Sancties gevraagd misbruik hormonen IN NEDERLAND WEL GARANTIE DOOR EEN SCHERPE CONTROLE Belgische professor Debackere: KALFSVLEES MEER” „IN MIJN HUIS GEEN te i Geen scherpslijper Steriliteit Allergie Hamvraag Commercie jaagt veemesters naar de hormonen-spuiten 9 l HANS ROMBOUTS l Erbij De Belgische hoogleraar M. Debackere, strijder tegen onfrisse praktijken in de veemesterij, is vorige week weer eens in het nieuws gekomen na een lezing in Veurne, waar hij opnieuw op het gevaar wees van giftige stoffen in het vlees, dat de consument wordt aangeboden. In het vlees vindt men overblijfselen van antibiotica en of hormonen, die bij de vestmesting ge bruikt zijn uit commerciële overwegingen. Bij professor Debackere van de diergeneeskunde- faculteit aan de rijksuniversiteit van Gent, komt geen kalfsvlees meer in huis. „Sinds 1967 wil ik mijn ge- probeert stoffen te vervaardi gen, die bij het onderzoek niet terug te vinden zijn”. zin, vooral mijn kinderen, geen kalfsvlees meer voor zetten. 95 percent van alle mestkalveren in België wordt geprepareerd met hormonen”. r e Met die laatste opmerking komt men natuurlijk tot de kern van de hele affaire. De economie eist een steeds snellere levering van slachtvlees. En dan beland je in het tijdperk van de van de Sommige antibiotica in het veevoer kunnen bij de mens allergische reacties oproepen. „De controle is zo belang rijk”, zegt de Gentse hoogleraar, „maar je raakt ook daardoor gauw ontgoo cheld, want men kijkt meestal hoogstens Professor Debackere trekt niet alleen ten strijde tegen het illegaal hormonengebruik, dat wel eens kankerverwekkend zou kunnen zijn, maar ook het illegale aanwenden van antibiotica. Zoals het prepa raat DES dat onlangs in de Verenigde Staten op de verboden lijst voor veevoer gezet. Maar de strijd in België is moeilijk. aan I fessor teur bio-industrie, waarbij veemesters geen leveranciers van slachtdieren meer zijn, maar van slachtmonsters (het dier telt helemaal niet meer mee, hetgeen de dierenbeschermers te wapen heeft geroepen). Produktie, produktie is het jacht- en wachtwoord. En dan grijpt men naar de hormonenspuit, met alle gevolgen vandien. In België kan dat ongestraft. gereglementeerde hoeveelheid geschreven krijgen. Maar vlees op je bord krijgt, met de kinderen, dan wil je toch wel weten of je dat veilig naar binnen kunt wer'-°i" nu toegaat in België, dwingt men ook die mensen uit economische motieven om te gaan knoeien. Strenge reglemen teringen. Daar komt het op aan. Als de consument vlees zonder hormonen op tafel wil hebben, dan zal hij er meer voor moeten gaan betalen. Want de fok-industrie kan op dit moment door allerlei ingrepen slechts tot winst ko men. Zonder die ingrepen moet de prijs omhoog. Het is kiezen of de len. Je zou kunnen zeggen dat zij de wielrenners volgen, die ook de do pingcontrole trachten te neutralise ren. Het is voor de fabrikanten van iet grootste commerciële belang om stoffen te vinden, die de vleespro- duktie omhoog jagen en die ook door de inspectie voor volksgezond heid goedgekeurd worden. „De con trole is heel »rg scherp en het feit, dat het buitenland geen klachten meer heeft over ons exportvlees is een bewijs, dat het goed zit”. In 1961 al werden er onderzoeken gedaan naar het gebruik van hor monen door Nederlandse mesters om de produktie op te voeren. In 1967 kwam de controle op slachtkalve- ren. Toen Italië Nederlands kalfs vlees weigerde omdat er abnormaal veel hormonen werden aangetroffen, is de controle verscherpt tot het peil van dit moment. Natuurlijk is het een onmogeijke' zaak alle slachtkalveren, die aange- kan er worden boeren hormonen opgefokte Dr. Hu ieder gev in Neder Het gaat met name om het kalfs vlees. Hormoonbehandelingen zijn in feite commercieel alleen maar aantrek kelijk (maar dan ook zeer aantrekke lijk) door het wonderbaarlijke in snel treinvaart „vermenigvuldigen” van het vleesgewicht bij kalveren en rundvee. Bij varkens en pluimvee