CHINESE GRAFKELDER NA 2000 JAAR IN GOEDE STAAT GEVONDEN UNIEKE VONDSTEN IN DE PROVINCIE HOENAN Het raadsel Raspoetin of martelaar monster RT” i 1 Goed geconserveerd I i Verering en vijandschap Raspoetin en het hof De kroonprins Zijden vlag O ia 1 4 15 ZATERDAG 2 DECEMBER 1972 Erbij HV ■i Het lijk van de prinses op de onderzoektafel: gaaf na 2000 jaar. Een paar schoentjes. synode in GREGORY’’. DR. P. H. SCHÖDER leeft op ebergen iet Ge lid kun- ellingen die nu ;evormd it vorig ■ormden profes- k werd de heeft Ie harde eschuldi- sverstan- en rond iak-Kui- iring in ar vast verschil :le uitleg Istukken gesprek Kuitert Een van de gevonden muziekinstru menten. Volledig Alexandra vertrouwen verwierf De beschildering is aangebracht in fijne, gelijkmatig gekleurde lijnen en vlakken. Hierbij is gebruik gemaakt van vermiljoen en andere, blauwe en groene, minerale verfstoffen. Door - de sterke kleurkontrasten biedt het geheel een fascinerende aanblik. De uitbeel ding van de mens- en dierfiguren is Berkhof iet stuk, j en maar van kleur. Het is voor de eerste maal in de geschiedenis van de Chinese ar cheologie dat een dergelijke kostbare grafkist is gevonden. Gregory Efimovich, dat wil zeggen: de zoon van Efim, was in november 1872, nu honderd jaar geleden, geboren als zoon van een eenvoudige boer in Pokrovskoe, een dorp in het westen van Siberië. Er is een verhaal dat hij als jongen van twaalf jaar zonder aarzelen een paardendief aanwees en daardoor toen al de reputatie kreeg „het tweede gezicht” te bezitten. Een jaar of wat later verwierf hij om zijn gedrag jegens de dorpsmeisjes de bijnaam Raspoetin, Russisch voor: de losbandige, de liederlijke. De jongen leidde een zwervend leven, maar schijnt ook maanden te hebben door gebracht in het klooster van een sekte die geloofde dat zonde de eerste stap is op de weg naar heiligheid en dat in wilde uitgelatenheid bedreven ontucht beschouwd moet worden als de hoogste vorm van godsverering. Toen Raspoetin twintig jaar oud was, keerde hij naar zijn dorp terug en trouwde een blond boerenmeisje dat hem vier kinderen schonk. Eens toen hij het land be ploegde, had hij een visioen en ver klaarde dat hem was aangezegd dat hij een pelgrimstocht moest ondernemen. Hij legde te voet een afstand van meer en wit. De motieven daarop zijn inge weven, geborduurd of geschilderd en bestaan uit fraaie wolkformaties, aller hande dieren en hoofdzakelijk ruitvor mige geometrische figuren. Sommige zijdeweefsels zijn van een uitzonderlijke fijnheid: er is een zijden kledingstuk bij, van honderdachtentwin- tig cm lengte, met honderdnegentig cm lange mouwen, dat niet méér weegt dan negenenveertig gram; verder een lap zijden stof ter breedte van negen enveertig cm en met een lengte van vijfenveertig cm, dat slechts 2,8 gram weegt! dan 3000 kilometer af naar een kloos ter op de berg Athos in het noorden van Griekenland. Na zijn terugkeer werd hij door velen vereerd als een Man Gods, een Heilige, een genezer van zieken en een helderziende. Dagenlang lag hij in de kille, vochtige kelder onder zijn boer derij op de naakte vloer om zijn zondi ge lichaam te kastijden en boete te doen. Men hoorde hem bidden, klagen en jammeren. Maar dan opeens gingen zijn klachten over in een jubelend zingen van psalmen en kerkliederen. Velen die het hoorden, bekruisten zich, knielden neer en voegden hun stem bij de zijne. Maar anderen zagen een ge vaarlijke ketter in hem en eisten een onderzoek naar zijn geloof. Gregory onttrok zich daaraan door vrouw en kinderen te verlaten en naar het wes ten te trekken. In 1905 dook hij in St. Petersburg op. In de kist rustte het lichaam van een vrouw, 154*/i cm lang; het gelaat was naar boven, de voeten naar het zuiden gericht, de armen lagen tegen het lichaam. Het verkeerde