2
IK WIL GEEN
Geboren
POPPEKAST
vechter
Chris
Dolman
p.
a
w
ijn
map
(1 ij|
iW? v
k
Sijh, j
IB l' t
ZATERDAG 25
18
19
NOVEMBER
Erbij
1972
CP.)'
LU.)
?.p.)
UM.
en
BER
'jrj
KWEKELING
Het
GENOEG
MEDAILLES
•AG
102,
Dolman kan er met recht trots
op zijn als enige in Nederland
wereldkampioen Wim Ruska ver
slagen te hebben (Nederlandse
kampioenschappen 1971 in Haar
lem). Daar tussendoor oefende hij
jarenlang als bokser bij „ome”
Piet ter Meulen en bekwaamde
hij zich bij Jon Bluming in het
karate. Dolman: „Ik vind het ge
woon fijn om zoveel verschillen
de vechtsporten te trainen. Ik ben
iedere avond bezig, maar steeds
met een andere sport. Op die ma
nier hou ik er plezier in. Als ik
bijvoorbeeld elke avond zou moe
ten judoën, was ik het zo zat”.
Vrijdag I dec. I»72 te 20U.3O
in Nederland vertoond!
s
L4
will
1
- if
-
42 74
maar verniel ’m niet
FK
kM
023-
THEO KLEIN.
J
Als portier heeft hij echter altijd
met de handicap moeten leven van het
nachtwerk, waardoor zijn verplichtin
gen tegenover de bond in het weekend
in het gedrang kwamen. Dat is de
voornaamste oorzaak ven het vreemde
verschijnsel dat de meervoudige Ne
derlandse kampioen als worstelaar en
als judoka vrijwel alle belangrijke in
ternationale toernooien heeft gemist.
In de vier seizoenen die sindsdien
verstreken heeft Dolman er weer flink
wat bijgeleerd. Nu de beruchte Belgi
sche promotor hem voor de tweede
maal een aanbod heeft gedaan, zal hij
zich dan ook in de verste verten niet
meer laten beïnvloeden. Dolman: „Ik
ben nu veertien keer kampioen va’
Nederland. Daar kunnen nog wel twin
tig titels bijkomen voor ik veertig ben
Maar wat heb ik daaraan? Ik heb nu
genoeg medailles in mijn prijzenkast,
het wordt tijd dat ik er wat geld mee
verdien”. Het is zo goed als zeker dat
hij voor zijn overgang naar de catchers
door de sportbonden geschorst wordt.
Toen hij zich vier jaar geleden in de
catchring waagde, kostte hem dat een
schorsing van een half jaar.
BBN-secretaris Luiten: „Als Dolman
nuld«n
>f par-
io Ma-
Tel.
ezoek:
tuums.
n 619,
02510-
swijk-
Noord.
jaar
wil
i de
jéén
ezin
met
;ren
en
len-
zien
om
mor
rmans
kent,
rs- en
Gebr.
Wille-
Tel.
t. Inb.
inderii
iakade
jarenlange ervaring op dit gebied, toch
nog kwaad maken over de selectie
voor de Nederlandse judoploeg, die dit
weekend tegen Frankrijk aantreedt.
„Ik ben als kampioen van Nederland
gepasseerd. Dat moet toch niet mogelijk
zijn. Ik geef toch een gegronde reden
op voor mijn afwezigheid op de cen
trale trainingen, waarom accepteert de
bond die dan niet?” vraagt hij zich af.
Bij navraag op het bondsbureau van
de BBN blijkt de afwezigheid van
Dolman het gevolg te zijn van een
koerswijziging in de bond. Secretaris
Wim Luiten: „Wij gaan ons nu hele
maal richten op de leeftijdsgroep die
het in 1978 op de Olympische Spelen
moet gaan maken. Daarom hebben wij
voor deze interland voornamelijk judo
ka’s opgesteld die in het verleden geen
echte kans hebben gehad om zich op
internationaal niveau waar te maken”.
Na in Antwerpen een training van
meer ervaren catchmonsters bijge
woond te hebben, knapte de Amster
dammer helemaal af. Hij maakte
Brackeniers duidelijk dat hij het op de
Belgische manier in Nederland nooit
zou kunnen maken en trok zijn toezeg
ging in. Dolman: „Ik heb hem duide
lijk gemaakt dat ik wel wilde blijven
worstelen. Ik begrijp wel dat er af
spraken gemaakt moeten worden. Dat
gebeurt in elke profsport. Niemand
hoeft mij wijs te maken dat Okker
vorige week geen deal had met Taylor.