is er een snel le vettoename. En dat is minderge- wenst. Er wordt hier en daar wel met hormonale stoffen op varkens geëxpe rimenteerd, maar het gaat wat hormo nen betreft vooral om kalveren. En men kent de gevolgen van hormonale inwerking op de mens: gevaar voor steriliteit, onvruchtbaarheid, en kanker verwekkende eigenschappen. Vooral de synthetische geslachtsharmonen zijn zeer gevaarlijk,- zoals diethylstilboestrol en methyl testosteron, een synthetisch mannelijk geslachtshormoon, dat ge heel geresorbeerd wordt in de darmen van de mens. Het het sterkst virilise- rende (vermannelijkend) hormoon, dat ook voor honderd percent in het li chaam terecht komt na opname met voedsel. Professor Debackere: „vroeger wa ren het practisch alleen vrouwelijke geslachtshormonen, die gebruikt wer den in de veemesterij, maar er komen steeds meer mannelijke hormonen bij. En dan in hoeveelheden, die beangsti gend zijn. En dat is het hem nu juist. Vlees dat op tafel komt is voor ieder een in het gezin, van klein tot groot. En om die kleinen gaat het vooral. Een klein kind kan hier via een portie kalfsvlees bijna evenveel hormonen binnenkrijgen als het zelf produceert. Ik stel, dat 95 percent van alle mest kalveren in België hormonen krijgen. Op de plaats van de injectie in de nek is de concentratie het grootst, maar u dacht toch niet, dat men dat nekvlees weggooide?. Dat komt min- Het zit hoogleraar Debackere zeer hoog, dat er in zijn land op dit punt zo gespot wordt met de volksgezondheid. Er is geen enkele waarborg op het gebied van het consumptievlees, dat er geen residuen (overblijfselen) via het vlees in het lichaam van de mens komen; residuen van antibiotica, thera- peutica en geslachtshormonen. „Hier in België is het gebruik van hormonen in de vetmesting het grootste kwaad. In Nederland is er wel een expliciet ver bod. En - wat belangrijk is - er is in Nederland ook een controle op. Er zijn sancties. Dat is een goed ding. Die laksheid in België is des te opmerkelij ker, omdat onze geneesmiddelenwetge ving, zeker wat de diergeneeskunde betreft, beter is dan de Nederlandse. Waarschijnlijk komt het omdat de mi nisteries van volksgezondheid en land bouw elkaar de verantwoording in de schoenen schuiven. Volksgezondheid zegt: „een leek mag niet in het bezit zijn van hormonen.” Landbouw zegt: „in diervoeder mag geen hormoon ver werkt worden.” Wat is de uitkomst in de praktijk? Men spuit hier de hormo nen zelf in bij de kalveren. En op het moment, dat de hormonen in het dier zijn beland is er niemand meer straf baar volgens de Belgische wet. Dat met hormonen ingespoten dier kan vrijelijk verkocht worden. Wat de gevolgen daarvan door de residuen in het men selijk lichaam kunnen zijn, ontgaat de heren kennelijk.” Professor Debackere is - hoewel een strijdbaar man - toch geen uiterste scherpslijper: „Ik zal niet strikt zeggen, dat het gebruik van bepaalde hormonen op een bepaalde manier en in een be paalde dosering altijd schadelijk is. Maar het gebruik van hormonen, zoals nu gebeurt, is alleen nog een economi sche zaak, die geen rekening meer houdt met de volksgezondheid. „Zoals in België illegaal omgespron gen wordt met de hormonen is niet mooi meer. Als men ziet met welke hoeveelheden men werkt. Men weet zelf amper meer de frequentie of de concentratie. Men spuit in het wilde weg. Bovendien houdt men zich niet aan de termijnen, die voor de afslach ting gelden”. Professor Debackere zucht eens diep en geeft toe:,„Op den duur werkt dit allemaal toch wel ontmoedigend. Ik heb me altijd ingespannen om een wetsontwerp in België te krijgen op het punt van de volksgezondheid bij het gebruik van slachtvlees. Elke keer loop je weer vast. Voor mij is het misschien ook een passie, maar het gaat mij om belangrijke dingen: ten eerste de volksgezondheid en ten tweede de diergeneeskunde. Bij be paalde departementen (volksgezondheid en landbouw) doorziet men de ernst en de belangen van de zaak