in uitstekend geconserveerde toestand. Deskundigen van het medisch instituut van Hoenan konstateerden bij hun on derzoek dat het onderhuidsweefsel zijn elasticiteit grotendeels heeft bewaard en dat de vezels nog zeer duidelijk te herkennen zijn. De kleur van de dijslag- ader gelijkt op die van een pas overledene. Na injecteren van een an- tisepticum vertoonde het celweefsel een lichte zwelling en nam geleidelijk de ingebrachte stof in zich op. Op de linker long bevond zich een tweetal verkalkte plekjes ter grootte van een sojaboon. In zijn geheel zowel als in zijn onderdelen vormt deze grafkelder een duidelijke weerspiegeling van het eco nomisch en kultureel niveau van de adelstand in het begintijdperk van de Oostelijke Han-dynastie. Voor het ar cheologisch onderzoek is het, naar al gemeen wordt aangenomen, een weer galoze aanwinst, eveneens voor de stu die der feodale verhoudingen in het vroegere China. Het artikel in afleve ring 9/1972 van het esperanto-talige maandblad „EI Popola Cinio”, waaraan bovenstaande zakelijke opsomming is ontleend, gaat vergezeld van een aantal kleurenillustraties, die, beter dan elke beschrijving, een indruk geven van de overrompelende pracht der gevonden objecten. De grafkelder zelf heeft, van noord naar zuid gemeten, een lengte van 20 meter; hij is achttien meter breed en zestien meter diep, en was opgevuld met stevig aangestampte gele, bruine en rode aarde. Rondom de buitenste houten tombe was een dertig tot veer tig centimeter dikke laag houtskool aangebracht, met een totaalgewicht van meer dan vijfduizend kilogram. Deze houtskoollaag was op zijn beurt omgeven door een laag klei. De drie elkaar omsluitende tomben en de drie kisten rustten op drie hou ten balken op de bodem van de kelder; tapse houten pennen werden gebruikt bij de bevestiging van de planken, Eind april van dit jaar is door een team van Chinese archeo logen een meer dan twintig eeuwen oude grafkelder blootge legd. Deze bevond zich bij Mavangdoej, de oostelijke voorstad van Tsjangsjan, in de Chinese provincie Hoenan. Sinds kort zijn er wat meer bijzonderheden bekend geworden over deze vondst De tomben, de kisten, het lijk en de talrijke daarbij aangetrof fen voorwerpen bleken uitstekend bewaard gebleven te zijn. Als het waardevolste deel van de gehele vondst wordt beschouwd de kleurig beschilderde zijden vlag, waar mee de binnenste kist was bedekt. Deze vlag heeft een lengte van twee- honderdvijf cm, aan de bovenkant een breedte van tweeënnegentig, aan de onderkant van 47,7 cm. Op de vier hoeken zijn wimpels aangenaaid. toen de achtjarige troonopvolger Alexis die wilde gaan roeien, struikelde, viel en een blauwe plek op zijn dij opliep. Alras ontstond een uiterst pijnlijke zwelling die door de ijlings ontboden artsen niet kon worden bezworen. Het kind kreeg hoge koorts, zijn moeder week niet van zijn bed en zond ten slotte in haar wanhoop een telegram naar Raspoetin. Zijn telegrafisch ant woord luidde: „God heeft uw tranen gezien en uw gebeden gehoord. Wees niet bezorgd. Het kind zal niet sterven. De artsen moeten hem met rust laten.” De volgende dag was Alexis’ tempera tuur gedaald, de pijn was verminderd en het kind viel in een gezonde slaap. Een drietal edelen besloot daarop de gevaarlijke monnik te liquideren. Twee hunner hebben daarover later een boek geschreven. De bekendste moordenaar was prins Felix Yoessoepoff, die be hoorde tot de rijkste en aanzienlijkste families van het tsaristische Rusland. Men neemt aan dat zijn verslag van de dramatische dood van Raspoetin in hoofdtrekken juist is, hoe ongeloof waardig het ook klinkt. Het komt hier op neer dat Yoessoepoff Raspoetin in zijn woning uitnodigde en hem met cyaankali vergiftigde wijn opdrong. Toen dit middel niet werkte schoot hij hem