Schaken
Bridge
Dammen
Filatelie
23
Erbij
ZATERDAG 16 DECEMBER
19 7 2
:erd
264,
ten.
t
inz.
>k
Ie.
i”
3
ESTHER
die
O,
H. C. de Waard (Zeist)
MR. E. SPANJAARD.
Theo van Wort (DCK)
Réthy
Tom Postma (Sportief)
J. Goudt
U.S.A. Het 120-jarig bestaan van
H. FILARSKI
FRANKRIJK. Ten bate van het
Franse Rode Kruis worden op 18
december twee weldadigheidszegels
in omloop gebracht: 0.30 0.10 Fr.
portret van de geneesheer Nicolas
Desgenettes (1762-1837) en 0.50
0.10 Fr. protret van de geneesheer
Francois Broussais (1772-1838). De
ontwerper en graveur is Gandon.
De Burca (aan zet)
Dreigt Pc5 mat. Dat alles voor slechts
één stuk. 13. Pe4-df6t? Veel beter 13.
De2. 13. Lb4xd6, 14. e4xf5 Pd7-e5t en
zwart gaf het op. Zie 15. Ke4 ef5: mat of
15. de5: Le5:f enz.
een
van
OOST-DUITSLAND. Gewijd aan
de nagedachtenis van de gevallenen
van Derk Vuurboom en het postzegelboek
van A. Schwenzfeger verloot, als de goede
oplossingen een week na het verschijnen
dezer rubriek bij de damredakteur: Wijk
aan Zeeërweg 125, IJmuiden, worden in
gezonden.
De boeken zijn beschikbaar gesteld door
Willy Leuffen en Bram Douma.
In de lucht
spelen sterren.
Het maantje vlucht
en zucht:
„Die hele verre
is zo’n dolle ster,
maar hij is te ver
om ’t te zeggen.”
’t Sterretje lacht,
en tolt en tolt
(A2): Maar dan moet hij als volgt spelen.
Er wordt b.v. uitgekomen met harten,
oost wint en zuid bekent. Oost speelt nu
harten na. en zuid doet ruiten drie weg.
Antwoorden:
(Al): Het is absoluut zeker dat zuid zijn
contract maakt.
(Al): Is het 100 percent zeker dat u dit
contract wint?
(A2):Zo ja, waarom wél, zo neen, waarom
niet? Uw antwoord moet u wel even kort
motiveren dus het spelplan aangeven.
Indien u met A weinig moeite had, zal
ook nummer 2 u weinig zorgen geven.
0 AVB 10 98765432
Q 7
O
Maar de Sportiefman meende met 12-8-
3 het zwarte stuk op 14 weg te duwen
voor de doortocht van 15 naar een tweede
dam. En daarop had de Haarlemse kampi
oen gespeculeerd en hij won geestig door:
12-8 32-16. Nu faalt 8-3 wegens 28-32.
3) 8-2 28-32. Wit heeft nu een vluchtveld:
4) 2-35 of 14-20. 5) 15x24 33-39. Wit
staat klem en kan opgeven. Fraaie winst.
Maar ook de grote jongens werden wel
eens kortgesloten omdat ze teveel wilden
tegen minder gereputeerden. Zo o.a. Tarta-
kower (zwart) tegen de sterke Italiaanse
amateur Castaldi. 1. c2-e4 e7-e5, 2. Pgl-f3
d7-d6, 3. d2-d4 Pg8-f6, 4. Pbl-c3 Pb8-d7, 5.
Lfl-e2 Lf8-e7, 6. 0-0 h7-h6, 7. b2-bB c7-c6,
8. Lcl-b2 Dd8-c7, 9. Ddl-d2 g7-g5. Zwart’s
pionnenstorm berust op de gedachte dat wit
wél en hij niet gerocheerd heeft. Maar de
aanval heeft geen kracht omdat het cen
trum open is. 10. Tfl-dl Pd7-f8, 11. d4xe5
d6xe5.
Zwart: twaalf stukken 4. 7, 8, 9, 12, 14,
16, 20, 24. 30, 34, 45.
Zwart: negen stukken pp 8, 9, 11, 13, 16.
19. 21, 23, 24.
Wit: negen stukken op 25. 27. 28, 32, 33,
35, 39, 40, 42.