kennelijk niet. Als we niet zo snel mo gelijk een goede wetgeving op dit gebied krijgen, dan denk ik dat wij evolueren naar zulke illegale, geheime praktijken in de veefokkerij, dat het zeer gevaarlijk wordt. Er is een voorontwerp wetgeving op medici naal veevoer in studie. naar het etiket: wat er in zit. Maar men spoort zelf niet op, zoals arseni- cumpreparaten in het varkensmeel, waarover kortelings het een en ander te doen was. Natuurlijk moet men oppassen voor sensatie in dit soort zaken. Maar men mag toch minstens een klare lijn eisen van de overheid. Wat is wel toegestaan en wat niet? Die klaarheid is ook nodig voor de mensen, die wél eerlijk willen werken in deze bedrijfstak. Mensen, die niet willen knoeien en experimenteren met allerlei stoffen. Maar op de manier, zoals het i ’t Veld verzekert in ■lat zij niet bang is om d kalfsvlees te eten. „Dat is hier t orde. De controle is zo geperfectioneerd.” Dr. L. Huis in ’t Veld, plaats vervangend hoofd van het la boratorium voor endocrinologie van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid, eet in Neder land rustig kalfsvlees. Samen met haar collega’s dr. E. Rui tenberg, dr. R. Kroes en dr. P. Schuller heeft zij de leiding van het onderzoek naar de kwali teit van het vlees in Nederland. Dr. Huis in ’t Veld, door profes sor Debackere als één van de grootste deskundigen op dit ge bied in Europa genoemd, acht de controle op het vlees in Nederland goed. „We moeten wel steeds scherp op onze hoe de zijn, want de fabrikanten zijn voortdurend bezig om het ons ook moeilijk te maken. Men zaken gecombineerd. Zo worden er fysiologische proeven genomen. De moeilijkheid in dit soort zaken is, dat de wereld een groot gebrek heeft aan consumptievlees en dat er een safe manier gevonden moet worden om de produktie zo hoog mogelijk te kunnen opvoeren en de volksgezondheid niet te schaden. Voortdurend komen de „econo misten” met de opmerking, dat er in de pil en met name de after morning pil om zwangerschap te voorkomen ook eustrogene stoffen zitten. „Maar”, zo zegt professor De backere en ook dr. Huis in ’t Veld, „dat is een kwestie van vrijwillig heid allereerst en bovendien gaat het hier om volwassenen, die een l voor- als je name Toen er in België het een en ander naar boven kwam drijven en de pu blieke opinie werd wakker geschud, kwam er een actie van de rijkswacht, een actie, die mede op gang gebracht werd door professor Debackere. In drie dagen werden door de rijkswacht 300 dossiers aangelegd. Er waren zeker 250 gevallen van min of meer ernstige overtredingen op het gebied van verboden stoffen in de veeteelt. De zaak sleepte zich drie jaar voort. De rechtszaak diende in Kortrijk. Er volg de proces op proces. Uiteindelijk werd het een juridische scherpslijperij, waarbij de hoofdzaak kwam te liggen op de procedure-fouten, die er gemaakt zouden zijn. Professor Debackere: „In feite kwam het er op neer, dat er van deze gerechtelijke afhandeling meer een stimulans om door te gaan uitging dan het omgekeerde. Er is niets posi tiefs uit voort gekomen. Er is een paar maanden angst geweest waardoor ille gaal spuiten wat teruggedrongen werd, maar dat is nu allemaal weer voorbij”. Het gebruik van anti-biotica en the rapeutics is een gecompliceerde zaak. Professor Debackere: „Als iedereen in de vestmesterij zich maar hield aan de regels. Kleine concentraties van dit soort middelen zijn geoorloofd, zijn ook wel veilig. Maar de controle op naleving van de juiste hoeveelheidis moeilijk. Een andere zaak is, dat de mester drie dagen voor het slachten geen antibiotica meer in het voer mag doen. De vraag is: in hoeverre wordt er aan die wachttijd vast gehouden? Als hij ineens een goede aanbieding krijgt, wat dan? Bovendien, in de moderne silo’s van tegenwoordig kan hij moei lijk de af voer van voedsel met die middelen stoppen.” boden worden, te onderzoeken,. Er worden royaal steekproeven geno men. Per stal één exemplaar, Dat