van achteren neer; de monnik evenwel richtte zich na enige tijd weer op en vluchtte de tuin in. De tweede moordenaar achtervolgde hem en loste opnieuw drie schoten op hem. Het drietal bond het lijk in een zak en gooide die in een bijt in de Newa. Toen drie dagen later het lichaam werd gevonden, bleek dat Raspoetin noch door het vergif noch door de schoten, maar door verdrinking om het d ook de ^trusting i aanhan- I p elkaar j eed ook I inte ver- ddingge- I woord” I Tevens I sverd op I die - zo I "dt door I i egoïs- dat veel met de n tussen en hun ren van deze eeuw het middelpunt van aanhangers van allerlei mystieke stro mingen en occulte bewegingen, die de vreemde monnik, wiens roep hem al was voorgegaan, graag in hun midden opnamen en bij hun experimenten be trokken. Het is dus niet verwonderlijk dat ook in hofkringen gesproken werd over de vreemde starets Raspoetin. De naam starets werd in Russische kloosters gegeven aan bejaarde monni ken die een leven van zelfverlooche ning en onthouding leidden en tot wie gelovigen zich wendden om voorlich ting en raad in moeilijkheden vooral van godsdienstige aard. Veelal schreef men hun bovennatuurlijke gaven toe. En het is wel zeker dat Raspoetin daarover beschikte. Van „onthouding” was bij hem evenwel geen sprake, noch wat vrouwen noch wat drank betreft. Die zijde van zijn wezen bleef evenwel voor het tsarenpaar verbor gen. Raspoetin kwam aan het hof als een man Gods, een heilige en dat hij tevens een duivel was, hebben zij nooit willen of kunnen geloven. En dat is volkomen begrijpelijk. In de eerste plaats maakte Raspoetin op iedereen die hem leerde kennen een bijzondere indruk. Men vergat al heel gauw zijn beslijkte laarzen, zijn boe renkiel, zijn vuile nagels en zijn ruige baard voor de vreemde macht van zijn ogen die lichtblauw en doordringend waren, een eigenaardig magnetisme schenen uit te stralen en een hypnoti sche invloed uitoefenden waaraan zelfs sterke persoonlijkheden zich nauwe lijks konden ontworstelen. Bovendien sprak hij als een door God geïnspireerd prediker met een klankrijke stem. Hij noemde zichzelf een nederige boeteling, een bekeerde zondaar die het vlees kastijdde, maar die wist dat hij slechts van Gods genade afhankelijk was. Merkwaardig was dat kinderen zich zo tot hem aangetrokken voelden. De dochtertjes van de tsaar, maar vooral de kleine troonopvolger konden niet genoeg krij gen van de verhalen die de monnik met zijn melodieuze stem vertelde. Het waren oude Russische sprookjes en vertelsels en de kinderen hingen aan zijn lippen. Dikwijls luisterde ook de tsarina glimlachend toe. De vrouw is naar alle waarschijn lijkheid op vijfenvijftigjarige leeftijd overleden. Het lichaam is gewikkeld in een aantal kledingstukken, tezamen twintig lagen, en was van voet tot hoofd omwonden met negen zijden windsels. Dit geheel is weer bedekt met een gewatteerd geelzijden kleding stuk, met zilverkleurige versieringen beschilderd; daarover een tweede ge watteerd zijden kleed, ditmaal echter met geborduurde versieringen. Uit de opschriften op de in kist en tombe aangetroffen voorwerpen kan worden opgemaakt, dat de overleden vrouw een lid is geweest van de fami lie van de edeling Dahjoe (Liloen, Hien, Pengzoe), levend tijdens de regeringsperiode van de keizers Hiau- hoejdi en Gingdi (193-141 v. Chr.) uit de oostelijke Han-dynastie. Het graf bevatte meer dan duizend verschillende voorwerpen, vervaardigd uit zeer uiteenlopende materialen zoals zijde, lakwerk, hout, bamboe en aarde werk. Ook werden er verscheidene soorten levensmiddelen gevonden. Onder de meer dan honderdtwintig stukken zijdewerk trof men zowel komplete kledingstukken aan als onbe werkte stukken zijde van diverse weefstrukturen. De kleuren daarvan zijn bruin, purperrood, grijs, vermil