Tartakower
«wooococencoooo,
zwart: dertien stukken op 1. 7, 8, 9, 10,
13. 14, 19, 20, 21, 24. 26, 31.
Wit: elf stukken op 18, 21, 23, 33, 37, 39,
43, 47, 48. 49, 50.
Wit: veertien stukken op 6. 22, 28, 29.
30, 32, 33. 34. 35, 38, 39, 40, 41, 42.
Wit speelt en wint, geldt voor alle drie
problemen.
Zwart: twaalf schijven op 6. 8. 9, 10, 11,
12, 14, 20, 21, 22, 24, 36.
MAAK ZE ZELF EENS!
Tegen het kerstfeest worden er vaak allerlei kerstversieringen gekocht. Heb je
ze zelf wel eens gemaakt? Probeer het eens met deze kaarsenstandaardjes. Het kan
van karton of triplex. De zwarte vorm trek je langs de buitenkant daar op over.
Dan schilder je deze „voetjes” rood of groen. De bakjes, waar de kaars in komt, kun
je maken van een dop van melkflessen, of van een kartonnen napje van een eier-
doos. Zo’n napje kun je nog met aluminiumfolie omwikkelen. Doe je best!
de „American Pharmaceutical Asso
ciation” werd herdacht door de uit
gifte van een zegel van 8 c. De
zegel beeldt twee medicijnflesjes,
een mortier met vijzel en het teken
van Hygieia (godin van de gezond
heid) af.
OOSTENRIJK. De Dag van de
Postzegel 1972 gaf aanleiding tot het
verschijnen van een zegel van 4
1 Sch. (olijfgroen), naar ontwerp
van Adalbert Pilch gegraveerd door
Werner Pfeiler. De zegel toont een
brievenbesteller van de Kleine Post
(z.g. „Klapperpost”) in Wenen, die
een brief overhandigt, (afbeelding).
Zo zouden we kunnen doorgaan, maar
laten we ’t schaken niet vergeten. Door de
vaak grote krachtsverschillen levert de
Olympiade vrij veel „kortsluitingen” op.
Wat denkt u van de volgende?
Wit: De Burca (Ierland). Zwart: Réthy
(Hongarije). 1. d2-d4 57-d5, 2. c2-c4 c7-c6. 3.
Pbl-c3 Pg8-f6, 4. Pgl-f3 d5xc4, 5. a2-a4
Lc8-f5, 6. PÜ3-e5 e7-e6, 7. f2-f3 Pb8-d7. In
aanmerking komt Lb4. 8. Pe5xc4 Lf8-b4, 9.
e2-e4 Pf6xe4!? Een dubieus offer dat echter
aanstonds succes heeft omdat wit de draad
verliest. 10. f3xe4 Dd8-h4f, 11. Kel-d2
Niet 11. 33? De4:t of 11. Ke2 Lg4t 11.
Dh4-f2t, 12. Kd2-d3? Veel beter 12. De2
Dd4:t of 12. Le2 Le4: 13. Dg! 12. 0-0-0!
jaloers op me zijn. Ik zal dan ook wel
zilveren randen hebben, dus mis
schien tot ziens in de bloemenzaak, aks
jullie je tenminste niet onder de den-
netakjes verstoppen.”
„Oh, wat een akelige opschepper",
dacht de kleine denneappel. „Hij zal
heus wel gelijk hebben, maar waarom
(BI): Is het 100 percent zeker dat zuid dit
contract wint?
In Helsinki 1952 doet de USSR pas zijn
entree. Natuurlijk werd het team No 1
met nadien een abonnement op die plaats.
Haast niet voor te stellen dat de Russen
voordien ontbraken!
Zwart: dam op 46. drie stukken op 14,
28, 33. Wit: 2 stukken op 12. 15.
Zwart aan zet speculeerde in dit remi-
se-eindspel op de meerslagregel en klem-
stand. 1)- 46-32. Remise is 12-7-1.
Stel (vraag A), dat u eens dit merk
waardige spel in handen zou krijgen:
A AVB 10 876543
Q 2
O 3
(B2):Zo ja, waarom wél, zo neen, waarom
niet? Ook hier uw antwoord wel even kort
te motiveren.
