderaar en zelfs discipel van de ver
maarde en enkele jaren geleden gestor
ven romancier Jean Giono noemt, is op
de eerste bladzijde van zijn bekroonde
roman al wel duidelijk te merken. Zijn
boek plaatst zich niet alleen in de 150
jaar oude traditie van de Franse regio-
nalistische boerenromans, maar heeft
bovendien ook nog het geboorteland van
Giono en overigens ook van Carrière
zelf de kurkdroge en doodarme Cé-
vennes in Zuid-Frankrijk tot kader en
plaats van handeling.
Van dit bijna woestijnachtige en dun
bevolkte gebied, waar in de dagen van
de Franse godsdiensttwisten de Hugeno
ten een onderkomen vonden, weet Car
rière in een rijke, muzikale en lyrische
taal, in zijn stroeve barheid, veel bewon-
derenswaardigs op te roepen. Maar die
soms sublieme en beeldende beschrijvin
gen rieken van tijd tot tijd ook nog naar
litteraire bravourstukjes, die dan ge
schreven lijken te zijn om later in
bloemlezingen voor leerlingen van lycea
te worden opgenomen.
Boven twijfel staat dat Jean Carrière
een Frans produceert dat van een soe
vereine, vaak superbe schoonheid is en
dat hij als romancier ook stellig door
bijna mystieke kracht gedreven lijkt te
worden.
Qua structuur, stijl en middelen is de
Renaijot-prijs dit keer evenmin naar een
aanhanger van de experimentele stro
mingen of scholen gegaan, want Franks
„Nuit Américaine” is het nogal onge
compliceerd relaas over het leven voor
en achter de schermen van het Parijse
wereldje van acteurs, schilders, schei -
vers en journalisten, dat zich in het
Quartier Latin heeft genesteld.
AMSTERDAM. De tentoonstelling
van schilderijen van Pyke Koch in het
Stedelijk Museum in Amsterdam is we
gens grote belangstelling verlengd tot en
met 3 december. De expositie laat werk
zien uit de jaren 1929 tot en met 1972.
brok cultuur deel te nemen, noemt de
filmnota de filmwerkwinkel. In Rotter
dam is een dergelijk fenomeen dit jaar
met een financiële injectie van de ge
meente (20.000 gulden) van de grond
gekomen. Volgens de filmnota moet dat
budget geleidelijk worden verhoogd, om
dat de behoefte nog maar ten dele
gedekt is en werkwinkel nodig moet
worden uitgebreid.
In de werkwinkel kunnen jongelui
zich vertrouwd maken met het maken
van films, terwijl beroepsfilmers die in
het huidige beste] niet „aan de bak”
komen zich er creatief kunnen uitleven.
De tweede mogelijkheid die in de nota
wordt aangegeven, is de oprichting van
een landelijk circuit van „filmhuizen”:
onafhankelijke niet-commerciële
theaters die films vertonen die in de
bioscoop niet kunnen worden gezien.
„Waarbij je je overigens wel even dit
af vraagt: zo’n roofdier heeft nu een
prooi in de bek, en die prooi is klein
warm en wollig. De andere dag heeft ze
haar eigen jong in de bek’ en dat is ook
klein, warm en wollig. Waarom bijt ze
de ene dag wel door en de andere dag
niet? Zo iets vind ik frappant. Maar
toch is het goed je te realiseren dat we
niet zo moeten oordelen als we op het
ogenblik doen. Wij zeggen bijvoorbeeld
bij de beesten af en dat is dan duidelijk
een waardevermindering.”
„Maar moet je dat nu ook zo zien? Ik
heb in ieder geval geprobeerd dit soort
scènes niet neer te zetten als een proto
type van de zielige en de wrede natuur
Want volgens mij is de natuur eigenlijk
niet wreed, hoogstens volstrekt onper
soonlijk. Wat ik in dit soort scènes heb
geprobeerd te doen, is ook op deze
punten pure, eerlijke informatie te ge
ven. Meer niet.”