Dat is begrijpelijk, want voor een ten
nisfinale zonder Okker zouden er geen
Het grote verschil is dat zij in hun
eigen sport verder kunnen als prof,
terwijl voor worstelaars de enige ma
nier om munt te slaan uit hun vaar
digheid is, zich over te geven aan een
man als Brackeniers, die zijn publiek
een quasi komische gooi- en smijtpartij
voorzet. Chris Dolman erkent eerlijk
dat de huidige gang van zaken in het
catchcircus hem flink tegenstaat. „Ik
heb vorige maand naar de eerste
catchvoorstelling van Brackeniers in
Amsterdam gekeken. De zaal was afge
stampt, maar niemand ging tevreden
naar huis. Ze maakten er een poppen
kast van. Gekkebekkentrekkerij. Dat
slaat misschien in België aan, maar
hier niet. Voor zo’n komedie zijn de
Nederlanders te nuchter”, aldus Dol
man.
tt en
indags
Vries,
[.Tmui-
Een grotere ommezwaai is nauwe
lijks denkbaar. Desondanks heeft Dol
man er nog geen minuut spijt van
gehad. Hij vertelt: „Als onderwijzer
verdiende je toen een tweehonderd
gulden in de week. Als portier was dat
heel wat meer. Bovendien was ik toch
ongeschikt om mijn leven lang voor
een klas schreeuwende kinderen te
staan. Ik had op school altijd koppijn,
daar heb ik later nooit geen last meer
van gehad”.
Chris Dolman is dol op een robbertje vechten. Of dat nu met hand
schoenen aan tussen vier touwen gebeurt, op de mat in de worstelhansop,
of in de oosterse judo-outfit, maakt voor hem weinig uit. Als de 27-
jarige Amsterdamse nachtclubportier maar op zijn tijd kan stoeien, al
is het noodgedwongen voor de deur van zijn baas, dan is hij in zijn ele
ment. Hij heeft er ook het lichaam voor. Tussen kruin en grote teen
bergt hij niet minder dan 125 kilo „mens”. Het moet voor een ieder die
hem op de mat tegemoet treedt al een angstwekkend gezicht zijn hem,
met zijn lantaarnpaaldikke bovenarmen en ietwat dromerige killerskop,
Duidelijk is in ieder geval dat er
in de Budobond niet meer op Dolman
gerekend wordt, een situatie die eigen
lijk al bestaat sinds de dag dat de
Mokumer zijn plaats voor de klas ver
wisselde voor een positie in de deur
post. Dolman: „Ik zat in ’64 een jaar
7000 mensen in Rotterdam komen kij
ken. Maar ik weiger om als clown op
te treden. Iemand in de ring een hand
geven en dan als een dwaas opsprin
gen en neerkwakken is niets voor mij.
Ik wil worstelen voor geld. Iets vrijer
dan normaal, maar wel een wedstrijd
maken. Net zoals het in Amerika gaat.
Daar zouden ze die Belgische komedie
ook niet pikken.”
Met zijn weigering nam hij Bracke
niers, die de affiches met Dolmans
naam al had laten verspreiden, in de
houdgreep. De geschrokken Belg reisde
ijlings naar Amsterdam, waar hij Dol
man maandag bewoog op zijn besluit
terug te komen. Dolman: „Hij heeft
gezegd: knok maar op jouw manier,
als je hem maar niet vernielt”. Die
„hem” is dan de uit Guatemala
afkomstige Billy Muriello (catchnaam:
Samson Negro), volgens de onbetrouw
bare inlichtingen van Brackeniers de
bijna 2 meter lange, 128 kilo wegende
bokskampioen van zijn land. De Belgi
sche promotor maakte slechts één
voorbehoud, de partij mag niet te kort
duren. Met andere woorden: als Dol
man er in de eerste minuten al een
eind aan kan maken, moet hij dat nog
niet direct doen.
Chris Dolman heeft dat standpunt
niet zijn hele leven gehuldigd. Toen hij
zich zes jaar geleden in Lyon als
sterkste jeugdjudoka van ons continent
klasseerde, werd er al - ondanks het
algemeen bekende euvel dat hij een
„luie” trainer is - over een voortzetting
van de lijn Geesink-Ruska gesproken.