C. Benjamens
KXXXXXX>XZKXY)OOOOOfV^->oOOOQOO ox» xjuOOOOOrrx
MONACO. De grootmeester van de
kookkunst Auguste Escoffier (1847-
1936), o.a. samensteller van de be
roemde „pêche melba”, werd 125
jaar geleden geboren. Ter herinne
ring hieraan verschijnt een zegel
van 0.45 F. met zijn portret en zijn
geboortehuis te Villeneuve-Loubet
(Alpes-MaritimesX
kwam ook in het mooie kerststuk,
maar dan als ruggesteuntje voor de
rode kaars. Hij werd vuurrood van
kwaadheid, toen hij daar werd gestopt.
En zo kwam het, dat de andere denne-
appels die later in de winkel kwamen,
hem niet eens zagen. Want achter een
rode kaars valt een rode denneappel
echt niet op. En omdat hij boos bleef,
bleef hij onzichtbaar!
Castaldi (aan zet)
12. Pf3xe5! Scherp berekend. Zie b.v.
12. De5:, 13. Pd5! Db2:, 14. Pc7 met.
12. Lc8-e6, 13. Pc3-b5! Opnieuw voor
treffelijk. Na 13. cb5: 14. Lb5:t volgt
ruilen op d7 en Lh8: 13. Dc7-b8. Beter
13 Db6. 14. Dd2-a5! Le7-d8. Of 14.
b6. 15. Pc6:! ba5: 16. Pb8: Tb8:? 17. Pc7 mat.
15. Tdl-d8t Db8xd8, 16. Pb5-c7t en Tarka-
kower capituleerde. Zie 16. Ke7, 17.
La3t enz.
Een boek vol schakers-lief-en-leed en nog
veel meer.
BOEROENDI. Met voorstellingen
van tropische orchideeën kwam een
serie van zeven waarden in omloop:
0.50 F. Platycoryne crocea, 1 F.
Cattleya trianaei, 2 F. Eulophia cu-
cullata, 3 F. Cymbidium „Hamsey”
4 F. Thelymitra pauciflora, 5 F. Mil-
tassia spec, en 6 F. Miltonia spec,
(afbeelding).
In het bos stond een prachtige den-
neboom met wel dertig denneappels
aan z’n takken. Alle denneappels wa
ren mooi om te zien. Ze waren niet
allemaal even groot. Er waren hele
kleintjes en hele grote. Vlak naast
een. schattig klein denneappeltje hing
een hele grote. Ook hij zag er wel
aardig uit, maar hij deed altijd zo
onvriendelijk tegen de andere denne
appels. Daar werd hij niet mooier van.
Vooral voor die éne kleine was hij erg
vervelend. Als er een beetje zon was,
ging hij er natuurlijk breeduit voor
hangen en gunde het kleintje geen
enkel straaltje. Gelukkig had het
kleintje maar weinig zon nodig en kon
het veel vlugger de eerste zonnestralen
opvangen dan de grote denneappel. Die
had altijd zoveel tijd nodig, om zich
om te draaien.
De grote denneappel voelde zich heer
en meester over alle andere denneap
pels. Hij vond zichzelf het allermooiste
en zei iedere dag wel drie keer: „Zeg
prullerige denneappeltjes, jullie begrij
pen toch zeker wel, dat ik straks het
eerste word geplukt? Ik kom dan na
tuurlijk in het mooiste en grootste
kerststukje. En als jullie een poosje
later dan mischien in dezelfde bloe
menzaak komen, moeten jullie niet
46) 40-34 21-26. 47) 42-37 8-12. 48) 28-22
12-18. 49) 33-28 9-14. 50) 39-33 11-17. Ook
16-21 wint. 51) 22x11 16x7. Het basisstuk
38 wordt gemist. 52) 34-30 7-12. 53) 28-22
23-28. 54) 32x23 18x18. 55) 37-32
38-42. 56) 32-28 26-31. 57) 27 x 36 24-29 en
de ex-jeugdkampioen van Nederland gaf
zich gewonnen.
Dat met weinig materiaal een prachtig
effect kan worden bereikt leert ons het
volgend eindspel uit de Noordhollandse
competitiewedstrijd tussen Sportief en
Kennemerland.
in de gemeenschappelijke strijd van
Poolse soldaten en Duitse anti-fa-
scisten werd een zegel van 25 Pf.
uitgegeven. Afgebeeld wordt het in
mei 1972 in Oost-Berlijn daarvoor
opgerichte gedenkteken.
moet hij dat iedere keer weer zeggen?
