Zienswijze gebundeld
w
Moeilijk
zelf
om je
te blij’ven”
Studenten maakten rapport
Bed rijf s-
I
Wroeging
Hervormde
crisis
Kerken
apostolaat
Kierkegaard
„Bijeen'' bijeen
fi
t m
L*
ZATERDAG
1 6
DECEMBER
1972
14
r
«i
„ALS DE KERK in Amsterdam
zich niet grondig herziet, zal er in
het jaar 2000 geen kerk meer zijn
in Amsterdam en daar kunnen we
God alleen maar voor danken”.
Met deze uitspraak van ds. D. J.
Vossers besluit de godsdienstsocio
loog dr. W. H. Vermooten zijn
werk „Hervormd Amsterdam in de
crisis 1960-1970” (Ten Have,
Baarn).
1 ’•'-75
Ih
rWu.tij
S tDIMi
AR?. RH J
i|
Erbij
’Toenemende geloofsaval onder
Mohammedaanse gastarbeiders’
H.S.
Een tipje van de sluier wordt opgelicht in het onlangs verschenen rapport „Bui
tenlandse arbeiders in Rotterdam”, dat onder meer verslagen bevat van studenten
theologie en sociale wetenschappen, die binnen het kader van hun opleiding hun
opgedane theoriekennis willen toetsen aan de maatschappelijke realiteit. In hoeverre
de in het rapport vermelde ervaring illustratief zijn voor alle Turken, Tunesiërs en
Marokkanen in Nederland, is niet bekend. Maar dat neemt niet weg, dat kennis
neming van de verslagen de moeite waard kan zijn.
Zo schrijft een student over de moeilijke opgave om in een vreemde omgeving
jezelf te blijven, ook wat betreft allerlei godsdienstige gewoonten. „Veel buiten
landse arbeiders, en vooral de Moslims onder hen, komen uit streken waar gods
dienst een centraal element in het leven is. Hij zal daarom behoefte heb
ben om zijn godsdienstige gebruiken ook in een vreemd land strikt na te leven: het
behoort tot de kern van zijn leven. Verder is het voor hem een steun in de rug,
omdat het hem herinnert aan zijn relatie met thuis.
Wat niet met name in het rapport
genoemd wordt is het in dit verband
toch belangrijk ontbreken van gods
dienstige vorming voor kinderen van
buitenlandse werknemers. In Haarlem
heeft dit onder meer de aandacht van
het buurthuis De Til, waar men plannen
in deze richting gemaakt heeft.
In het rapport wordt vrijwel de
gehele problematiek van de buiten
landse arbeiders behandeld. Het voert
te ver om die hier verder te behande
len. Met uitzondering van een aspect:
de rol, die de kerken in Nederland
kunnen spelen in het welzijnsbeleid
ten aanzien van de buitenlandse arbei
ders.
Als activiteiten, die door de kerken
verricht zouden kunnen worden, halen
de studenten de ideeën aan, die de
De andere Turken deden dit niet, vaak
ook niet in hun pension. Toen de stagière
hun vroeg of zij geen wroeging hadden,
antwoordde één van hen, blijkbaar de
straf van Allah vrezend, bevestigend met.
de opmerking: „Ik misschien dood”. Een
van Allah vrezend, bevestigend met de
opmerking: „Ik misschien dood”. Een
aantal studenten vatten hun conclusies
als volgt samen. „Hier is Allah niet.
Hier is Nederlands leven. Italianen en
Spanjaarden precies zo. Ook zij gaan
niet naar de kerk. Religieuze normen
vervallen.”
mee te werken aan een oplossing van
de problematiek rond de buitenlandse
arbeiders. Met name waar het de ker
ken als verschillende zelfstandige ge
meenten betreft geldt echter, dat deze
nog uitdrukkelijk gemotiveerd moeten
worden om aan een oplossing mee te
werken. Soms er zelfs nog op gewezen
worden, dat hier inderdaad sprake is
van een serieuze problematiek, waar
aan de kerken iets moeten doen. Hier
speelt de vraag mee, in hoeverre de
kerken zich behoren te bewegen op het
gebied van de sociale actie. Uitdrukke
lijk moet gesteld worden, dat men wel
terdege bereid is om te helpen als men
duidelijke mogelijkheden ziet liggen”,
zo wordt in het rapport gezegd.