Berger toont aan dat er sprake is
van een zuiver „litteraire rel”,waarbij
de argumenten die Mulisch tegen Van
het Reve bezigt, tegen hemzelf ge
bruikt kunnen worden. Berger stelt
dat Mulisch en Van het Reve op
dezelfde manier, door middel van de
ironie zich de pose aanmeten van hei
romantische type „goddelijke schrij
ver” Daartoe haalt Berger bewijzen
aan uit Mulisch’ „Voer voor psycholo
gen” Hij wijst voorts op Mulisch’
pre-occupatie met de Hitler-mythe
En komt tot de conclusie dat Mulisch
(„fascist-uit-ironie”) zichzelf om
brengt met de genadestoot, die hij
Van het Reve wil toebrengen. Berger
noemt zijn duivels knappe stuk dan
ook „de Harry Kiri van een halfgod”
Een andere beschouwer van de va
derlandse Parnassus, Wim Hazeu
maakt in Kentering enige kantteke-
ningetjes bij de opvatting van Van
het Reve, dat hij uniek is in de
Nederlandse litteratuur. Hazeu wijst
op enige treffende overeenkomsten
(ook wel een paar vergezochte) tussen
Van het Reve en Lodewijk van Deys-
sel. Hij raadt G. K. aan „Frank
Rozelaar” van Van Deyssel te lezen
HET OKTOBER-NUMMER van
Maatstaf gaat over de 80-jarige Vic
tor E. van Vriesland, aan wie enkele
opstellen, herinneringen en gedichten
worden gewijd. E. Verbeek schrijft
onder andere „Hij zou nooit de emi
nente plaats als verbindingsman in de
Nederlandse letteren (tussen de
opeenvolgende literaire generaties)
hebben ingenomen zonder zijn meti-
culeus taakbesef Of hij er altijd
gelukkig mee is geweest, is een twee
de”. Van Vrieslands vrouw schrijft::
„Twintig jaar, een heel leven, soms
moeilijk, met een jokkebrok, eerlijk
als goud; met een tiran, toegefelijk
als geen ander: met een onverzoen
lijk en altijd begrijpend, met een
verstandelijk en altijd warm en lief
devol mens. Maak daar nu eens een
portret van. Ik ka nhet niet”.
ROTTERDAM. De Rotterdamse
Kunststichting heeft een plan opgesteld
om de filmsituatie in de Maasstad te
verbeteren. De kern van dit plan is het
publiek meer bij het filmleven te be
trekken.
Enkele mogelijkheden hiervoor zijn
neergelegd in een nota die aan het
Rotterdamse gemeentebestuur is aange
boden. De Kunststichting meent, dat de
gemeente zelf een actief filmbeleid moet
voeren, temeer daar het ministerie van
CRM het afgelopen jaar flink het mes
heeft gezet in het landelijke budget.
De filmnota is daarom tegelijkertijd
een oproep aan andere steden of regio’s
Als één van de mogelijkheden voor
het publiek om actief enbewustaaneen
HILVERSUM. De Wessel Ilcken
prijs 1972 is dit jaar toegekend aan de
24-jarige pianist, orkestleider en compo
nist Kees Hazevoet uit Amsterdam.
wil gaan zitten een handreiking, buigt
voor haar, kust haar.”
„Het griezeligste zijn eigenlijk de
overbevolkingsproeven. Enorm fascine
rend, maar angstaanjagend als je paral
lellen gaat trekken. Ik heb het in Gro
ningen op de universiteit bij prof. Tin
bergen gefilmd, met ratten en muizen.
De dieren worden ondergebracht in een
afgesloten ruimte, met volop voedsel en
nestmateriaal. Je stopt er een normaal
aantal dieren in. Een tijdje gaat het
goed, er komen nesten, jongen, nog meer
nesten, nog meer jongen, maar dan in
eens, bij een bepaalde bevolkingsdicht
heid gaat er iets mis. Door te grote
intensiteit van de contacten houden ze
eerst op met het krijgen van jongen,
daarna gaan ze onderling vechten, ma
ken ze elkaar zelfs af.”
„En dat is waarachtig angstaanjagend.
Want bij overbevolking onder kunstma
tige omstandigheden wordt het dier dat
van nature absoluut geen kannibaal is,
in die zin dat hij nooit zijn soortgenoten
zal opeten, een pure kannibaal. Conclu
sie: overbevolking wekt op zijn minst
agressiviteit op.”
„Een dier doodt niet eens soortgeno
ten. Bij alle gevechten bij alle dieren,
geen enkele uitgezonderd, is vechten
slechts een afbakening van zijn territo
rium en nooit een gevecht om het ge
vecht. Zo’n gevecht verloopt nooit dode-
A
Hi >«ji no.-iij. JEgH
ruHHwtiiiii.ur