Oh, en kijk hem nou weer eens gemeen
naar mij lachen! Ik wilde, dat hij vlug
werd geplukt, dan hoefde ik niet meer
naar zijn nare praatjes te luisteren."
Het leek wel, of de meneer van de
bloemenzaak naar de kleine denneap
pel had geluisterd. Hij stond onderaan
de boom en keek naar boven. En, ja
hoor! De grote denneappel lag even
later in de mand. „Ha,” dacht de
kleine, daar ben ik van af.” „Knip,”
deed de snoeischaar van de meneer en
twee tellen daarna lag het kleintje
naast de grote in de mand. De mand
kwam achterin de bloemenauto en
ging op weg naar de bloemenzaak. Het
kleine denneappeltje ging in het uiter
ste hoekje van de mand liggen. De
grote keerde z’n achterkant naar de
kleine toe en begon een versje te
zingen, over een grote, zilveren denne
appel. Na het versje draaide hij zich
even om en zei nog eens tegen de
kleine: „Dat versje gaat over mij.
Straks zie ik er zo uit”.
Onderwijl was de bloemenauto bij
de zaak gekomen en werd de mand
opgepakt. De twee denneappels kwa
men op een grote tafel te liggen. De
bloemenmeneer trok z’n jas uit en
begon aan een groot kerststuk. De
grote denneappel zag het en voelde
zich al bijna het belangrijkste. Nu zou
hij wel opgepakt worden en met zilver
worden bespoten, want daar onderaan
die prachtige rode kaars was nog een
plekje open. Hij ging er al goed voor
liggen.
Maarwat ging er nou gebeuren?
De bloemenmeneer pakte het klein
tje, bespoot hem met zilver, zodat z’n
randjes blonken in het kaarslicht. Toen
legde hij hem midden op een donker
groen dennetakje, precies in het kuiltje
voor de rode kaars. Wat stond dat
fantastisch mooi. De bloemenman ging
een stap achteruit, om het kerststuk
beter te kunnen bekijken. Ja, die kleine
denneappel hoorde er echt bij. Het was
fijn, dat hij die had gevonden. Nu was
FRANS-ANDORRA. Ter herinne
ring aan het bezoek dat Generaal
De Gaulle vijf jaar geleden aan
Andorra bracht, verscheen een trip
tiek, bestaande uit twee zegels van
0.50 Fr. (portret van de generaal) en
0.90 Fr. (De Gaulle voor het „Mai
son des Vallées”, waartussen een
vignet met het Andorrese wapen en
een toepasselijke tekst.
POLEN. Ter gelegenheid van de
Dag van de Postzegel werd een serie
van acht zegels verkrijgbaar gesteld,
waarop schilderijen van Poolse
kunstenaars zijn gereproduceerd: 30
gr. „De Amazone”, 40 gr. „Ostafi
Daszkiewicz”, 60 gr. „Zomerregen"
2 Zl. „De Napolitaanse vrouw”, 2.50
Zl. „Het meisje in bad”, 3.40 Zl.
„Portret van Graaf Thun”, 4 Zl.
„Rabsod” en 8.50 4- 3 Zl. „Portret
van een jongedame", (afbeelding).
Het is een oud gegeven uit een radio-
bridgewedstrijd en er kwamen heel wat
pennen door in beweging: zoiets geks had-
men nog nooit gezien! Zuid heeft het
ditmaal gebracht tot het bezit van een
twaalfkaart in schoppen iets dat niet
alle dagen voorkomt. Hij heeft ze alle
maal op de heer na, dus:
Zuid biedt zes schoppen en met 12
„vaste” slagen is dat geen opvallende
prestatie.
fijn, dat hij die had gevonden. Nu
het kerststuk pas af
En de grote denneappel?