Godsdienstige vorming van kinderen van buitenlandse arbeiders, zoals hier in
Rotterdam, blijft veelal achterwege.
I
„ZIENSWIJZE” IS DE bijzonder
populaire televisie-rubriek van Jack
van Belle. Iedereen met enige be
langstelling voor zaken op geestelijk
en psychologisch vlak kijkt naar dit
over het algemeen goede NOS-pro-
gramma. Maar niet iedereen bestelt
de teksten, die na de uitzendingen
voor niet te veel geld kunnen wor
den aangevraagd. Voor hen biedt
„Zienswijze” in pocketvorm nu uit
komst. Het is een uitgave van Lui-
tingh in Laren (NH), natuurlijk ge
schreven en geredigeerd door Jack
van Belle zelf.
landse werknemers, onder andere bij
het doen van huishoudelijke inkopen
en het hun wegwijs maken in wijk,
dorp of stad. De studenten zelf zien
hier een taak weggelegd voor de vrou
wenorganisaties binnen de kerken.
Een belangrijke taak zien de studen
ten in het meewerken van de kerken
aan een mentaliteitsverandering van de
Het is ondoenlijk om alle onder
werpen, in deze TV-rubriek behan
deld, in het boek op te nemen. Er is
dus een keuze gemaakt: occultisme,
meditatie, spiritisme, reïncarnatie en
ufo’s. Dat zijn de onderwerpen, tel
kens ingeleid door Van Belle, ge
volgd door de uitstekend geredi
geerde bekorte meningen van vele
gesprekspartners, die juist door deze
rubriek voor het Nederlandse pu
bliek een „gezicht hebben gekre
gen”.
Het is vanzelfsprekend onmoge
lijk om in dit bestek een overzicht
te geven van alle meningen over
alle aangesneden onderwerpen. Deze
bespreking is dan ook niet meer
dan een tip om zich het boek aan te
schaffen als men ook graag de TV-
rubriek volgt. Waardevol is de uit
stekende en uitgebreide literatuur
opgave aan het eind van het boek,
waardoor het een begin van een
meer specialistische studie kan zijn.
Opmerkelijk is ook het voorwoord,
waarin Jack van Belle schetst hoe
zijn rubriek in korte tijd zo popu
lair is geworden.
Nederlanders ten opzichte van buiten
landse gastarbeiders en omgekeerd.
Daarvoor zou i 'en, zo wordt gezegd,
bijvoorbeeld themadiensten kunnen
houden, waarin deze problemen cen
traal staan. Zoals bekend is irr Haar
lem hieraan al aandacht besteed tij
dens één van de maandelijkse oecume
nische diensten in de Grote Kerk.
„Toen de eerste steen werd gelegd
voor de moderne industriesteden,
was de kerk bij deze plechtigheid
afwezig.” Dit citaat van professor
Hoekendijk wordt gehanteerd in het
zojuist bij Gooi en Sticht versche
nen „Werk en Kerk over en weer”.
In het boek worden wegen aangege
ven om de kloof tussen de wereld
van de kerk en de wereld van het
leven van door de week met
name dan in het bedrijsleven te
overbruggen.
In het boek zijn een aantal arti
kelen uit op het terrein van het
bedri j f sapostolaat gespecialiseerde
tijdschriften bijeengevoegd, artike
len die daarmee de kans krijgen
terecht overigens om voor een
groter publiek te fungeren. Centrale
vraag in het boek is hoe je het
Envangelie concreet gestalte kunt
geven in evenzeer concrete maat
schappelijke situaties. Een boek dat
zijn weg zal moeten vinden.
hervormde stichting voor diakonaal
maatschappelijk werk in Zuid-Holland
samen met de stichting Hulp Buiten
landse Werknemers aan diakenen
doorgaf. Daarin werden genoemd het
bevorderen van het beschikbaar komen
van goede woningen, eventueel zelf
panden aankopen en exploiteren; hulp
verlening aan vrouwen van buiten-
De studenten realiseren zich, dat de
kerken zich op een terrein zullen gaan
begeven, waar reeds vele actiegroepen,
wijkcomités en overheidsinstanties
werkzaam zijn. „Wij leggen er dan ook
de nadruk op, dat het niet de bedoeling
is noch de taak van de kerk kan zijn
zelf allerlei organisaties naast de al
bestaande in het leven te roepen- Veel
eer zien wij de taak van de kerk
gelegen in het aanbieden van hulp aan
allen die reeds bezig zijn.”