joen, geelbruin, lichtgeel, blauw, groen onzeker- dé syno- gemeen- 'ordt, dat geschapen ook goed ge onge vend van mgehoor- :rs, zoals 3 wordt belijdenis leemt en de ver in d) dat n bevrijd nd heils- ie Adam, Christus”.! op het elde zich levendig en geraffineerd. Hetzelfde kan gezegd worden van de landschappen, de scènes van menselijke bedrijvigheid, ontleend aan het dagelijks leven van die tijd, én van de taferelen die een beeld trachten te geven van het leven in het hiernamaals, gebaseerd op des tijds gangbare legenden. Deze schilde ring, waarin op harmonieuze wijze zo geheel uiteenlopende onderwerpen tot één homogeen geheel zijn verenigd, is een vrijwel onovertroffen meesterwerk der Chinese zijdeschilderkunst. In sommige werden nog minieme resten van kippebotjes, lotuswortels, vissen en enige soorten graan- en rijstspijzen gevonden. Van de honderdtweeënzestig uit hout vervaardigde mensfiguren, in groot en klein formaat (de grote in staande, dan wel zittende houding), zijn er enige aangekleed, andere in kleur beschil derd. De kleinste zijn gemaakt uit takken en hebben allen een zwartbe- schilderd gezicht, terwijl drie ervan zijn gehuld in zijden of linnen kleding. Een indrukwekkend geheel vormt de groep van achttien geklede en acht beschilderde figuren, waarvan de drie in staande houding waarschijnlijk be dienden voorstellen, terwijl de overige drieëntwintig, uitgerust met muziekin strumenten, samen een orkest vormen. Tegenover hen die in de starets een heilige zagen aan wie alleen Ruslands belangen ter harte gingen, stonden ve len die de Siberische boer als een steeds groter gevaar voor het vader land beschouwden. Niet alleen zijn hartstochtelijke uitbarstingen van drankzucht en seksualiteit bezorgden hem vijanden, maar ook de rigoureuze wijze waarop hij ontslagen en benoe mingen van hoge functionarissen wist door te drijven. In 1917 waagde een der leden van de Doema, de zogenoem de volksvertegenwoordiging, het in het openbaar de „duistere nachten” aan de kaak te stellen die Ruslands lot in handen hielden. „Met een aanbeveling van Raspoetin riep hij uit, komen in dit land de minderwaardigste figuren tot de hoogste posten. De revolutie dreigt zo lang een obscure Siberische boer Rusland regeert.” Toen na de verschrikkelijke neder laag der Russische legers bij Tannen berg tsaar Nicolaas II naar het front ijlde, waar hij enige maanden later het opperbevel op zich nam, werd de posi tie van de tsarina in Petrograd veel belangrijken: zij trad als regentes op. En daarmee nam de invloed van Ras poetin mateloos toe. In de honderden brieven die de tsaar en de tsarina in de oorlogsjaren wisselden en die na hun dood zijn gevonden en gepubliceerd, is telkens weer sprake van onze vriend (met een hoofdletter) die adviezen gaf over zaken van leven en dood. Soms waren de raadgevingen van de starets zinvol en verstandig, maar dikwijls liet hij zich meer leiden door persoonlijke anti- en sympathieën dan door het landsbelang. Óf iemand tot minister benoemd werd of uit die functie werd ontslagen, hing weldra van hem af. Weliswaar had Raspoetin zich gekant tegen deelneming van Rusland aan de oorlog en daardoor was in 1914 zijn invloed op Nicolaas en zijn vrouw wel verzwakt, maar door een onverwachte gebeurtenis herstelde hij even plotse ling als volkomen zijn gezag. Bij een spoorwegongeluk nabij Petrograd werd een hofdame van de tsarina zo zwaar gewond dat de artsen haar opgaven. Het keizerlijke echtpaar stond bij haar sterfbed toen Raspoetin, die in allerijl was gewaarschuwd, binnentrad. Het besloten ’era men hillende st breed >m met I iergelij- I opko- over de uit de I :oncrete I len on- I Wat het verband tussen het telegram en de genezing ook mag zijn geweest, het is duidelijk dat de tsarina in Ras