HONGARIJE. Zeven zegels wer
den uitgegeven met voorstellingen
van gUis-in-loodramen. aanwezig
zowel in kerken als profane gebou
wen: 40 f. „De Muzen”, 60 f. „Klerk
uit de 16e eeuw", 1 Ft. „Exodes
naar Egypte", 1.50 Ft. „De Bode van
Vorst Arpdd”, 2.50 Ft. „Geboorte
van Jezus”, 4 Ft. „Vorst Arpud en
zijn twee aanvoerders" en 5 Ft.
„Koning Matthias berispt de rijke
aristocraten”. De oplage bedraagt
530.000 getande en 6.000 ongetande
series, (afbeelding)
Vermeldingswaardige feiten: in 1930 de
Indiase meteoor Sultan Khan aan ’t eerste
bord van Engeland. Daniël Noteboom
boekt grote successen voor Nederland.
Zijn plotselinge overlijden in 1932 (21 jaar
oud) ontnam ons een toekomstig groot
meester. Lepzig 1960: Fischer verschijnt
ten tonele voor de USA en boekt een
fraaie score. Maar hij verliest met wit (en
hoe!) van de volstrekt onbekende Ecua-
dorspeler Munoz!
(A1):U biedt drie schoppen en iedereen
past.
BOTSWANA. Vier kerstzegels za
gen het licht, waarvan het hoofd
motief wordt gevormd door
kruis met een landkaartje
Botswana. Daarnaast worden voor
gesteld: 2 c. kerstklokken, 3 c.
brandende kaars, 7 c. kerstboompje
en 20 c. ster met hulsttakje. De
serie verscheen ook in de vorm, van
een miniatuurvelletje.
Dat het afspeleb nij bridge niet altijd
een eenvoudige zaak is', is u uiteraard
bekend. Hoe goed bent u? Voor elk der
twee volgende vragen willen wij u één
minuut bedenktijd toekennen en ten
slotte kunt u onderaan zien of u het er
allemaal goed hebt afgebracht.
Nu speelt oost ruiten (of harten) en zuid
doet klaver drie weg. Nu volgt een vier
de kaart van oost, die zuid met klaver
tien aftroeft, waarna negen speelslagen
zuid niet meer kunnen ontgaan.. Fout is
(b.v.) harten uit, oost wint en speelt
harten die zuid aftroeft met schoppen
tien. West, die in schoppen H92 heeft en
géén hartens meer, troeft niet over! Nu
speelt zuid schoppenaas en de vrouw na
west neemt. West brengt oost in klaver
of ruiten aan slag en er komt nogmaals
harten: nu zal west vroeger of later de
schoppen negen nog maken!
(BI): Het is niet 100 percent zeker dat
zuid 12 slagen kan maken Mogelijk is,
dat west met harten begint, oost wint de
eerste hartenslag en speelt harten na.
West heeft geen harten meer, maar wel
schoppenheer sec die hij (west) nu als
tweede slag voor OW zal gaan maken
(B2).
GUINEA. „Une seule terre’’
(„Slechts één aarde”) is het motto
van een serie zegels van vijf waar
den: 25, 30, 50, 60 en 100 F., die
verscheen ter herinnering aan de
milieuconferentie te Stockholm in
juni van dit jaar. De zegels ter
gelegenheid van het zilveren „Uni-
cef”-jubileum werden hiertoe over
drukt met het embleem van de
Stockholmer conferentie.
De gedachte om aan de Olympiaden
voor de lichaamssporten een schaak
olympiade te verbinden stamt gelijk
zoveel nieuws uit Frankrijk, vroeger
een belangrijke schaaknatie, thans voor
ons spel nauwelijks meer van betekenis.
Een eerste schuchtere poging tot zo een
Olympiade voor onze geestessport zien we
te Parijs 1924 (voor Nederland speelden
daar dr. Euwe, mr. Ruel en mr. Oskam),
maar de eigenlijke start van de Schaak
olympiade vond plaats te Londen 1927.