Volgens de studenten kunnen de
kerken veel doen cm hun lot te verbe
teren, waarbij riet volstaan mag wor
den met te proberen de gevolgen van
„het internationale onrecht van de ar
beidsmigratie” te verzachten. „We zul
len ook de oorzaken moeten aanpak
ken. Anders gezegd Diakonaat en poli
tiek kunnen niet goed van elkaar los
gedacht worden, en in dat licht moeten
we ook de eenheid zien van het bin-
het buitenlands diako-
Uit het rapport blijkt, dat de kerken
wel gestimuleerd en gemotiveerd moe
ten worden tot hulpverlening. „Soms
krijg je het idee, dat de kerken enkel
zitten te wachten tot hun de nodige
mogelijkheden worden geboden om
Dr. Vermooten was (vlak voor publi
catie overleed hij plotseling) godsdienst
socioloog en een bewogen meelevend
kerklid. Zonder nu direct de waarde van
zijn produkt voor de godsdienstsociologie
te willen ontkennen, lijkt het erop, dat
dr. Vermooten het boek meer als bewo
gen kerklid heeft geschreven. Daarmee
zijn tegenstanders van hemzelf en van
de godsdienstsociologie in het algemeen
(en dat zijn er in theologische kringen
nogal wat) de kans gevend opnieuw te
gen deze tak van wetenschap in het ge
weer te komen.
Uit het boek spreekt een grote be
zorgdheid over de ontwikkelingen (ont
kerkelijking) binnen de hervormde kerk
in Amsterdam. Tegen deze achtergrond
moet Vermootens toch wel scherpe kri
tiek op ambtsdragers en beleidsinstanties
gezien worden. Kort en bondig verwijt
Vermooten hen, dat zij geen kans hebben
gezien de Evangelische boodschap op die
manier te brengen, die aansluit bij de
specifieke kenmerken van een verstede
lijkte samenleving zoals die van Amster
dam. En dat komt ook, zo meent hij,
omdat de meeste predikanten tot de
door hem blijkbaar niet zo geliefde or
thodoxie behoren.
In het laatste hoofdstuk van het boek
plaatst Vermooten de historische ont
wikkelingen voor zover relevant
binnen hun sociologische context. Dan
wordt ook duidelijk, dat Vermooten te
recht tot de groten onder de godsdienst
sociologen in Nederland gerekend dient te
worden. Zonder overmatig gebruik van
vakjargon geeft hij een opsomming van
de processen, die in en buiten de kerk
de ontkerkelijking bevorderen.
Je kunt dr. Vermooten niet verwijten,
dat hij binnen het kader van het boek
nauwelijks aandacht heeft geschonken
aan concrete nieuwe wegen om uit de
impasse te komen, nog afgezien van de
vraag of je godsdienstsociologen hiermee
kunt opzadelen. Misschien, dat je dat
toch beter kunt overlaten aan theologen,
predikanten en kerkmensen. R.K.
Het maandblad „Bijeen” bestaat
vijf jaar. De redactie van het blad
orgaan van de stichting geza
menlijke missiepubliciteit, waarin
een groot aantal missie-bedrijvende
orden en congregaties samenwerken
heet om dat te vieren een selec
tie gemaakt van de agelopen vijf
jaar verschenen reportages, inter
views en beschouwingen en die ge
bundeld in een paperback. „Bijeen”
en dus ook de paperback
biedt veel lezenswaardige informa
tie over kerk en wereld, en ontwik
kelingen binnen de derde wereld
De paperback kost 3,50 en is ver
krijgbaar op postbus 33 in Deurne.