poetin de redder van haar zoontje zag en begrijpelijk dat zij hem sindsdien volkomen en blind in alle opzichten vertrouwde, niet alleen waar het de kroonprins betrof, maar ook in zaken van staat. En daar kreeg zij mee te maken. voor de de open in moest ils syno- emeenten de vaak 1 op wel ond. dat synodale len kun- ngen: ds imeenten den, die ken van ■oordeeld het Gc- wijfelen gesprek, n lieten gepraat liik. Op 16 december 1916 werd Raspoetin vermoord. Er is een brief over die hij in het begin van dezelfde maand schreef aan de Tsaar aller Russen, Nicolaas II, een uiterst merkwaardige brief waaruit ik het volgende citeer: „Ik schrijf en laat deze brief na in St. Petersburg. Ik voel dat ik vóór 1 januari zal sterven en ik wil aan het Russische volk, aan Vadertje Tsaar, aan de Moeder van Rusland en hun kinderen en aan Rusland zelf zeggen wat zij moeten weten. Als ik word gedood door gewone misdadigers of door mijn broeders de Russische boeren, heeft u, Tsaar van Rusland, niets te vrezen. Ge zult blijven regeren en uw nakome lingen na u voor honderden jaren. Maar als ik word vermoord door edelen, als zij mijn bloed vergieten, zullen broeders broeders doden, zij zullen elkaar haten en doden en over 25 jaar zullen er geen edelen meer zijn. Vadertje Tsaar als de klok luidt die de dood van Gregory Raspoetin meldt, dan moet ge dit weten: als het de uwen waren die mij doodden, dan zal niemand van uw familie langer dan twee jaar leven. Zij zullen worden gedood door het Russische volk. Ik zal gedood worden. Ik behoor niet meer tot de levenden. Bid, bid en wees sterk. Denk aan uw vrouw en kinderen. Tsaar Nicolaas II en zijn vrouw Alexandra hadden vijf kinderen, vier dochters en een zoon, de troonopvolger. Dit jongetje Alexis, was toen één jaar oud. Weldra zou blijken dat hij leed aan hemofilie, een ziekte waaraan al leen mannen lijden, maar die door vrouwen wordt overgebracht. Hemofi lie of bloedziekte, ook wel genoemd de koninklijke ziekte omdat zij voorkwam in de regerende vorstenhuizen van En geland, Spanje en Rusland, is een on geneeslijke kwaal die voortkomt uit de structuur der chromosomen. Het bloed van lijders aan bloederziekte mist het vermogen te stollen en elke verwon ding, elke neusbloeding, kan dus dode lijk zijn, achter ieder stuk speelgoed kan de dood loeren. Men kan zich voorstellen in welke angsten ouders leven, wier kind aan hemofilie lijdt, met welke zorgen zij het omringen en hoe toegankelijk zij zijn voor inblazin gen en suggesties uit hun omgeving, voor raadgevingen en aanbevelingen. Nu was St. Petersburg in de beginja- Merkwaardig is deze brief niet in de eerste plaats omdat Raspoetin klaar blijkelijk voelde dat zijn einde nabij was. De haat jegens hem was zo alge meen en de bedreigingen aan zijn adres geuit waren zo veelvuldig dat hij wel weten moest in welk gevaar zijn leven voortdurend verkeerde. Merk waardig is dit geschrift vooral omdat de schrijver kennelijk niet wist van welke zijde het gevaar dreigde, maar er desondanks een profetie aan ver bond: als ik door edelen vermoord word, zal een revolutie het huis Roma nov van de aardbodem wegvagen. De moordenaars van Raspoetin waren ede len; drie maanden na zijn dood brak de Russische revolutie uit en ruim een jaar later, op 16 juli 1918, werden de tsaar en de tsarina met hun vijf kinde ren in hun gevangenis in Jekaterinen- burg, het tegenwoordige Sverdlovsk, in koelen bloede door hun bewakers neergeschoten. vraag of belijden Kuitert - zondeval het belij- lens goed vindt de il van de ef recht- zelf reli- eologische de kerk- nstanders, che krin- rr (zijn?)’ n aange- idevai als 1. ts hopen, is. Eerst e reacties ieze zaak •en danig was de aanwezigen alsof hij haar met al zijn geestkracht uit het rijk des doods terugriep. Toen zei hij: „Zij