U vindt alle hoogtepunten van Parijs
1924 af tot Siegen 1970 toe in het hand
boek: Schach-Olympiaden van Arpad
Földeak (uitg. Terr Have Amsterdam, prijs
f 22,50 geb„)
Voor andere schakers dan uw medewer
ker —die het schaakleven van de laatste
halve eeuw op de voet volgde - is het
lectuur om niet meer mee op te houden,
maar ook voor jongeren moet ’t hoogst
interessant zijn en zulks bepaald niet
alleen schaak-technisch. Ook politiek-so-
ciologisch is ’t boek een belangrijke brorr
van informatie: Wat is b.v. de verklaring
dat Hongarije met minder inwoners dan
Nederland van de aanvang af en tot
heden toe in Skopje 1972 altijd één van
de grote kanshebbers is geweest? In 1927
en 1928 werd de Hongaarse ploeg No 1 en
sindsdien bleef het team in de running
voor een topplaats. Ook bij de lichaams
sporten trouwens gooit Hongarije altijd
hoge ogen. Waarom?
Daarentegen zien we een pijlsnelle neer
gang van landen als Oostenrijk en Polen.
Wenen, eertijds centrum van cultuur, was
vroeger misschien wel ‘s werelds sterkste
schaakstad. De chauvinistische Oostenrij
kers zijn er nog steeds niet aan gewend
dat dit voltooid verleden tijd is. Waren zij
niet met alles No 1? Bekend is het grapje
van de 3 in één straat gevestigde schoen
makers. A annonceerde zichzelf als „de
beste schoenmaker van Europa,” B als „de
beste van de wereld,” C als de beste
vande straat!”
Polen was een schaaktopland vooral
door zijn Joodse representanten als Ru
binstein en dr. Tartakower. Daarmede
werd het b.v. No 1 in 1930. Toen het land
in 1939 door de Nazi’s werd bezet was de
Olympiade 1939 te Buenos Airs in volle
gang. Daar ging toen de politiek hoogtij
vieren. Allerlei landen weigerden tegen
elkander te spelen en de Oostenrijkers
Eliskases en Becker kwamen alvast voor
Duitsland uit!
Najdorf (Polen), Pilnik en ook Eliskases
(ondanks zijn sympathieën voor het Derde
Rijk) vonden ’t om begrijpelijke redenen
wenselijk, maar niet naar Europa terug te
keren. Dit verklaart waarom Argentinië
eertijds van matige schaakkracht
plotseling No 2 wordt als na een pauze
van elf jaren de Olympiade in 1950 te
Dubrovnik weer van start gaat.
Het persoonlijk kampioenschap van
Noord-Holland 1972 is gewonnen door C.
Benjamens. Deze nieuwe damster uit Pur-
merend won in de voorlaatste ronde van
J. Goudt in de volgende stand. Na de
45ste zet van zwart.
De heer Schaper aan bord 1, speler van
het 2de tiental, heeft dit probleem sa
mengesteld en opgedragen aan de spelers
van het eerste tiental bij zijn promotie
naar de landelijke hoofdklasse.
H.
B DUKEL
Wit: elf stukken op 23. 32, 33. 34. 35, 38,
39, 41, 42, 44 46.
Voor de liefhebbers van het oplossen
van damvraagstukken, twee problemen
van H. C. de Waard. Het derde vraagstuk
is van P. Schaper uit Zaandam. Onder de
In dit soort klassieke middenspelstellin
gen regeert de tempi. Voor de liefhebbers
van analyse is de vraag: Moet wit nu 27-
22? In het spelverloop won zwart als
uit alle macht
vuur rond, en rolt
dan naar beneden.
Ver weggegleden
en uitgeliold,
rust hij uit
op de top van een boom.
Die kleine guit
wordt wakker!
t’Was een droom
het te zien.
Eerr den met een licht!
En de maan roept van ver:
„Zeg, ben jij wellicht
jij kleine rakker
de Kerstboom-ster?”
Na de Vrede van Munster, nam
Wouter maar weer eens een pil van
oom. Hij vloog weer door de tijd en
kwam in Amsterdam terecht. Het
was zo ongeveer op de helft van de
17e eeuw en in Holland was het een
rommelige tijd. Er was oorlog met
Engeland. Aan de kade lagen oor
logsschepen. De raadspensionaris
Johan de Witt stond te praten
met Michiel de Ruyter. De ene was
het hoofd van de regering, de ande
re bevelhebber van de vloot. De
Ruyter had net een zeeslag gewon
nen bij Duinkerken. Wouter hoorde,
dat de Witt hem prees om deze
daad, terwijl Tromp (een andere
bevelhebber) zijn ontslag zou krij
gen. „Wat een tijd”, dacht Wouter.
MWVWnn"H*
CJO