Viering van een Moslems offerfeest: een offerdier (een ram) wordt hier in Istan-
boel naar de offertafel gebracht: ritueel slachten.
Als we het tweede gedeelte van de
bovengenoemde uitspraak even laten
voor wat die is, houden we een medede
ling over, die niet zo maar uit de lucht
komt vallen. Zij valt af te lezen uit in
het boek opgenomen tabellen: op 1 juli
1967 was 73,6 percent van de belijdende
leden van de hervormde kerk in Am
sterdam ouder dan 45 jaar. In het (ma
gische) jaar 2000 zouden dan, wanneer
de huidige ontwikkeling zich doorzet,
nog in vier kerken diensten worden ge
houden.
De werken van de in 1855 op 42-
jarige leetijd overleden Kierkegaard
zijn eigenlijk pas na 1900 „ont
dekt” en invloed uit gaan oefenen.
Zij bekendheid dankt hij in feite
aan anderen die op zijn gedachten
hun ideeën stoelden. Voorbeelden:
Karl Barth met zijn dialectische
theologie, de existentiefilosofie van
Heidegger en Jaspers en het Franse
existentialisme van Sartre c.s. Tegen
die achtergrond is ook het meeste
over Kierkegaard geschreven.
Scholtens heeft nu, na eerdere
publicaties over Kierkegaard, het
licht geworpen op zijn werk „bin
nenskamers”, zoals zijn gebeden. Hij
heeft deze gebeden geplaatst binnen
een levensbeschrijving van Kierke
gaard en een verwijzing naar zijn
werken.
HONDERDEN PROEFSCHRIF
TEN en duizenden boeken zijn er
zeker verschenen over de Deen'
Soren Kierkegaard. En dan toch een
boek „De onbekende Kierkegaard”
(Ten Have), geschreven door de
karmeliet, filosoof en theoloog W.
R. (Sixtus) Scholtens. Een slechts
schijnbare paradox: Kierkegaard
heeft even nadrukkelijk de betite
ling filosoof en theoloog voor zich
zelf afgewezen, als de naam .„chris
telijk schrijver” voor zichzelf op
geëist: in die zin is hij nog steeds
een grote onbekende, zo stelt Schol
tens in zijn inleiding.
Buitenlandse arbeiders in Nederland raken niet zelden in ernstige geloofscrises.
Van Italianen en Spanjaarden is wel bekend, dat zij vaak levensgrote moeilijkheden
hebben met de snelle veranderingen in de Nederlandse rooms-katholieke kerk.
Velen van hen zijn, zoals dat heet, echt „vroom”: Mariaverering, pausaanbidding en
ontzag voor kerkelyke pracht en praal. Maar weinig, of eigenlijk niets is bekend,
hoe de 40.000) Islamieten (Turken, Tunesiërs en Marokkanen) hun geloof in
Nederland beleven. Hierbij kan met name de vraag gesteld worden in hoeverre
zjj de leefregels, die hun godsdienstig leven met zich meebrengt in ons land in de
praktijk kunnen brengen. Te denken valt bijvoorbeeld aan het rituele slachten,
vrjje feestdagen en gebedsruimten. Voorzieningen, die voor hen van grote betekenis
zjjn en die bij afwezigheid kunnen doorwerken in hun welzijn.
Hoezeer bijvoorbeeld gebeden in de knel kunnen komen, blijkt uit het verhaal
van een andere stagière. De meeste Turken lieten op de fabriek, waar zij werkten
de gebeden achterwege. Als reden gaven zij op, dat zij door him werk, dat zij moes
ten doen vies waren en daarom „niet normaal” tot Allah konden komen. Er was een
Turk, die wel zijn vijf maal daagse gebedsplicht nakwam. Hij trok zich terug in een
hoekje van de fabriekshal, spreidde een zak (van de stapel, die hij later moest ge
bruiken om een chemisch produkt in af te tappen) op de grond uit, trok zijn schoe
nen uit en voltrok het gehele ritueel.
dt(a
S
f
neniarras en
na at.”