zal blijven leven, maar als een invalide”; hij strompelde de ziekenkamer uit en zakte in de gang van uitputting ineen. Zoals Raspoetin had voorspeld, ge schiedde en van dat ogenblik af kon niets zijn positie aan het hof meer schaden. van keizerin Raspoetin zich leven was gekomen nadat hij zich halverwege had losgemaakt uit de tou wen waarmee hij was gebonden. Het is veilig te zeggen dat dit alles slechts bewijst dat Raspoetin over meer dan menselijke kracht beschikte. Voor hen die hem vereerden, bewees het dat hij ook bovennatuurlijke gaven bezat. Nicolaas II en zijn vrouw woon den zijn plechtige begrafenis bij en strooiden witte bloemen op zijn kist nadat zij op de borst van de dode een ikoon en een brief hadden gelegd waarin zij de heilige martelaar vroegen hen in zijn gebeden te gedenken. Op de dag dat de revolutie uitbrak en de tsaar afstand deed van de rege ring, heeft een troep soldaten het graf van Raspoetin geopend, het stoffelijk overschot op een met benzine overgo ten houtstapel gegooid en verbrand. Toen herinnerden sommigen zich dat de starets had voorspeld: „Mijn li chaam zal niet in vrede rusten; het zal worden verbrand en de wind zal mijn as verspreiden”. Het raadsel Raspoetin zal wel nooit worden opgelost. Hij was een man met twee aangezichten, twee persoonlijkhe den, een man in wie goed en kwaad, onthouding en lust, oprechte weemoed en zondige begeerte om de voorrang streden. Men heeft hem een roofdier en een monster genoemd, maar hij heeft nooit zijn handen met bloed bevlekt Integendeel: het is waarschijn lijk dat hii mensenlevens heeft gered. Als raadgever aan de Kroon heeft hij velen in het ongeluk gestort, maar hebzucht en geldzucht waren hem vreemd. Zo blijft hij een raadsel, de Heilige Duivel Raspoetin. De grafkelder werd ontdekt in de meest oostelijk gelegene van de twee heuvels, die ongeveer vier kilometer uit het centrum van Tsjangsjan liggen en grotendeels uit samengestampte aarde bestaan. De zandheuvel heeft een hoogte van twintig meter bij een grondvlak van vijftig tot zes tig meter. De platte bovenkant van de aardmassa heeft een egaal ronde vorm met een diameter van ruim twintig meter. waaruit de kisten en tomben werden vervaardigd. Tussen de buitenste en middelste tombe lagen vier vakken waarin de voorwerpen die volgens gebruik de overledene werden meegegeven, een plaats vonden. De middelste en binnen ste tombe lagen, evenals de drie kisten, té nauw in elkaar gebed om daartussen iets te kunnen onderbrengen. Zijkanten en deksel van de buitenste en binnen ste kist zijn uitgevoerd in lakwerk en kleurig beschilderd. De zwarte onder grond van de buitenste kist is gedeko- reerd met wolkmotieven in wit, rood, zwart, geel en nog enkele andere kleu ren. Tussen deze wolken is een groot aantal monsters zichtbaar, vechtend, jagend, musicerend, dan wel vogels, roofdieren, runderen en herten bela gend. Deksel en zijkanten van de kist zijn afgezet met een veertien centime ter brede ornamentatie, gebaseerd op geometrische motieven. Ook de koraalrode middelste kist is - voorzien van in kleur uitgevoerde de koraties. Het deksel vertoont een af beelding van twee met elkaar vechten de tijgers en een tweetal in wolken gehulde vechtende draken. De afzetting van de zijkanten bestaat uit een geo metrisch ornamentiek, waarin bergen, wolken, draken, vluchtende herten en afzichtelijke monsters op meesterlijke wijze zijn verwerkt. Van de binnenste kist zijn deksel en zijkanten bekleed met zijde, deels ge borduurd, deels met prachtige vogelve ren beplakt. Het borduurwerk bestaat uit bruine bloemtakmotieven; de opge plakte veren zijn geel, groen en zwart wam de ie verle- i tijdens weg van ta moet I tergrond rale Fi- 1 rojecten te steu-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 15