Ook Chris Dolman deelde in die hoop.
Hij ervoer echter al snel dat zijn
activiteiten in nachtelijk Amsterdam
moeilijk te combineren zijn met cen
trale weekendtrainingen. Hij vertelt
„Ik werk ’s nachts tot vier uur. Daar
om kan ik ’s zondags nooit ’s och
tends op de trainingen komen. Dat
grijpt men altijd aan om me uit natio
nale vertegenwoordigingen te weren”.
Chris Dolman is er heilig van over
tuigd dat de heren bondsbestuurders
hem daar onrecht mee aandoen. Hij
wil dat zij de wedstrijdresultaten, en
niet het trainingsbezoek als maatstaf
nemen. Zo kan hij zich, ondanks zijn
inderdaad weer gaat catchen, dan zal
hij waarschijnlijk niet meer aan judo-
wedstrijden mee kunnen doen. Zeker
weet ik dat nu nog niet, omdat het
eerst in het bestuur besproken zal
moeten worden. Hij kan natuurlijk lid
blijven van de bond, maar met catchen
verspeelt hij zijn amateurstatus en
daarmee het recht om in judowedstrij-
den uit te komen”. Dolman: „Al geven
ze me nu nog zoveel schorsingen. Daar
heb ik maling aan. Ik grijp mijn kans
nu ik geld kan verdienen. Kijk maar
eens naar die profschaatsers. Zij heb
ben ook genoeg van de medailles”.
Vier jaar geleden had hij daar eigen
lijk al genoeg van. Veel bedenktijd had
hij toen niet nodig om tot een positief
antwoord te komen op een aanbod van
de Belgische catch-promotor Peter
Brackeniers. Dolman: „Ik maakte één
wedstrijd. Zelf had ik er eigenlijk wel
mee door willen gaan, maar er waren
veel mensen die me ompraatten. Ze
wezen me allemaal op de grote carriè
re die ik daardoor in de sport mis zou
lopen. Daarom ben ik er direct weer
mee opgehouden.”
mpleet
\nny”.
1, U-
72.
«h.
van mijn eindexamen kweekschool af.
Ik stond al als kwekeling voor de klas,
toen Wim Ruska me vroeg of ik zijn
werk als portier van hem over kon
nemen zolang hij naar de Olympische
Spelen in Tokio was. Dat heb ik ge
daan en ik ben altijd in dat vak
gebleven”.
Vraag: je tegenstanders zullen het
niet leuk vinden wanneer jij echt gaat
vechten. Zij zijn tenslotte gewend
slechts te spelen. Wat denk je van hun
reactie? Dolman: „Het zal iets nieuws
voor ze zijn. Ze zullen zelf meer moe
ten gaan trainen om er echte wedstrij
den van te kunnen maken”. Vraag:
zullen er na de eerste kennismaking
nog catchers zijn, die op deze basis
tegen je willen vechten Dolman: „Bij
degenen die het weten misschien niet.
Maar de Europese promotors halen ge
regeld samen een tegenstander uit een
ander continent. Die man maakt dan
een toernee door Europa. Als ik die
vreemdelingen steeds krijg, dan blijven
er toch nog voldoende tegenstanders
voor mij beschikbaar....”
i
op zich af zien komen. Chris Dolman heeft daar in de elf jaar dat hij aan
wedstrijdsport doet, de nodige profijt van getrokken. Niet minder dan
veertien maal veroverde hij een Nederlandse titel (acht maal worstel
kampioen, drie maal eerste als zwaargewichtjudoka en drie maal de
sterkste gewichtheffer van Nederland), één keer bracht hij het tot ju-
nioren-judokampioen van Europa (1966) en als klap op de vuurpijl ver
raste hij in 1969 worstelminnend Rusland, door in het hol van de leeuw
(aan de Zwarte Zee) het officieuze wereldkampioenschap sambo (een
Russische kruising tussen judo en worstelen) op zijn naam te schrijven.
H.
sm- I
28
dag
:ens I
ide.
dag
en I
’72,
i u.
J
Knok op jouw manier
ft -.lél’- ■-iCil
“i
I
sm
sers I
IA
5
ede 1
I
I
I
I
I
I
o-
SWSsfe s, s.