gebeurt in de abattoirs. Wordt zo’n dier positief bevonden dan wordt de urine van de andere exemplaren uit dezelfde stal gecontroleerd. Dan komt er meestal uit, dat ook die anderen positief zijn. Veel positieve scores zijn er tegenwoordig liet meer. Wanneer er ook maar sporen van verboden middelen gevonden wor den, wordt het vlees afgekeurd voor de export. Of het vlees dan nog wel geschikt is voor gebruik in eigen land wordt bekeken. Dat lijkt zeer merkwaardig natuurlijk. Dr. Huis in ’t Veld: „Inderdaad doet dat vreemd aan, maar als bij nadere controle blijkt, dat de sporen in de urine verdwenen zijn, er geen residuen zijn en het vlees verder van goede kwaliteit, dan kan het eventueel toch voor binnenlandse consumptie worden vrij gegeven.” Het onderzoek is een kostbare zaak. Vandaar, dat het rijkslabora- torium de proeven in samenwerking met andere instituten neemt. Dan wordt het onderzoek met andere Dat sleept zich nu al zes jaar voort en blijft alsmaar steken bij het mi nisterie van Volksgezondheid. Het gaat nu, geloof ik, over het feit of de grondstoffen voor het medicinale veevoer al of niet via de apothekers verstrekt moeten worden. Maar ondertussen wordt er door de mesters maar aan gedaan”. In Nederland is er een strenge vleeskeuring. De stempels komen er niet zo maar op. Professor Debackere haalt een ander voorbeeld aan van inter nationaal gemarchandeer. „In 1971 kwam er een invoerverbod voor Nederlandse ham in de VS omdat er sporen van hexachloor benzeen in gevonden waren Grote paniek bij de Nederlandse vleesconservenfabrieken. En wat krijg je dan? Wacht even” de hoogleraar loopt weg en komt terug met twee blikken Neder landse exportham „Dan dui ken die in Amerika verboden blikken ham hier in België op. De handelaren moeten die ham toch kwijt. Kijk, over de Engelse tekst is gebrekkig een proviso risch etiket geplakt”. „Dit jaar, in juli, ie er hier in België ineens grote deining ont staan over de aanwezigheid van hexachloorbenzeen in de grond stoffen voor veevoer. Internatio naal was het gebruik van die stof al lang bekend. Zie de Ne derlandse exportham. Waar denkt u, dat de in Nederland nu geweerde Argentijnse zemelen (met heb besmet) belanden? De schepen komen in Belgische ha vens. Men moet deze grondstof toch kwijt. Deze wordt gebruikt voor veevoeders en zo krijgt de mens via zijn vlees residuen van hexachloorbenzeen naar binnen” (over dit Argentijnse graan zijn vorige week nog vragen gesteld ni de Nederlandse Tweede Kamer H.R.). Gezien al deze zaken heeft professor Debackere het grootste gelijk aan zijn kant om met kracht te streven naar een inter nationale regeling van dit levens gevaarlijke probleem. stens in het kalfsgehakt terecht. Bij onderzoekingen is gebleken, dat ver van de plaats van inspuiting bij 13 a 14 percent van de kalveren nog do seerbare hoeveelheden teruggevonden werden in het vlees. En dat is juist bij kinderen zo gevaarlijk”. ER MOET zo snel mogelijk een serieus gesprek op gang ge bracht worden tussen minstens de EEG-landen om het kwaad het hormoongebruik bij veefokkerij internationaal banden te krijgen. Pro- M. Debackere, direc- van het pharmacologisch en toxicologisch laboratorium van de afdeling diergenees kunde van de Rijksuniversi teit in Gent, is er van overtuigd, dat dit soort problemen niet meer in één land bestreden kan worden. „Je moet de pro- en contra-groepen bij elkaar zetten en de problemen op wetenschap pelijke basis behandelen. Dan kun je bekijken of met name het hormoongebruik verbannen kan worden of tenminste zeer be perkt. Maar voorop moet dan een strenge controle met zware sancties staan. Zoals het nu is zit het helemaal fout. Nu maar aan gerommeld Wanneer Nederlandse hun met kalveren aan Belgische handela ren verkopen kraait daar geen haan naar, omdat in België met hormoon ingespoten dieren ge slacht kunnen worden en ter verkoop aangeboden”. O z WW

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 13